Landbouwsschap bezoekt gedupeerde
fruitteelt
in IJsselmeerpolders
Groenteteelt in de open grond 1974
Ongunstige ontwikkeling
op appelmarkt
gevolg van oude voorraden
Nu ook bijenkorven
uit kunststof
Landbouwprijsindexcijfers,
april 1976
(DINGEN VAN Dft WEBI
t
11
De Nederlandse fruitteeltsector heeft dit jaar met uitzonderlijke
moeilijkheden te maken. Verschillende factoren - zoalfc een
zacht voorjaarsweer, de nachtvorst van 28 op 29 april en de
daarop volgende droge hete periode - hebben ertoe geleid, dat in
sommige fruitteeltgebieden van een complete misoogst sprake
is. Een delegatie van het dagelijks bestuur van het Landbouw
schap heeft onlangs een bezoek gebracht aan enkele fruitteelt-
bedrijven in de IJsselmeerpolders. Op basis van de opgedane
indrukken en informaties zal het Landbouwschap zich nader
beraden over voorstellen die de gedupeerde bedrijven kunnen
tegemoet komen. In de IJsselmeerpolder, een van de zwaarst
getroffen fruitteeltgebieden, wordt een fruitoogst verwacht die
slechts 30 35% van een normale opbrengst is. Van de 140
bedrijven hebben er 80 een complete misoogst; ongeveer 50
bedrijven zullen 25 tot 50% oogsten, terwijl op 10 bedrijven
sprake is van een oogst die varieert tussen 50% en de normale
opbrengst.
Een meer wisselend beeld vertonen de Betuwe en het Utrechts
fruitteeltgebied, waar gemiddeld een oogstderving van 50%
voorkomt.
De provincies Noord-Brabant (met uitzondering van West-
Brabant) en Limburg staan er iets beter voor. In die provincies
wordt een fruitoogst verwacht van 50 tot 60%. In West-Brabant
zijn de vooruitzichten relatief gunstig; de oogst zal er 80% van
normaal zijn. Ook in Noord-Holland en Zeeland worden rede
lijke fruitoogsten verwacht.
Uit de bedrijfsbezoeken en gesprekken met fruittelers blijkt, dat
op vele fruitteeltbedrijven een liquiditeitstekort ontstaat of gaat
ontstaan. Er zijn volgens het Landbouwschap te weinig
middelen beschikbaar om de oogst 1977 te financieren. De
slechte oogst van dit jaar maakt het totale beeld alleen maar
triester.
Het Landbouwschap zal op korte termyn nagaan in hoeverre er
mogelijkheden zyn om de gedupeerde fruittelers tegemoet te
komen. Het Landbouwschap meent dat een goede toepassing
van de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen (R.Z.-regeling) bij kan
dragen aan de gewenste oplossingen voor de fruitteelt. In het
kader van de R.Z.-regeling zal vooral de norm van het eigen
vermogen een belangrijke rol spelen om de maximale werking
van de regeling te waarborgen.
Op het bedrijf van fruitteler Schouten uit Dronten staan welis
waar frisse appelbomen, maar het aantal appels is op één hand
te tellen. Het dagelijks bestuur van het Landbouwschap bekijkt
samen met enkele fruittelers uit de IJsselmeerpolders het trieste
fruitteeltresultaat van een complete misoogst.
Rentabiliteit en financiering van de groenteteelt in de open
grond in de provincie Noord- en Zuid-Holland, Noord-Brabant
en Limburg over 1974/75.
O? de bedrijven met overwegend groenteteelt in de open grond
waren de bedrijfseconomische opbrengst en kosten resp.
85.580,- en 99.190,-. Het ondernemersoverschot was derhalve
negatief 13.610,-.
Voor bedrijven met meer extensieve teelten (minder dan 25
SBE's per ha.) werd gemiddeld een ondernemersoverschot
berekend van negatief 12.710,- en voorde bedrijven met meer
intensieve teelten (meer dan"25 SBE's per ha.) van negatief
14.640,-.
In vergelijking met 1973/74 zijn de opbrengsten gemiddeld per
bedrijf met 11% gedaald en de kosten met 11% gestegen,
hierdoor daalde het ondernemersoverschot per 100,- kosten
van 6 in 1973/74 tot 14 in 1974/75.
Van de deelnemende bedrijven had 26% een positief onder
nemersoverschot. Deze 26% winstgevende bedrijven vertegen
woordigden 49% van de totale produktiewaarde.
De arbeidsopbrengst van de ondermemers bestaande uit het
ondernemersoverschot en de als kosten gecalculeerde
vergoeding voor de handenarbeid van de ondernemer - bedroeg
gemiddeld 15.930,- ondernemer. Het ondernemersinkomen
per ondernemer - is de arbeidsopbrengst vermeerderd met het
saldo van berekende en betaalde rente en de inkomenstoeslag -
werd berekend op 21.900,-.
Het totaal inkomen - dat is het ondernemersinkomen
vermeerderd met de vergoeding voor de handenarbeid van de
gezinsleden - en het inkomen buiten bedrijf bedroeg gemiddeld
f 34.080,- per ondernemer. Na aftrek van de gezinsbesteding
ad. 33.130,- bedroeg de besparing 950,- per ondernemer,
ofwel 3% van het totaal inkomen.
De besparing gemiddeld per bedrijf bedroeg 1.060,-. Totaal
kwam 9.400,- per bedrijf aan financieringsmiddelen beschik
baar. Dit bedrag is ontstaan door de besparingen te
vermeerderen met de „overige mutaties" in het eigen vermogen,
de afschrijvingen en de mutaties in het vreemde vermogen.
Hiervan is 16.100,- in produktiemiddelen geïnvesteerd. De
investeringen en beleggingen buiten bedrijf en liquide en
vlottende middelen namen per saldo met 6.700,- af.
De totale bezittingen per 31 december 1974 van de
ondernemers werd becijferd op 235.520,- gemiddeld per
bedrijf, hiervan had 24% betrekking op de grond en 46% op de
overige duurzame produktiemiddelen en beleggingen unci,
woningen), 11% op voorraden en vorderingen en 19% op liquide
middelen.
De publikatie kan uitsluitend worden besteld door
overschrijving van 5,50 op girorekening 41.22.35 t.n.v.
Landbouw-Economische Instituut, Den Haag. Vermeld dient te
worden: Zend Mededelingen overdrukken No. 137.
De markt voor appelen heeft zich de laatste weken bijzonder
ongunstig ontwikkeld. Dit is vooral het gevolg van de nog steeds
aanwezige vrij grote voorraden appelen van voornamelijk het
ras Golden Delicious van de oude oogst. Per 1 juni werd deze
voorrad in de hele E.E.G. geschat op ca. 337.000 ton. In
Nederland bedroeg de voorraad op die datum ca. 54.000 ton,
tegen 33.000 ton vorig jaar. Van een onbeperkte invoer uit
landen van het zuidelijk halfrond is echter geen sprake.
Dit o.m. blijkt uit het antwoord van minister mr. A. van der
Stee (Landbouw) op schriftelijke vragen van de Tweede
Kamerleden, de heren Hutschemaekers en Van der Sanden.
Mede op verzoek van minister Van der Stee heeft de Europese
Commissie voor dit seizoen een afspraak gemaakt met de appel-
exporterende landen van het zuidelijk halfrond tot beperking
van hun uitvoer naar de E.E.G. Deze afspraak hield in dat
genoemde landen gedurende de maanden april t/m juni in
totaal niet meer naar de E.E.G. zouden exporteren dan een
hoeveelheid van 240.500 ton. Tot en met 11 juni was van deze
hoeveelheid 194.500 ton gerealiseerd. Met uitzondering van
Chili - dat de met haar afgesproken hoeveelheid aanmerkelijk
overschreed - hebben de landen van het zuidelijk halfrond zich
tot nu toe dus gehouden aan de gemaakte afspraak. De
Europese Commissie heeft de invoer uit Chili met ingang van 9
juni volledig stopgezet.
Tevens is voor dit seizoen de interventie-mogelijkheid voor
appelen uitgebreid tot 30 juni. Voor de toekomst acht minister
Van der Stee het van belang, dat dit jaar opnieuw een rooi-
premieregeling van kracht is.
De tijden zijn voorbij, dat de imker zijn korven uit stro vlocht en
ze met koemest tegen tocht afdichtte. Maar ook de bijenkasten
van hout, die de bijenkorf sinds enige jaren plachten te
vervangen, hadden een reeks nadelen. Ze waren met name niet
voldoende bestand tegen weersinvloeden en bezaten een slechte
warmte-isolatie.
Thans wordt in Duitsland de bijenteelt in etagekasten steeds
belangrijker, vooral voor beroepsimkers. Voor deze techniek
bracht de firma Horn KG in Rudersberg een etagebijenkast op
de markt, vervaardigd uit het polvurethaan-integraalschuim (R)
Baydur van Bayer. Dit materiaal bezit een uitstekende warmte-
isolatie, zodat de bijenvolken in het gevoeligste stadium van hun
ontwikkeling, te weten in het voorjaar, niet meer worden
blootgesteld aan het gevaar van plotselinge
temperatuurdalingen. Ook voorkomt men overhitting bij grote
bijenvolken door het binnenvallen van zonnestralen.
De afzonderlijke delen van deze etagebijenkasten bestaan uit
een celvormige kern en een harde buitenbekleding, die zelfs aan
de ruwste behandelingen weerstand biedt. Het materiaal is ook
bestand tegen alle weersinvloeden. Het wordt aangetast noch
door vochtigheid, verrotting, schimmel, verdunde zuren noch
door oplos- of reinigingsmiddelen.
Baydur kan tevens gemakkelijk gereinigd worden.
Het prijsindexcijfer voor akkerbouwprodukten bedroeg volgens
het C.B.S. in april 1976 323 tegen 134 in de overeenkomstige
maand van 1975 (overeenkomstige maand 1962/1964 100).
Deze stijging wordt vrijwel geheel verklaard door de prijsstijging
van aardappelen. Wanneer de prijsstijgingen van aardappelen
sedert 1975 buiten beschouwing wordt gelaten, komt het
groepsindexcijfer op 137.
Met uitzondering van graanstro en groene erwten waren alle
produkten hoger in prijs. Het prijsindexcijfer voor de vee-
houderijprodukten steeg in vergelijking met april 1975 met 19
punten tot 179. Alleen vette kalveren en paarden waren lager in
prijs.
Vorige week is in Utrecht de gebruikelijke vergadering
gehouden van de fruitveilingen, aangesloten bij het Centraal
Bureau van de Tuinbouwveilingen. Ieder jaar komen in het
begin van juli de fruitveilingmensen bij elkaar om samen te
spreken over de ervaringen in het afgelopen seizoen en zich te
beraden op het nieuwe seizoen. Bij deze gelegenheid geeft de
landelijke veilingvoorzitter steeds een overzicht van de
verwachtingen voor het komende seizoen. Ook op 9 juli is dat
gebeurd en we noteerden dat er zeer veel onzekerheden zijn dit
jaar bij het vaststellen van wat we kunnen verwachten aan fruit
in het komende seizoen.
De zeer lage temperaturen van eind april zijn op een groot
aantal bedrijven in ons land van grote invloed geweest, vooral op
de produktie van Goudreinette en Cox's Orange Pippin. Daarna
is de langdurige droogte en hitte gekomen en niemand weet wat
dat uiteindelijk voor gevolgen zal hebben.
Zoals het er nu uitziet verwachten de deskundigen in ons land
een appelproduktie van 73% van die van het vorig jaar en 82%
van de oogst van twee jaar geleden. De appeloogst 1976 zou dan
ongeveer 310 miljoen kg. kunnen bedragen tegen die van het
vorig jaar 430 miljoen kg. Voor wat de verwachtingen voor de
Golden Delicious betreft gaat men uit van een produktie van
146 miljoen kg. tegen 182 miljoen kg. het vorig jaar. Bij Cox's
Orange Pippin wordt de produktie 1976 in Nederland geschat
op 50 miljoen kg. tegen 75 miljoen kg. het vorig jaar. Voor
Schone van Boskoop wordt gerekend op de helft van de
produktie van het vorig jaar (27 miljoen kg.) James Grieve zou
met 26 miljoen kg. maar twee miljoen kg. achter blijven bij
1975. Wanneer we echter zien hoe de laatste weken de rui zich
ontwikkelt bij dit ras en welke hoe weinig groei er in zit, dan
twijfelen we er niet aan of de oogstraming voor dit ras zal nog
wel eens in neerwaartse richting herzien moeten worden.
In België lijkt de situatie op die van Nederland. West-
Duitsland zal een belangrijk lagere appelproduktie hebben dan
het vorig jaar en in Frankrijk rekent men op een oogst die 20%
kleiner zal zijn dan in 1975. Dat geldt daar ook voor Golden
Delicious.
Italië zal een normale appeloogst hebben en van dit land moet
veel konkurrentie worden verwacht, vooral ook door de zwakke
lire. In totaal zal de konkurrentie op de West-Europese
appelmarkt dit jaar heel wat kleiner kunnen zijn dan het vorig
seizeon, maar rond de afzetkansen voor Golden Delicious
worden toch veel vraagtekens gezet. Het afgelopen seizoen zijn
er in West-Europa niet minder dan 800 miljoen kg. Golden
Delicious uit de markt genomen ingevolge de interventie
regeling. Hierbij neemt Nederland met 21 miljoen kg. een zeer
bescheiden plaats in.
In de maand juni is in ons land nog 12,5 miljoen kg. Golden
Delicious in de interventie gegaan. Mr. Huyts, de C.B.
voorzitter hoopte dat de E.E.G.-rooiregeling voor Golden
Delicious effect zal hebben want dat er rond dit ras nog veel
problemen zijn, staat vast. Ook de perenoogst in ons land is
door deskundigen in alle gebieden geschat. De oogst zal heel
wat groter worden dan het vorig jaar. Toen bedroeg de
Nederlandse perenproduktie 65 miljoen kg. Dit jaar rekent men
op ruim 100 miljoen kg. Twee jaar geleden bedroeg de
perenoogst in ons land 140 miljoen kg. Aanzienlijk groter dan
het vorig jaar wordt de oogst van Doyenne du Cornice, namelijk
18 miljoen kg. tegen het vorig jaar 6 miljoen kg.
Van Conference wordt een produktie verwacht van 30 miljoen
kg. tegen het vorig jaar 22 miljoen kg. en van Beurré Hardv
verwacht men dat het zal stijgen van 5 miljoen kg. het afgelopen
jaar tot 13 miljoen kg. dit jaar.
Het ligt niet in de lijn der verwachting dat de middenprijs
van de peren van het vorig jaar (81 cent per kg.) dit jaar gehaald
zal worden. Toch wordt een vlotte verkoop verwacht.
In België zullen de vroege rassen een kleine oogst geven en de
Doyenne du Cornice is daar zeer goed. De oogst van Conference
zal in België kleiner worden dan het afgelopen jaar. Frankrijk
verwacht een perenoogst welke iets groter zal worden dan die
van het vorig jaar en in Italië zal de perenproduktie duidelijker
kleiner worden dan in 1975. In Spanje wordt een grote oogst
verwacht en in West-Duits land een vrij wat grotere oogst dan
het vorig jaar. In Engeland wordt op een redelijke produktie van
peren gerekend.
De totale verwachting is dat de afzet van peren in 1976
moeizamer zal verlopen dan in 1975 maar er is toch geen reden
om uit te gaan van grote afzetmoeilijkheden bij dit produkt.
Bovendien blijft het feit dat niemand weet hoe uiteindelijk de
droogte en hitte zal uitwerken op de komende oogst. Ook in ons
gebied ontstaat in toenemende mate beschadiging van blad en
vruchten door zon en warmte. Bovendien groeit het fruit slecht,
zodat het zeker niet is uitgesloten dat ze gemiddeld kleiner
blijven dan normaal en dat kan op de totale kiloopbrengst een
grote invloed hebben.