<ÊELAtf®
zuidelijke landbouw maatschappij
DROOGTE EN ZUIVEL
6>c,5Ü£)
^SÏWCIAIE
zl.m
VRIJDAG 16 JULI 1976
64e Jaargang - No. 3340
land- en
tuinbouwblad
Naast alle zorgelijke dingen, die de droogte daag lijks met zich mee brengt, is er voor deze kinderen
gelukkig toch ook nog plezier aan de situatie te beleven.
JWEE zaken eisen de laatste weken bijna alle aan
dacht van het georganiseerde bedrijfsleven op. In
de eerste plaats uiteraard de steeds ernstiger vormen
aannemende droogteperiode, waar we nu al enige maan
den mee te kampen hebben en die, als we dit schrijven,
nog steeds niet ten einde lijkt te komen.
Daarnaast is de laatste weken vooral op Europees ni
veau weer veel aandacht aan het zuivelbeleid besteed.
Dat beide onderwerpen overigens niet los van elkaar
kunnen worden gezien bleek overduidelijk tijdens de laat
ste vergadering van het COPA-presidium op 9 juli. Daar
lagen de diezelfde week bekend geworden voorstellen
aangaande het herstellen van het evenwicht op de zui-
velmarkt en de financiële medeverantwoordelijkheid van
de melkproducent ter tafel.
Voorstellen van de E.G.-Commissie die kortgezegd in
houden: beperking van de melkproduktie, stopzetten van
alle stimuleringsmaatregelen ter verbetering van de be
drijfsstructuur, een heffing op alle afgeleverde melk,
maatregelen ter verruiming van de afzetmogelijkheden en
het instellen van een heffing op plantaardige oliën en
vetten (margarinegrondstoffen).
ONS KOMMENTAAR
HARD COPA-STANDPUNT
JJOEWEL uit een aantal opmerkingen van diverse de
legaties wel bleek dat men binnen het COPA.
evenals dat ook binnen het Nederlandse georganiseerde
bedrijfsleven het geval is, zeer grote moeite met de voor
stellen had, is het niet tot een feitelijke discussie en
standpuntbepaling gekomen.
Dit cmdc.t tegen de achtergrond van de huidige droog
tesituatie, het COPA-bestuur unaniem tot de conclusie
kwam dat absoluut niet kan worden meegewerkt aan een
besluitvorming die met name tot een financiële deelna
me van de melkproducent via een heffing per liter melk
zou leiden.
Immers als gevolg van de droogte zal de melkproduk
tie in ieder geval sterk worden afgeremd Hoeveel zal
eerst over enige tijd duidelijk worden.
Het COPA is dan ook van mening dat totdat er straks
meer duidelijkheid bestaat over de gevolgen van de
droogte, geen sprake kan zijn van enige besluitvorming
over zowel een heffingssysteem als het opschorten van
het subsidiebeleid. Wij. hebben vanuit Nederland dit
In dit No.:
K.N.L.C. bespreekt
droogte pag. 3
Wat te doen met
schieters? pag- 4
Weer wintergerst in
Nederland? pag. 5
Beregening en zout
water pag. 5
Wat te doen voor en na
de regen? pag. 6
Zelfvoedering van melk
vee in opmars pag. 7
■fc Droogte wurgt groei in
Oost-Brabant pag.8/9
Tuinbouwklanken
pag. 10
Rondgang langs de
scholen pag. 15
standpunt, mede gezien de meningsvorming in de laatste
bestuursvergadering van het Landbouwschap, krachtig
ondersteund.
NOODMAATREGELEN
EL is het COPA van mening dat ook de Europese
Commissie alle aandacht dient te richten op het op
vangen van de zeer ernstige gevolgen die de droogte
voor grote delen van de E.G. met zich meebrengt. Van
uit Europees verband dient daarbij in de eerste plaats
het rundvleesbeleid grote aandacht Voorkomen moet
worden dat door de grote uitstoot de rundvleesmarkt
verder instort. Naast een optimaal gebruik maken van de
interventiemogelijkheden is het daarbij wel duidelijk dat
voor de komende tijd elke verruiming van de importmo
gelijkheden van rundvlees uit den boze is.
In Nederlands verband zijn door het Landbouwschap
een reeks maatregelen voorgesteld om de gevolgen van
de droogte zo goed mogelijk op te vangen. Dat bij het
nemen van meer algemeen werkende maatregelen minis
ter Van der Stee zo veel mogelijk aan E.G.-maatrege
len denkt, kunnen wij billijken. Niettemin wilden wij er
geen twijfel over laten bestaan, dat wij daar waar E G -
maatregelen niet (kunnen) functioneren, wij zonder meer
nationale maatregelen verlangen. Dat gebeurt al voor zo
ver het de toevoer van water betreft
Dat zal desnoods ook moeten gebeuren ten aanzien
van het veilig stellen van de ruwvoederpositie van de in
moeilijkheden verkerende bedrijven, alsmede van het op
vangen van financiële problemen waarin bedrijven als
gevolg van de droogte komen te verkeren.
Wij gaan er daarbij vanuit dat vee afstoten in een aan
tal gevallen nog wel enig soulaas kan bieden, maar dat
het niet zo mag zijn dat door noodgedwongen veever
kopen de bedrijfscontinuïteit in gevaar komt.
Daarom zal in de komende tijd al het mogelijke gedaan
moeten worden dat ook in de zwaarst getroffen gebie-
den een zekere basishoeveelheid ruwvoer voer het vee
beschikbaar blijft. Een drietal maatregelen zullen daarbij
onze aandacht eisen. Namelijk stimulering van de ruw-
voederproduktie in de komende maanden waar dat maar
mogelijk is. het organisatorisch en financieel mogelijk
maken van het transport van ruwvoeder van overschots
naar tekortgebieden en in de derde plaats het op snelle
en soepele wijze beschikbaar stellen van overbruggings
kredieten voor diegenen die het met name wat de liqui
diteit betreft niet meer kunnen bijbenen
Wij zijn daarbij van mening dat èn de grote belangen
die hier voor vele producenten op het spel staan èn zeer
zeker ook de belangen voor de consument een optimale
(financiële) medewerking van onze regering rechtvaardi
gen. Financiële beperkingen kunnen en mogen immers
geen rol spelen indien het gaat om het veilig stellen van
onze voedselproduktie.
LUTEIJN