SGfffy Regen nu dringend gewenst Onregelmatige opkomst De droogte - Er kan nog van alles gebeuren Meeldauwbestrijding in tarwe nog niet nodig 5 Nog steeds hebben we geen regen van betekenis ge had in ZUID-BEVELAND. In totaal in deze maand in twee keer zo'n 8 a 10 mm. 't Is wei lekker voor boven op, maar onderin is het niet merkbaar. Ondanks dat behoeven we in zijn algemeenheid nog niet te klagen.De wintertarwe staat goed, slechts op enkele percelen komen wat verschijnselen voor die op een vochttekort wijzen. Meestal wordt dit pas zichtbaar als ook andere problemen mee gaan spelen. Verder lijkt het zo dat de suikerbieten toch goed doorgroeien, ze kunnen via hun wortels nu toch bij 'het vocht in de wat diepere onderlagen. De aardappelen, vooral op de zwaardere gronden hebben het grootste gebrek aan vocht. In enkele percelen wintertarwe is al wat meeldauw gevonden. Echter alleen op de onderste bladeren of stengeldelen. Het kan hier wel schade veroorzaken, maar toch ontstaat de meeste schade pas als het boven ste iblad bezet is met meeldauw Dan is ook een bestrij ding het meest op zijn plaats. Het is gewenst om dan pas een bestrijding uit te voeren als de slagingskan- sen van de bestrijding het meest gunstig zijn. Op een groot aantal percelen wordt thans het tweede deel van de gedeelde N-bemesting gegeven. In de mees te gevallen zal 30 tot 40 kg wel voldoende zijn. De bieten zetten goed door. Ze staan al een heel eind opéén. Gezien de mogelijkheden die er dit voorjaar waren is men vroeg met het dunnen begonnen. Blijkbaar is men er nog niet van overtuigd dat bieten ook wel dichter in de rij mogen blijven staan. Op enkele be drijven heeft men nog wel gebruik gemaakt van de rijendunner, op enkele /bedrijven van 'de Monomat In de afgelopen week zijn er al wat zwarte bonenlui zen gevonden. Het aantal groene perzikbladluizen was nog zeer beperkt. Het lijkt niet uitgesloten dat deze week nog een bespuitingsadvies voor de niet met Temik behandelde percelen noodzakelijk zal zijn. Bij de aardappelen staan nu de vroegst gepote en vooral die percelen op de lichtere grond goed boven. Regen zou vooral op de zwaardere gronden de wortel vorming gunstig kunnen beïnvloeden. Op vele perce len bestaat een te groot deel van de rug nog uit droge grond. Voor het grasland gaat regen nu hoogst noozakelijk worden. De oppervlakte 'om in te kuilen en te hooien wordt iedere dag al kleiner. Een te grote oppervlakte is nu al nodig om het weidende vee voldoende vers gras ter beschikking te kunnen stellen- Door de aanhoudende droogte in WEST ZEEUWS- VLAANDEREN komen op veel plaatsen de aardappelen, stamibonen, mais en witlof onvoldoende tot kieming. Dit is voornamelijk het geval daar waar zaad of pootgoed ondiep, dus in de droge toplaag, in de grond zijn ge bracht. We herinneren ons nog heel goed de mei- en juni maand van 1974, toen een enkeling tenslotte tot berege ning is overgegaan. liet probleem is echter dat we in ons gewest over maar weinig geschikt beregeningswater beschikken, wegens een te hoog gehalte aan N.C1, wat behalve bladveibranding, ook tot korstvorming kan leiden. Het middel is dan erger dan de kwaal! De zorgen blijven ons dit voorjaar vervolgen, want ook de meeste andere gewassen hebben ondanks een goede beginontwikkeling nu toch echt wel een flink vochttekort. Vooral karwij, graszaad en vlas staan er meestal bar bij. En van de granen kunnen we ons maar moeilijk voorstellen dat als u dit leest de eerste aren dierten beginnen te komen. We zijn ook geschrokken van de abnormale grote hoeveelheden zwarte luizen op allerlei winterwaard- planten, die wellicht in -de komende tijd onze gewassen zullen 'gaan 'bevolken. Met de groene luis in de bieten valt het in vergelijking tot vorig jaar wel mee, alhoe wel de meeste percelen waar geen Temik werd gebruikt in de derde week van mei werden gespoten. Er kwam dan wel geen waarschuwing, maar met de schade van dit gespuis nog in ons achterhoofd, in de laatste paar achter ons liggende jaren hebben we dit niet durven afwachten. Zo door de polders rijdend, moeten we konstateren, dat we de bieten, dank zij de chemische bestrijdingsmo- -gelijkheden, waarbij vaak kombinaties van middelen zijn toegepast die in andere jaren best eens als alles- doders zouden kunnen werken, toch nog schoon hebben gekregen. Zelfs in uien ging menigeen er al zeer vroeg met Ioxymil op los om 'het grote onkruid in de nog te kleine uien te bestrijden. En, we moeten zeggen met meestal een goed sukses en weinig schade, doordat de uien goed waren afghard. Dit wil echter niet zeggen dat er weinig handwerk aan te pas hoeft te komen. Voorlopig zullen we de hou weel dan ook nog wel dagelijks in de handen moeten hebben om onze gewassen enigszins zuiver te krijgen en te houden. Vooral de wortelonkruiden bezorgen velen een extra last; evenals opslag van enkele gewassen wat zelfs met^ kontaktherbiciden zeer moeilijk is te bestrijden. Het is dit voorjaar een goed moment voor de conctructeurs om de z.g. tussenrijen'bepuitingsappa- tuur uit te proberen. In een aantal gewassen lijkt ons dit een grote uitkomst. Voor de betrokken deskundigen dan weer de taak uit te zoeken welke de beste middelen zijn en of-deze legaal kunnen worden toegepast De verzorging van de gewassen vraagt nu opWAL- CHEREN de volle aandacht van de plantenteler. Het zelfde geldt voor de „veeteler" wat betreft de verzorging van het vee en het grasland. Daarnaast speelt ook de voederwinning voor het vee een belangrijke roL Om met het laatste te beginnen, de voederwinning voor het volgende stalseizoen, staat er thans niet zo In sommige landen van de derde iwereid igelooft men in regenmakers. Hie dverigens zelden het gewenste resultaat bereiken. In de praktijk Jiier foakt men het probleem anders aan, met overtuigend sukses. In deze rubriek is al eens eerder opgemerkt dat ieder •jaar op zich 'zelf staat. Dit voorjaar in NOORD-BEVE LAND hebben we met nog minder neerslag genoegen moeten nemen dan voorjaar 1974. Over de periode januari t/m april heeft het slechts 93 mm geregend ter wijl er in 1974 over dezelfde periode 187 mm is geval len. Dank zij de toch wel zeer goede struktuur staan de gewassen er nu Heel wat florisanter voor dan destijds. Toch gaat de droogte zich nu zo langzamerhand wel in de gewassen aftekenen, met name in het graszaad. De opkomst van de aardappelen is vrij regelmatig. De stand van de suikerbieten is vrij goed en zijn goed aan de groei. De standdichtheid van de vroeg, eerste week van maart, gezaaide bieten is echter op de lichtere grond aan de magere kant. De tarwe is na de weinige regen die we tot nu toe in mei hébben gehad (10 mm) behoorlijk opgeknapt. Op de percelen met een wat dunne stand is de tarwe enorm uitgestoeid, tot zelfs 9 a 10 'halmen per plant toe. Of al deze halmen volwaar dige aren zullen produceren, 'zal echter afhangen van het verdere verloop van het groeiseizoen. Ook zal er dan voldoende voedsel aanwezig moeten zijn. De afge lopen week hebben vele tarwepercelen dan ook hun tweede stikstofgift gehad. Het bepalen van de hoogte van de overbemesting was duidelijk niet zo eenvoudig Veelal had men maar houvast aan het stikstofbemes- (Zie verder paginaö.) gunstig voor. Door de aanhoudende droogte stagneert de grasgroei in vrij ernstige mate. De grasgroei is nog wel zodanig dat er voldoende gras is voor beweiding Dat geeft nu nog geen zorgen. Maar wel de voederwin ning wat betreft de winning van kuilgras en straks ook van grashooi. Er 'is al een kleinere oppervlakte gras gekuild. Dit kwantum is nog yeel kleiner, daar de hoe veelheid gras per oppervlckte veel lager is dan in voor gaande jaren. We overdrijven, daoht ik, niet, wanneer we stellen dat er nu al één snee gras verspeeld is als gevolg van de droogte. In tegenstelling tot andere ge bieden is kunstmatige beregening in ons gebied niet mogelijk. Al met al kan het vooral voor de bedrijven met een hoge veebezetting en een intensieve beweiding, wel eens moeilijk worden wanneer de droge periode nog lang voortduurt. Laten we echter nog niet te veel leeuwen en beren de weg op jagen. Een hele zomer ligt nog voor ons. Er kan nog van alles gebeuren! De gewassen zijn door het zonnige weer goed ge groeid. In de akkerbouw is de behoefte aan regen nog wat minder groot dan voor de weidebouw. Toch zijn het vooral dat wat fijnere gewassen, zoals vlas, blauw maanzaad en uien, war een flinke regenbui voor een wat vlottere groei kan zorgen. De vochtvoorziening is dikwijls toch wel de beperkende faktor. De bietenplan- ten hebben er nog het minst onder te lijden. Hun wor tels gaan nu de diepere lagen van de grond in. Voor het verkrijgen van een lange Ibietwortel is dit gunstig. We hebben in totaal in april en mei, tot op heden (24 mei) nog niet ten volle 25 mm neerslag gehad. Daar bij nog gerekend, dat ook de voorgaande maanden febru ari en maart geen grote hoeveelheden neerslag gaven, dan is het begrijpelijk dat de watervoorraad in de grond erg krap dreigt te worden. Bij dit alles is er één lichtpuntje, de werkzaamheden ondervinden weinig stagnatie. Alle werkdagen kunnen volledig voor veldwerk benut worden. Het opéén zetten van de bieten is dan ook weer achter de rug. Mede ook door de gunstige stand op de meeste percelen werd dit werk in hoog tempo uitgevoerd. Ook in verschillende percelen blauwmaanzaad zullen er nog wel wat hand werk uitgevoerd moeten worden. Dit betreft dan de onkruidbestrijding, want de chemische onkruidbestrij ding heeft ook in dit gewas hier en daar wel een steekje laten vallen! Met het warme weer zijn ook de aardappelen in de grond weer wakker geworden We vermoeden afgelopen winter dat er veel bevroren zouden zijn. Toch zijn er nog heel wat knollen die de vorst hebben overleefd, gezien de opslag die we op diverse percelen weer waar kunnen nemen. De overbemesting met stikstof op wintertarwe zal nu op korte termijn moeten worden gestrooid. Door de aanhoudende droogte is het gewas niet overdadig blad rijk geworden. Vooral de kleur van het gewas zal van invloed kunnen zijn bij de beslissing of een overbe mesting nog gewenst is, en zo ja, hoe hoog de gift moet zijn? Gelukkig hebben we tot op heden nog geen gele roest gezien! De gevolgen van de langdurige droogte beginnen steeds grotere vormen aan te nemen. Vooral in de vee houderij is het zeer krap met het gras in de weiden. Voor het bijvoeren vormen de overschotten aan kuil- 'voer momenteel een welkome aanvulling. Weiden wel ke bestemd waren voor de hooibouw of voor het inkui len zijn nu al in gtbruik genomen voor het vee en daardoor ziet het er niet best uit voor de winning van het a.s. winter voer Ongetwijfeld zullen de hooi-, stro- en voeraardappelprijzen daardoor weer ongekend gaan stijgen. Ook andere voedermiddelen zullen door de grotere vraag wel duurder in de markt komen te liggen. Gelukkig doet de ingezaaide snij mais het ondere deze droge omstandigheden nog heel goed en misschien zal er dit jaar nog heel wat korrelmais als snij mais wor den geoogst. Wanneer we'nu in de tweede helft van mei de balans in de akkerbouw opmaken, dan moeten we zeer tot onze spijt constateren, dat vooral de voorjaarsgewassen een heel stuk achter liggen op het schema. De zomergranen zijn zeer sterk in hun ontwikkeling geremd en vooral de zomergerst heeft het zeer hard te verduren. Op de zware grond komen de aardappelen zeer traag en on gelijk boven en vooral het koude pootgoed valt daarbij sterk op. De uien lijden erg van de droogte en 'bovendien worden de bieten en het blauwmaanzaad nog erg door diverse insekten geplaagd. Er Valt dus allerwege een grote achterstand te bespeuren en die is niet gauw meer in te lopen. Voor alles is broodnodig regen nodig, maar wat ons opvalt is, dat het onkruid niet onder de droogte lijdt, maar juist in vele gewassen welig tiert De zaadonkruiden zijn hard geworden en daarom moei lijk chemisch te bestrijden. Met wiedmachines is tussen de rijtjes nog veel te bereiken, maar in de rij zal het een eindeloze opgave gaan worden. Hier en daar wor den al aardappelen opnieuw aangeaard om het onkruid zo nog de baas te worden. Typisch is dit voorjaar toch wel, dat we vroeg aan de slag konden en dat de struktuur van de grond buiten gewoon goed was, maar toch zal de spuitrekening on gekend hoog worden en veel werk zal er nog achter aan komen. Als Moeder Natuur het ergens laat afweten, dan staan we zo klaar om ingrepen te doen, maar deze zijn extra duur. In de bieten zijn de eerste bladluizen ook al weer gevonden en dat is toch zeker weer een teken aan de wand en een zaak om goed in de gaten te houden. Soms lijkt het wel of een gewas dat om een of andere reden gebrek lijdt ook nog eerder door insekten wordt geplaagd. Boeren is steeds een mooi vak geweest, maar de laatste jaren wordt Let er niet gemakkelijker op. Onze jongens hebben hun schriftelijk examen op de lagere landbouwschool weer pas achter de rug en zo wordt er al vroeg heel wat van hun gevergd. Toch we ten ze nooit genoeg nu alles zo gekompliceerd wordt en daarom moeten ze niet al te vroeg een punt achter hun studie gaan zetten. Het werk met machines is een boei ende 'bezigheid, maar de toekomstige ondernemers zul len nog meer in hun mars moeten hebben. De excursie ligt weer voor ons en een bezoek aan de proefboerderij „De Rusthoeve" moet daarbij zeker op het programma staan. Uit de veelvoud aan proeven is daar veel te leren. De ontwikkeling gaat door en over wat men niet gezien heeft kan men ook niet meepraten. Onze vereniging gaat met zijn leden zelfs op excursie naar het buitenland en zo'n kans mogen we toch zeker niet missen. Zeer belangrijk is dat daarbij ook de boer innen zijn uitgenodigd. Het bestuur weet op tijd zijn bakens te verzetten, want het getuigt toch van een zeer vooruitziende blik, maar het kan ook zijn, dat het „jaar van de vrouw" daarop van invloed is geweest. Om in landbouwtermen te spreken, kunnen we ook stellen, dat als er één schaap over de dam is, er wel meer zullen volgen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 5