Aardappelen door droogte getekend Hoe verdragen aardappelen de hitte-en de droogte vSr Sa K K ERBO U W Duidelijk invloed droogte op melkaanvoer J~\E loonmaatregel waartoe door de minister van So- ciale Zaken besloten is, is in de Staatscourant van 15 juli j.l. gepubliceerd. In grote lijn komt het voor 23- jarige of oudere werknemers neer op een loontoeslag van f 6,92 per week. Voor jeugdigen van 2215 jaar moe ten voor deze toeslag de voor deze kategorie gebruike lijke procentuele kortingen toegepast worden. We ver wachten de nieuwe looncijfers voor de land- en tuin bouw, die het Landbouwschap in Den Haag berekent, binnenkort te kunnen publiceren. Vanzelfsprekend moet 4 t WE blijven nog even bij de nieuwe wet administra tieve rechtspraak overheidsbeschikkingen en wel bij de vraag hoe uiteindelijk het beroepschrift moet worden ingediend. Art. 9 lid 1, van de wet Arob zegt, dat het beroep schrift moet worden ingediend binnen 30 dagen na de dag waarop de aangevallen beschikking gegeven is of geacht wordt geweigerd te zijn. Deze 30 dagen zijn in clusief zon- en feestdagen. Het is dus een ononderbro ken termijn. Alleen in geval de laatste dag een zon- of feestdag is wordt de termijn verlengd, tot de eerstvol gende werkdag. Aangenomen mag worden dat men ook nog „goed zit" als het beroepschrift binnen 30 dagen is verzonden. Dit is de zogenaamde verzendtheorie, die ook door de Kroon wordt aangehangen. Men moet echter niet slordig zijn met de termijn want dan loopt men grote kans dat het beroep niet in behan deling wordt genomen. De termijn begint te lopen op de dag waarop de beschikking is verzonden of uitgereikt. Ook hier geldt de verzendtheorie d.w.z. dat de datum van verzending beslissend is. Anders ligt het weer met beschikkingen die goedkeuring behoeven van een hoger orgaan: b.v. er wordt een gemeentelijke beschikking ge nomen, die goedkeuring van Gedeputeerde Staten nodig heeft. Men kan dan pas in beroep gaan als G.S. die goedkeuring inderdaad geeft. WANNEER er een andere beroepsregeling tegen een beschikking bestaat moet men daar in principe eerst gebruik van maken. Men verliest echter daardoor niet zijn rechten uit de wet Arob. De termijn van 30 da gen begint dan echter pas te lopen als de termijn voor de andere, speciale beroepsregeling verstreken is, zon der dat men van deze speciale beroepsregeling gebruik heeft gemaakt. De termijn van 30 dagen is niet altijd fataal. Er is namelijk een ontsnappingsclausule die zegt dat het beroepschrift na die termijn toch in behandeling wordt genomen als de indiener aan kan tonen dat hij het redelijkerwijs niet eerder had kunnen doen. Men moet hier echter wel voorzichtig mee zijn. IVE behandeling van het beroepschrift zelf wordt ge- regeld in de wet op de Raad van State. Het be roep moet in 2-voud worden ingediend bij de afdeling Rechtspraak van de Raad van Staten: dus niet bij de Koningin of een Minister. Gelukkig is men niet te beroerd, om een beroep dat bij een andere afdeling van de Raad van State, bij de Kroon of bij een Minister wordt inge diend toch ambtshalve naar de juiste plaats door te stu ren. Dit is de enige uitzondering. Alle andere adresserin gen worden niet in behandeling genomen. Het beroep moet met redenen omkleedt zijn en zo mogelijk moeten alle op de zaak betrekking hebbende stukken wordt over gelegd. Het beroep wordt niet in behandeling genomen voordat men 25 gulden heeft gestort bij de Secretarie van de Raad van State. Nalatigheid kan niet-ontvanke- lijkheid tot gevolg hebben. Wanneer men aan alle hiervan genoemde voorschrif ten heeft voldaan gaat de zaak eigenlijk vanzelf draaien: men wordt opgeroepen om in openbare vergadering te verschijnen, men kan getuigen meenemen etc. En uit eindelijk volgt de uitspraak: Zaak gesloten! OGGEL. Karakteristiek beeld van aardappelplant in bet zuid westelijk kleigebied: pnherste bladeren min of meer verwelkt en opgerold en u tgelopen toppen in aardappel loof, symptoom van aardappeldoorwas. Hebt u de moge lijkheid te beregenen, dan is dit bij uitblijven van de normale hoeveelheid regen een goede maatregel. Mocht deze beregening doorwas veroorzaken dan zou deze door was ook gekomen zijn, wanneer er later regen valt. C. A .R.—Zevenbergen. LOOFGROEI De gevolgen van de droogte beginnen in veel teelt- gebieden voor aardappelen ernstige vormen aan te ne men Op veel klei-percelen komen bij de vroege en midden vroege rassen duidelijk af ster vlngs verschijnse len voor. De late rassen staan er nog wat beter voqp Over het algemeen is de loofontwikkeling zeer matig. Op tijd en regelmatig beregende percelen staan er goed voor. De loofontwikkeling is van het begin af aan goed geweest, waardoor nu een gesloten gewas aanwezig is. Knolzetting. De knolzetting is dit jaar over het alge meen goed geweest; er is een vrij groot aantal knollen aangelegd. Bij een proefrooiing op het P_A.-bedrijf te Lelystad bleek het aantal knollen per plant zelfs 27 te bedragen. Ook onder normale weersomstandigheden zou de sortering dan aan de fijne kant gebleven zijn. KNOLOPBRENGSTEN Onderstaan zijn de gegevens van de eerste proefrooi- ingen in 19*76 op een aantal proef boerderij en in tonnen per ha veldgewas weergegeven. Tevens zijn de op brengsten van de vergelijkbare data in 1975 verrichte proefrooiingen vermeld PA-bedrijf Lelystad; Bihtje 1976 pootdatum 14/4: 21/6 9,9 ton; 28/6 14,2ton; 5/7 18,5 ton. 1975 poot- datum 2/5: 2/7 3,4 ton! 9/7 10,4 ton; 17/7 15,3 ton. Proefboederij Van Bemmelenhoeve, Wieringerwerf; Bintje 1976 pootdatum 2/4; 29/6 6,5 ton; 6/7 11,0 ton. 1975 pootdatum 29/4; 1/7 3,1 ton; 8/7 11,6 ton. Proef boerderij Westmaas; Bintje. 1976 pootdatum 12/4. 5/7 15,1 ton. 1975 pootdatum 10/5. 15/7 12,8 ton. Uit deze cijfers blijkt, dat rond 1 juli in 1976 de knol- opbrengsten hoger lagen dan in 1975. De mogelijkheden voor een goede aardappeloogst waren op dat moment dus wel aanwezig. Healas blijkt echter dat de groei in de eerste week van juli in 1976 achter blijft bij die van het vorige jaar. Het zal van het verloop van de weersomstandigheden af hangen hoe de knolopbrengsten zich verder zullen ont wikkelen. HOE TE HANDELEN BIJ DOORWAS? Consumptie-aardappelen. Veel hangt hier af van de opbrengst die reeds aanwezig is en van het tijdstip waar op en de mate waarin secundaire knollen gevormd wor den. Komt er spoedig regen en blijven de groei-omstan- digheden daarna meer normaal, dan kunnen de secun daire knollen nog voldoende groot worden. Belangrijk hieib>ij is dat het gewas zo lang mogelijk blijft door groeien. Aan de phytophtorabestrijding zal daarom de grootst mogelijke aandacht ^moeten worden besteed Een natuurlijke afsterving verkleint de kans op glazigheid. Ook hierna dient dan zo lang mogelijk met rooien te worden gewacht. Is dit te riskant en moet de groei wor den afgebroken door doodspuiten, dan moet daarna zo snel mogelijk gerooid worden om „glas" te voorkomen. Het verdient aanbeveling een niet te grote oppervlakte tegelijk dood te spuiten, zodat het doodgespoten gedeel te binnen de gewenste termijn gerooid kan worden. Spoedig rooien na doodspuiten vergroot vanzelfspre kend de kans op ontvelling in de partij. De teler zal daarom een keus moeten maken wellicht in overleg met de afnemer van de partij tussen snel rooien en het accepteren van een bepaalde mate van ontvelling en het later rooien met de kans op meer „glas". Wanneer bij het optreden van secundaire knolvorming reeds een behoorlijke opbrengst aanwezig is met in dien belangrijk voor de afzet een voldoende hoog on derwatergewicht, dan kan vroeg rooien wellicht de voor keur verdienen, vooral op zwaardere gronden. De te verwachten kg-prijs speelt bij deze keus vanzelfspre kend een belangrijke rol. De Koninklijke Nederlandse Zuivelbond FNZ heeft verleden week een telefonische enquête ge houden over de verandering in de melkaanvoer t.o.v. een vergelijkbare week van 1975. In deze telefonische enquête is ongeveer 70 van de landelijke melkaanvoer vertegenwoordigd. On derstaand zijn voor de verschillende gebieden de procentuele veranderingen t.o.v. de vergelijkbare week van vorig jaar opgenomen. Opgemerkt dient te worden dat de procentuele afwijkingen berus ten op-schattingen. Friesland Groningen/Drente Overijssel/Gelderland Noord-Holland West-Nederland Zuid-Nederland 27/6—3/7 4/7—10/7 —4 7c —2 7c 2 7c —2 7c 2 7c —2 7c —6 7c —8 7c —2% —5 7c —5 7c De uitkomsten geven een globale benadering van de werkelijke ontwikkeling. Op basis van deze gegevens kan geconcludeerd worden dat in de eerste verslagweek de produktie 2 a 3% onder het niveau van vorig jaar lag en in de jongste ver slagweek 3 a 41 Duidelijk is wel dat de meer- produktie, die in het eerste halfjaar in Nederland nog 6,1 bedroeg t o.v. het eerste halfjaar van 1975 als gevolg van de droogte reeds geheel ver dwenen te ondanks dat het aantal melkkoeien 1 a 2 hoger is dan vorig jaar. deze toeslag, indien de arbeidsduur minder dan ormaal is, evenredig daarmee worden aagepast. T/ OORTS is van belang, dat deze toeslag een geheel afzonderlijk element in de loonopbouw dient te blijven en daarin niet mag worden verwerkt! Wel dient de toeslag in aanmerking genomen te wor den als de vraag aan de orde komt of een werknemer al dan niet het wettelijk minimumloon ontvangt. De belastingdienst zal op korte termijn aa de werkgevers nieuwe maand- of kwartaal aangiften loonbelasting en premieheffing voor het tweede half jaar 1976 toesturen. Deze zijn nodig in verband met de verlaging van de premies voor de AWBZ en KWL. De huidige loonbelas ting- en premietabellen blijven van toepassing. INGAANDE 1 juli 1976 zijn de uitkeringen van de Sociale verzekeringen, en de dagloonvaststelling ervoor, wederom omhoog gegaan. De uitkeringen zijn als volgt verhoogd: AOW gehuwd van f1068,tot f1117, ongehuwd van f 741,50 tot 762,50 AWW weduwe met kinderen Van f 1068,tot f 1117, weduwe zonder kinderen van f 741,50 tot f 762,50 wezen tot 10 jaar van f 239^0 tot f 246,50 wezen van 10 tot 16 iaar van f 353,tot f 362,50 wezen van 16 tot 27 jaar van f 460,tot f 472,50 En de kinderbijslagen (per kwartaal) worden per 1 juli als volgt: le kind. - f 164,58; 2e en 3e kind - verhoogd van f 288,60 tot f 294,05; 4e en 5e kind van f 483,54 tot f492,34; 6e en 7e kind van f425,88 tot f 434,46 en voor elk 8e en volgende kind van f471,12 tot f 480,48. De nieuwe uitkeringsbedragen ingevolge de AOW, de AWW en de WAO zullen eerst bij de uitbetaling ovei de maand augustus kunnen worden uitgekeerd. De ver hoging van de uitkeringen over de maand juli 1976, zal tezamen met de uitkerigen over de maand augustus 1976 worden uitbetaald. De uitkeringen ingevolge de AOW en de AWW wor den door de Sociale Verzekeringsbank uitbetaald, de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden betaalbaar gesteld door het Gemeenschappelijk Administratiekan toor of de desbetreffende bedrijfsvereniging. De uitbetaling van de kinderbijslagen vindt in het algemeen eerst plaats na afloop van het desbetreffende kwartaal. De verhoogde kinderbijslagen zullen dus in het algemeen eerst na afloop van het derde kwartaal van 1976 betaalbaar worden gestéld. BI.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 4