(Wortel)onkruiden in stoppels eerst chemisch aanpakken, en c.aRgoge^ daarna grondbewerking toepassen Grondontsmetten ten behoeve van een betere vruchtwisseling KORTE WENKEN CylR 6 4 weken kan de grond weer worden bewerkt. Geadviseerd wordt ten minste 46 weken te wachten imt de inzaai van een ander ge was. Omdat Roundup een tamelijk „allround" iniddel is, past het zeer goed op die percelen waar „zo wat van alles" voorkomt. Om de kosten te drukken wordt de dosering wel verlaagd tot 4 liter per ha en dan wordt er 4 liter 2,4-D toegevoegd. Kweek wordt dan wat minder goed gedood. Het spreekt vanzelf dat alle genoemde produkten niet in groenbemesters kunnen worden gebruikt zonder ook deze te doden. Hoogstens kan dus pleksgewijze ini deze ge wassen toepassing zin hebben. TCA en chloralhydraat kunnen beter niet in de stoppel worden toegepast. De werking hiervan is veel beter als ze worden gespo ten na het wintervoorploegen. KLEIN HOEFBLAD EN ANDERE ONKRUIDEN ||IERVOOR zijn veel middelen toegela ten, waarvan 56 liter 2,4-D amine- zout de meest aantrekkelijke is. Het klein Zoals reeds gesteld bestrijdt Roundup dit onkruid ook göed, maar het ia wel duur als er geen kweek in het spel is. Akkerpaardestaart. Als de stoppel met rust wordt gelaten en ook in grasgroenbe- mesters is dit onkruid) goed te bestrijden. Een lage dosering MCPA 3 k 4 te spuiten, telkens onf de week te herhalen. Akkermunt. Hiertegen werken 12 liter MCPA 25 of 6 liter 2,4-D aminezout per ha meestal goed. Komt ook klein hoefblad voor dan dus 2,4-D aminezout gebruiken. Deze middelen doen het ook redelijk tegen akkerwinde, die vaak vanuit de sloten tot ver op het land groeit. Veenwortel. Dit is een onkruid dat zich in de stoppel, na een gewas dat wordit afge maaid, vrijwel niet meer ontwikkelt. Het is vrijwel alleen in de granen te bestrijden. Riet Komt plaatselijk wel voor. Het beste is na de oogst het land eerst licht te ploegen, waarna eind september begin oktober met 10 kg dalopon wordt gespoten. Na vijf we ken kan op wintervoor worden geploegd. Er kan dan geen wintertarwe meer worden in gezaaid. Kweekgras (Agropyron repens) is een van de meest hardnekkige onkruiden. Door ver meerdering via zaad en via ondergrondse wortelstokken kan dit onkruid in betrekke lijk korte tijd een grote plaag worden. hoefblad moet aan de groei en tijdens de be spuiting droog zijn en de grond liefst wat vochtig. Het kan eveneens goed in gras- groenbemesters worden gespoten. Minstens zes weken wachten voor een ander gewas wordt ingezaaid. Voordat men aan een grondbewerking begint moet na de bespui ting toch wel een 4-tal weken worden ge wacht. ^OT slot dient nogmaals gezegd, dat be strijding van wortelonkruiden in stop pels het grootste effect oplevert door op flink groeiende planten te spuiten. Na enige tijd kan grondbewerking aanvullend nuttig zijn om het effect te verbeteren. Deze werk wijze is meestal beter dan steeds maar de grond bewerken. Bovendien kost ook dit laatste tijd en geld. J^E afgelopen winter en de extreem droge maanden die achter ons liggen hebben in ieder geval de struktuur van de kleigronden veel goed gedaan. De vraag kan gesteld worden of het wel nodig is in alle vrijkomende stoppels grondbewerkingen te gaan uitvoeren. In ieder geval is de ervaring zo, dat door veel bewerkingen in deze stoppels de meeste wortelonkruiden niet afdoende zijn te bestrijden, omdat de be- worteling veel dieper gaat dan de bewerkingsdiepte. Beter is het daarom eerst een middel te spuiten dat door het blad kan worden opgenomen en door de plant wordt ge distribueerd tot de diep in de grond verbüj vende wortels. De opname is beter naarmate de onkruidplant groter en gezonder is. Afhankelijk van het middel kan dart na enkele weken een aanvullende grondbewerking worden uitgevoerd. In het kort zullen enkele probleemonkruiden met hun bestrijdingsmogelijkheden langs chemische weg besproken worden. KWEEKGRAS QP goed ontwikkelde kweek kan met 20 kg dalapon per ha worden gespoten. gaande jaren een wisselvallige werking ver toonden, is er een termijn van minimaal 6 weken alvorens weer een ander gewas kan worden gezaaid. Het middel glyfosaat (Roun- Bij bestrijding van onkruiden in groenbemesters kan soms alleen maar pleksgewijs wor den gewerkt. (Foto: E. Outermans) De resultaten vallen nogal eens tegen en er kan dit jaar geen ander gewas meer worden ingezaaid. Andere middelen zijn amitrol/thiocyanaat en amitrol, waarvan respectievelijk 2432 liter en 32 liter per ha gebruikt wordt. Klein hoefblad en distels zijn eveneens gevoelig. Bij deze middelen, die overigens in voor- dup) is een nog nieuw produkt met een goe de werking tegen kweek, indien het gespo ten wordt tegen 46 liter per ha. Daarnaast bestrijdt het nog vele andere onkruiden als fioron, graanopslag, klein hoefblad, distels, enz. Ook bij dit middel moeten de planten goed ontwikkeld zijn op het moment van spuiten. Regen binnen 6 uur na het spuiten vermindert de werking aanzienlijk. Na 3 (Vervolg van pag. 5) winter geen kerende grondbewerking worden uitgevoerd. Bij middelen uit groep I en II bestaat kans op het optreden van aarafwijking bij wintertarwe, die in ernstige gevallen enige opbrengstreduktie tot gevolg kan hebben. Om het risico zo klein mogelijk te maken moet, als de ontsmetting is uitge voerd onder gunstige omstandigheden, niet binnen 4 a 6 weken na de ontsmetting worden gezaaid. Als na de ont smetting langdurig regen is gevallen en/of de grondtempe- ratuur sterk is gedaald wordt de periode met kans op scha delijke nawerking sterk verlengd, soms met enkele maanden. In verband met het mogelijk optreden van smaakafwijking dient men aardappelen, die als eerste gewas na de ontsmet ting worden geteeld, niet voor konsumptie te bestemmen. Na een grondontsmetting is in veel gevallen meer stikstof voor het gewas beschikbaar, doofdat de uitspoeling van stikstof tijdelijk is geremd. Het verdient aanbeveling om vooral bij de bemesting van granen rekening te houden met dit stikstofeffekt door op zandgrond 20 a 30 kg zuivere stikstof per ha minder te ge ven. MELDEN VAN DE GRONDONTSMETTIKG. Van Iedere grondontsmetting ten behoeve van de aardappelteelt dient het meldingsformulier direkt na uitvoering gezonden te wor den naar het kantoor van de Plantenziektenkundige Dienst in het distrikt waarin het betreffende perceel ligt. Grond- ontsmettingen, waarvan het meldingsformulier niet binnen 14 dagen na uityoering van de ontsmetting op het' betreffen de kantoor aanwezig is, worden als niet uitgevoerd be schouwd. Het gevolg daarvan is dat men niet in aanmer king komt voor de ruimere aardappelteeltmogelijkheden na een grondontsmetting. De formulieren waarop de melding dient te worden gedaan zijn verkrijgbaar op de volgende adressen: Goes „Landbouwcentrum Zeeland" Westsingel 58, tel. 01100- 16440 (tst. 116); Roosendaal, Hoogstraat 122, tel. 01650 - 37753 en 37754. OVERZICHT VAN DE MOGELIJKHEDEN VOOR DE AARDAPPELTEELT In 1977 kunnen de gewone, voor aardappelmoeheid vat bare aardappelrassen alleen geteeld worden op plaatsen waarop: a. in 1974, 1975 en 1976 geen aardappelen stonden, of b. voor het laatst in, 1974 vatbare aardappelen zijn geteeld en daarna een grondontsmetting is uitgevoerd en opge geven bij de Plantenziektenkundige Dienst, of c. voor het laatst in 1974 een aardappelmoeheidsresistent aardappelras werd geteeld, of d. voor het laatst in 1975 een aardappelmoeheidsresistent aardappelras werd geteeld en vóór of na dat gewas een grondontsmetting werd uitgevoerd en opgegeven bij de Plantenziektenkundige Dienst. In 1977 kan een aardappelmoeheidsresistent aardappelras worden verbouwd op plaatsen waarop: a. in 1975 en 1976 geen aardappelen stonden, of b. voor het laatst in 1975 een voor aardappelmoeheid vat baar aardappelras werd geteeld en vóór of na het gewas een grondontsmetting werd uitgevoerd en opgegeven bij de Plantenziektenkundige Dienst. Het bovenstaande geldt niet voor percelen die met aard appelmoeheid zijn besmet en ook niet voor volks- en parti culiere tuinen. Voor tuinen geldt de oude regeling: hoogstens deel van de tuin met aardappelen beplanten en ieder jaar op een an der \-i deel. Nadere inlichtingen kunnen worden verstrekt door de Plantenziektenkundige Dienst en de Landbouwvoorlichtings- dienst. (Zie verder pag. 12) AKKERBOUW IN 1050 WAS DE GRAANOOGST voor 1 augustus praktisch geruimd. Zo te zien is dat weer het geval. Maai uw slootkanten eens kort af en bewerk uw perceelskan ten eens extra. U heeft nu de kans. Is uw kant te hoog geworden? Vele loonwerkers hebben een frees die schuin naast de trekker werkt en deze kan de slootkanten weer eens goed bijwerken. SCHUIMAARDE MOET intensief door de grond ge werkt worden om zijn werk te kunnen doen. Als het ware. moet iedere korrel grond een beetje kalk krijgen dan is het pas goed Frezen, sloppelploegen en kulti- vatoren kunnen l' helpen dit ideaal te benaderen. Wees niet te gauw tevreden over U zelf. Beter een keer vaker bewerkt, dan slecht verdeeld. BIJ DOORWAS IN AARDAPPELEN zijn er maar 2 methoden om tot rooien over te gaan. Of U rooit ze di rekt na loofklappen of U rooit ze als ze totaal zijn afge storven. Doodspuiten geeft dikwijls nog meer doorwas en knollen die leeggezogen worden door de sekundaire knollen. VAKANTIEGANGERS en vakantiehulpen op een ak kerbouwbedrijf zijn meestal slecht bekend met de ge varen die zich kunnen voordoen. Bestrijdingsmiddelen zijn een groot gevaar, laat ze niet slingeren. Rijdende machines zijn een attraktie voor de bezoekers maar wees- voorzichtig velen zien geen gevaa-qj r VELE PERCELEN suikerbieten schreeuwen als het ware om de hak. Late aardappelopslag, stekels, nacht schade en roodbeem groeien maar al te graag ten koste van de voedingsstoffen van uw suikerbieten. Sluit nooit een kompromie met het onkruid af, of U moet voor het Uiatste jaar akkerbouwer willen zijn. VEEHOUDERIJ MAAK NU UW KALVERBOXEN in orde. Voor de eerste 14 dagen eenlingboxen die gemakkelijk te reinigen zijn. Voor de volgende 3 a 4 maanden kalverhokken ter grootte voor 5 a 6 kalveren die gemakkelijk uit te mes ten zijn. Daarna kunnen ze op de roostervloeren. Zo uw hokken ingericht, vraagt weinig werk. ZOALS ELK MECHANISME kan ook een weidepomp- je gaan weigeren. De dieren krijgen dan een tekort aan drinkwater. Kontroleer de weidepompen regelmatig op de goede werking, want goed en voldoende drinkwater is zeer belangrijk voor het vee. VERVANG DE „ROMMELKIST" door een ophangrek voor al uw gereedschap. Heel goed voldoet een bord aan de muur lang 3 a 5 m en 1 m hoog, met achter het ge reedschap een schaduwtekeningU kunt dan na gebruik het gereedschap steeds op dezelfde plaats terughangen. In één oogopslag kunt U nu zien wat er is zoekgeraakt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 6