JZ
m
Druppelbevloeiïng ideaal voor het klein-fruit
In alle teelten droogteschade!
Bladluizige gebeurtenissen
Opvang financiële problemen tengevolge van droogte
DE DOPERWTENSITUATIE
^5
>1
cf l
hhttw
K0
f m
F
10
Konden wij vorige keer in de Thoolse
tuinbouwklanken vermelden, dat na 25 mm. neerslag, alles
een opkikkertje heeft gehad. Nu moeten wij schrijven, dat er
nadien drie weken zijn verlopen, met uitzonderlijke hoge
temperaturen. De gevolgen van deze laatste hittegolf zijn dan
ook niet uitgebleven, en met zorg bezien de telers hun gewassen.
Bovendien worden veel teelten belaagd met een flinke
luizeninvasie, zodat het k\ spuiten is wat de klok slaat. Naast dit
alles, is door de gevallen regen van 21 juni, op de zwaardere
grond een flinke doorwas te constateren, in de aardappelen, dus
ziet dat er niet hoopvol uit. Daar de aanvoeren op veel
aardappelveilingen voor de tijd van het jaar klein zijn, is er nog
steeds sprake van een zekere schaarste van dit produkt.
Hierdoor worden bij de afzet van dit gewas zéér hoge prijzen
genoteerd, welke tot vorige week nog steeds boven een gulden
per kg. lagen. Om deze reden zijn dan in onze Thoolse contrijen
al zéér veel percelen aardappelen gerooid met een flink roegeld,
ondanks de niet hoge kg.-opbrengst. De eerste percelen
bloemzaden zijn ook reeds gedorst, en naar gelang van de soort,
lopen de opbrengsten sterk uitéén. Meestal was ook hier sprake
van een gereduceerde produktie, vanwege het te vroeg, en snel
tafrijpen van het gewas. De verwachtingen van de
zomerbloemzaden staan bij de telers ook zéér laag genoteerd.
Door de bijzonder hoge grondtemperatuur is bij sommige
soorten het blad al verbrand, vóórdat de bloei nog moest
beginnen. Vanzelfsprekend kan men daar geen oogst van
verwachten, zelfs wanneer het nu onmiddellijk ging regenen. De
oogst van plantuien die vorige week is begonnen, heeft ook zijn
eigen teleurstellingen. De te lage opbrengst, en bovendien door-
het te scherpe weer weinig velvast, zodat er met het sorteren en
verwerken, veel kale uien, als slek verkocht zal moeten worden.
De witloftrekkers, zullen moeilijk aan een partij goede wortels
kunnen komen.
Met spoeidge regen kunnen de zaaiuien misschien nog wat aan
hun trekken komen, maar vrees voor een overproduktie hoeft er
niet te zijn. Ook de witloftrekkers zullen dit jaar moeilijk aan
een goede partij wortels komen, gezien de buitengewone
ongelijke stand van het gewas. Op ons eiland zou het voor de
vollegronds tuinders voor iedereen mogelijk moeten zijn, om
met goedkoop water, hun diverse gewassen te kunnen
beregenen. In zonderheid voor de gewassen zoals aardbeien,
bloemkool, witlof en vroege aardappelen, dus teelten met een
gemiddeld hoge geldelijke hektare-opbrengst, zullen de
meerdere kosten en arbeid, er dikwijls goed uitkomen. Als teler
werkt het ook plezieriger wanneer men zijn geu^s gezond ziet
opgroeien, en men zal ook zéér zeker meer arbeidsvreugde aan
beleven. Een rechtgeaard teler werkt niet alléén om de
geldelijke opbrengst, maar óók zéér zeker om een mooi
volwaardig gewas te telen. Wij zullen maar hopen dat, wanneer
deze tuinbouwklanken gelezen worden, dat er dan een paar
flinke regenbuien zijn gevallen, zodat alles er meer hoopvol
uitziet.
Op Zuld-Beveland is en blijft de droogte het gesprek van de
dag. Het lijkt wel of het niet meer kan regenen. Het gevolg is dat
er steeds meer schade komt door het gebrek aan vocht' het gaat
steeds meer nijpen. Bij het kleine fruit zijn de aardbeien
verdroogd en de frambozen verzengd. Ondanks hoge prijzen
werd er daardoor toch veel te weinig geld gebeurd. Vergeet
daarbij ook het sjagrijn niet, als je het gewas ziet verdrogen en
alleen wat taaie, saploze vruchtjes kunt plukken. Alleen de rode
bessen was een goede zaak. Door het warme weer was er veel
vraag voor verse konsumptie, de prijs was aantrekkelijk, er was
geen narigheid met rot en de kg.-opbrengst was bevredigend.
Het was een lichtpuntje in de sombere toestand van het kleine
fruit.
De stand van de appels gaat zienderogen achteruit. Bij veel
bomen gaat het blad slap hangen en de vruchtjes groeien dan
niet door. Zelfs als er op korte termijn volop regen zou komen
zal er op veel plaatsen nog een forse oogstreduktie zijn.
Trouwens hoeveel Cox's en Goudreinette zal er barsten als de
bomen weer eens voldoende vocht zullen krijgen. Je hoopt dat
het weer zal omslaan, maar tegelijk hou je je hart vast voor de
gevolgen, zoals bladval bij Golden Delicious en gescheurde
vruchten bij andere rassen.
Bij de peren lijkt het soms of het een beetje geregend heeft. Je
ziet hier en daar een druppel op het blad. Het is echter kleverigO
vocht, de beruchte afscheiding van de perebladvlo. Wat is dat
gedierte in een warme, droge zomer toch lastigl De larven kun je
nog doodspuiten, maar de oudere exemplaren zitten
onaantastbaar veilig onder hun suikerwater.
Die kun je moeilijk dood krijgen, hoewel, met het gebruik van
een uitvloeier de overlevingskansen veel verminderen.
En direct is het een vuile, zwarte
kleverige troep. Het beste is voorlopig maar elke week spuiten
en zo proberen de zaak in de hand te houden. Als ,t uit de hand
loopt is het een hopeloze strijd.
Tijdens een excursie hebben we druppelbevloeiïng te Ovezande
gezien. Het is een dure methode, maar het werkt fantastisch.
Elke druppel komt tot zijn recht en vooral het geleidelijke,
steeds doorgaande water geven in kleine hoeveelheden is ideaal.
Het spreekt ons meer aan dan zo'n plens van 50 mm. via de B.B.
Vooral voor klein fruit moest er veel meer met druppelbe
vloeiïng worden gewerkt. Met een gewone aansluiting op de
waterleiding, dus zonder extra zware kraan, kan desnocds één k
twee gemet bedruppeld worden. Als je daardoor een goede oogst
aardbeien en frambozen hebt, wordt het leidingwater op de
veiling goed betaald!
Het lijkt alsof bladluizen zonder onderbreking alsmaar zuigen,
groeien, vervellen voortplanten, groeien... Een beklemmend
verschijnsel! Zojuist zat er een bladluis alleen op een stengel en
slechts weinige uren later is dezelfde luis daar nog steeds, maar
nu omringd door een aantal jongen en na slechts enkele dagen
wordt de plant door een aanzienlijke kolonie bevolkt.
Hoewel talrijke natuurlijke vijanden de bladluizen naar het
leven staan, is hun voortplantingsvermogen zo groot, dat die
verliezen nauwelijks merkbaar zijn. Zo zijn b.v.
lieveheersbeestjes en gaasvliegen - de z.g. „bladluisleeuwen" -
uitstekende jagers. Ook de larven van de zweefvlieg voeden zich
met bladluizen. Sluipwespen leggen hun eitjes in levende luizen
die dan door de uitkomende larven worden uitgehold zodat
alleen het lege omhulsel overblijft.
Zwarte boneluizen kunnen een bietenperceel als het ware
„overstromen". Daarbij verplaatsen ze zich nauwelijks en
blijven meestal op de waardplant, waarop ze geboren zijn.
Alleen de gevleugelde exemplaren die in het vooijaar, in het
midden van de zomer of in de herfst soms massaal voorkomen,
verplaatsen zich over grotere afstanden.
Neergestreken op een akker verwisselen ze daar nu en dan van
plaats en iedere keer laten ze een nieuw groepje jonge larven
achter, die hun waardplant gaan exploiteren. De uitstapjes van
plant naar plant kunnen zeer ernstige gevolgen hebben, omdat
de luizen daarbij het virus, dat vergelingsziekte veroorzaakt,
van reeds aangetaste naar vele gezonde planten overbrengen. Zo
wordt niet alleen de ziekte maar ook het kroost van plant naar
plant en.van het ene perceel naar het andere getransporteerd.
Op diverse bedrijven zullen naar aanleiding van de droogte
liquiditeitsproblemen ontstaan.
Het Landbouwschap doet enkele aanbevelingen om deze
moeilijkheden het hoofd te bieden.
Het Landbouwschap heeft gevraagd om in voorkomende
gevallen de voorlopige aanslagen Inkomstenbelasting te
verlagen via een vereenvoudigde procedure en voorts de betaling
van de definitieve belastingaanslagen uit te stellen. De minister
heeft meegedeeld, dat zijn ambtgenoot van Financiën in
beginsel hiermee akkoord gaat. De regeling zal nader
uitgewerkt worden.
Ten aanzien van de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen wordt de
aandacht - in overleg met het ministerie van Cultuur, Recreatie
en Maatschappelijk Werk vooral gericht op gedupeerde boeren
die nu al met flinke kosten te maken hebben, zonder over de
gewenste financiële middelen te beschikken.
Er wordt een richtlijn uitgegeven aan de provinciale vertegen
woordigers van C.R.M. en aan alle gemeenten inzake de
aanvrage en toepassing van de Rijksgroepsregeling
Zelfstandigen. Behalve een rechtstreekse aanvrage bij de
Speciaal voor kleinfruit, biykt druppelbevloeiïng goed te
werk en.
Het gewas heeft ook veel te lijden van het steeds doorgaande
sapverlies. Van dit plantesap gebruiken de bladluizen als
voedsel alleen het geringe deel, dat eiwitten bevat. De rest, een
suikerhoudende vloeistof, wordt afgescheiden en vormt als
„honingdauw" een uitstekende voedingsbodem voor enkele
schimmelsoorten. Vele bladeren „zwart van de luizen" geven de
strijd om het bestaan op en verwelken, waardoor de plant sterft.
Tegen een dergelijk ongehoord groot aantal vijanden is het
gewas machteloos.
Door het grote voortplantingsvermogen van de luizen worden
praktisch alle kuituurgewassen ernstig bedreigd. Om schade
door bladluizen te voorkomen is de beste maatregel, het
potentiële gevaar in de kiem te smoren.
Speciaal op het terrein van de bladluisbestrijding - overal van
grote ekonomische betekenis - is het wetenschappelijk
onderzoek van het begin af bijzonder aktief geweest en er
werden vele goede preparaten ontwikkeld. Reeds vele jaren is
het systemische insekticide demeton-methyl met uitstekende
resultaten in de praktijk gebruikt.
In de fruitteelt is het systemisch werkend middel omethoate een
begrip geworden. Daarmede worden niet alleen bladluizen
maar ook bloedluis en spint snel en afdoende opgeruimd. Dit
middel heeft dan ook een bijzondere plaats in het insekten- en
spintbestrijdingsplan.
Voor toepassing in de glastuinbouw is het insekticide propoxur
als spuit- en als stuifpoeder op de markt gebracht. In diverse
proeven werd vastgesteld, dat propoxur een opvallend goede
werking heeft tegen o.a. bladluizen en miljoenpoten. Bovendien
worden daarmede tevens praktisch alle andere algemeen onder
glas voorkomende dierlijke parasieten bestreden.
Ontleend uit het Boeren Front.
gemeenten is eveneens een aanvrage mogelijk via de districts
bureauhouders. De aanvragen kunnen op basis van voorlopige
rapportering behandeld worden.
Als de aanvrager geen financiële mogelijkheden heeft, kan een
overbruggingskrediet verleend worden dat tot 1 januari 1977
renteloos is en vanaf die datum binnen vier jaren afgelost wordt.
De toepassing van de R.Z.-regeling voor gedupeerde agrariërs
die in de komende maanden met liquiditeitsproblemen
kampen, zal nog nader bezien worden.
Het Landbouwschap benadrukt de noodzaak van een snelle en
soepele toepassing van de R.Z.-regeling. Daarbij is de norm van
het eigen vermogen en de hantering ervan van grote betekenis
voor een aangepaste steun. De minister wijst op het urgente
liquiditeitsvraagstuk en meent dat de norm van het eigen
vermogen duidelijk bezien moet worden vanuit de noodzaak van
een bedrijfscontinuïteit.
Ook in het Landbouwschap is van mening dat een goed overleg
tussen de gemeenten en de provinciale diensten van C.R.M. en
het ministerie van Landbouw van groot belang is voor een goede
en snelle toepassing van de R.Z.-regeling.
Werd het West-Europese doperwtenseizoen het vorig jaar
afgesloten met ongekend grote voorraden, zowel in Frankrijk,
België als Nederland, voor dit jaar werd als reaktie daarop
belangrijk minder (10-25%) uitgezaaid. Door de ongunstige zeer
droge weersomstandigheden zijn daarbij de oogstreduktie's
aanzienlijk en zijn er ook kwalitatief grote problemen, zoals het
er nu naar uitziet, aldus het overzicht van het Produktschap
voor groenten en fruit zal er - meer dan normaal - op de
overigens te grote voorraden worden ingeteerd.
Het Ned. doperwtenareaal wordt dit jaar op ca. 4700 ha.
geschat, ruim 13% minder dan 1975 en 25% lager dan 1974.
Ruim 90% hiervan is contraktteelt.
Volgens insiders zou de oogst per ha. dit jaar ondanks de
ongunstige weersomstandigheden - niet onder doen voor een
normaal seizoen en derhalve uitkomen op rond de 9 ton
peulgewicht.
De langdurige hitte en droogte heeft dan welliswaar praktisch
geen invloed gehad op het beschot, maar toch werd de
produktie van doperwten er danig door beïnvloed. Algemeen
wordt namelijk aangenomen dat duidelijk meer dan 10% van
het areaal voor de doperwtenteelt verloren ging en voor droog-
winning moest worden gebruikt. De door de felle zon snel
rijpende doperwten kwamen binnen een paar dagen
beschikbaar voor verwerking en de opeenhoping van de aanvoer
kon door de fabrikanten niet worden opgevangen. Daarbij komt
nog dat de hardheidsgraad van de doperwten dit jaar snel de
limiet overschreed, waardoor ze niet meer konden worden
gebruikt voor de verschillende soorten van verwerking.
Alles bij elkaar genomen kan dit seizoen de doperwten-
produktie geraamd worden op rond de 38.000 ton
(peulgewicht). Dit is maar liefst ruim 27% minder dan vorig jaar
en zelfs minder dan in 1972 toen door een slecht beschot (plm.
7t/ha) de produktie een omvang bereikte van 39.600 ton.
In België is ca. 20% minder uitgezaaid, ongeveer 10.300 ha. (v.j.
12.822 v.v.j. 14.000 ha.). Anders dan in Nederland zou de
produktie echter ca. 40% lager zijn, en zou op ca. 35.000 ton
kunnen worden geraamd (v.j. 76.000 - v.v.j. 68.000 ton), dus
ruim de helft minder dan in 1975.
Ook vanuit Frankrijk is er sprake van een aanzienlijke
oogstreduktie. Sprake is van een rendement van 2 k 2 1/2 ton
korrelgewicht tegen 4 ton het vorig jaar!