Verzekeraars willen van rompslomp af LEI -Landbouw-Economisch bericht 1976 en voorlopig commentaar Landbouwschap "TNE afgelopen week verschenen er weer allerlei fraaie koppen in de dagbladen. Deze koppen (blikvan gers) schijnen steeds belangrijker te worden. Als er dan staat .Verkeersslachtoffers krijgen betere en snellere uitkering" of „Autoverzekeraars gaan sneller betalen" dan is dat voor velen een uitnodiging om de inhoud van dat artikel te lezen. Dergelijke koppen wekken vooral de in druk, dat er het nodige schort aan de afwikkeling van de schades. Aanleiding tot deze koppen was een vergadering van de Nederlandse Vereniging van Automobiel Assuradeu ren N.V.V.A. waarin met name ter sprake kwam een rap port van een commissie verbetering positie verkeers slachtoffers. Het is ir/ Nederland zo, dat er per jaar 800 a 900 dui zend schadegevallen moeten worden afgewikkeld, waar mede rond één miljard gulden gemoeid is. Momenteel rijden er 3,4 miljoen personenauto's, 350 duizend bedrijfs auto's en 1,7 miljoen bromfietsen in Nederland. Verwacht wordt dat er binnen 10 jaar vijf miljoen personenauto's in Nederland zullen zijn. Het aantal schadegevallen zal dan rond V/2 miljoen belopen en de schadelast 11/2 a 2 miljard gulden. Aan deze schadeafwikkeling zit een enorm stuk werk vast. Het aantal personen, die met het afwikkelen van de schades zijn belast neemt toe d.w.z. dat alle ver zekeraars de afdeling schade met leedwezen zien groei en. Te automatiseren valt er op dit onderdeel van een verzekeringsbedrijf eigenlijk niets, leder schadegeval vraagt een persoonlijke begeleiding. Als gevolg van de groei gaat de Wet van Parkingson spelen d.w.z. dat de produktiviteit per schadecorrespondent afneemt. "TNAAR komt bij, dat de schadeafwikkeling gebaseerd is op schuld. Wie schuld heeft moet betalen. Om de schuldvraag vast te stellen is dikwijls een uitspraak nodig van de rechterlijke macht. Zo'n uitspraak kan maanden op zich laten wachten. Doordat het maatschap pelijk functioneren steeds ingewikkelder wordt gemaakt moet het afwikkelen van schadegevallen ook moeilijker worden. Verzekeraars beschikken over juristen. U weet waar twee juristen bijéén zijn is er een goede kans dat zij een probleem oplossen. Zodra er drie bijéén zijn duurt de oplossing langer maar ze komen er nog wel uit. Zijn het er vier dan wordt het al zo ongeveer van „ope ratie geslaagd maar patiënt overleden" en moeten er nog meer juristen over één bepaalde zaak oordelen dan komt men er totaal niet meer uit. Dit nu is het grote probleem waar we in ze'n algemeenheid in Nederland mee worste len. Als er al iets eenvoudig opgelost kan worden zoekt men net zo lang tot het waarachtig nog ingewikkeld gaat lijken. Dan zijn er onder de -8 a 900 duizend schadege vallen een aantal, welke ten onrechte of onjuist zijn in gediend. De verzekeraars nu willen van die rompslomp af én dat nu was en is aan de orde bij de N.V.V.A. Men zoekt naar een vereenvoudiging van de schadeafwikke ling, waarbij met name het schuldvraagonderzoek over boord zou moeten. Of dit het ei van Columbus gaat worden menen wij ernstig te moeten betwijfelen. Bovendien dienen wel zo danige oplossingen gevonden te worden, dat de hoogte van de premie betaalbaar blijft. Op de 1 miljoen schade gevallen zijn een gering aantal nare gevallen. Welke regeling men ook kiest; nare gevallen zal men houden, want er zijn nu éénmaal een kategorie verzekerden, die nooit te voldoen zijn en van welke regeling dan ook zul len proberen misbruik te maken. Voor die laatste kate gorie moet men geen gekke bokkesprongen gaan maken. Beter is deze groep met wortel en tak op te ruimen! DE ALGEMENE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSWET A.A.W. I-IET lijkt er toch op, dat de A.A.W. per 1 oktober 1976 in werking gaat treden. Zoals bekend is de A.A.W. een volksverzekering die geldt voor alle ingeze tenen in Nederland tussen 18 en 65 jaar. Alleen de ge huwde vrouwen, die meewerken in het eigen bedrijf val len voorlopig nog buiten deze A.A.W. Voor hen is toege zegd, dat zij vanaf 1 januari 1979 recht op uitkering zul len krijgen. De uitkering gaat dus in op 1 oktober 1976 voor diegenen, die op dat tijdstip al één jaar of langer geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Indien men van mening is, en dit geldt met name voor alle zelfstandigen, voor een gehele of gedeeltelijke uit kering in aanmerking te komen dan moet men zich mel den. Deze aanmelding moet uiteraard per formulier ge schieden en deze formulieren zijn alweer verkrijgbaar op alle postkantoren. Zij die denken wel in aanmerking te komen en nog geen formulier indienden raden wij nog maals aan dit alsnog met spoed te doen. Intussen zijn de bedrijfsverenigingen koortsachtig be zig de aanvragen te registeren en te kontroleren. Uiter aard moet in een aantal gevallen worden nagegaan of de aanvrager wel medisch meer dan 25 arbeidsonge schikt is en. of hij in het algemeen voor uitkering in aan merking komt. Er zijn natuurlijk een aantal aanvragen bjj die ervan uitgaan „niet geschoten is altijd mis"! Jammer want deze groep vergt prompt het meeste werk. VRIJWILLIGE W.A.O. In dit verband nog iets over de vrijwillige W.A.O. via de bedrijfsvereniging. Destijds is nog al enige reclame gemaakt (niet door ondergetekende) om de meewerken de zoons (gehuwd of ongehuwd) in loondienst te nemen. Voordeel was dan, dat dit tegen het laagst mogelijke loon kon geschieden, dus weinig sociale lasten betalen, ter wijl bij arbeidsongeschiktheid, langer dan een jaar men dan toch hoge uitkeringen uit de W.A.O. kon trekken. Als nevenvoordeel werd dan gepropageerd dat, wan neer de zoon op een gegeven moment het bedrijf ging overnemen, hij zijn verplichte W.A.O. in een vrijwillige W.A.O. kon omzetten. Van deze mogelijkheid is in de praktijk wel gebruik gemaakt. Helaas, want nu komt er een lelijke kink in de kabel. De bij het A S.F. vrijwillige gesloten W.A.O. zal slechts recht op uitkering gaan geven voor zover deze meer be draagt dan de A.A.W. uitkering. Met een simpel voorbeeld: er loopt een vrijwillige W.A.O. van ƒ15.000,de uitkering A.A.W. wordt b.v. 13.000,dan zal de W.A.O. geen ƒ15.000,maar slechts 2.000,uitkeren. Niettemin moet wel voor 15.000,premie'betaald worden! Zoals het A S.F. zelf in een circulaire stelt is handhaving van deze vrijwillige W.A.O. een slechte zaak geworden. Zij, die bij de A S.F. zo'n W.A.O. lopende hebben zullen ongewijfeld over deze kwestie worden geïnformeerd. Me» nacfruk willen wij hier stellen, dat voornoemde af trek niet geldt voor de bij ons of andere maatschappijen vrijwillig gesloten arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Een kromme spijker kan men ook niet recht in het hout slaan. de L. T^E Nederlandse landbouw heeft zich in 1975/76 in belangrijke mate hersteld van de ernstige econo mische inzinking in het voorafgaande jaar. Toch bleven ook nu, met name in de melkveehouderij, de opbreng sten onvoldoende om de sterk gestegen beloningsaan spraken van arbeid, grond en kapitaal in de landbouw te dekken. Aldus een persbericht van het LEI, naar aanlei ding van het door hen opgestelde Landbouw-Economisch bericht 1976, dat binnenkort verschijnt. Daar ons alleen dit persbericht ter beschikking staat moeten we voor lopig volstaan hieraan onze gegevens te ontlenen. Het Landbouwschap te Den Haag, die over de nodige voor informatie beschikt, leverde reeds op voorhand commen taar hierop. Omdat de cijfers in de praktijk nogal eens ✓oor verschillende uitleg vatbaar blijken te zijn! TN Landbouw-Economisch bericht 1976 komt het LEI, wat de bedrijfseconomische resultaten be treft, tot de conclusie dat de spreiding hierin bijzonde- groot is. In 1975/1976 varieerde de arbeidsopbrengst van de ondernemer (d.i. de vergoeding op pachtbasis die uit de bedrijfsopbrengsten overblijft voor de door het bedrijfshoofd verrichte arbeid, nadat alle overige kosten in rekening zijn gebracht) van gemiddeld 8000 op de kleinere gemengde bedrijven met overwegend rundvee, tot gemiddeld ƒ84000 op de grotere akkerbouwbedrijven in zeekleigebieden. Daar is het bedrijfsresultaat dit jaar sterk beïnvloed door de aanmerkelijk hogere aardappel prijzen dan in de twee voorafgaande jaren. Op de weide- bedrijven, het in Nederland meest voorkomende type, was de arbeidsopbrengst op de kleinere bedrijven ge middeld 15000 tegen 27800 op de grotere. In de tuin bouw was de arbeidsopbrengst in 1975: glasgroentebe drijven 29000, glasbloemenbedrijven 16400 en cham- pignonbedrijven ƒ1400. De produktiewaarde van de landbouw (excl. tuinbouw) bedroeg in 1975/76 naar schatting ƒ16,9 miljard, dat is bijna 20% meer dan in 1974/75. Deze groei was vooral te danken aan de stijging van de opbrengstprijzen, zowel van akkerbouwprodukten (aardappelen) als van rund- en varkensvlees. Wat omvang betreft nam de produktie maar met ca. 1,5% toe. Daartegenover stond een ver meerdering van de hoeveelheid aangekochte grondstof fen en diensten met 3 terwijl de prijzen hiervan met gemiddeld 4 stegen. Een en ander leidde ertoe dat het totale inkomen van de landbouwsektor (de netto-toegevoegde waarde) ca. 2 miljard hoger lag dan in 1974/75 en een niveau be reikte van naar schatting 6,4 miljard. Onder invloed van vooral de algemene loon- en prijsontwikkelingen steeg ondanks de daling van het aantal arbeidskrach ten het totaal van de beloningsaanspraken van arbeid, grond en kapitaal met 15%. Deze beloningsaanspraken (de berekende kosten van de ingezette produktiefactoren) werden in het verslagjaar voor 86 gedekt door de netto-toegevoegde waarde; in het voorafgaande jaar be droeg dit percentage 69. De produktiewaarde van de glastuinbouw beliep in het kalenderjaar 1975 naar schatting bijna 2,3 miljard. Ten opzichte van 1974 lagen de produktenprijzen gemiddeld ca. 10% hoger, terwijl de omvang van de produktie 2,5 groter was. Aan de kostenzijde zijn de prijzen volgens de ramingen gemiddeld met iets meer dan 10% gestegen. In 1974 werd ca. 87% van de beloningsaan spraken van arbeid en vermogen in de glastuinbouw ge dekt door de toegevoegde waarde in deze sektor; voor 1975 kan dit percentage nog niet worden geraamd. Wel is zeker dat de glasgroenteteelt t.o.v. 1974 een beter economisch resultaat heeft bereikt, terwijl voor de glas bloementeelt het tegenovergestelde geldt. De positieve bijdrage van het internationale handels verkeer in agrarische produkten tot de handelsbalans is in 1975 verder gestegen. Hoewel bij een beperkte toe name van het invoervolume de exporthoeveelheid nau welijks groeide, zorgde een aanmerkelijke ruilvoetver betering (met name in het handelsverkeer met derde lan den) voor een waardestijging van de uitvoer tegenover een daling van de invoerwaarde. Het saldo van uit- en invoer van agrarische produkten heeft in 1975 de 10 miljard overschreden. Ten aanzien van agrarische pro dukten die uitsluitend door de Nederlandse landbouw worden voortgebracht en/of verbruikt, is dit saldo altijd nog ruim 8 miljard, waarvan het overgrote deel wordt gevormd in het handelsverkeer met de EG-partnerlan- den. Tot zover dit L.E l.-persbericht over de LEB 1976. Pu- blikatie die besteld kan worden door ƒ15,over te maken op giro 41.22.35 t.n.v. het LEI, Den Haag. (Zie verder pag. 4) j\OOR omstandigheden moet de bekende rubriek Over geld en Goed", die U wekelijks op deze plaats aantreft, verstek laten gaan. Vandaar dat de ko mende weken andere onderwerpen hier aangesneden zullen worden. Ditmaal enkele bijzonderheden over de beroepsmogelijkheden bij de sociale verzekeringswetten. Daarover is ons gebleken, kan enige informatie voor be trokkenen van nut zijn. Want net zo goed als er tegen bijvoorbeeld een aan- Hag van de belasting of een beschikking inzake de Bij standswet een bezwaarschrift kan worden ingediend, kan er tegen beslissingen van een uitvoeringsorgaan (Be drijfsvereniging) van de Sociale Verzekeringswetten in beroep worden gegaan. Dit betreffen dan o.m. beslissin gen over de AOW en AWW, de AWBZ, de diverse kin derbijslagwetten, de ZW, ZFW, WW en de WAO. Voor de werkgevers gaat dit dan om de vaststelling van de verschuldigde premie's en voor de werknemer het recht op en de hoogte van eventuele uitkeringen. XT/1E het niet eens is met een beslissing van het uit- overingsorgaan kan daartegen „in beroep" gaan bij de Raad van Beroep in wiens gebied men woont. Voor Zeeland is dat de Raad van Beroep te Rotterdam, die geregeld zitting houdt in Middelburg, voor Brabant die te 's-Hertogenbosch. Uitgezonderd bij beslissingen betreffende de AOW en AWW, die direkt „voor beroep vatbaar zijn, moet eerst voordat een dergelijke zaak aan hangig kan worden gemaakt, bij de bedrijfsvereniging een voor beroep vatbare beslissing worden verzocht. Na ontvangst daarvan moet, binnen de daarvoor gestelde termijn, tegen deze beslissing beroep worden ingesteld door middel van een klaagschrift, dat in tweevoud moet worden ingediend, en waarin de bezwaren tegen de be slissing worden uiteengezet. Normaliter is de beroeps termijn binnen één maand na dagtekening van de be slissing echter bij geschillen van geneeskundige aard 14 dagen. Bij die klaagschrift dient een afschrift van de voor beroep vatbare beslissing te worden bijgevoegd. jN eerste instantie wordt het klaagschrift bekeken door de voorzitter of een der ondervoorzitters van de Raad van Beroep. Zij zijn onafhankelijke administra tieve rechters die eerst onderzoeken of het betreffende beroep op grond van de wet kan worden afgewezen om dat het kennelijk ongegrond" of „kennelijk niet ontvan kelijk" is. In dit laatste geval wordt een en ander mede gedeeld in een „beschikking". Is men het met deze be schikking niet eens dan kan daartegen binnen 14 dagen verzet worden aangetekend door het indienen van ecu zgn. verzetschrift. In dat geval moet de zaak nogmaals worden bekeken, maar dan door de voltallige Raad van Beroep zijnde een voorzitter en twee leden. De volgende week willen we nader ingaan op de pro cedure en de Centrale Raad van Beroep. BI.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 3