GAZONAANLEG 4^- 9 t/m 14 augustus a.s. DIMEEM VAM DM WEEK ft In de week van zal het Z.LM. land en Tuinbouwblad 11 'L,- Het aanleggen van een gazon lijkt betrekkelijk eenvoudig. Desondanks mislukken toch ieder jaar vrij veel zaaisels. De oorzaken daarvan kunnen velerlei zijn. In dit bestek willen we daarom wat achtergronden en technische aspecten van de gazonaanleg belichten. Speel- of siergazon. Vóór de aanleg van een gazon moeten we ons afvragen hoe het gazon gebruikt zal worden. In veel gevallen moet een speelgazon anders aangelegd worden dan een siergazon.- Speelgazon moet bestand zijn tegen intensieve betreding. Een intensief betreden toplaag zal zich, waar deze uit een veenachtige of vetkleiige grond bestaat, verdichten en harde korst vormen. In zo'n verdichte toplaag treden vlug beschadigingen op en door gebrek aan zuurstof groeien de grasplantjes slecht. Willen we op dergelijke grond een speelgazon aanleggen dan is het wenselijk de topaag z.g. te verschralen met zand. Dat verschralen doen we door een laag van 5 - 10 cm. grof zand (bijv.metselzand) over het bestaande profiel uit te spreiden en licht door te frezen. Speelgazon moet ingezaaid worden met een graszadenmengsel waarvan de soorten betreding goed verdragen. Dat mengsel zal meestal bestaan uit veldbeemd, struisgras en roodzwenk soorten en/of rassen. Siergazon. Siergazon dat weinig betreden wordt vereist in de meeste gevallen geen bijzondere toplaag voorzieningen. Alleen erg arme zandgrond wordt bemest met organische mest. Voor siergazon kiezen we een mengsel van fijne diep groene grassoorten, meestal een mengsel van struisgras en roodzwenk soorten of rassen. Er zijn standaardmengsels voor de verschillende gebruiks doeleinden en bodemomstandigheden. In afwijkende omstandigheden kan iedere goede graszaadleverancier een aangepast mengsel samenstellen. De kieming van het zaad. Drie factoren spelen bij de kieming van graszaad een overwegende rol :water, zuur stof en temperatuur. Water weekt de vruchtwand van het zaad waardoor zuurstof- intrede mogelijk wordt en is vervolgens van belang voor de levensfuncties en voedselaanvoer van de zich ontwikkelende grasplant. Zuurstof is nodig omdat bij de zaadkieming en groei van de kiemplant ademhalingsprocessen een grote rol spelen. Temperatuur. Met betrekking tot de temperatuur is het van belang te weten dat er beneden 5 graden C geen kieming plaats vindt, dat tussen 5 en 15 graden C de kieming zich langzaam voltrekt en dat tussen 15 en 25 graden C de kieming het snelst verloopt. Voor een vlotte kieming van ingezaaid graszaad zijn dus een goede water- en zuurstofvoorziening en een optimale temperatuur vereist. Na de kieming Na de kieming neemt de vochtbehoefte van de kiemplant sterk toe. Aanvaa+kelijk leeft de plant van het reservevoedsel uit de zaadvrucht maar reeds spoedig moet ze zelf voedsel produceren. In dat stadium is aanwezigheid van voldoende vocht en voedsel! vooral stikstofl essentieel voor een voor spoedige ontwikkeling. Uit het bovenstaande kunnen we afleiden dat in het jonge stadium lage temperaturen en temperatuurschommelingen, snelle uitdroging van de bovengrond, plas- en korstvorming (zuurstofgebrek) funest zijn voor het kiemende graszaad. De beste kans van slagen heeft een inzaai dan ook in de periode waarin de genoemde factoren het gunstigst zijn, meestal zo omstreeks de maand augustus. In tegenstelling tot inzaai in het voorjaar is in die tijd de bedreiging door concurrentie van zich sneller ontwikkelende onkruiden ook minder groot. Zaaibed. Het zaaibed dient goed egaal te liggen. Een perfect horizontaal vlak is niet altijd noodzakelijk. Flauwe glooiingen op grotere oppervlakten kunnen soms zelfs een aardig effect sorteren. Door na globaal egaliseren te rollen worden storende oneffen heden goed zichtbaar. Het zaaibed moet fijn en vast zijn. Bij kluiterige grond zakt het zaad te diep weg en losse grond droogt te snel uit en veroor zaakt sporen na overlopen en het eerste maaien. Al te fijn frezen dient evenzeer vermeden te worden omdat daardoor verslemping en korstvorming ontstaat (zuurstofgebrek). Bemesting. Tijdens de zaaibedbereiding werken we een kunstmestgift van 1 kg NPK mengmest 14-14-14 per are licht door de bovenlaag. Beter nog is een grondonderzoe naar de voedingstoestand van de grond te laten verrichten en daarop de mestgift te baseren. Inzaaitechniek. Inzaaien kan gebeuren met de hand of afhankelijk van de oppervlakte met een strooiwagen of zaaimachine. Als we met de hand inzaaien is het gewenst de te zaaien oppervlakte en de zaad hoeveelheid in een aantal kleine evenredige porties te verdelen. Voor gazonaanleg is een zaadhoeveelheid van plm. 1 kg. graszaad per 50m2 gewenst. Na het zaaien wordt het zaad licht ingewerkt, echter zodanig dat het niet dieper komt te liggen dan 1 2 cm. Vervolgens drukken of rollen we het zaaibed aan. Het opkomen van het gras. Zoals reeds is uiteengezet wordt de kiem- en groeisnelheid van het gras sterk bepaald door de factoren vocht, voedsel en temperatuur. Ook de verschillende grassoorten hebben elk een eigen kiemperiode. Roodzwenk zal bijv. meestal eerder opkomen dan veldbeemd. Het hangt derhalve van de omstandigheden en de grassoortenkeuze af hoe snel een ingezaaid grasveld groen ziet. Onkruid. Iedere grond bevat een grote verscheidenheid aan onkruid zaken. Tegelijk of soms eerder dan het graszaad kiemen ook de onkruiden. Soms treden ze zo massaal op dat de grasplantjes lijken te verstikken. In het algemeen is zulks minder verontrustend dan het lijkt. Zodra er gemaaid kan worden, worden ze meestal gemakkelijk onderdrukt. In extreme gevallen kan er met chemische middelen opgetreden worden. Nazorg. Bij langdurige droogte kan op vochthoudende gronden extra rollen een gunstige invloed hebben op de vochtvoorziening van de toplaag. Biedt dit te weinig soelaas, dan kan het wenselijk zijn te beregenen. Ongeveer een maand na de eerste inzaai zal de eerste stikstof gift uitgewerkt zijn en dient een lichte overbemesting te worden gegeven. Maaien. Zodra het gras 5 a 7 cm hoog is dient voor de eerste keer gemaaid te worden. Voor dit maaien kan men een gewone messenkooi of cirkelmaaier gebruiken. Zorg dat de machine scherp en goed afgesteld is. Het gaat weer volop pruimentijd worden in Zeeland. Reeds enkele weken worden deze sappige zomervruchten in kleinere hoeveelheden aangevoerd en door de grote droogte valt het totale beschot tegen, maar in de komende tijd mag toch worden gerekend op een verdere toename van het aanbod en op een betere kwaliteit. Voor de telers is te hopen dat er een redelijke vraag zal blijven bestaan want hoewel de pruimenteelt niet meer de belangrijke plaats inneemt van tien en meer jaren geleden, is er vooral op Zuid Beveland toch altijd nog een behoorlijk grote groep van fruittelers welke belang heeft bij deze teelt. Voor de afzet is in de eerste plaats het weer van belang. Warm en zonnig weer doet de vraag toenemen en stimuleert de prijs. Bovendien komt dat de vraag ten goede. Bij veel regen ontstaat snel kwaliteitsverlies door het scheuren van de vruchten, vooral bij een ras als Ontario. In de tweede plaats is belangrijk de invloed van de concurrentie van fruit uit zuidelijker landen en met name de perziken uit Italië en Frankrijk. Beide landen hebben dit jaar een grote oogst die overigens reeds geruime tijd aan de markt komt. De invloed er van op de afzet van het Nederlandse fruit valt tot nu toe mee. Augustus is de drukste aanvoermaand van perziken in Frankrijk en het kan zijn dat de concurrentie groter.zal worden maar dit seizoen blijkt ook dat de markt een geweldig opnemingsvermogen heeft op een redelijk prijspeil. Een ander produkt dat vooral in de Zeeuws fruitsektor naar voren gaat komen zijn de bramen. Reeds vanaf half juli werd dit produkt aangeboden vanuit de kassen maar thans komt het ook van de vollegrond en in de komende weken mag op een grote aanvoer worden gerekend, met name bij de veiling welke landelijk gezien een zeer belangrijke plaats voor dit produkt inneemt, namelijk die in Kapelle-Biezelinge. Hier wordt de laatste jaren ongeveer de helft van de landelijke aanvoer van bramen geveild. Dat betreft dan een kwantum van ongeveer 500 ton bij een landelijk aanbod van ongeveer een miljoen kg. De laatste twee jaar ging het met de afzet niet best. Er zijn aanwijzingen dat er dit jaar wat meer vraag zal zijn, ook door het ontbreken of minder zijn van de buitenlandse concurrentie. Daarnaast zal er een intensieve reklame campagne voor bramen worden gevoerd, Het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen besloot de handel in ons land uitvoerig te informeren over het feit dat er in augustus volop bramen zijn en over de gebruiksmogelijkheden voor dit produkt. De laatste jaren is gebleken dat er een grote onbekendheid bestaat ten aanzien van dit produkt. De bramentelers zijn terecht van mening dat er veel meer afzetkansen voor dit produkt zijn dan er worden benut. Vandaar dat men via de landelijke afzet organisatie voor fruit het initiatief heeft genomen om daar verandering in te brengen. De reklamewelkewordt gevoerd om de afzet te bevorderen kan worden betaald uit een fonds dat hiervoor beschikbaar is. Met name zal gewezen worden op de mogelijkheden van bramen voor de sapbereiding. De mensen in de streken waar de bramen groeien weten allemaal welk bijzonder lekker sap er van dit produkt gemaakt kan worden maar het is opmerkelijk dat de sapbereiding van bramen door de Nederlandse consument verwaarloosd kan worden terwijl bijvoorbeeld het maken van sap van rode bessen een op grote schaal aanvaarde bezigheid is. Hopelijk zal de thans gestarte C.B. aktie hierin verandering brengen en zullen ook de Zeeuwse bramentelers het resultaat merken in de vorm van een toegenomen vraag naar hun produkt. Dat reklame van grote invloed is op de afzet van de produkten mag als vaststaand worden erkend. De afdeling reklame van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen krijgt het in elk geval de laatste jaren steeds drukker en er zijn voldoende aanwijzingen dat het werk dat op dit terrein wordt gedaan, volop vruchten afwerpt ten bate van de tuinbouw. De slagzin dat met sla alles gezonder is dan zonder is geweldig aangeslagen en blijkt een succes te zijn. Dat geldt eveneens voor de slagzin dat vers gelijk staat met gezond. Ook dat blijkt er in te gaan bij de consument. Over snoep verstandig en een appel eten, zullen we het dan maar helemaal niet hebben. Bijna elke Nederlander blijkt deze reklameleuze te kennen. De Nederlandse tuinbouw stelt elk jaar via het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen veel geld beschikbaar om de afzet te bevorderen door het maken van reklame. Er zijn voldoende aanwijzingen dat dit van grote betekenis is en daarom zal zonder twijfel op deze weg worden voortgegaan. Wel hebben de telers de plicht er voor te zorgen dat ze er achter staan en dat ze een produkt leveren dat bij de consument geen teleurstelling geeft. Wanneer de consument is bijgebracht dat vers gezondheid betekent dan zal men ook alles moeten doen om een vers produkt af te leveren en wanneer er reklame wordt gemaakt voor de Nederlandse bramen waar een uitstekend sap van gemaakt kan worden dan zullen met name de telers van doornloze rassen er voor moeten zorgen dat ze niet te vroeg plukken en hierdoor een produkt afleveren dat er wel mooi uitziet maar tegenvalt bij het consumeren of de sapbereiding. De doornloze bramenrassen welke er de laatste jaren zijn gekomen hebben namelijk als eigenschap dat ze niet te vroeg geplukt mogen worden. Telers en veilingen zullen er daarom op toe moeten zien dat er wat dat betreft -geen brokken worden gemaakt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 11