Meer
wintergerst in
Nederland
BEREGENING
MET
ZOUT WATER
KORTE WENKEN
IN het ZLM Land- en Tuinbouwblad van 14 mei j.l. werd
aan de hand van een bijdrage in „Bedrijfsontwikke
ling" april 1976 van de heer J. Kuizenga van het Proefstation
voor de Akkerbouw te Lelystad onder deze kop aandacht
besteed aan de vraag of, met behulp van gewasbescher
mingsmiddelen en een gedeelde N-gift, ook in ons land een
rendabele teelt van wintergerst mogelijk zou zijn. Een en
ander naar aanleiding van het bekend zijn van de eerste
onderzoek resultaten in 1975 op het P.A. proefbedrijf te
Lelystad en de regionale proefboerderijen te Nieuw Beerta
en Wijnandsrade.
WAN de problemen die de wintergerstteelt met zich mee
brengt en waarvan de oplossingen deels besloten lig
gen in veredelingswerk en teelttechnisch onderzoek ver
meldde de heer Kuizenga:
wintergerst is matig wintervast het uitwinterings-
risico is duidelijk groter dan. bij wintertarwe
de strostevigheid is maar matig en vraagt een zeer nauw
keurige dosering van de N-bemesting
wintergerst moet vroeg gezaaid worden, hetgeen in het
bouwplan op bedrijven met veel hakvruchten problemen
kan geven.
de gemiddelde opbrengsten van wintergerst liggen vol
gens de resultaten van IVRO-rassenproeven ca. 8
lager dan die bij wintertarwe.
Gemiddelde opbrengsten van wintergerst t.o.v. winter
tarwe 1971 t/m 1975
wintertarwe
wintergerst
Nieuw-Beerta
6380
6250
Kloosterburen
6340
5750
Wieringerwerf
6910
6280
Dronten
6470
5310
Wijnandsrade
5150
5130
Klazinaveen
4630
4200
Gemiddeld
5980
5490
de vroegrijpheid van wintergerst geeft op'graanbedrijven
een betere arbeidsverdeling, meer kansen op het slagen
van een ondervrucht, het uitvoeren van een goede stop
pelbewerking, zaaien van een groenbemester, en op tijd
kunnen zaaien van koolzaad.
de eerste resultaten van het onderzoek wijzen erop dat
door een gedeelde stikstofgift en ziektebestrijding de op
brengst van wintergerst nog verbeterd kan worden. Zo
gaf een bespuiting met Calixin in stadium F 6/7 in com
binatie met een bespuiting van Bavistin M in stadium
F 10.5 eert opbrengst verhoging van 2 tot 13
De vraag is ook, zal wintergerst interessant zijn voor de
brouwerijen?
Het onderzoek in 1976 houdt zich vooral bezig met:
opbrengstverhoging van wintergerst bij optimale stik
stofbemesting;
bestrijding van ziekten;
de invloed van laat zaaien op de opbrengst;
de invloed van de standdichtheid op de opbrengst;
de teelt van wintergerst op lichte gronden;
toepassen van halmverkortingsmiddelen.
WINTERGERST EN HET N.I.B.E.M.
Het le kwartaalverslag van het Nat. Instituut voor Brouw-
gerst, Mout en Bier - TNO te Zeist besteedt ook aandacht
aan de ontwikkelingen in de wintergerstteelt teneinde op
de hoogte te blijven vart produktie en kwaliteiten ervan.
Reeds enkele jaren, aldus dit verslag, worden in E.B.C.-
verband wintergerstproefvelden uitgezaaid door verschillen
de Nederlandse kweekbedrijven. (Dronten, Lelystad). Ook
in het Zuidwesten was een proefveld met wintergerst aan
gelegd dat door het natte winterseizoen pas in november
1974 gezaaid kon worden.
De vroege rijping van wintergerst geeft in gebieden waar
dit gewas niet verbouwd wordt een grote vogelschade! Van
dit proefveld zijn dan ook geen korrelopbrengsten bekend.
Wel werden monsters ontvangen welke in de proefmouterij
werden vermouten.
Behalve 2-rijige wijitergersten Malta. Alkar, Alpha Hor-
pacsi, Igri, Maris Otter, Sonja, en Maris-Trojan en 6-rijige
Astrix, Dura en Banteng werden mee uitgezaaid de zomer-
gerstrassen Piccolo en Zephyr.
Van de 2-rijige wintergersten bleek het eiwitgehalte hoog
te zijn. Alleen Horpacsi bereikt een normaal niveau. De
kwaliteit op moutanalyse-basis gezien is matig tot slecht,
maar er zijn grote verschillen tussen de rassen. Horpacsi en
Maris Otter zijn de besten en komen in de kwaliteitsklasse 2.
De 6-rijige rassen hebben ondanks een laag eiwit een laag
extractrendement, soms een hoog fijnmeel/grofschrootver-
schil waardoor de waardering bij al deze rassen slechts op
een 4 komt.
Van de twee in de winter uitgezaaide zomergersten
Zephyr en Piccolo vertoont Piccolo het beste beeld (waar
dering 2). De analyse van Zephyr is voor dit ras wel abnor
maal en behoeft beslist niet typisch te zijn voor in de winter
gezaaide gerst.
|^AJAAR 1975 werden wederom wintergerst-proefvelden
uitgezaaid. De zaai ervan had vroeg plaats. Ook nu
werden Zephyr, Pirouette en Piccolo mee uitgezaaid. De
sneeuwloze koude heeft gedurende de winter aan het ge
was zo veel schade berokkend dat het vermoedelijk wel kan
worden afgeschreven.
Niettegenstaande deze ervaring, zo meldt het N.I.BE.M
kwartaal verslag, is dit jaar door de Rijksdienst voor de
IJsselmeerpolders (R.IJ.P.) een proefveld aangelegd waarbij
zemergersten en wintergersten naast elkaar in de herfst uit
gezaaid zijn. Als reden van deze proef wordt vermeld dat
als regel wintergersten hogere landbouwkundige opbreng
sten «even dan zomergersten. De oorzaak daarvan is waar
schijnlijk te zoeken in de langere vegitatieperiode van win
tergersten. Met het oog op de zachte winters der laatste
jaren wordt nu nagegaan of ook zomergersten niet in het
najaar kunnen worden uitgezaaid.
BI
ca
De consulent
v. d. spec, bodemaangelegenheden
Ing. A M. v. d. VEEKEN
C. A. R. - Zevenbergen
misverstand t.a.v. beregening met zout water te
voorkomen doe ik u hierbij een nieuw overzicht
van de normen toekomen.
Het verdere verloop van de weersomstandigheden is
uiteraard bepalend of/en in welke mate beregening zal
worden toegepast. Vooral in de kleigebieden wordt veel
uit open water beregend, hetgeen een bepaald zoutge
halte (NaCI) kan bevatten. De vraag komt dan naar vo
ren hoe hoog de zoutkoncentratie mag zijn om het water
voor beregening te gebruiken. Op grond van enkele
proefgegevens en resultaten elders in het land kunnen
de volgende gehalten als maximaal toelaatbaar worden
aangehouden.
Op zware kalkarme kleigronden, kan ernstig struktuurbederf
optreden.
Gewas Mgr. NaCI/ltr water Mgr. Cl. Itr water
Granen
2.400
1.500
Bieten, spinazie en
kroten
2.900
1.800
Aardappelen, uien
2.Q00
1.200
Knolselderij
2.400
1.500
Erwten, tulpen
1.600
1.000
Bonen, vlas
1 100
700
Grasland
3.200
2.000
gLADVERBRANDING komt volgens de ervarii.gen bij
genoemde koncentraties of lagere niet of nauwe
lijks voor Bij hogere koncentraties kan men bladver
branding verwachten. Een groter gevaar blijkt echter te
zijn het ernstig struktuurbederf dat vooral op zware kalk
arme kleigronden grote opbrengstdervingen kan veroor
zaken (Natronklei). Bij voorkeur tegen de avond berege
nen.
Omtrent infiltratie zijn weinig gegevens bekend. Mits
de grond niet reeds een bepaald zoutgehalte heeft, mag
de koncentratie wat groter zijn (11/2 a 2 maal van die bij
beregening). In twijfelgevallen omtrent het zoutgehalte
van het water is vooraf laten onderzoeken gewenst, b.v.
op een of andere suikerfabriek. Naast een te grote hoe
veelheid zout kunnen bovendien bepaalde chemischee af
valstoffen aanwezig zijn.
Omtrent
infiltratie met
zoutwater zijn
weinig gegeven»
bekend.
C.A.R. - Zevenbergen
AKKERBOUW
ROND 20 JULI moet op knolselderij de tweede stik
stofbemesting worden gegeven. Het beste kunt u daar
voor pl.m. 200 kg kalkammonsalpeter gebruiken. Zorg
voor een goede verdeling. Beter smal gereden pl.m. 8
meter dan op banen gestrooid. Inschoffelen is gewenst.
KNOLSELDERIJ IS EEN LEKKERNIJ voor kleine
luizen en wantsen. Kontroleer dus regelmatig de hart-
bladeren. 1 kg Undeen of 0,6 liter parathion 25 per
ha kunt u zo nodig gebruiken tegen de luizen en de
wantsen.
DE BIETENCYSTEN AALTJES doen nog steeds
veel suikerbieten verdacht lang slap liggen. Vooral bij
extreem weer, erg droog en erg warm zijn de verschijn
selen zichtbaar. Aan de wortel van de suikerbieten zit
ten de witte kleine cystenknolletjes. Maak een schetsje
van uw perceel waar de ergste plek icas, zodat u daar
later een monster kunt laten nemen. Een aantekening
in uw bouwboek kan uw geheugen na 4 jaar weer op
frissen.
NA HALF JULI is het gevaar voor grote schade door
vergelingsziekte wel geweken. Dit wil echter niet zeg
gen dat u de luizen nu uw suikerbieten maar moet laten
opvreten. Enkele luizen zijn niet schadelijk, maar grote
aantallen geeft zuigschade en kan dus niet worden toe
gestaan.
NU NOG STIKSTOF GEVEN aan suikerbieten moest
bij de wet verboden zijn. Late stikstof geeft alleen maar
meer loof en zeer schadelijke stoffen in de suikerbieten
die moeilijkheden geven bij de verwerking. De suiker
biet zelf blijft te veel groeien en gaat geen suiker vor
men en dat geeft tot diep in de herfst weer een laag
suikergehalte.
VEEHOUDERIJ
REGELMATIG leest men in de krant over ongeluk
ken met trekkers en landbouwwerktuigen. Soms moet
men een lichaamsdeel missen of het is een ongeluk met
dodelijke afloop. Probeer toch voorzichtig te zijn met
het meerijden van kinderen op de trekker. Het sleute
len aan of het schoonmaken van draaiende machines
is levensgevaarlijk.
BIJ HET AANKOPEN van een nieuwe trekker moet
u overwegen of u binnenkort een kuilvoeruilhaalappa-
raat zult aankopen. Er worden dan hoge eisen gesteld
aan het gewicht van de trekker en het hefvermogen
Verzwaring aan de voorzijde moet ook op ren gemak
kelijke wijze kunnen worden aangebracht.
VOORAL BIJ WARM WEER is het van groot belang
om het melkapparatuur goed te reinigen en de melk di-
rekt te koelen. De tijd en de moeite hieraan besteed zal
dubbel beloond worden. Het prijsverschil tussen eerste
en tweede klas is immers groot.