EEN VROUW IS DUIZEND MANNEN TE ERG
zuidelijke landbouw maatschappij
«ZEGGE EÏSf SCMMlfVIE
VRIJDAG 15 OKTOBER 1976
64e Jaargang - No. 3352
z.l.m
land-
tuinbouwblad
i
Wepterschelde
RUILVERKAVELING BRAAKMAN POLDERS
PLAN VAN WEGEN EN WATERLOPEI^LANDSCHAPSPLAN
Van 15 oktober a.s. tot 15 november liggen van de ruilverkaveling „De Braakmanpolders" de stukken,
die hierop betrekking hebben, ter inzage. In het rapport over deze ruilverkaveling, die een gebied van
ca. 5600 ha omvat, wordt grote aandacht besteed aan de landbouwkundige situatie, de noodzakelijk
geachte verbeteringen en dfe financiële konsekwenties. Als de stemmingsdatum vastgesteld is is de
beslissing over het wel of niet doorgaan ervan aan de stemgerechtigden! Op pagina 4 enkele bijzon
derheden uit het ruilverkavelingsrapport.
JJ|E vrouwen van de agrariërs zijn vandaag de dag
nauw betrokken bij het bedrijf. Niet alleen zijn de
boerinnen belangrijke gesprekspartners bij het nemen
van beslissingen maar ook leveren zij een forse arbeids
prestatie op het bedrijf. In de praktijk blijkt deze vorm
van bedrijfsvoering, het zgn. gezinsbedrijf, een beste
troef.
De mannen hebben vaak via landbouwonderwijs en/of
kursussen al een flink stuk kennis en inzicht ten aanzien
van de bedrijfsvoering meegekregen. Bij de boerinnen
ontbreekt veelal die ondergrond. Het is daarom zaak dat
de boerin zich wat meer wegwijs maakt in de financieel-
ekonomische, en maatschappelijke en sociale aspekten
die op het bedrijf van toepassing zijn. Dat kan de be
drijfsvoering enorm ten goede komen.
In dit No.:
Ruilverkaveling „De
Braakmanpolders" pag. 3/4
•fc Uit de Praktijk pag. 5/6
Aspekten bij de uitzaai
van wintertarwe pag. 7
Resultaten vruchtwisse-
lingsonderzoek
„De Schreef" pag. 8/9
■fc Voeding van melkvee
met minimale hoeveel
heden ruwvoer pag. 11
Loonwerker Leendertse
in Kamperland pag. 12/13
■fc Ziekte van Aujeskij
pag. 15
Rond de fruitbewaring
pag. 18
Tuintips pag. 19
boerinnen ondervinden vrijwel allemaal aan den lijve dat
het steeds weer moeilijker wordt in de-huidige tijd een
agrarisch bedrijf rond te zetten. In feite zien zij hun eigen
meewerken in het bedrijf als de bevestiging daarvan. De
boerinnen zijn dan ook van mening dat met name de
fiskus voor hun positie te weinig oog heeft. De fiskus
gaat er blijkbaar nog vanuit dat een vrouw niet op een
boerenbedrijf kan meewerken, laat staan daaraan leiding
geven. De praktijk laat echter het tegendeel zien: Vele
boerinnen nemen de boekhouding voor hun rekening,
werken daadwerkelijk mee, nemen belangrijke beslissin
gen. Typerend is wel dat de zakenrelaties de rol van de
vrouw op het bedrijf beslist niet onderschatten. Men
aarzelt niet om zaken met de boerin te doen.
j^U dit alles blijft de boerin in het totale landbouwge-
beuren toch nog (te veel) op de achtergrond.
Haar kwaliteiten zijn nog niet operationeel gemaakt, mis
schien ook nog niet voldoende onderkend.
Het aantal (mannelijke) werkers in de land- en tuin
bouw wordt gestaag kleiner. Daardoor neemt ook de
(politieke) invloed van de landbouw af. Je zou kunnen
zeggen dat de landbouw daardoor in een hoekje is ko
men te zitten waar de demokratie minder tot zijn recht
komt. En daar blijft het niet bij. Door de teruggang in
getal en de toenemende aandacht die het bedrijf vraagt
wordt het steeds moeilijker allerlei (bestuurs) funkties
in het agrarische- en maatschappelijke leven te beman
nen. Veel komt op weinigen neer of men komt er in het
geheel niet meer toe. Dat betekent dat de stem van de
landbouw steeds minder krachtig doorklinkt. Een ongun
stige ontwikkelingl
ÏT agrarische kommissies van de Plattelandsvrouwen
in ons werkgebied zijn op deze situatie gaan in
spelen. Dat heeft (in nauwe samenwerking met de eko-
nomische sociale voorlichting van de Z.L.M.) geresul
teerd in de kursus Ekonomische Vorming Agrarische
Vrouwen (E.V.A.V.). Onderwerpen die op deze kursus
aan de orde komen zijn ondermeer: erfrecht en huwe
lijksgoederenrecht, bedrijfsfinanciering, samenwerking,
sociale wetgeving en verzekeringen, ruimtelijke ordening
etc. Voor dit jaar loopt de kursus in West-Brabant en op
Noord-Beveland. De belangstelling voor deze twee kur
sussen is behoorlijk. Op de deze week gehouden eerste
kursusavond gaven de deelneemsters blijk van een enor
me betrokkenheid bij het bedrijf. Uit de reakties bleek
echter ook dat er bij de vrouwen een grote bezorgdheid
bestaat over de toekomst van de land- en tuinbouw. De
IT vraag is nu, gezien de hiervoren gestelde ontwik
keling, of het geen tijd wordt de „reserve-troe
pen", in casu de boerinnen, naar het „front" te roepen,
zonder daarbij het landbouw-politieke eu bestuurlijke
vlak uit te sluiten.
Waarom zouden de boerinnen, op hun eigen wijze, de
belangen van de land- en tuinbouw niet uitstekend kun
nen verdedigen? Het getal van de landbouw verdubbeld
erdoor. De invloed van de landbouw wordt er meer dan
door verdubbeld, niet in het minst door de eigen aanpak
van de vrouw. Het zou wel eens kunnen zijn dat de rol
van de vrouw, zoals zo vaak in de geschiedenis, van
doorslaggevende betekenis zal blijken te zijn voor de
toekomst van onze landbouw! De E.V.A.V. is de eerste
stap, wie doet de volgende? De boerinnen doen de rest!
(de Z.L.M. kent zegge en schrijve één vrouwelijk afde
lingsbestuurslid).
OGGEL.