Chemische onkruid- bestrijding in de stoppel 6 PLANTENZIEKTENKUNDIGE TE WAGENINGEN, No 1957 mais zijn zeer gevoelig voor TCA. Er moet voor granen vier maanden en voor mais bij voorkeur vijf maanden met zaaien worden gewacht na de toepassing van TCA. Daarentegen is gebleken dat stoppelknollen met name de trjploïde rassen en 'bladkool weinig gevoelig zijn voor TCA. Na een /bespuiting op de stoppel, gevolgd door het infrezen van TCA kunnen deze gewassen meet- een al worden ingezaaid. In dat geval echter niet meer dan 50 kg/ha gebruiken. De bladrijkdom van stoppel knollen en bladkool draagt bij tot een betere kweekbe- strijding. De chemische onkrufdbestrijding in de stoppel is spe ciaal gericht tegen lastige overblijvende onkruiden zoals kweekgras klein hoefblad, akkermunt, veenwortel, riet en akkermelkdistel, die iïi de gewassen niet of moeilijk kunnen worden bestreden. Voor de bestrijding van deze onkruiden staan de praktijk enkele typen middelen ter beschikking, welke onderling in wijze van toepassen en in werking verschillen. De middelen dalapon en TCA hebben een zeer speci fieke werking en bestrijden vrijwel uitsluitend grasach tige onkruiden zoals kweekgras en fioringras. Daarente gen kan met amitrol, amitrol/thiocyanaat en glyfosaat een breder onkruidsortiment worden bestreden. Verder i§ de werking van de middelen o.a. afhankelijk van de vochttoestand van de grond, de ontwikkeling van het onkruid en de hoeveelheid neerslag na de bespuiting. Het resultaat kan soms aanzienlijk worden verbeterd, wanneer na de bespuiting in de late herfst öf in het vroege voorjaar nogmaal^een grondbewerking wordt uitgevoerd. Bij de bespreking per middel zal op een en ander nader worden ingegaan Wanneer alleen overblij vende breedbladige onkruiden moeten worden bestre den. kunnen ook groeistoffen en combinaties van groei stoffen worden gebruikt. maar worden meestal opgelost in water verspoten. Het oplossen moet langzaam geschieden om verstoppingen van de leidingen van de spuitmachine te voorkomen. Spuiten. Dosering: 75 kg/ha. Met TCA worden alleen goede resultaten verkregen wanneer de grond geduren de een lange periode na de ibespuiting voldoende vochtig is. Bespuitingen met TCA in de loop van augustus of september, na een voorafgaande stoppelbewerking, geven vaak teleurstellende resultaten, omdat de grond in deze periode meestal te droog is. Op zandgrond dient TCA ibij voorkeur te worden inge- freesd. Het effekt van TCA wordt door het infrezen ver groot, terwijl vaak met een iets lagere dosering (mini maal 50 kg/ha) kan worden gewerkt. TCA wordt ver spoten over de niet 'bewerkte grond, waarbij het mid del direkt na de ibespuiting 8'10 cm diep wordt inge- freesd. Een cultivator of eg zijn voor het inwerken van TCA niet geschikt. Ook op kleigronden zijn op beperk te schaal gunstige ervaringen opgedaan met het infre zen van TCA. Bij deze werkwijze kan het land op de normale tijd op winter voor worden geploegd. Op kleigrond worden bij de bespuitingen met TCA in de herfst (ongev- er half november) over reeds op win ter voor geploegd und in het algemeen aanzienlijk betere resultaten bereikt dan met een bespuiting kort na een stoppelbewerking. Hierbij gaat men als volgt te werk: Na het op wintervoor ploegen wordt het land op niet- slempgevoelige kleigronden eerst grof bewerkt met een cultivator, waarbij de grond gedeeltelijk wordt vlak ge trokken. Door deze bewerking wordt niet alleen de be- KLEIN HOEFBLAD Voor de bestrijding van klein hoefblad in de stoppel zijn de volgende middelen toegelaten: 2,4-D aminezout, Liro 2,4-D estamine 50, 2,4-(D/MCPA/benazolin/dicam- ba (Aseptaludin), fenoprop (2,4-TP ester), amitrol, ami trol/thiocyanaat en glyfosaat. Met al deze middelen, waarvan diverse merken in de handel zijn, is onder gun stige omstndigheden een £oede bestrijding van het klein hoefblad in de stoppel te verkrijgen. Na het ge bruik van Liro 2,4-D estamine 50-en MCPA estamine 50 moet de stoppel ongeveer dr:e weken blijven liggen; geen kru's'bloemige gewassen inzaaien. Door een goed resul taat is het van belang dat de grond tijdens de bespuiting enigszins vochtig is. Het hoefblad moet echter wel droog zijn. Verder moet het klein hoefblad goed groeien en de bespuiting bij voorkeur op niet te ver uitgegroeid blad worden uitgevoerd. Stoppelbesputngen tegen klein hoefblad lijken op het oog soms weinig succes op te le veren, omdat het onkruid het volgende voorjaar niet vol ledig verdwenen is- In proeven, waarin tellingen werden uitgevoerd, bleek echter duidelijk dat door de bespui ting niet alleen de uitbreiding werd tegengegaan, maar ook een flinke daling van het aantal hoefbladplanten werd verkregen. Omdat het klein hoefblad door een stoppelbespuiting alleen niet volledig kan worden ver nietigd, moet de bespuiting in de gewassen die daarvoor in aanmerking komen, zoals granen en graszaad, worden herhaald. Een bevredigend resultaat kan meestal alleen worden bereikt als de bestrijding enkele jaren wordt voortgezet. KWEEK EN FIORINGRAS Dalapon. Diverse merken. Dosering: 20 kg/ha. Dit mid del heeft bij de bestrijding van kweekgras vaak teleur stellende resultaten gegeven. Alleen wanneer een goed groeiende kweekmat aanwezig is kan met dalapon een be'vredigende bestrijding worden verkregen. Bij vroeg het veld ruimende gewassen, zoals erwten, karwij of vroege aardappelen, kan de grond na de oogst eerst wor den bewerkt. Na enige tijd, wanneer het kweekgras weer flink is uitgelopen, wordt de bespuiting biet dalapon uitgevoerd. Na een bewerking van de veel later vrijko mende graanstoppel loopt het kwaekgras in de herfst meestal onvoldoende uit. Daarom kan dan in de loop van september beter zonder voorafgaande bewerking op de aanwezige kweekmat worden gespoten. Wanneer het kweekgras na de oogst slechts weinig tot ontwikkeling is gekomen, kan beter geen dalapon wor den gebruikt. In verband met de lange werkingsduur van dalapon in de grond kan pas het volgende voorjaar weer een gewas worden ingezaoid of geplant. Amitrol Thiocyanaat. Merken: AAmitrol Vloeibaar TC, Brabant Amitrol Extra, Weedazol-T'L. Dosering: 2432 1/ha. Amitrol Merk Brabant Amitrol Vloeibaar. Dose ring: 32 1/ha. Naast goede resultaten heeft men met de amitrolprodukten ook diverse teleurstellende ervaringen opgedaan. Om uiteindelijk een goed resultaat te kunnen bereiken is een aanvullende grondbewerking in de win ter of in het vroege voorjaar zeer gewenst. De bespui ting moet steeds worden uitgevoerd zonder voorafgaan de grondbewerking op een bestaande kweekmat, die op het hoogtepunt van de groei is. Dit is vaak van half sep tember tot begin oktober pas het geval. Men moet dus niet te vroeg spuiten, omdat het kweekgras eerst vol doende massa moet -hebben gevormd om het middel op te kunnen nemen. Amitrol bevattende middelen hebben het voordeel t.o.v. dalapon en TCA dat ook andere on kruiden zoals klein hoefblad en distels gelijktijdig wor den bestreden. Met het inzaaien of inplanten van gewas sen na de bespuiting moet tenminste zes weken worden gewacht. Bij droog of koud weer een langere termijn aanhouden. Glyfosaat. Merk: Roundup. Dosering 46 1/ha Round up is een niet selectief onkruidbestrijdingsmiddel waar mede: kweeagras, fiorin, opslag van granen, overblijven de tweezaadlobbige onkruiden waarender veenwortel, klein hoefblad en distels alsmede vele eenjarige onkrui den kunnen worden bestreden. Het middel wordt door groene bovengrondse plantedelen opgenomen en daarna naar de ondergrondse delen getransporteerd. Teneinde een goed effekt te verkrijgen moet het.op het moment van spuiten niet te warm, bewolkt weer zijn met een hoge luchtvochtigheid. Bovendien moet het onkruid bo vengronds flink ontwikkeld zijn. De beste resultaten wor den verkregen als het middel wordt toegepast in de nazo mer of herfst zonder voorafgaande grondbewerking. Naar gelang de onkruidvegetatie wordt 300600 1/ha water gebruikt. Regen binnen zes uur na de bespuiting kan het effekt te niet doen. Indien toch een stoppelbe werking is uitgevoerd, dient het spuiten te worden uit gesteld tot het moment dat het onkruid zich opnieuw vol doende (minstens 15 cm) heeft ontwikkeld. Na de .bespui ting kan eerst een grondbewerking plaatshebben als de onkruiden roodachtig tot geelbruin zijn verkleurd. In de nazomer is dit doorgaans het geval na 2 a 3 weken; in de late herfst en winter kan dit 5 tot 7 weken duren. De indruk bestaat, dat naarmate met de grondbewerking na de behandeling langer wordt gewacht, dit het effekt te goede komt. Voorlopig wordt geadviseerd tussen spui ten en opnieuw inzaaien, een wachttijd van tenminste 6 weken aan te houden. De afgestorven plantedelen moeten voldoende diep worden ondergewerkt. Diverse mehken TCA is vrijwel uitsluitend als gra nulaat in de handel. De korrels kunnen worden gestrooid, Soms zijn de weersomstandigheden voor een mechanische on- kruidbestrijding beter, dan voor een chemische aanpak. rijdbaarheid van de grond voor de spuitmachine beter, maar dit komt ook 'het Resultaat van de bespuiting ten goede Op slempgevoelige gronden, waar direkt na het op wintervoor ploegen geen bewerking meer plaats kan hebben, zal de bespuiting over de niet bewerkte ploeg- sneden toegepast moeten worden, waarbij de resultaten wellicht iets zullen achterblijven 'bij die van het vlak ge trokken land. Om de bezwaren, van het slecht berijdbaar zijn te ondervangen kan het volgende worden overwo gen.. Men ploegt het land zodanig, dat de spuitmachine over het niet geploegde land rijdt en het reeds geploeg de land door één arm van de machine wordt bespoten. Eén Iboorn en eventueel nog enkele doppen van de an dere boom worden afgesloten. Voor toepassing van T.C.A tijdens het op wintervoor ploegen kan een een voudige oplbouw-spuit worden gebruikt met een spuit- boempje ter breedte van de ploeg. Dit spuitje is in het bijzonder geschikt voor pleks- ge wijze bestrijding van kweekgras. De TC A-bespuiting over de wintervoor is vooral ook van belang voor enkele ploegsneden langs de randen van het perceel, omdat van hieruit het kweekgras vaak het land ingroeit. Bij de late toepassing van TCA over de wintervoor blijft de moge lijkheid open om de stoppel vooraf reeds intensief tegen kweekgras te bewerken. Op zavelgronden en lichte klei gronden, die niet voor de winter worden geploegd, zou men kunnen overwegen om de grond in november nog enkele malen met de cultivator te> bewerken en daarna een bespuiting met TCA uit te voeren. Strooien. Bij het strooien van het granulaat is een ho gere dosering nodig dan voor spuiten. Bij volvelds strooi en op de stoppel (infrezen), of over de wintervoor be draagt de hoeveelheid TCA-granulaat 75100 kg/ha. Ondanks de hogere dosering blijft het resultaat vaak ten achter-bij dat van spuiten Het strooien moet daarom vooral worden gezien voor behandeling van kweekplek- ken en perceelsranden. In verband met de lange wer kingsduur van TCA in de grond moet een eventuele behandeling niet na eind november plaats hebben. Na de toepassing van TCA kunnen namelijk vele gewassen tenminste 3 maanden lang niet worden gezaaid of ge plant zonder kans op schade. Granen en in het bijzonder AKKERMUNT Mechanisch is akkermunt vrij goed te bestrijden door enkele keren op verschillende diepte te stoppelen. Ook door bespuitingen met 12 l/'ha MCPA, 4-6 1/ha MCPA estamine 50 en 6 1/ha 2,4-D kunnen goede resultaten worden behaald. Als gelijktijdig klein hoefblad voor komt verdient het gebruik van 2,4-D aminezout de .voor keur. Waarschijnlijk wordt met 2,4-D estamine 50 op ak kermunt een zelfde resultaat verkregen als met 2,4-D aminezout. Hiermede dient echter meer ervaring te wor den opgedaan. Waarschuwing: Groeistofbespuitingen in de stoppel veroorzaken ieder jaar weer schade aan witlof op aan grenzende percelen doordat de spuitvloeistof overwaait. Witlof is heel erg gevoelig zelfs voor geringe hoeveelhe den groeistof. Spuit in de buurt van witlof met groeistof uitsluitend als de wind uit de richting van het witlof perceel komt. Gebruik extra veel water, een grove drup pel en een zo laag mogelijke druk. RIET Op kleigrond komt soms veel riet voor in bouwland. In granen kan dit aanleiding geven tot ernstig verlies van zaad; omdat de aren bij veel wind door het harde riet worden leeggeslagen. Ook bij de oogst van granen kan dit riet ernstige moeilijkheden opleveren. Het riet, dat ondergronds over een uitgebreid wortelstelsel be schikt, Is moe]ijk te bestrijden. Alleen bij een vroegrui- mend gewas, bijv. erwten of gerst, kan het in de stoppel chemisch worden behandeld. Men gaat hierbij als volgt te werkNa de oogst wordt het land licht geploegd. Het daarna uitgelopen riet wordt eind september begin oktober met dalapon bespoten. Met een hoeveelheid van 10 kg/ha kan vaak al een goed resultaat worden ver kregen. Om dit middel voldoende gelegenheid te geven op het riet in te werken, moet het op wintervoor ploegen zo lang mogelijk in ieder geval 5 weken worden uitgesteld. Daarna kan geen wintergraan meer worden ingezaaid.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 6