«P-3-
Het H.B. (Hoofdbestuur) van de P.J.Z.
stelt zich voor
X de top 13 van de P.J.Z.
Landbouwschap
Gewestelijke Raad
Noord- Brabant
Voorkom chloor IPC
schade bij graszaad
Verwachte melk.
produktie in 1976
geluid
VUdaktie: KEES SCHIPPER
AKTIVTTEITEN AGENDA.
Zat. 3 juli: Tholen: SCHUURFEEST bij fam. Polderman,
Langeweg 1, Oud-Vossemeer om 20.00 uur met de ons zeer
bekende, geliefde band.
Don. 8 juli: Kees Schipper: met vakantie, tot 31 juli.
Spoedgevallen kunnen worden afgehandeld met de telefoniste
Lianne Akkermans (01100 - 15010). Za. 24 juli: O.Z.
Vlaanderen: SCHUURFEEST bij fam. Bruggeman in Graauw.
Tevens: wie heeft op sportdag gevonden: één paar
voetbalschoenen-sokken-beenkappen?? Iemand uit O.Z. VI.
mist ze. Voor inlichtingen: bel P.J.Z.1?
N.B. - Bestuursleden van alle afdelingen: vergeet niet de
vormingskommissieenquête ingevuld terug te sturen voor 5 juli!
In de onlangs gehouden vergadering van de Gewestelijke Raad
van het Landbouwschap voor Noord- Brabant, hield men zich
met de volgende onderwerpen bezig:
WERKGELEGENHEID LAND- EN TUINBOUW.
De hoofdafdeling Sociale Zaken van het Landbouwschap in
Den Haag heeft zich beraden over de naar verhouding sterk
toegenomen werkloosheid onder land- en tuinbouwwerkers.
De Landbouw dient zicht te beraden over de vraag hoe bij de
uitwerking van de voorgenomen regeringsmaatregelen een deel
van de beschikking komende gelden ten dienste kan komen aan
de werkgelegenheid binnen de agrarische sectoren.
Deze "problematiek zal voorgelegd worden aan de sociale
commissie en de commissie arbeidsproblematiek in de
landbouw.
RUILVERKAVELING
a). De Hoofdingenieur-Directeur voor de Landinrichting in de
provincie Noord-Brabant heeft aan de Centrale Cultuurtech
nische Commissie voorgesteld om het gebied Torenpolder ter
grootte van 660 ha. en gelegen in de gemeente Zevenbergen op
te nemen in het volgordeschema voor de ruilverkavelingen in
voorbereiding.
De opzet is om de uitvoering van dit ruilverkavelingsgebied
tegelijk met de ruilverkaveling Zonzeel te laten verlopen.
b). De voorbereidingscommissie voor de ruilverkaveling
Willemstad heeft van de Hoofdingenieur-Directeur voor de
Landinrichting een schrijven ontvangen met voorstellen
betreffende de wijziging van het Landschapsplan.
Hiermede is in belangrijke mate tegemoet gekomen Naan de
bezwaren van de landbouw.
c). Het voorontwerp „Oud-Gastel - Oudenbosch" is de inspraak
ingegaan. Met de afdelingsbesturen van de organisaties heeft
overleg plaats gehad. Het Landschapsplan houdt een
belangrijke uitbreiding van boscomplexen en houtwallen in. De
Gewestelijke Raad heeft een brief aan de voorbereidings
commissie verzonden, waarin bezwaren worden geuit ten
aanzien van een aantal geplande landschappelijke elementen.
INTERIMNOTA LANDINRICHTING.
Deze nota houdt een aanpassing in van de ruilverkavelingswet
1954 en zal rafulteren in een nieuwe landinrichtingswet. De
(RIJKSPROEFSTATION VOOR ZAADCONTROLE: door
Dr. Ir. J. Bekefiidam)
Bij het kiemkrachtsonderzoek op het R.P.V.Z. van monsters van
graszaad, werd de indruk verkegen dat het aantal monsters dat
besmet is met chloor IPC de laatste jaren wat toeneemt.
De gevaren van Chloor IPC voor graszaad worden kennelijk
door de praktijk nog onderschat. In dit artikel zal daarom het
probleem nogmaals aan de orden worden gesteld.
Chloor I.P.C.,verlaagt kiemkracht.
Aan het einde van de zestiger jaren werden bij het onderzoek
betrekkelijk veel monsters raaigrassen aangetroffen, die
besmet bleken te zijn met chloor IPC. Over het algemeen gaven
de besmette monsters een aanzienlijke kiemdepressie.
Kiemkrachten in de orde van 0 tot 50% waren geen
uitzondering. De oorzaak hiervan lag toen hoofdzakelijk in het
feit, dat het graszaad werd gedroogd in
aardappelbewaarplaatsen waar chloor IPC als
kiemremmingsmiddel was gebruikt. Dit werd aangetoond in
een gezamenlijk onderzoek van het IBvL en het RPvZ. Het
chloor IPC, dat via de dap-phase doordringt in alle poriqn en
gaten en daar uitkristalliseert komt later heel geleidelijk weer
in dampvorm beschikbaar. Aardappelbewaarplaatsen zijn
daarom ongeschikt voor het drogen of opslaan van graszaad.
Gebleken is, dat ook zaad dat zich bevond in aan de
bewaarplaatsen grenzende ruimten waar het chloor IPC was
doorgedrongen door lekkage, sterk in kwaliteit kon
achteruitgaan. Ook het gebruik van besmette ventilatoren was
aanleiding tot kwaliteitsachteruitgang evenals het gebruik van
besmette zakken en kisten voor opslag vap zaad. Tevens kwam
Afdeling Bladel: Jaap Bolijn
(tevens db-lid).
Beroep: veehouder.
Markante uitspraak: „Een
P.J.Z. -afdeling moet een
ontmoetingspunt zijn en ook
ontspanning bieden. Maar om
werkelijk bestaansrecht te
hebben, mogen vormende
aktiviteiten zeker niet ontbreken,
zodat het programma wat meer
inhoud krijgt.
Ook het voortbestaan op langere
termijn is' zo verzekerd."
belangrijkste uitbreiding ten opzichte van de ruilverkavelings
wet 1954 is dat, naast de ruilverkavelingen, die hoofdzakelijk
een rol spelen bij verbetering van de agrarische productieom
standigheden, de mogelijkheid wordt geschapen voor
herinrichtingen, die een rol zullen gaan spelen indien niet--
agrarische belangen dit vergen. In de vergadering is uitvoerig
gediscussieerd over de voor- en nadelen, die samenhangen met
herinrichting van gebieden. De belangrijkste discussiepunten
die aan de orde kwamen waren: de introductie van onteigening,
mogelijk voorkeursrecht bij verkoop van grond voor S.B.I. en
het ontbreken van beslissingsbevoegdheden van de streek bij
herinrichtingsplannen.
JAARVERSLAG 1975 VAN ADVIESCOMMISSIE
AGRARISCHE BOUW AANVRAGEN.
In het kalenderjaar 1975 hebben de gemeente in Noord-Brabant
in totaal 426 bouwaan-vragen ter advisering aan de Commissie
voorgelegd.
TARIEF VOOR SCHADEVERGOEDING 1976 VAN DE
N.V. NEDERLANDSE GASUNIE.
De N.V. Nederlandse Gasunie stelt jaarlijks in overleg met het
Landbouwschap de tarieven voor schadevergoeding vast voor de
meest voorkomende landbouwgewassen. Deze taneven worden
voor>het betreffende jaar door de N.V. Nederlandse Gasunie
gehanteerd bij de aanleg van ondergrondse leidingen.
Het Landbouwschap is van mening dat door het jaarlijkse
overleg de schadevergoedingen voor de verschillende gewassen
de marktprijzen blijven volgen en voor de bij aanleg van
leidingen betrokken agrariërs een aanvaardbare compensatie
bieden.
Deze tarieven en ook de standaard-zakelijk recht overeenkomst
van de N.V. Nederlands Gasunie worden door het
Landbouwschap als voorbeeld gehanteerd bij het overleg met
andere instanties, die leidingen leggen en bij hen wordt
aangedrongen om deze vergoeding te volgen.
REGELINGEN ONDERGRONDSE LEIDINGEN. GASUNIE
1976.
1. Zakelijk recht overeenkomst. - De sedert 1974 gehanteerde
standaard-overeenkomst met Algemene Voorwaarden is
nagenoeg ongewijzigd gebleven.
Eigenaren-vergoeding. - Voor zijn medewerking aan de
vestiging van het zakelijk recht ontvangt de eigenaar:
kleine leiding, strook 8 meter 6,32
grote leiding, strook 10 meter 7,90
2 grote leidingen, strook 17 meter 13,43
Gerekend naar de breedte van de zogenaamde zakelijk recht
strook resulteert hieruit een bedrag van 0,79 per m2, dat
echter niet zonder meer van toepassing is bij smallere stroken of
ingeval het gaat om meerdere leidingen per strook.
Gebraikersvergoeding. - De grondgebruiker ontvangt per m2
werkstrook de volgende norm-bedragen:
0,15 medewerkingsvergoeding;
duidelijk naar voren, dat niet alleen graszaden maar ook
andere zaadsoorten als bijvoorbeeld gerst en erwten dezelfde,
nadelige invloed van chloor IPC ondergingen.
Uit het voortgezet onderzoek bleek, dat niet alleen direct na het
drogen reeds een achteruitgang in kiemkracht optrad. De
kiemkracht liep bij bewaring in het pakhuis nog verder terug.
Ook bleek dat bij mengen van besmet en niet-besmed zaad, de
kiemkracht van het zaad dat oorspronkelijk niet met chloor
IPC in contact was geweest nadelig werd beinvloed. Daarnaast
werd aangetoond dat de kiemkracht van zaad van niet besmette
monsters dat bij het uitleggen in de kiemproef werd omgeven
door besmet zaad, nadelig werd beinvloed. Deze beinvloeding
was des te sterker naarmate de besmette zaden meer chloor,
IPC bevatten en zelf daardoor een lagere kiemkracht hadden.
Bij mengen van een besmette en niet besmette partij wordt de
kiemkracht in het algemeen dus nog lager dan over eenkomt1
met het aantal oorspronkelijk besmette zaden.
In dit verband mag opgemerkt worden, dat het aantonen van
chloor IPC schade verbetering heeft ondergaan. Voorheen was
het niet altijd mogelijk om op grond van de kiemproeven een
uitspraak te doen of bij lage kiemkrachten sprake was van een
nadelig effect van chloor IPC. Het specifieke beeld van chloor
IPC in de kiemproef kenmerkt zich door gekiemde zaden
waarvan het wortelstelsel niet of sterk geremd ontwikkeld is,
terwijl de ternauwernood ontwikkelde schede sterk afgeplat is
en hard aanvoelt.
Om in twijfelgevallen duidelijkheid te verkrijgen werd in
samenwerking met het IBvL een oriënterend onderzoek
verricht naar de mogelijkheid om met name geringe
hoeveelheden chloor IPC in zaad via chemische analyse aan te
tonen. Daarbij is gebleken dat er duidelijk verband bestaat
tussen het op het IBvL aangetoond gehalte aan chloor IPC in
het zaad en de op het RPvZ bepaalde kiemkracht. Hoe meer
chloor IPC kon worden aangetoond hoe lager de kiemkracht
was. De methode van chemische analyse is dus zeker bruikbaar
in gevallen waarin de normale kiemkrachtsbepaling geen
duidelijke uitspraak over beinvloeding van chloor IPC toestaat.
Voorgaande toont duidelijk de ernst aan van het gevaar van
besmetting van zaden met chloor IPC. Zelfs het opmengen van
besmetten met goede partijen is bijzonder gevaarlijk. Dit komt:
Afdeling Fijnaart (meisjes): Mimi
Koetsen ruvter.
Beroep: Kleuterleidster.
Markante uitspraak: „Jonge
leden aktiveren".
0,16 structuurschadevergoeding;
0,xx gewassen-vergoeding, conform Tarievenlijst 1976.
Er wordt een voorschot betaald van 0,41 per m2 vooraf
aangenomen werkstrook. Na afloop van het werk wordt het
restant vergoed plus de volledige vergoeding over de eventuele
meer gebruikte oppervlakte.
Tevens worden dan de bijzondere schaden verrekend, die
tijdens de aanleg kunnen zijn opgetreden: omrijschade,
onrendabele hoeken, bedrijfsoverlast etc.
TARIEF VOOR SCHADEVERGOEDINGEN 1976.
Bij de vergoeding van verlies van gewas ten gevolge van de
leidinaanleg zal onderstaand tarief per m2 worden
aangehouden. Dit tarief geldt in beginsel slechts voor 1976 en
zal daarna telkenjare worden herzien, indien en voor zover er
gegronde redenen toe zijn.
Weide-, gras-en hooiland 1) 0,39
Inzaaien (inclusief bemesten) zaaiklaar opgeleverd 0,06
Verpleegkosten ingezaaid grasland 2) ƒ0,14
Tarwe 0,33
Rogge 0,24
Gerst ƒ0,29
Haver 0,28
Snijmaïs ƒ0,38
Vlas ƒ0,35
Suikerbieten 0,67
Voederbieten 0,40
Consumptie-aardappelen 0,80
Fabrieksaardappelen 0,57
Peulvruchten 0,36
.Stoppelknollen ƒ0,15
Graszaad 0,36
Blauwmaanzaad 0,58
Koolzaad ƒ0,35
Voor andere land- of tuinbouwproducten, boomgaarden, bossen
en griend zullen de vergoedingen van geval tot geval
afzonderlijk of per project door een erkende taxateur worden
vastgesteld.
1) Indien de uitvoering van het werk start na 1 juli
respectievelijk 1 september geldt een tarief van 26
respectievelijk 19 cent per m2.
2) Blijkt bij controle dat deze vergoeding niet is besteed voor het
beoogde doel (goede verpleging van het ingezaaide grasland)
dan behoudt Gasunie zich het recht voor hiermede bij de
vaststelling van de naschade in volgende jaren rekening te
houden.
NASCHADE
Wanneer u reeds een leiding in uw grond hebt liggen, en u
ondervindt naschade dan is het belangrijk dat u deze schade
tijdig meldt bij de betrokkene leidinglegger, teneinde een goede
taxatie mogelijk te maken.
In het algemeen hebt u recht op betaling van deze naschade.
er eigenlijk op neer dat met chloor IPC besmette partijen
nergens voor deugen. Op de bedrijven dient dan ook de grootst
mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen te worden om
besmetting van zaad met chloor IPC te voorkomen.
Bij de agenda van de openbare bestuursvergadering die
woensdag 23 juni jl. gehouden werd is een notitie bijgevoegd
met een raming over de te verwachten melkproduktie in 1976.
Betreffende de situatie in de eerste 5 maanden van 1976 wordt
aan de hand van de cijfers van de melkaflevering gekonstateerd
dat in de periode 28^j2-29/5- 6% meer melk werd afgeleverd
dan in dezelfde periode in 1975 en 3% meer melk dan de
raming die voor deze periode in 1976 werd gedaan. Een en
ander is het gevolg, aldus de notitie, van de uitzonderlijk
gunstige weersomstandigheden najaar 1975 en de daardoor
goede konditie van het melkvee bij het opstallen. Daarbij de
zeer goede kwaliteit van het ruwvoer, het in zeer ruime mate
verstrekken van krachtvoer en het behoorlijk op
produktieniveau selecteren bij de uitstoot (28% i.p.v. normaal
25%)
Rekening houdend met de uitkomsten van de laatste
landbouwsteekproef en met een normale uitstoot wordt de
gemiddelde omvang van de mélkveestapel in 1976 bij vrij
normale weersomstandigheden in de rest van het jaar thans een
weinig hoger geraamd dan oorspronkelijk geschat werd,
namelijk 2.240.000 stuks dat is 30.000 stuks of bijna 1 1/2%
meer dan het gemiddeld aantal melkkoeien in 1975 (eerste
raming: 2.230.000 melkkoeien). Wat de melkgift betreft,
enerzijds rekening houdend met het huidige hoge produktiepeil
en anderzijds met de gevolgen van de aanhoudende droogte
voor de ruwvoeders voorraden wordt de gemiddelde melkgift
per koe op 4760 kg. per koe geraamd ofwel 140 kg (ca 3%) meer
dan in 1975; hetgeen neer zou komen op een totale
melkproduktie van 10.658.000 ton.