zaai een goede
groenbemester
Aandacht voor de dektijd
van de schapen
-SILETTA en SILETINA bladramenas
Wikken
o.a.
HANKA
Binnenkort wordt op de meest schapen-
bedrijven de ram weer bij de ooien toegelaten.
De daarop volgende periode is in belangrijke
mate bepalend voor de rentabiliteit van de
schapenhouderij. In de dektijd wordt immers
bepaald hoeveel lammeren er in het voorjaar
geboren zullen worden. Het aantal lammeren
POSTBUS 1 -KAPELLE 3615 - TEL. 01102- 1441
verkrijgbaar bij uw zaaizaadleverancier
dat grootgebracht wordt, levert meer dan 90%
van de opbrengsten uit de schapenhouderij op.
Vandaar dat we aan de dektijd zorg moeten
besteden. In dit artikel zullen we een aantal
maatregelen behandelen welke met betrekking
tot de dektijd genomen moeten worden.
C.A.R.Goes IngJJ.Zonderland
10
VEE VLEES INTERNATIONAAL.
Door gebruik te maken van een dektuig
kan men de data waarop de ooien
gedekt worden nauwkeurig noteren. We
kunnen dan uitrekenen wanneer de
ooien moeten werpen en bovendien
controleren of de ram goed bevrucht.
advertentie IM
Brons tsynchronisatie.
Bronstsynchronisatie houdt in dat de bronst van alle ooien
tegelijk opgewekt wordt. Op natuurlijke wijze wordt dit
enigszins bereikt door de ram niet te vroeg bij de ooien toe te
laten en enkele weken daarvoor in een aangrenzende wei te
laten lopen. Het woord is echter meer van toepassing op de
kunstmatige synchronisatie van de bronst. Dit geschiedt door
middel van sponsjes welke in de schede worden aangebracht en
na 13 dagen weer worden verwijderd. Hierna worden de ooien
binnen vier dagen bronstig. Bovendien kan direct na
verwijdering ook nog een hormoon worden toegediend,
waardoor de vruchtbaarheid wordt beinvloed.
Het is ook mogelijk over te gaan tot bronstinductie waarbij de
bronst kunstmatig wordt opgewekt. De ooien kunnen dan
buiten het normale lammerseizoen werpen, zodat de
werpfrequentie verhoogd kan worden. Op de
C.R.Waiboerhoeve worden hiermee al enkele jaren proeven
genomen, waarbij men de schapen 3 x in 2 jaar laat lammeren.
Wanneer nauwkeurig gewerkt wordt, kunnen met dit systeem
gunstige resultaten worden bereikt.
Vruchtbaarheid.
Onze Nederlandse schapen, met name de Texelaars, komen
slechts gedurende de maanden september tot januari in bronst.
Dit houdt in dat ze maar één keer per jaar werpen en een groot
deel van het jaar onproduktief rondlopen Verder blijkt dat de
vruchtbaarheid in de maanden oktober en november het grootst
is. Dit betekent dat we de ram niet te vroeg bij de ooien moeten
toelaten. Daarmee wordt ook bereikt dat de lammerperiode niet
te veel gespreid wordt. Door de ram enkele weken voor het
toelaten in een aangrenzende wei te laten lopen, wordt de bronst
bij de ooien opgewekt.
Die vruchtbaarheid van de ooien wordt door verschillende
factoren bepaald, zoals:
- de erfelijke aanleg;
- de gezondheidstoestand;
- de voedingstoestand.
De gemiddelde lammerproduktie van de Texelaar bedraagt de
laatste jaren 1,8 lam per ooi. De lammerproduktie is gedurende
de afgelopen 15 jaar nauwelijks verbeterd, ondanks het feit dat
de produktie-omstandigheden veelal aanmerkelijk beter
geworden zijn. Dit betekent dat er onvoldoende geselecteerd is
op vruchtbaarheid. Toch zijn de individuele verschillen in
vruchtbaarheid groot genoeg om hierop scherper te selecteren.
Met name bij de keuze van een fokram moet hiermee rekening
worden gehouden. Behalve van de erfelijke aanleg is de
lammerproduktie ook afhankelijk van de uitwendige
omstandigheden. De ooien moeten voor de dektijd in een goede
gezondheidstoestand en conditie verkeren. Daarom doet U er
goed aan de volgende behandelingen uit te voeren. Zonodig
moeten de hoeijes bijgesneden worden. Wanneer de schapen
niet gewassen zijn, is het raadzaam dit alsnog te doen. Verder is
het vooral op bedrijven met een zware bezetting van belang dat
de dieren nog een behandeling tegen maagdarm wormen
ondergaan. De voedingstoestand van de ooien moet in de
dektijd optimaal zijn om een goede lammerproduktie te krijgen.
Het beste is, de ooien enkele weken voor het toelaten van de ram
naar een verse weide of een groenbemester te verweiden. De
ooien groeien dan goed in de dekperiode.
Keuze van het fokmateriaal
Jaarlijks of om de paar jaar moet iedere schapenhouder een of
meer nieuwe fokrammen aankopen. De ram vertegenwoordigt
de helft van de fokkerij, zodat de keuze van een fokram zeer
belangrijk is. Vooral op bedrijven met een groot aantal
fokooien, verdient het aanbeveling een overjarige ram te
gebruiken, die bewezen heeft goed te fokken en te bevruchten.
Jonge rammen kan men beter eerst uitproberen op een klein
aantal schapen.
Bij de aankoop van een ram is niet alleen de beoordeling van het
dier zelf van belang, maar ook die van de vader en de moeder.
De moeder moet goed ontwikkeld zijn en een gemiddelde
lammerproduktie van minstens twee hebben. De ouders moeten
uit vruchtbare families stammen. De ram moet goed fokken. Er
mogen geen erfelijke gebreken in de familie voorkomen.
Verder is het van belang om op een vertroud adres te kopen,
waarvan we zeker zijn dat er geen besmettelijke ziekten
voorkomen. Het is echter altijd nuttig om aangekocht
fokmateriaal bij aankomst op het bedrijf te wassen, te pülen, de
hoefjes bij te snijden en te ontsmetten. Bij twijfel dient men de
dieren enige tijd in quarantaine te houden.
Selectie van de ooien.
Voor de aanvang van de dektijd moeten die dieren, welke niet
meer aan de eisen voor de fokkerij voldoen, uitgeselecteerd
worden. Bij deze selectie letten we op de volgende punten.
- vruchtbaarheid. Ooien die meerdere malen achtereen
eenlingen werpen, zijn minder rendabel en komen eerder in
aanmerking om opgeruimd te worden dan ooien die ieder jaar
een tweeling geven.
- geboorteverloop. Bij ooien, die altijd moeilijk werpen, zullen
de verliezen groter zijn dan bij gemakkelijk werpende ooien.
- moedereigenschappen. Het is van groot belang dat een ooi
haar lammeren gemakkelijk aanneemt en een goede
melkproduktie heeft, zodat de lammeren snel groeien. Ooien,
die ieder jaar een lam verstoten, zijn niet geschikt om nog langer
als fokooi op het bedrijf te blijven.
- leeftijd. Wanneer een ooi, die bewezen heeft goed te fokken, zo
oud wordt dat het gebit uitvalt, wordt het tijd zo'n ooi toch maar
eens op te ruimen.
- gezondheidstoestand. Zoals reeds eerder opgemerkt, is de
gezondheidstoestand erg belangrijk voor een fokooi. Ooien, die
een zwerende uier gehad hebben, zijn vaak niet meer in staat
>een tweeling groot te brengen.
Ooien, welke voortekenen van zwoegerziekte vertonen, kunt U
maar beter snel opruimen. Met name op dijkbedrijven is het
belangrijk dat de aan te houden fokooien over goed beenwerk
beschikken.
Noteer de dekdata
Aangezien de lammertijd van de ooien veel tijd vraagt, is het van
belang te weten wanneer ze moeten werpen. Dit is vrij
nauwkeurig te bepalen door de dekdata van de schapen te
noteren. Een waardevol hulpmiddel hierbij is het dektuig. Door
middel van het dektuig worden de ooien bij dekking gekleurd.
Wanneer om de 15 dagen een krijtblok met een andere kleur
aan het tuig wordt bevestigd kan vrij gemakkelijk worden
nagegaan welke ooien terugkomen. In een droog najaar moeten
de krijtblokken niet te hard zijn, omdat ze dan onvoldoende
kleuren. Voor het noteren van de dekdata is het van belang, dat
men de schapen op afstand kan identificeren. We kunnen met
speciale wolverf een nummer op de zijkanten van de ooien
verven. Er zijn cijferstempels waarmee de nummers vrij
gemakkelijk op de wol kunnen worden aangebracht. Ook kan
men de nummers erop spuiten met een speciale spuitbus. U
kunt de ooien identificeren door middel van een nekplaatje.
Voordeel hiervan is dat de schapen deze nummers het hele jaar
aan kunnen houden, waardoor net eenvoudiger is ieder schaap
zijn eigen nummer te laten houden.
Een nevenvoordeel van het gebruik van een dektuig is dat men
snel kan constateren wanneer een ram niet bevrucht.
Dit jaar zal het waarschijnlijk niet lukken, om tegen de dektijd
zo'n weide voor de schapen beschikbaar te hebben.
Iers lamsvlees voor Frankrijk.
De vleesgroothandel in Frankrijk heeft zich tot de regering
gewend met het verzoek om Ierland toe te staan het gehele jaar
door lamsvlees naar Frankrijk te exporteren. Men pleit daarbij
voor een heffing van Fr 5/kg., wat overeenkomt met r nd 30
p/lb. De huidige heffing bij import bedraagt 39 p/lb.
Men wil Ierland, in afwachting van een eventueel tot stand
komen van een gemeenschappelijke regeling, nu reeds bij
voorbaat trachten regelmatige toegang tot Franse markt te
verschaffen.
Opgemerkt kan worden dat de Franse boeren tegen iedere
poging tot vrijmaking van het handelsverkeer ten sterkste zullen
protesteren.
Franse invoer lamsvlees.
In de periode 1971/74 importeerde Frankrijk gemiddeld 41.000
ton lamsvlees, waarvan gemiddeld 3848 ton uit Ierland; 19.568
ton uit Engeland; 10.165 ton uit Nederland; 2143 ton uit
Duitsland en 1990 ton uit Argentinië. In 1975 steeg de import
met 28% tot 52.600 ton. Alle belangrijke exportlanden
profiteerden van deze grotere invoer, behoudens Ierland dat zijn
aandeel zal teruglopen met 31% tot 2661 ton.
Iers varkensvlees voor Japan.
De Ierse Pig and Bacon Commission is erin geslaagd opnieuw
een order te verkrijgen voor de levering van 1000 ton
varkensvlees aan Japan. Het is een order ter waarde van rond 1
miljoen. De levering zal in hoofdzaak moeten plaatsvinden in
augustus. Tot nu toe heeft de Commission voor 4500 ton
varkensvlees naar Japan kunnen verkopen in dit jaar.