De maand september op het Zuid-Westelijk landbouwbedrijf Akkerbouw C.A.R. GOES. A. DE 10 REGT EN M. A. DE HOND Uiteraard moet het gehele bemestingsbeleid afgestemd worden op het totale bouwplan en op de vruchtbaarheidstoestand van de grond die we alleen te weten kunnen komen middels grondonderzoek. Niettemin zal het toch veelal nodig zijn kali te strooien voor gewassen als: giftem bij normale kalitoestand D oor de droogte van deze zomer zijn de zomeroogstwerkzaamheden enkele weken vroeger geweest dan in andere jaren. Zodoende zijn ook andere zaken eerder uitgevoerd, b.v. het bewerken van de stoppel. Een groot deel van de augustusmaand kon hieraan al besteed worden. Zeker wanneer het ook verder droog blijft, is dit wél een uitzonderlijke zomer om worte lonkruiden zoals kweek en klein hoefblad door middel van grondbewerkingen te lijf te gaan. Het nadeel dat de onkruiden weinig groei vertoonden en een chemische bestrijding dit jaar dus weinig kans van slagen had, weegt hier zelfs niet tegen op. Op kalkrijke en weinig slempgevoelige gronden kan in september reeds op wintervoor worden geploegd. Wanneer de omstandigheden qua weer en grond daartoe gunstig zijn, kan het ploegen en kultivateren, waarmee men in augustus is be gonnen. in september nog worden voortgezet. Vooral met het oog op de bestrijding van wor telonkruiden is dit een goede zaak. Zo'n gele genheid mogen we niet laten voorbijgaan. Er zijn veel zomers dat er weinig tijd en/of gelegenheid voor is en dat is dan ook op veel percelen te zien, namelijk een ontoelaatbare vervuiling hetgeen leidt tot een hoop narigheid en lagere opbrengsten van de produkten. Chemische bestrijding van deze onkruiden is uiteraard ook mogelijk. Over de toepassing hiervan is nog kortgeleden een artikel gepubliceerd, waarin het gebruik van dalapon, amitrol/thiocyanaat, amitrol, roundup, M.C.P.A. en 2,4-D amine- zout wordt beschreven. Degenen die door her- groei hiertoe nog in de gelegenheid zijn, doen er goed aan dit artikel nog eens goed te (her-) lezen, ook al moet men natuurlijk niet ver wachten dat men in één jaar kweek of klein hoefblad voor 100% bestreden heeft. Zo is het, ook na een nazomer waarin men de kweek mechanisch flink heeft aangepakt, aan te be velen om in het najaar over de ploegsnede nog een behandeling met T.C.A. uit te voeren. Een goede opzet van de kweekbestrijding in een jaar als dit zou dan kunnen zijn: - in augustus/september de stoppel intensief (mechanisch) bewerken; - vroeg op wintervoor ploegen, en niet-slemp- gevoelige gronden reeds in september; - daarna een egaliserende grondbewerking uit voeren; - oktober/november T.C.A. spuiten; - in januari/begin februari weer een grond bewerking plus (als bieten gezaaid zullen wor den) een aanvullende bespuiting met T.C.A. Overigens geldt het advies om vroeg op win tervoor te ploegen niet alleen voor percelen met kweek. Integendeel, op alle niet slemp gevoelige percelen is vroeg op wintervoor ploegen een goede zaak. Men zou er dan ook naar kunnen streven om dit jaar zeer vroeg op wintervoor te ploegen en daarvoor zelfs nog de septembermaand te benutten, om daarna, zeg maar enkele weken later, de grond met kulti- vator wat te bewerken. Dit met het oog op het zaaibed van 1977 We verleggen dan als het ware een deel van de voorjaarsgrondbewerking naar 't najaar. Elk jaar weer blijkt dat wanneer we in het voorjaar toe kunnen met een mini male grondbewerking dit de opkomst van de fijnzadige gewassen (bieten, uien, maanzaad) bevordert doordat we het verdwijnen van vocht uit de toplaag tegengaan. Daarmee verleggen we de egaliserende werking van de grond bewerking in het voorjaar naar een vroeger tijdstip, namelijk najaar en winter. Op lichte en slempgevoelige gronden is deze methode uiteraard minder of helemaal niet aan te bevelen en ook minder voor percelen die in 1977 bestemd zijn voor de aardappelteelt. Ie dere boer kent in dit opzicht zijn eigen grond het beste, hoewel hierbij soms ook tradities een hardnekkige rol spelen. Zowel in augustus als in september kan ook het woelen op gronden met vaste ondergrond een goede zaak zijn. Dit moet wel gepaard gaan met een goede ontwatering. Op slecht ontwa terde grond haalt dit weinig of niets uit, want het verdichten is dikwijls veroorzaakt doordat het water onvoldoende weg kan. Ook moet het woelen voldoende diep gebeuren om er effekt van betekenis van te kunnen verwachten. Slapende bieten! Een gevolg van de droogte èn van aaltjes. Droogtegevoelige gronden en plekken te kenden zich dit jaar duidelijk af. Maar ook zal menigeen die de moeite nam hier en daar eens een biet op te trekken op de wortels de bekende eysten hebben waargenomen. Ongetwijfeld hebben op die bepaalde gronden de bietencys- tenaaltjes het optreden van de slapende bieten verserkt. In tal van gevallen waren deze aaltjes echter ook de hoofdoorzaak en was 1976 dus het jaar van de waarheid. Het is zaak deze plekken goed in Uw geheugen te prenten, nog beter om op een kaart of schets deze plekken vast te leggen en dit in het bouwboek te bewaren. Voor dat men dan weer bieten gaat telen op een dergelijke perceel wordt men er nog eens aan herinnerd dat aalt- jesonderzoek hier op zijn plaats is. Aaltjesschade zoals in 1976 kan men immers voorkómen. Door NU monsters te laten ne men, weet men van die percelen die in 1977 voor bieten in aanmerking komen, waar men aan toe is. Ook de aaitjesbestrijding door grondontsmet- ting komt zodoende weer meer in de belang stelling. Op het moment dat wij dit schrijven ('23-8) is de grond veel te droog en te hard. Niaar dat kan In de loop van september nog wel veranderen. In een speciaal aan dit onderwerp gewijd artikel zal nader op de grondontsmet- ting worden ingegaan waarnaar wij dus ge voeglijk mogen verwijzen. Een kwaliteitsui vraagt een korte vclddroogpe- riode plus de nodige zorg bij de oogst en na het binnenbrengen. Ook de uien hebben sterk geleden onder de langdurige droogte'. Rond de oogst zal er reke ning mee moeten worden gehouden dat de kans op het optreden van kale uien wel bij zonder groot is. 's Morgens vroeg rooien en de snelheid van de opvoerketting aanpassen kan erger voorkómen. Ook in een gewas dat vlug afsterft blijken de halzen van de uien vaak nog vochtig. Een goed uitgevoerde droging na het binnenbrengen blijft dan nodig. Deze eis tot snel indrogen geldt des te meer bij aanwezigheid van vraatgangen van de mineervliegmade in de hals en de aanslui tende vlezige rokken. Overigens zal het insect zeifin de bewaarplaats geen schade meer doen. In een persbericht van de S.N.Ui.F. dat vorige week werd uitgegeven, wordt op bovenstaande en met name ook op de droogtechniek nader ingegaan, zodat wij mogen volstaan met daar naar te verwijzen. Slecht ontwaterde gronden hebben het vlugste last van zowel te weinig als teveel vocht. September is al van oudsher een belangrijke maand om nieuwe drainages te leggen. De ge wassen zijn voor een groot deel van het veld en meestal is de grond voldoende droog. Een goede drainage geeft naast een goede vochtvoorziening een zo groot mogelijke wa terberging. Slecht ontwaterde gronden hebben vlugger last van zowel teveel als te weinig vocht. Vaak komt het neer op een optimaal luchtge- halte in de grond, tot op een diepte dat de wortels kunnen groeien. Waar zich teveel water bevindt of waar de grond te dicht zit, is te weinig lucht aanwezig en kunnen de wortels niet groeien. Vooral hoge wintergrondwater- standen zijn funest omdat er dan weinig of geen verdamping is en de grond erg gaat ver dichten. Het nut van een diepe drainage (liever 1.30 m. dan 1.00 m.) is reeds vele malen bewe zen. Hierdoor verkrijgt men o.a. een groot wa terbergend vermogen, hetgeen in natte perio den bijzonder belangrijk is. Misschien spreekt dit argument in deze extreem droge zomer niet zo sterk aan maar we hoeven slechts terug te gaan tot najaar 1974 om ons een tegengestelde situatie voor de geest te roepen. De kali er in het najaar op, maar zonder gron donderzoek vaart U als een schipper zonder kompas. Om een deel van de bemesting in het najaar uit te strooien - waarvoor deze maand zeer ge schikt is - kan een aantrekkelijke zaak zijn uit het oogpunt van: - arbeidsverdeling (minder opeenhoping van werk in het voorjaar); - kostenbesparing (najaarsaankopen liggen veelal lager in prijs); voorkomen zoutschade aan gewassen (tijdsduur tussen strooien en zaaien gewas). Financieel en bemestingstechnisch bekeken is het gunstig te werken met kali 60 die in het najaar goed gestrooid kan worden en met een N.P. meststof, waarmee uiteraard tot het voor jaar moet worden gewacht. irdappelen per ha. ieten per ha. aa. bieten uien bonen karwij erwten luzerne vlas per ha. per ha. per ha. per ha. per ha. per ha. 400 a 100a 300 a 150 a 100 a 150 a 150 a 100 a 500 kg. 150 kg. 400 kg. 200 kg. 150 kg. 200 kg. 200 kg. 150 kg. K 60 K60 K 60 K 60 K 60 K 60 K. 60 K 60 Wanneer men om de 4 jaar aardappelen ver bouwd is het mogelijk (ter bestrijding van de blauwgevoeligheid), alle kali die men normaal in het bedrijf toepast aan het gewas aardappe len te geven en de drie volggewassen geen kali mee te geven. Verschillen in groei door profielopbouw die in 1976 zeer duidelijk tot uiting komen. Te meer daar de voedervoorraad dit jaar al zeer schaars is, moet men zeker proberen zowel een zo goed mogelijk produkt te verkrijgen. fflrisïïjïïl»?» Voor aaitjesbestrijding door grondontsmetting is er een toenemende belangstelling. Intensi vering van het bouwplan geeft hiertoe alle aanleiding. Ook het uitstrooien van de schuimaarde is een bezigheid, die deze maand aan de orde is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 10