Zorgen door de droogte
Zonnig en te droog
Verplegingswerkzaamheden
alweer in laatste fase
,0
5
De Pinksterdagen hébben ons ook op ZUID-BEVE
LAND prachtig, warm en droog weer gegeven. Of we
nu als akkerbouwers en veehouders in totaliteit zo blij
moeten zijn met zo'n langdurige droogteperiode, moeten
we toch zo langzamerhand wel wat gaan betweifelen.
Nu hebben we in de maanden maart, april en mei 74
mm neerslag gehads in 1974 was dit 83 mm, terwijl het
gemiddelde over een langer aantal jaren zo rond de 170
mm ligt. We moeten het toch wei zien dat we het afge
lopen voorjaar met zo'n goede struktuur zijn begonnen,
waardoor op dit moment de droogteschade nog uiterst
gering is
Zo als het nu is zal het vlas wel het gewas worden
waaraan de grootste droogteschade te constatren zal
zijn, het vlas blijft kort en de kg-opbrengst zal dan ook
zeker tegenvallen. Ook de meeste graszaadpercelen zijn
geremd in de groei, de zaadvorming lijkt dan ook wat
achter te blijven. Voor een groot aantal percelen zal
regen op dit moment weinig of geen verandering meer
teweeg kunnen brengen.
De wintertarwe en de suikerbieten hebben nog wel
het minste van de droogte te lijden. De wintertarwe
staat er goed voor. We weten nog niets van de korrelop
brengst, wel weten we dat we deze zomer echt niet met
grote hoeveelheden stro rekening zullen moeten hou
den. De afrijpingsziekten zouden bestreden moeten wor
den tussen het in aar komen en de bloei van de tarwe.
Soms komen de aren al bloeiend uit de schede. Meel
dauw komt gelukkig maar in geringe mate voor. In de
kleine oppervlakte Clement die afgelopen najaar is uit
gezaaid komt tot nog toe eigenlijk geen gele roest voor.
Laten we hopen dat dit zo blijft- Laten we ook hopen
dat in een volgend seizoen de oppervlakte aan Clement
zich niet noemenswaard uitbreidt.
De suikerbieten doen het tot op dit moment uiterst
goed. Op de niet met Temik behandelde percelen is nu
vrijwel overal een luizenbestrijding uitgevoerd. Op de
met Temik behandelde percelen komen wel wat luizen
voor, het is echter nog in 'n te verwaarlozen aantal. Een
bestrijding is dan ook hier nog niet nodiig gebleken.
De eerste zaadbieten zijn alweer gevonden; wel het
'meest in de allervroegst gezaaide percelen. Maar daar
naast zijn ook al weer éénjarige schieters gevonden, die
afkomstig zijn uit vorige jaren en die we dan ook moe
ten zien als onkruidplanten. Het as gewenst om deze zo
snel mogelijk te vernietigen. Geef ze geen kans om zaad
te vormen.
Door het droge weer is het steeds mogelijk géweest
om het onkruid machinaal en/of met de hand te vernie
tigen. Toch zijn er hier en daar nog problemen met het
onkruid Lang niet altijd is de chemische onkruidbestrij-
ding voldoende geweest.
In de vroegst ontwikkelde percelen aardappelen is
men ai weer begonnen met de voorbehoedende bestrij
ding van de aardappelziekte. Onder deze droge omstan
digheden lijkt zo'n bestrijding weinig zinvol, maar we
moeten vanaf het begin er voor zorgen dat ook de onder
ste bladeren voldoende beschermd zijn.
De werkzaamheden zijn thans wel zo ver gevorderd
dat het mogelijk is wat dagen vrij te maken voor excur
sies en bezoeken aan proefbedrijven, ook het op vakan
tie-gaan moeten we toch gaan zien als iets waar we
niet aan voorbij kunnen igaan. Tracht door het bezoeken
van de proefbedrijven uw kennis weer wat op te halen
en te vernemen welke mogelijkheden er voor uw bedrijf
kunnen zijn.
Ondanks de droogte van de laatste weken kunnen we
in OOST ZEEUWS-VLAANDEREN de stand van de bie
ten nog bevredigend noemen. Wel geeft de onkruidbe-
strijding de nodige problemen en laat veel te wensen
over, ook nadat reeds meerdere malen gespoten- is.
Daarbij komt dat een en ander toch wel een zeer dure
zaak wordt. De granen hebben door deze droogte een
zeer lichte stand Een klein voordeel is dat er bijna nog
geen sprake is van meeldauw, alhoewel in het gerstras
Pirouette diq, daarvoor resistent zou moeten zijn, daar
wel sprake van is.
De stand van de graszaadpercelen laat veel te wensen
over en als er niet snel verbetering in deze situatie op
treedt zullen er zeker percelen zijn waarvan het zelfs
niet lonend is om ze te dorsen. Het verhaal wordt eento
nig maar ook voor het vlas, dat nog maar 3 a 3'/2 vuist
lang is en waar de bloemknop al in komt, is de grote
vraag wat ervan J^recht zal komen?
De uien staan over het algemeen nog redelijk, al
wordt de noodzaak van wat neerslag ibij het bollen van
het gewas, de periode dat ze veel water nodig hébben,
bepaald urgent. Dit geldt evenzo voor de aardappels.
Want de nieuwe aardappels zijn gezet. Het pootgned be
looft weer duur te worden omdat er veel percelen afge
keurd worden.
Ook de stand van de blauwmaanzaadpercelen is over
wegend licht en die op zware grond hebben veel te lij
den van de onkruidbestrijding met Azulox. Iets dat
maar zelden voorkomt en vooral een gevolg is van de
langdurige droogte.
De stand van het erwtengewas is over het algemeen
zeer matig, al zou een buitje regen hierin nog veel ver
betering kunnen brengen. De eerste bloempjes zijn ech
ter al aanwezig en een oud 'boerengezegde is: dat erwten
pas gaan groeien als» ze beginnen te bloeien. Laten we
hopen dat dit ook deze keer bewaarheid Wordt; En wat
de bruine bonen betreft is het nog afwachten, de op
komst is door de toegepaste precisiezaai in ieder geval
goed.
Dat het grasland een zeer droevige zaak is ligt voor
de hand Over de hooiopbrengst zullen we maar niet
eens schrijven, want daarmee is het droevig gesteld.
En dat nu we eigenlijk volop in de hooimaand zouden
moeten zitten. We blijven maar weer hopen op gunsti
ger weersomstandigheden en dan niet voor de recreant
en vakantiegangers, maar voor onze gewassen en dus
onze portemonnaie.
Het vlas ontwikkelt zücjh niet zoals we da|fc graag
zouden wensen.
Voor de veehouderij blijkt nu toch wel, dat het
grasland snel regen en in een voldoende hoeveelheid
nodig heeft! 'Een aantal percelen dat voor hooiwinnin'g
was bestemd, is aï ingenomen voor het weidende vee.
Waar al gehooid is, is de opbrengst maar zeer matig. De
grasgroei is nadat we zeer vroeg in het voorjaar een
snelle groei konden zien door de grote koude sterk af
geremd, door de droogte komt ze nu slecht op gang, ze
ker in (gebieden die nog wat zilt zijn.
WILDE HAVER PLUK ZE WEG!
Het bestrijden van wilde
haver blijkt nog steeds de
jfnodige problemen op te leve-
ren. Niet tegenstaande het
opschonen en vernietigen
van wilde haverplanten is
het wilde-haver kwaad nog
steeds aanwezig. Vandaar
dat in verschillende gebie
den, waaronder de provincie
Zeeland een verordening
wilde-haverbestrijding van
kracht en de bestrijding er
van verplicht is gesteld. De
administratieve uitvoering
ervan berust bij de Gewes
telijke Raad voor Zeeland
van het Landbouwschap en
de controle op de uitvoering
bij de A.I.D. Dat niet ieder
een zich aan de voorschrif
ten houdt blijkt uit het aan
tal gekonstateerde overtredingen in 197r.
hoger is dan in 1974, n.l. 69 tegen 58. Daartegenover staat
dat in 1974 16 waarschuwingen zijn gegeven en in 1975
slechts 4. Er is dus in 1975 eerder tot verbalisering overge
gaan.
Indeling van het aantal opgemaakte processen-verbaal per
gebied en het aantal geschatte wilde haverplanten geeft het
volgende beeld:
Gebied: per ha -100
Schouwen-Duiveland 2
Walcheren 5
Zuid-Beveland 3
Zeeuws-Vlaanderen 18
Totaal: 28 38 2 1
De algemene indruk die in 1975 werd verkregen is dat
over het algemeen wel de nodige aandacht aan de wilde-
haverbestrijding wordt besteed maar dat lichte besmetting
(van enkele tot enkele tientallen planten) nog te veel ver-
ontachtzaamd wordt. Een ander belangrijk punt is dat het
verraderlijke karakter van dit onkruid veelal wordt onder
schat. Alhoewel er aanvankelijk is geplukt en men meent
schoon te zijn, staan er na enkele weken toch weer honder
den nieuwe planten. Dit kan zowel als oorzaak hebben dat
de gehele plant niet voldoende uitgetrokken werd en alleen
de boven het gewas uitstekende halm werd weggeplukt dan
wel de opkomst van nieuwe planten, die zich pas later heb
ben ontwikkeld. De A.I.D. gaat binnenkort weex op pad om
te kontroleren of de wilde haverbestrijding naar behoren
wordt uitgevoerd. Neem dus tijdig uw maatregelen.
GEEF DE WILDE HAVER GEEN KANS!
BI.
't Is ook erg droog in DE WESTHOEK! Met name de
zwaardere grond heeft er bij sommige gewassen toch wel
last van. De regenapparaten doen enorm hun best en plen-
sen er heel wat water over. Een flinke bui zonder hagel en
wind zou de gewassen een zeer gewenste opkikker geven.
We moeten gelijktijdig wel bekennen, dat wanneer het zo
nat was, als het nu droog is, de schade nogal wat groter zou
zijn. De bieten staan er met de grassen wel het beste voor.
De eerste tarwe-aren zagen we nog in mei en dat is niet
laat. Toch zullen verschillende stukken tarwe en ook gerst
zoals het er nu voorstaat niet te zwaar worden. Enkele stuk
ken tarwe zijn voor de meeldauw bespoten. Het betreft hier
echter de hele zware stukken waar echt wel teveel meel
dauw inzat. De meeste zullen wel spuiten gelijktijdig in kom-
binatie voor de afrijpingsziekten. Van de knopmade wordt
in ons gewest sporadisch gespoten. Veel erwten zijn er
trouwens ook niet te bespeuren in die Westhoek. De ontwik
keling vinden we op dit moment ook maar heel gewoon.
De conservenerwten delen misschien nog het meest in de
niet te beste stand. Opmerkelijk is het mooie herstel van de
vroege percelen aardappelen na de nachtvorst. Meestal
blijft er ook aan het blad wel wat te zien. Dit is praktisch
niet het geval. Sommigen beweren, dat de goede structuur
van de grond hier mede debet aan is. Overigens zijn we wel
benieuwd hoe de aanslag van deze aardappelen zal zijn.
De vorstschade in de boomgaarden valt in ons gewest
nogal mee. Vooral de bomen die niet al te ver van Hollands
Diep en Volkerak liggen hebben minder geleden dan verder
landinwaarts. Er zijn reeds verschillende boomgaarden op
stam verkocht voor zeer goede prijzen.
100-500 500-1000 1000 en meer
6 1
6
26 2
Op pnze meerdaagse busreis door de ons omringende
EEG-landen hebben we weer heel wat ervaringen opge
daan. Ook daar kampen onze kollega's met de gevolgen
van de extreme droogte. Vooral in de bergrijke streken
lijkt de oogst plaatselijk op een mislukking uit te lopen.
I>e geringe sneeuwival in de afgelopen winter schijnt
ook daarvan nog extra debet te zijn. Verder is het on
voorstelbaar hoe de wijngaarden het op de berghellin
gen thans nog volhouden. Ook op de hoogvlakten staan
de gewassen er >schraal voor en vooral de aardappelen
doen het heel slecht. In Engeland en in de Skandinavi-
sche landen is bet niet veel beter. En zo zit heel West-
Europa thans in de ban van de droogte. Voor de Euro
pese boeren dus een minder hoopvolle oogst in het
vooruitzicht- Voor Brussel zal er dan ook weer heel
wat werk aan de winkel zijn. Lijnen uitstippelen is voor
zo'n grote gemeenschap al niet eenvoudig, maar als het
er naar uitziet dat de natuur er een streep doorhaalt,
wordt het als maar moeilijker! Zo'n reis heeft toch wel
een bijzondere waarde, want men krijgt er wat meer
achtergrondinformatie door. De taalmoeilijkheden vor
men wel een handicap in de communicatie. Maar .buur
man zegt alles te kunnen verstaan hoewel hij maar heel
weinig terug zegt en dat zijn we niet van hem gewend!
Toch zorgde hij voor de nodige inforinatie en dat was
van veel belang als we ergens een bezoek brachten. Zo
hebben we een boerderij (bezocht, waar duizenden kui
kentjes per dag het levenslicht izien, en een kippen-
mesterij waar horen en 'zien j'e verging van al het geka
kel. Ook het onderzoek staat er op een zeer hoog peil.
Volgens buurman is men bezig om door kruising, ver
groting van het aantal chromosomen, en vergroting van
de eileiders een kip te fokken die twee eieren per dag
kan en gaat leggen. Als eis wordt gesteld, dat de eieren
niet groter of kleiner mogen zijn dan normaal en dat de
voedingskosten van zo'n kip er niet door imogen stijgen.
Verder moet zo'n kip korte pootjes hebben wat van be
lang is in de legbatterijen.
Typisch, is daar in de bergen de lichaamsbouw van de
koeien. De voorbenen zijn veel korter en de achterbenen
veel langer dan wij van de Hollandse koe gewend zijn.
Dit heeft weer minder speentrappen tot gevolgd. En zo
zien we weer, dat de natuur zich aanpast aan de om
standigheden.
Een ware belevenis was ons bezoék aan de stad We
nen. Van oudsher is het een stad waar de cultuur hoog
tij viert en waar het de moeite waard is om enkele da
gen te toeven. De uitstaipjes in de direkte omgeving zijn
ook bijzonder aantrekkelijk en mede hierdoor waant
men zich in een heel andere wereld en dreigt men huis
en haard te vergeten.
Thuisgekomen was het een grote tegenvaller dat het
nog steeds niet veel geregend had Wanneer we niet
meer krijgen dan een paar mm regen per week. dan
begint het er voor oogst 1976 toch wel erg bedenkelijk
uit te zien. Karwij, graszaad, vlas en erwten hebben,
gezien hun ontwikkeling, thans de boot al gemist. Voor
de granen die nu in de aar gaan komen, wordt het wel
erg kritiek. Verder staan veel uien en aardappelen er
maar erg povertjes voor. Rond half juni moeten de ge
wassen het vel(ï,diciht hebben, maar zover zijn we nog
lang niet. Het uitdrogingsproces van de grond gaat hier
door gestadig door en de groeiperiode van de gewassen
wordt zodoende wel erg bekort. Voor de boer zijn 1974.
1975 en 1976 wel bijzondere jaren waaruit overduidelijk
blijkt, dat zijn portemonaie bu ten ligt. Als zelfstandig
ondernemer weten we, dat ons inkomen ups and downs
kent, maar de laatste jaren overheersen de downs wel
erg sterk en daardoor wordt het onmogelijk om er wat
aan over. te houden voor de oude dag. De nieuwe vorm
van rentenieren wordt daardoor steeds meer en meer
oen moderne samenwerkingsvorm van vader en zoon.
Ondanks zijn vergrijzing blijft de vader daardoor rn
prima arbeidsreserve voor alle dag en een gemakkelijke
financier voor zijn zoon, hopende dat deze goed boert.
Is dat niet het geval, dan heeft de vader pech gehad!