I n 1973 werd de grondverzetkant van het loonbedrijf afgestoten, dat ging in een periode van anderhalfjaar. Het probleem was nu ech ter hoe men de landbouwmensen in de winter maanden toch aan het werk zou kunnen hou den. Men kwam weer terug op het bieten- rooien. Besloten werd om al hun vindingrijk heid en technisch vernuft toe te leggen op het zelf ontwikkelen van een rooisysteem. dat een- fasig zou zijn, en toch aan de rooieisen zou kunnen voldoen. In 1973 werd er voor het eerst mee gewerkt. Achter de hand had Leendertse, voor het geval het apparaat niet zou voldoen, een Fiat 850, met voorop een ontbladeraar en achterop een rooier, met daarnaast nog een Franket bietenlader. Maar dat was gelukkig niet nodig, bleek achteraf. Het systeem Leen dertse was geboren en het beviel de boeren uitstekend. De klanten wachtten toen liever twee a drie dagen met rooien, als ze er dan zeker van waren dat ze met de nieuwe eigen gemaakte rooier zouden worden geholpen. In 6 L eendertse heeft een volledig loonbedrijf. Daarmee bedoelen we dat hij met zijn machi nes en werktuigenpark alles in de landbouw aankan. Een kolossale investering, die renda bel gemaakt moet kunnen worden. Waarbij komt dat loonwerk zich afspeelt tussen de maanden juni en eind december. Dan moet het toch weer maar binnen zijn. Piet Leendertse is helemaal niet bang voor-die uitdaging. Hij is in het loonbedrijf geboren. Zijn vader deed het al, hij doet het nu, en hij heeft het uitgebouwd tot een indrukwekkend geheel. Je moet als loon werker heel wat in "huis" hebben wil je steeds maar aan de wensen en verlangens van je klanten kunnen voldoen. Maar als we het vol gende materiaal overzicht eens door lezen, dan kan de firma Leendertse heel wat aan: D e landbouw is gebaat bij een goede loon- werkersstand. Vooral wanneer het mensen zijn als Piet Leendertse. Mensen die technisch niet gauw tevreden zijn. Dankzij het denk en pro beer werk van de mensen van Leendertse. is er Samenwerking loonwerker/boer 13 soort sanering van het loonbedrijf. Ja en wie dat dan moet zijn. of hoe dat zou moeten, daar weet Piet Leendertse ook zo een twee drie het antwoord niet op. Er zit ook nog een groot verschil in de wijze waarop je als loonwerker je rooi-prijs kalkuleert. Sommigen doen dat op basis van aanschaffingswaarde. Maar dat is volgens mij fout. Ik moet kalkuleren tegen vernieuwingswaarde. Dat is voor je zelf ook het enige reëele. Want zodra een landbouwwerk- X toch een soort revolutie in het bietenrooien tot stand gekomen. We zeggen met opzet. Leen dertse en zijn mensen, want veel van dat ont- wikkelingswerk is in teamverband tot stand gekomen. Zo'n acht jaar geleden rooide men de bieten bij Leendertse met zo'n vijf a zes. éénri jers. Dat was eigenlijk een dure grap. Arbeids- sintensief, en ook kapitaalsintensief. De Volvo zesrijer kwam op de markt. De firma liet de ontwikkeling niet aan zich voorbijgaan en Wilhelminapolder die een Heric lader ver huurde. Deze kombinatie's werkten goed. maar waren veel te arbeidsintensief. Zo ging het verder, van het ene systeem werd op het andere overqestapt. Men bleef experimenteren en zoeken. Maar tot een goed éénfase systeem was men nog niet gekomen. De bieten kwamen met de zesrijers allemaal nog op de grond te recht, en vooral op de zware grond veroor zaakte dat later, vooral wanneer het geregend had, veel extra tarra, wanneer ze weer werden geladen. Het systeem Leendertse kon zelfs het natte 1974 aan" Een "totaal" loonbedrijf Algemeen: tractoren- met wagens tot 15 ton stortbakken, transporteurs, kraan voor diverse werkzaamheden, bovenvuller. Voor granen': maaidorsen, persen Voor bieten: precisie zaaien, 6 rijié 1 fasige rooiers, 6 rijige kopper. Voor aardappelen: pootmachines, universele (zelfrijdende) rooiers. Speciaal voor uien: precisie zaaimachine, uni- veosele (zelfrijdende) rooiers, loofklapper. Specifiek voor peulvruchten: conservenerwten- maaiers, consumptieerwtenmaaiers. dorsen conserven/consumptie-erwten. Voor diverse werkzaamheden: spuiten, ploegen wentel/ rondgaand. Totor-eggen. freezen. wiedgarnituren, maaiers, cirkel maaiers, cyclo- maaiers. harkeerder. Met behulp van twee aangepaste kipwagens, waarvan er één een vracht van 9 ton tegelijk kan bergen, wordt het loof opgevangen. Natuurlijk worden ook de bieten niet vergeten. de winter van 73/74 werd een tweede rooier gemaakt. Met beweegbare rooischaren. In het najaar van 1974 waren de kinderziektes bij de ze machines onderdrukt. Dat was in het seizoen toen de regen maar met bakken uit de hemel bleef stromen. Overal kwam het rooien tot stilstand, maar de rooiers van Piet Leendertse gingen gestaag door. dankzij de vier wiel aangedreven hydrostati sche rooier. De kombinatie Colijnsplaat. was de eerste en de enige combinatie in Zeeland die hun bieten op tijd uit de grond kregen. Daarna had Leendertse nog tijd om overal de rest bie ten die er nog stonden uit te rijden, terwijl hij ook bieten rooide van anderen, die hij zo als hij zegt, als aspirant klanten zag. In dat jaar heb ben onze rooiers heel wat voor elkaar gekregen. Ik rekende een voor die omstandigheden vrij normale rooiprijs. In de hoop ook dat door onze inspanningen, daar later toch wel wat ex tra klanten van over zouden blijven. Dat is niet gebeurd, zegt Leendertse wat teleurgesteld. Als ik in dat natte jaar. de werkelijke prijs per ha rooien had moeten berekenen, had ik heel wat duurder moeten zijn. Nadat we alle bieten op Noord-Beveland er uit hadden, waren de twee rooimachines aan revi sie toe. In twee avonden tijd. en de nachten er natuurlijk bij hebben we toen met man en macht gewerkt aan de herstelling van de rooiers. Daarna zijn we op verzoek van het Landbouwschap ook in Zuid-Beveland aan de slag gegaan. In feite, was dat extra werk voor ons toen geen winstpunt, het leverde eerder verlies op! Nu heeft Leendertse zijn systeem ingebouwd in de zesrijige Claeys Rooier, B.6160 en B.6220. Het betreft hier de Claeys fabriek te Diksmuiden. Met duidelijke letters staat Leendertse zijn naam op de folder, terwijl verder duidelijk wordt gemaakt, wat deze ma chine allemaal kan en doet. Alleen op het ogenblik is de samenwerking tussen Leendertse en Claeys een beetje op een laag pitje komen te staan. Misschien ben ik wel een te praktisch mens om goed op te kunnen blijven schieten met ingenieurs die theorethisch de verdere on twikkeling van de bieten rooiers benaderen. Men kan zich niet aan de indruk onttrelcken dat de landbouw soms de loonwefkersstand te veel als speelbal gebruikt. Een gezonde loon- werkersstand is in het belang van de boer. De combinatie's op Noord-Beveland zijn een stap in de goede richting geweest. Konkurrentie moet er blijven. Het probleem zal zijn waar de juiste middenweg moet komen te liggen. van Wezel.... LANDBOUWAMBACHTEN IN ZEELAND Het nut van een praktijkbezoek is met deze dag wel aangetoond; zo kenschetste dhr. M. van Rijsbergen, voorzitter van de afdeling Land- bouwambachten het werkbezoek aan Zeeland, op dinsdag 5 oktober j.l. Het onderwerp "Samenwerking tussen loon werker en landbouwer" werd ingeleid door de heren J. Markusse, hoofd afdeling voorlichting der Zl.M en H. Hoekstra, secretaris van de BOVAL, afdeling Zeeland. Vervolgens werd een bezoek gebracht aan het loonbedrijf van dhr. Leendertse te Kamperland alsmede hel landbouwbedrijf van dhr. S.J. de Hegt te Wis- senkerke. Praktische werking en contractuele binding Dhr. J. Markusse ging in zijn toelichting nader in op de praktische vormen en contractuele binding bij de Bietenrooicombinatïes. De ervaring leert ons dat de conclusie uit een in de jaren 1965/'66 opgesteld rapport "betreffen de "Samenwerkingsvormen in de Landbouw" nog steeds actueel zijn. Dit door een ZLM-commissie opgesteld rap port kwam met het oog op de loonbedrijven tot de volgende uitgangspunten: - dat de loonwerker een duidelijke taak heeft in de landbouw, hetgeen in de toekomst nog ster ker naar voren zal komen, vervolg op pag. 14. Het loonbedrijf is kapitaals intensief en het materiaal w ordt vaak slechts enkele weken gebruikt in een jaar. tuig verouderd is, dan bedoel ik dus niet kwa litatief. maar technisch verouderd is, dan is dat apparaat alleen nog maar zijn schrootwaarde waard. En daar-zit hem de kneep. Er is nie mand mee gebaat dat een loonwerker tech nisch achterop raakt. Maar de overkapaciteit zou dat soms ongewild in de hand gaan wer ken. Technisch experiment in teamverband schaftte zich na verloop van een paar jaar een tweetal van deze machines aan. Dat liep alle maal redelijk naar wens, tot er een oogstseizoen kwam waarbij de bietenvelden volstonden met zaadbieten. Deze harde stekken kon de Volvo niet de baas. Toen moest er een ontbladerma- chine aan te pas komen. Die werd na enig zoe ken ook aangeschaft, en maakte de "weg" vrij voor de Volvo om de bieten te rooien. Maar de ontbladermachine had een veel hoger kapaci- teit dan de rooier. Dus werd er een andere rooier aangeschaft. Die had meer kapaciteit, maar had weer andere nadelen. Vooral in per celen waar veel onkruid in de bieten was, vooral varkensgras, leverde dit problemen op. Tenslotte werd gekozen voor een Franket lader en een Matro ontbladeraar. Eén lader kon het niet af en er werd een beroep gedaan op de Om de organisatie goed te laten lopen, is het van belang dat er voldoende vrachtwagenkombi- naties aanwezig zijn. 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 13