4
Belangrijk
nieuws
R. L regeling
r
'mèt
L<0
zuidelijke landbouw maatschappij
RUNDVLEESPRIJZEN
1/
VRIJDAG 3 SEPTEMBER 1976
64e Jaargang - No. 3346
z.l.m
land- en
tuinbouwblad
In dit No.:
Zo «prak de Rechter
over kontraktverplichtin-
gen pag. 4
Resultaten enquete
aardappelprijzen 1975
bekend pag. 4
Uit de Praktijk
pag. 5 en 6
•fc Waarop letten bij tnij-
maisoogst pag. 7
Droogte laat littekens
achter pag. 8/9
De maand septembei
op het Z.W. landbouw
bedrijf pag. 10 en 11
•Jfr Tuintips pag. 15
Voor de Vrouw
pag. 19
De zomer, die lange hete, is weer bijna voorbij. Dit jaargetijde zal nog lang, zeer lang in het geheugen
gegrift blijven van iedere agrarische ondernemer. De nasleep zal nog vele hoofdbrekens kosten. We
hopen dat de overheid de suggestie van onze voormannen zal overnemen om via een soort „droogte-
toeslag" direkte nood te kunnen lenigen. Wanneer een gewas als suikerbieten door de droogte nage
noeg is afgestorven, dan is dat b.v. niet meer tot het gewone bedrijfsrisiko te rekenen. (Foto ir Haenen)
£ÉN van de voorspelbare gevolgen van de droogte is
dat er een moment komt dat de rundveehouder
moet kiezen tussen extra voer aankopen of het afstoten
van vee. Met name de melkveehouder zal geneigd zijn
deze keuze tussen „de regen en de drup" zo lang mo
gelijk uit te stellen. En dan nog zal hij als het maar
enigszins kan, proberen zijn basis melkveestapel aan te
houden. Daarin zit immers goeddeels zijn inkomensbron
voor de toekomst, vaak opgebouwd door vele jaren zorg
vuldig te selekteren.
Het is dan ook een volkomen logische ontwikkeling ge
weest dat voorshands gedurende de maanden juni/juli
er van een extra groot aanbod gebruiksvee en slacht
koeien niet gesproken kon worden. De gemiddelde
marktprijs voor slachtrunderen bleef gedurende de
maand juli dan ook vrij stabiel. Weliswaar op een veel
te laag niveau van ca 3 gulden per kg levend gewicht af
ongeveer 75 van de oriëntatieprijs. Zelfs was er eind
juli even enige opleving. Toen evenwel de droogte bleef
aanhouden en er in vele delen van het land steeds min-
ONS KOMMENTAAR
der hoop bleef dat nog veel extra ruwvoer dit najaar ge
wonnen zou kunnen worden, was dat duidelijk op de
veemarkten te merken. Met name de mindere kwaliteit
koeien vlogen in prijs omlaag. Gezien de nog te ver
wachten extra uitstoot, lijkt het niet waarschijnlijk dat de
druk op de vee- en vleesmarkt in de komende tijd zal
afnemen.
INTERVENTIEPRIJS
j^EEDS vanaf het begin van de droogteperiode hebben
de landbouworganisaties en Landbouwschap aan
gedrongen op effektieve marktondersteunende maatre
gelen in E.G.-verband. Dat heeft geresulteerd in het
openstellen van de interventie voor 2e kwaliteit koeien
van 1 juli tot 16 september met daarnaast steun aan par-
tikuliere opslag van rundvlees tot maximaal 120.000 ton.
Om vervolgens een te hoog oplopen van de interventie-
voorraden te voorkomen zijn er een aantal maatregelen
genomen om extra afzet vanuit de interventie te bevor
deren. Tevens is de invoerstop van vlees uit derde lan
den tot 31 december 1976 gehandhaafd. Dat niettemin
door a! deze maatregelen de rundvleesmarkt naar onz©
mening niet voldoende ondersteund wordt, heeft onder
meer te maken met het lage interventie-aankoopniveau
voor met name 2e kwaliteit koeien. Immers door het toe
passen van andere omrekeningskoëfficiënten en verla
ging van het interventieniveau tot slechts 90 van de
oriëntatieprijs, is het aankoopnivsaU bij interventie dit
jaar voor de mindere kwaliteit koeien nauwelijks hoger
dan vorig jaar (en ook toen was het al te laag).
Daarom heeft het Landbouwschap de afgelopen we
ken bij herhaling aangedrongen op verhoging van het in
terventiemogelijkheid voor 2e kwaliteit koeien ook na 15
september.
Het is verheugend dat minister Van der Stee deze
voorstellen heeft overgenomen en ter tafel gelegd in het
Beheerskomité te Brussel. Het komt ons nu zeer gewenst
voor dat de besluitvorming hierover zo snel mogelijk
plaats vindt. Immers 16 september na^vt en de rund
vleesmarkt is met duidelijkheid omtrent de toekomst zeer
gediend.
WINKELPRIJS
JTEEDS weer blijkt dat prijsveranderingen op de
vleesmarkt slechts vertraagd en dan nog vaak on
voldoende in de winkelprijzen doorwerken. Hoewel uiter
aard een zekere prijsstabiliserende werking vanuit de
groot- en detailhandel ook zijn voordelen heeft, vinden
wij dat met name ook bij belangrijke prijsverlagingen op
de vleesmarkt de konsument daarvan zo veel en zo snel
mogelijk moet kunnen meeprofiteren. Dat drukt immers
het in het kader van de inflatie zo belangrijke indexcijfer
voor de kosten van levensonderhoud. Met name in de
tweede helft van dit jaar is dat van groot .belang. Voorts
moeten we bedenken dat voor een produkt als vlees een
prijsverlaging bij de konsument zeer zeker het verbruik
van vlees zal bevorderen. En is niet juist een toename
van de konsumptieve vraag één van de beste mogelijk
heden om weer zo snel mogelijk een verstoord evenwicht
tussen vraag en aanbod te herstellen?
Kortom, wij kunnen als producent er niet genoeg op
hameren dat de konsument zo snel en volledig mogelijk
van een lager prijsniveau op de vleesmarkt moet kun
nen meeprofiteren.
LUTEIJN