Vergadering Hoofdbestuur
K.N.L.C.
C-O
's?ï?(P
VRIJDAG 11 JUNI 1976
64e jaargang - No. 3335
zuidelijke landbouw maatschappij
Jaarstukken
P.B.O.
Financiële
medeverantwoordelijkheid
Structuurbeleid en
werkgelegenheid
y
z. .m
land- en
tuinbouwblad
Het selekteren van het pootaardappelgewas, vraagt momenteel- veel aandacht.
Op de meeste plaatsen Is het produkt al In de klasse gezet. Zaak is het echter om de aardappelen
er ook in te houden, wat een voortdurende aandacht blijft eisen.
MARKT EN BEDRIJF VERBETEREN, NU EN STRAKS.
Op 31 mei ,s avonds kwam het hoofdbestuur van het K.N.L.C.
bijeen te Zwolle. De volgende dag maakte het K.N.L.C. zijn
jaarlijkse excursie in Overijssel als gast van de O.L.M. Het was
de eerste hoofdbestuursvergadering onder leiding van de nieuwe
voorzitter, de heer ir. D. Luteijn. Er waren verder enkele nieuwe
gezichten aan de hoofd bestuurstafel: de heer S. de Visser, het
nieuwe hoofdbestuurslid voor de Z.L.M. en de heer B. A.
Bokma, de nieuwe hoofdredakteur van „De Landbode". De
voorzitter wenste bij het begin van de vergadering de heren P.
Houtsma en F. Goosen, lid resp. adviseur van het hoofdbestuur,
geluk met de hun verleende Koninklijke onderscheiding.
Zoals gebruikelijk in zijn vergadering in deze tijd van het jaar
behandelde het hoofdbestuur de jaarstukken, die straks door de
komende Algemene Vergadering (op dinsdag 16 november a.s.)
definitief moeten worden vastgesteld. De rekening en
verantwoording over 1975 werd goedgekeurd. Met de begroting
van inkomsten en uitgaven voor 1977 werd na een kleine verdere
verbetering van de vergoedingsregeling eveneens ingestemd.
Wat de inkomstenkant betreft werd daarbij het voorstel van het
dagelijks bestuur overgenomen om een kleine aanpassing van
de afdracht door de provinciale landbouwmaatschappijen van
het K.N.L.C. toe te passen. De bedoeling is om een geleidelijke
verhoging tot stand te brengen in plaats van een schoksgewijze.
De verhoging werd deze keer gezocht in de bijdrage per hectare
(met 10 cent tot 1,35) en de afdracht per tuinder (van 42,-
tot 45,-). In een klein tekort wordt dan voorzien door
overschrijving uit het saldo van voorgaande jaren. De rekening
1975 en de begroting 1977 zullen nu aan de Algemene
Vergadering ter vaststelling worden voorgelegd.
Het hoofdbestuur kon zich wel verenigen met de conclusies die
in een gezamenlijk beraad van de centrale landbouworganisa
ties en de Nationale Coöperatieve Raad waren bereikt over de
bevoegdheden van produkt- en bedrijfschappen. Het ging met
name over verlangens van de voedingsbonden aangaande meer
zeggenschap van de uit ondernemers en werknemers bestaande
besturen van produktschappen: b.v. wat investeringen in
daaronder vallende bedriiven het reft y verder r. Q
daaronder vallende bedrijven
werkomstandigheden en prijzen.
Het hoofdbestuur onderkende dat het om verlangens ging die
uiting waren van een streven naar hervorming van de
maatschappijstructuur. Het gesprek daarover moet op
algemeen politiek en organisatorisch niveau plaatshebben. Dit
gaat hef bestaande, indertijd opgestelde, wettelijke raam van de
produktschappen te buiten. Maar ook met wat daarbinnen zou
vallen is grote omzichtigheid geboden. Het hoofdbestuur wilde
zich graag nog steeds houden aan de lijn die enkele jaren
geleden al door de landbouworganisaties en -coöperaties is
aangegeven. Die is dat waar de produktschapstaken, mede door
de E.E.G., aan betekenis hebben ingeboet, tot nauwere
samenwerking en concentratie moet worden gekomen. Men was
het ook eens met de suggestie, dat de 3 C.L.O. de ontwikkeling
van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie eens in studie
zouden moeten nemen. De P.B.O. is eigenlijk alleen in de
In dit No.:
Omvang en aard, intensieve
samenwerking in
landbouw
i
pag.4
pag. 5/6
pag.7
aangifte
•Uit de Praktyk
Landbouw als
nevenberoep
Voorlopige
veldkeuring van
Pootaardappelen pag. 7
Bonen en hun schaduw
pag. 8
Ervaringen met zelfvoedring
bij rundvee
pag. 9
pag. 10/11
Op bezoek bij
Tuintips
Intern Transport pag. 16 i
•Voor de vrouw pag. 19
pag. 15
landbouwsektor (produktschappen en Landbouwschap) en iets
in de middenstand aangeslagen. Naar verluidt tode Regering
overwegen om het georganiseerde bedrijfsleven (S.E.R.) te horen
over de ontwikkeling van de P.B.O.
Het hoofdbestuur stond uitvoerig stil bij de hier te lande en op
E.E.G.-vlak gaande zijnde discussie over het financieel
betrekken van de veehouderij bij het overschot aan magere
melkpoeder (en straks aan boter). Dit is door de E.E.G.-raad
voor volgend jaar ai oesioien en ae lanaoouw neett de
gelegenheid om het zijne erover te zeggen, voordat de
Commissie voorstellen doet, in juni a.s. Zij het node, aanvaardt
het hoofdbestuur dat hierom een klein bedrag op alle melk
wordt ingehouden, maar wel onder stringente voorwaarden. De
uiteindelijke verbetering van het veehoudersinkomen moet
namelijk verzekerd zijn. Het melkprijsbeleid moet overeind
blijven en ook de marktmaatregelen die dat steunen. Ideeën,
zoals die in Brussel rondwaren, om zonder meer de feitelijke
melkprijs verder onderuit te halen en ondertussen met
veehoudersgeld al het melkpoeder weg te werken, worden
afgewezen.
Met de veehoudersbijdrage moet naast geld van Brussel een
geheel van maatregelen worden genomen om door een sneller
evenwicht op de zuivelmarkt de positie van de melkveehouderij
te verbeteren. Hiertoe behoren speciale akties tot afzet-
verruiming, b.v. verwerking van poeder en veevoer op
concurrerende basis en meerjarige voedselhulp en tot een
grotere vermindering van het aantal melkkoeien dan de
Commissie zich al eens voorstelde (meer premieregelingen). De
georganiseerde landbouw zal hierin terdege inspraak moeten
hebben.
Dit alles dan naar de mening van het hoofdbestuur nader te
besluiten in het kader van de prijzenronde voor 1977/'78, als
alle kanten van het E.E.G.-inkomensbeleid ter tafel komen. Er
wordt n.l. wel gesuggereerd dat nog dit seizoen met een
melkheffing ten behoeve van het wegwerken van mager poeder
zou moeten worden begonnen. Maar voor dit jaar heeft de
E.E.G.-Raad zijn besluiten al genomen en hij moet zijn
verantwoordelijkheid eerst helemaal waar maken.
Ruilverkaveling en rentesubsidies waren de twee onderwerpen
van structuurbeleid, die het hoofdbestuur had te bespreken in
verband met een onzeker overheidsbeleid. Krachtig werd
geprotesteerd tegen de ernstige vertragingen die vele ruilver
kavelingen in voorbereidingen oplopen, door de grotere mate
waarin andere dan landbouwbelangen meespelen. Onverkort
moet het werk aan deze blokken doorgaan, wil b.v. het gestelde
voorbereidingsprogramma tot 1978 worden verwezenlijkt. De
landbouw in landschappelijk mooie gebieden mag niet worden
achtergelaten. Het hoofdbestuur legde er nog de nadruk op hoe
goed het ruilverkavelingsprogramma past in het streven van de
Regering naar extra werkgelegenheid in deze moeilijke sociaal-
economische situatie; 40.000 ha. per jaar zou 3.000 man-jaren
betekenen.
Hetzelfde gold de suggestie als zou vanwege de zuivelmarkt-
situatie en de grondprijsontwikkeling het rentesubsidiebeleid
voor de melkveehouderij worden beperkt, b.v. door maar 1%
subsidie meer te geven op uitbreidingsinvestering en minder
koeien per ha. als subsidiegrens aan te houden. De nood
zakelijke versterking van vooral vele z.g. middenbedrijven op
den duur,'zou onmogelijk worden. De marktsituatie vaii het
ogenblik mag hierbij geen rol spelen.