m
zuidelijke landbouw maatschappij
ÏT5I de in de landbouwbladen gevoerde campagne
om de ruwvoederproduktie te stimuleren en te be
geleiden, is uit het overleg van Minister en Landbouw
schap nu ook een regeling tot stand gekomen Deze
houdt in dat voor de vóór 15 augustus ingezaaide opper
vlakte raaigrassen bij totale mislukking een garantie van
300 gld/ha wordt verstrekt. Wil men voor deze garantie
in aanmerking komen dan dient de ingezaaide opper
vlakte vóór 1 september geregistreerd te worden.
RUWVOEDERPOSITIE VEILIG STELLEN
CONCRETE STEUNMAATREGELEN IN VERBAND MET DROOGTE
z.l.m
VRIJDAG 30 JULI 1976
64e Jaargang - No. 3342
land- en
tuinbouwblad
ONS KOMMENTAAR
In dit No.:
Ruwvoederaktie vereist
gedegen voorbereiding
pag. 3
Winst op koeien
Brouwgerst-actualiteiten
pag. 4
Grondontsmetten
pag. 5
Onkruidbestrijding in
de stoppel pag. 6
Ruwvoer of krachtvoer
kopen? pag. 7
De maand augustus
op het Zuidwestelijk land
bouwbedrijf pag. 8/9
Tuinbouwklanken
pag. 11
r Uitslagen Fokveedagen
pag. 14/15
SUBSIDIE
Wij hopen dat een zo groot mogelijk areaal groen-
J|OEWEL er plaatselijk nogal wat regen is gevallen,
blijft de situatie in met name de Oostelijke en
Zuidelijke zandgebieden uiterst moeilijk. Met name uiter
aard voor de rundveehouderij, maar zeer zeker ook voor
de akkerbouw op de lichtere gronden, waar granen,
aardappelen en suikerbieten het in vele gevallen laten
afweten.
In de rundveehouderij geeft natuurlijk met name de
krappe ruwvoederpositie grote zorgen. De minimaal be
nodigde hoeveelheid ruwvoer per koe zal bijvoorbeeld in
het Zuid-Oosten van het land gemiddeld op geen stuk
ken na beschikbaar zijn. Zelfs niet indien de weersom
standigheden vanaf nu optimaal worden. In sommige ge
bieden in het Oosten van het land geldt ongetwijfeld
hetzelfde.
Dat betekent dus voor deze gebieden in elk geval aan
zienlijke ruwvoederaankopen. Naast uiteraard de om
vangrijke krachtvoeraankopen die gepleegd moeten wor
den. Als we voorts konstateren dat de melkveehouder in
de droogtegebieden te maken heeft met belangrijk terug
gelopen melkinkomsten, dan zal het duidelijk zijn dat voor
veel bedrijven de financiële vooruitzichten allesbehalve
rooskleurig zijn. Zeker ook tegen de achtergrond van de
toch al magere jaren die achter ons liggen. Het is duide
lijk dat behalve het zoveel mogelijk veilig stellen van de
ruwvoederpositie, maatregelen met name ook gericht
dienen te worden op een beperking van de met deze
extra ruwvoederaankopen gepaard gaande kosten.
Overal na het maaidorsen ziet men nu wagens in het land die het geperste stro ophalen. Met name in Oost
en Midden-Brabant is dit stro een begeerd ruwvoederprodukt. De prijs voor gerstestro, die de veehouder nu
moet neertellen zijn erg hoog, maar met de rug tegen de muur heeft hij weinig keus.
voedergewassen als nateelt ingezaaid zal (kunnen) wor
den.
Naast de inzaai van gewassen, is het uiteraard ook
gewenst, dat zo veel mogelijk ruwvoer als bijprodukt
vanuit de akkerbouw vrijkomt. Voor stro geeft dit weinig
problemen. Ongetwijfeld zal hier de grootst mogelijke
hoeveelheid beschikbaar komen.
Wat moeilijker ligt het evenwel voor een belangrijk
bijprodukt als suikerbietenblad. Bij de huidige moderne
rooisystemen zal immers in vele gevallen een ombouw
van de bietenrooier nodig zijn.
Een premie ter stimulering van deze (eenmalig te ge
bruiken!) aanpassing is dan ook op aandringen van het
Landbouwschap vastgesteld.
Voorts is bietenblad een veel transportkosten vergend
produkt.
Vervoer van akkerbouwgebieden-naar door de droogte
getroffen gebieden is over grotere afstanden dan ook
alleen mogelijk met een overheidsbijdrage, wil er voor
de veehouder nog een aanvaardbare prijs uitkomen.
Overigens geldt de noodzaak van een dergelijke bijdrage
in de vervoerskosten ook voor het transport van groen-
voedergewassen zoals raaigrassen. De principe-overeen
komst die hierover tussen Landbouwschap en Minister is
bereikt, zal in de komende weken nader uitgewerkt die
nen te worden.
Natuurlijk kunnen al deze maatregelen niet de garantie
bieden dat er voldoende ruwvoer in de komende stal-
periode beschikbaar zal zijn. Daarvoor moet ook het
weer redelijk meewerken.
Niettemin moeten we er met zijn allen al het mogelijke
aan doen om onder de gegeven omstandigheden nog
zoveel mogelijk ruwvoer binnen te halen. Gevoegd bij
de overigens naar onze mening lang niet ver genoeg
gaande maatregelen ter ondersteuning van de vlees
markt is dit immers de beste manier waarop de rundvee
houderij geholpen kan worden.
Dat er ondanks alle inspanningen en maatregelen on
getwijfeld toch nog een aantal bedrijven het financieel
(te) zwaar te verduren zullen krijgen, lijkt niettemin on
ontkoombaar.
Wij vinden dat deze bedrijven binnen de mogelijkheden
van de R.Z.-regeling zodanig geholpen moeten kunnen
worden, dat ze ook na dit jaar op een aanvaardbare wijze
boer kunnen blijven. Dat betekent onder meer dat bij de
uitvoering aanvaard zal moeten worden dat met name bij
de aan de grond gebonden produktie een hoog percen
tage eigen vermogen onmisbaar is om de bedrijfskonti-
nuïteit, alsmede een redelijke inkomensvorming te ga
randeren. Wij zullen in de komende tijd op de voet moe
ten volgen of er bij de uitvoering van de R.Z.-regeling
werkelijk van effektieve hulp gesproken kan worden.
LUTEIJN.
Het dinsdag j.l. gevoerde overleg tussen de minister
van landbouw en het Landbouwschap over de precaire
ruwvoedersituatie in de veehouderij heeft geleid tot 3
concrete steunmaatregelen.
1.
Een garantiestelling van 300 gld per ha. Voor de in
zaai van Italiaans- en/of Westerwolds raaigras. Deze
garantie wordt alleen bij mislukking van de opkomst
van het ingezaaide gewas uitgekeerd. Om daarvoor
in aanmerking te komen, moet de inzaai tussen 1 juli
en 15 september hebben plaats gevonden en moet de
claim vóór 15 september bij de H.I.D. voor de be
drijfsontwikkeling worden ingediend. Wanneer men
van de regeling gebruik wenst te maken, dient men
zich daartoe voor 1 september bij de Gewestelijke
Secretariaten van het Landbouwschap te laten regis
treren. Bij de aanmelding verplicht men zich de inge
zaaide gewassen voor ruwvoer aan een eveneens ge
registreerde veehouder ter beschikking te stellen
2. Een transportsubsidie voor gras van geregistreerde
arealen. Het bedrag is afhankelijk van de afstand
(minimaal 30 km) en ligt tussen 1/3 en de helft van
de genormaliseerde kosten van transport Ook een
bijdrage voor het vervoer van bietenblad en -kop
wordt nog nader overleg gevoerd.
3. Een bijdrage voor de ombouw van 6-rijige bieten
rooiers om deze geschikt te maken voor de opvang
van bietenblad en -kop. De bijdrage is vastgesteld
op 50 van de kosten van ombouw met een maxi-
(Zie verder pagina 2)
-*«•« I
r
■p'*