*1?
Gebruik voor 't doodspuiten
van aardappelloof 'Reglone!
<V
oor
do
rouw
'Reglone'
KINDERZORG IN ZEELAND
Welzijn de kunst van het huishouden of
„je kunt een dubbeltje maar een keer uitgeven"
De helpende hand van ICI.
U oogst meer gezonde aardappels door het loof van volgroeide
consumptieaardappelen snel en goed dood te spuiten met 'REGLONE'.
Transport van aardappelziekte naar de knol wordt zodoende
voorkomen. De oogst zal gemakkelijk gaan, want 'REGLONE'
doodt ook tegelijkertijd het onkruid.'REGLONE' is voor
u of voor uw loonwerker'n prettig te verspuiten produkt
(o.a. geen geelkleuring). En het heeft geen nawerking
op het volggewas. Ook als 't kort na het
spuiten gaat regenen wordt het
resultaat niet beïnvloed. Afhankelijk
van de groeikracht van het gewas,
spuit u 3-5 liter'REGLONE' per
hectare, waaraan 1 literAgral LN'wordt
toegevoegd. Spuit met tenminste 400-600 liter
water per hectare.
15
onder redaktie van de Redaktiecommissie
Bond van Plattelandsvrouw#!*. voor Zeeland
en Brabant
Reaaktieadres: Mevr. A. W. de Jonge-Jansen,
Kamperlandpolder 3, Wiseenkerke,
tel. 01107—610
Of we willen of niet, langzamerhand komt er een eind aan
de vakanties. Volgende week beginnen de basisscholen, de
kleuterscholen en de peuterspeelzalen weer en dan duurt het
niet meer lang of de andere schooltypen volgen. Voor sommigen
is er niet veel verandering: de kindCTen een klasje hoger, maar
voor anderen volgen een paar zenuwachtige dagen: een nieuwe
school. Natuurlijk zijn er ook deze maand weer vaders eu
moeders die slapeloze nachten hebben over ,,de grote stap" van
hun kind: het gaat de deur uit.
Over het op kamers wonen (meer volgens de werkelijkheid: op
een kamertje wonen) is al veel geschreven, maar hoe je het ook
draait of keert het is toch een kwestie van ervaren, mee-maken.
Dat neemt niet weg dat een paar feiten altijd handig zijn om te*
weten. Het uit-huis wonen is immers inderdaad een grote stap,
je kind moet nu werkelijk alles in zijn of haar dagelijks leven
zelf beslissen.
Een aardige uitgave, ook voor pas samenwonenden, is, Welzijn,
de kunst van het huishouden, ,n P.B.N.A. cursus. Een hele
mond vol voor een ontzettend helder uitgegeven boekje dat een
reuze steun kan zijn in het dagelijks lev?n. Er zijn vier delen.
Deel één gaat over: omgaan met geld., en met elkaar, voeding,
kleding en vervoer. Deel twee over geld en sociale zekerheid,
deel drie over wonen en gezondheid en deel vier over beroep, tijd
en administratie. Alles is keurig op een rijtje gezet met de
bedoeling je eens bewust te laten worden wat je doet. Veel
voorbeelden, veel illustraties en hier en daar een leuke opdracht,
laten je nadenken over hoe je je geld kunt uitgeven, maar vooral
over waarom je het eigenlijk zo doet.
Een boek voor meisjes en jongens, mannen en vrouwen, kortom
mensen die zelf (gaan) huishouden.
Te bestellen bij: P.B.N.A., afd. Leermiddelen, Velperbuiten-
singel 6, Arnhem. Tel. 085 - 71.61.51. (U kunt het ook eerst
even lenen bij de openbare bibliotheek).
AdJ.
„Besteding: Armmeesters der gemeente L. zullen in de
maand J. trachten aan te besteden de navolgende
personen: Jan B„ oud 5 jaren, Griekje K., oud 9
jaren
Zo ging dat nog in de vorige eeuw. Nu en dan hing er een
aanplakbiljet in het dorp met de namen van kinderen die ,,te
koop" waren. Aan wie ze verkocht werden? Het meest voor de
hand liggend lijkt toch wel aan de meest biedende, maar of dat
altijd de beste was?
Tegenwoordig zorgen we beter voor onze wezen en andere
kinderen die om een of andere reden niet meer thuis kunnen
wonen. Misschien komen ze in een kindertehuis, misschien bij
andere ouders. Maar zeker is dat niet meer op de voorgrond
staat wie er het meeste voor betaalt.
Een aardige indruk over de zorg voor ouderloze en arme
kinderen geeft de tentoonstelling „Kinderzorg in Zeeland, van
wezenzorg naar hulpverlening aan kind en ouders". Deze wordt
gehouden in het Rijksarchief aan de St. Pieterstraat in
Middelburg en is best een bezoekje waard. Wie binnenkomt
krijgt een brochure van 7 bladzijden met veel gegevens over
verleden en heden van de kinderzorg in Zeeland. Daarin staat
onder andere dat er verschil was tussen „hele" (zonder ouders)
en „halve" (met nog één ouder) wezen, maar ook verschil tussen
rijke en arme wezen. Eén kategorie wa: groot: die van de
armenkinderen. Daaronder vielen de wezen van de armen, de
niet verweesde armenkinderen en de vondelingen. Hebben we
tegenwoordig de Raad voor de Kinderbescherming, vroeger w
ren er Weeskamers waarin weesmeesters zitting hadden. In
grote lijnen, zo staat in de brochure, kan men stellen dat de zorg
voor alle soorten hulpbehoevenden in de middeleeuwen een
kerkelijke aangelegenheid was. Soms was deze financieel
mogelijk gemaakt door schenkingen en legaten van partikuliere
personen en steeds onder een zekere vorm van toezicht van een
magistraat. Na de hervorming gingen ook de diakonieën zich
met de wezenzorg bezighouden. Zo konden er in een stad
verschillende vormen van armen- en wezenzorg bestaan. In
Middelburg bestond op het einde van de vijftiende eeuw van
stadswege een armweeshuis onder bestuur van de Armmeesters,
na de hervorming onder gemeenschappelijk bestuur van
Armmeesters en Diakenen, tot de Armmeesters geheel uit het
bestuur verdwenen waren. In 1720 werd onder leiding van de
diaconie als tegenhanger van het armweeshuis een
burgerweeshuis opgericht waarin alleen burgerwezen
van Hervormde ouders werden verzorgd (in het
armweeshuis was ook een wees van niet-Hervormde
ouders welkom). Van 1742 tot 1812 heeft er in
Middelburg ook een Luthers weeshuis bestaan.
ZELFS ONDER DE ARMEN, NOG RANGEN EN
STANDEN.
Hoe ging het er in die weeshuizen aan toe? Zeker
is, dat niet het belang van het individuele kind op de
voorgrond stond. Als de kinderen een beetje de
geschikte leeftijd hadden dienden zij als goedkope
werkkrachten op het land, in de huishouding en in de
fabriek. De weeshuizen hadden grote eet- en
slaapzalen met eindeloze rijen bedden. Gegeten werd
er van tinnen borden en gedronken uit grote tinnen
bekers (ook te zien op de tentoonstelling).
De weeskinderen kregen (in 1792) grauwe erwten,
witte bonen, blauwe erwten, zoetemelk, moesappelen
te eten en bier te drinken. Als je onwaarheid had
gesproken moest je eten met een mededeling voor je
bord waarop leugenaar stond en wie erg stout was
geweest ging de kelder in met een zwaar blok aan het
beenDe jongens kregen leerles van de weesvadei
en de meisjes leerden huishoudelijke vaardigheden
van de weesmoeder. Omstreeks 1818 doet de
Maatschappij d weldadigheid haar intrede. Deze had
koloniën in Drente, Friesland en Overijssel, waai
armen en wezen te voet of per trekschuit heen
moesten trekken: voor een betere spreiding. (Zo te
zien is het huidige spreidingsbeleid van de regering
voor de overheidsdiensten dus bepaald niets nieuws).
Maar, er zijn ook rekesten bewaard van mensen die
graag voor het onderhoud van een weeskind wilder
instaan, opdat het niet naar de koloniën werd
gestuurd! Plaatselijke weeshuis- en armbesturen
protesteerden soms fel tegen deze verhuisplicht.
De overheid hield in die tijd ook al van
inventariseren: er is op de tentoonstelling een lijstje te
zien met de onderscheidene soorten van armen in de
noordelijke provinciën. Bij degenen die niet meei
geschikt zijn om te werken, lezen we de volgende
kategorieën: oude afgeleefden (17.760), kreupelen
(8.240) en zieke en arme kraamvrouwen (8.000). Wel
geschikt tot arbeiden zijn volgens de lijst: tijdelijk
noodlijdenden (20.000) en bedelaars en vagebonden
(50.000). Het geeft wel een indruk van de ellende
onder de mensen in die tijd
ICI HOLLAND BV afd. landbouw
Wijnhaven 107 Rotterdam
Telefoon (010) 14 01 22
NU EEN INDIVIDUELE AANPAK.
Langzamerhand ging de overheid zich meer met
de Armen- en Wezenzorg bemoeien. Er kwamen
wetten om de ouders uit de ouderlijke macht te
kunnen ontzetten, en in 1921 ontstond het instituut
van de Kinderrechter. Er kwam gezinsvoogdij, zodat
het kind scans in het gezin kon blijven.
In 1906 werd de vereniging Kinderzorg opgericht met
als doel gestichtsverpïeging, maar noodgedwongen
ging men spoedig over om de kinderen ook uit te
besteden in gezinnen. In tegenstelling tot vroeger
eeuwen werden deze gezinnen nu streng geselekteerd.
Na de oorlog werd het accent steeds meer naar de
opvang in de gezinnen gelegd. Bovendien is in de
jaren zeventig daarbij de dagbehandeling: het
medisch kinderdagverblijf, bijgekomen,.waar het
kind en ouder worden geholpen. Er ontstaan steeds
meer jeugdpensions, er komen vakantiecentra's,
kortom het beeld is helemaal veranderd van een groot
saai gebouw met veel eenvormigheid tot een steeds
meer individuele aanpak, liefst in gezinsverband. Wie
wil gaan kijken op de tentoonstelling kan terecht tot 4
september in het Rijksarchief in Zeeland, St.
Pieterstraat 38, Middelburg. Openingstijden:
maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.30 en van
13.30 tot 17.00 uur. ,s Zaterdags alleen van 9.30 tot
12.30 uur. De toegang is gratis. De tentoonstelling is
georganiseerd door het Rijksarchief in samenwerking
met de vereniging Kinderzorg, die 70 jaar bestaat.
AdJ.