VERGADERING HOOFDBESTUUR DER 4 e. AP het gevaar af het terrein van deze rubriek te overschrijden, ditmaal iets over de Pachtwet. Niet zozeer over de inhoud maar meer over het ont staan en achtergronden van de huidige pachtwetge ving. Een pachtwetgeving overigens waar inmiddels alweer druk over gediskussieerd wordt. Er is niet altijd een aparte Pachtwet geweest. Bij het ont staan van het Burgerlijk Wetboek in 1838 (met en mooi woord „codificatie" genaamd) was de pacht nog onderge bracht bij de huur onder de titel: ,,van de regelen welke bijzonder betrekkelijk zijn tot de huur van landerijen". De ze regelen waren geheel in de geest van de toenmalige maatschappijvisie, dus een vrijwel volledige kontraktvrij- heid. In ieder geval geen dwingend recht. Daardor kon het nog al eens voorkomen dat er sprake was van onrechtvaardig heden tussen verpachter en pachter, meestal ten nadeie van de laatste. TEGELIJKERTIJD met de opkomst van de sociale gedach te, in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, rees ook 't verzet tegen de bestaande pachtwetgeving. Het werd 'n moeizame zaak want het duurde tot 1937 voor er een meer passende wetgeving tot stand kwam, nu in een aparte wet: de Pachtwet 1937 (31 mei 1937 Stbl. No. 205). Lang bleef de wet niet in werking, want reeds in 1941 werd deze ver vangen door het zgn. „Pachtbesluit". Dit Pachtbesluit bleef in werking tot 1958. De ouderen zullen zich dit alles zeker nog herinneren. Onderwijl was er in 1947 een kommissie ingesteld die antwoord moest geven op de vraag wat de meest gewenste pachtregeling zou moeter, zijn. Het rap port van deze Cie. leidde uiteindelijk tot de Pachtwet 1958. Dit is de nog steeds geldende wet. Inhoudelijk is de Pacht wet vrijwel gelijk aan het Pachtbesluit 1941. WAT zijn nu de voornaamste verschillen tussen de pe riode voor 1937 en die van na 1937. Zonder twijfel is het belangrijkste daarvan het opnemen van het zgn. recht van napacht in de wettelijke regeling. Hierdoor werd het onmogelijk een zorgvuldig pachter na verloop van de pachttermyn zonder meer van „zijn" grond af te zetten. Met recht kon daarvoor in bepaalde gevallen van een wantoestand gesproken worden. Overigens had men hier voor in het Noorden van het land reeds eeuwen geleden een eigen oplossing gevonden door het zgn. beklemrecht waardoor de pachter een zakelijk recht verkreeg. Andere belangrijke verbeteringen zijn het recht op vergoeding voor verbeteringen die de pachter heeft aangebracht (me- lioratie recht) en de aanspraken op verlaging van de pachtprijs. ;|\E Pachtwet 1958 is bijna helemaal van dwingend recht. Zo is er de schriftelijke pachtovereenkomst en de uitgebreide bevoegdheid van de rechterlijke macht. In feite is hiervan een totale ommekeer sprake geweest: van een ongeregelde pachtregeling naar een nauwkeurig voorgeschreven regeling, vooral ter bescherming van de pachter. De pachtregeling is daardoor een symptoon ge worden van de gewijzigde opvatting in de maatschappijl OGGEL. Volgende keer: de Pachtwet in vogelvlucht. (Vervolg van eerste pagina) VEEHOUDERIJ pOOR het koude en droge weer is ook de grasgroei afgeremd", zo deelde de heer J. M. van Heijst in zijn veehouderij-overzicht mede. Met name op de lichte zandgronden verdort het gras hier en daar al met alle konsekwenties voor kuil- en hooi-opbrengsten. De prijzen van gebruiksvee en nuchtere kalveren staan mede daardoor zwaar onder druk. Het aanbod van de slachtveemarkten is ruim, vooral de slachtstieren zijn moeilijk te verkopen. Ook de invoerbeperkende maat regelen van Italië vinden hun weerslag op de prijzen van slachtvarkens en vette kalveren. Ondanks de grote sterfte onder biggen door de ziekte van Anjesky zijn de prijzen wat flauwer. Inmiddels is er voldoende entstof tegen deze ziekte voorradig zodat de sterfte spoedig tot het verleden zal behoren. De heer Van Heijst vertelde verder dat de melkaanvoer nog steeds toeneemt. Dit wordt voornamelijk toegeschre ven aan de hogere melkgift per koe door gebruik van o.a. krachtvoer. „Hierdoor zal men wel op moeten passen voor een te grote botervoorraad", zo waarschuwde de veehouderijspecialist van de ZLM. De zgn. „halfboter", een nieuw produkt is goed inge slagen en geeft hoop voor de toekomst. Ook het gebruik van consumptiemelk neemt toe. Minder optimistisch was de heer Van Heijst over de melkpoederproduktie. „De voorraden nemen nog steeds toe", terwijl de klachten over de cautieregeling niet van de lucht zijn". Ook de financiële medeverantwoordelijkheid is weer onderwerp van gesprek. Hiermede zou men de melkpoederberg wil len opruimen en produktiebeperkende maatregelen willen treffen. „Wanneer hier niet aan te ontkomen is dan moet zo n maatregel wel eenmalig en beperkt zijn', zo stelde de heer Van Heijst. De fusie var. de zuivelcoöperaties in het Zuiden lijkt nu een feit te worden. Het lange uitstel heeft al veel geld gekost en iedereen begon zich er mee te bemoeien. In dit verband hekelde de heer Van Heijst echter het rapport dat in opdracht van „De Boerderij" is samengesteld. In dit rapport komt de V.C.Z. er bijzonder slecht uit. De heer Van Heijst was het daarmee niet eens. „Er zijn vele fak- toren die de uitbetalingsprijs bepalen en als je daar naar korrigeert zit de V.C.Z. in de middenmoot van de Zuide lijke zuivelfabrieken. De lagere prijs in 1974 is het ge volg geweest van de opbouwperiode na de toenmalige fusie. Tot slot van zijn overzicht deelde de heer Van Heijst mede dat het rapport „mestvee" nu op drukken na klaar is. Het Hoofdbestuur ging ermee akkoord dat na behan deling in de veehouderijcommissie dit rapport op de ledenraadsvergadering van 28 mei a.s. zal worden behan deld. Het rapport kan dan ook worden gepubliceerd. Naar aanleiding van het verslag van de heer Van Heijst ontspon zich een vrij uitvoerige diskussie over de mede financiële verantwoordelijkheid van de producent. Beslo ten werd om toch maar mee te praten om nog gekkere dingen te voorkomen. „Maar we zullen ons er niet zomaar bij neerleggen", aldus het Hoofdbestuur. Ook het Hoofd bestuur was van mening dat de melkpoederberg zo spoe dig mogelijk moet worden weggewerkt maar dat de ge meenschap daaraan mee zal moeten betalen. Oppositie tegen de invoerbeperkende maatregelen van Italië leek het Hoofdbestuur van de ZLM zinloos „omdat er van een kale kip toch niet te plukken is"! TUINBOUW T} OOR de grote aanvoeren is de prijs van komkom- mers al gezakt en die van tomaten dreigt dat te doen", zo begon de heer M. J. Goud zijn tuinbouw-over- zicht. De aanvoer van glassla is verminderd, terwijl het aanbod van sla van de open grond dit jaar erg laat is. Anderzijds doet het warme weer van de laatste dagen de konsumptie van deze groenten toenemen. De winter bloemkool wordt volop geoogst. Ook hier wat minder uit groei door het koude en schrale weer. De laatste restant van de perenoogst worden nu afge zet en wel tegen hoge prijzen. „Het bewaar- en afzetsei- zoen is over het algemeen probleemloos verlopen", aldu3 de heer Goud. De voorraad appels is nog groot: per 24 april nog ca. 75.500 ton. Dit is de grootste voorraad van de afgelopen jaren per die datum. De Golden Delicious neemt daarvan 55.000 ton voor zijn rekening! De marktpositie van dit hoofdras is zeer onevenwichtig. Ook in onze sektor heeft de strenge vorst van de laat ste dagen van april zijn sporen achter gelaten vertelde de ZLM-tuinbouwspecialist. In ons werkgebied is de schade zeer uiteenlopend met grote verschillen per be drijf, per perceel en per ras. Bij de peren zijn de gezette vruchtjes in meer of mindere mate bevroren. Bij de appels komt de meeste schade voor bij de Goudreinetten omdat de bloemen merendeels open waren, maar ook Winston is niet voor schade gespaard gebleven. Hoewel het Zuid westen tot de minst getroffen gebieden lijkt te behoren zal toch van een forse oogstreduktie sprake zijn. Door de grilligheid van de nachtvorst is het op dit moment en in dit stadium nog niet mogelijk een schadepercentage te noemen. Van het klefnfruit hebben de aardbeien het meest geleden. Ook de rode en zwarte bessen worden nu lager getaxeerd. Het kleinfruit heeft ook veel last van de droogte. De heer Goud was verheugd mede te kunnen delen dat een dezer dagen door de bedrijfsverzorgingsdienst voor de Bevelanden de benoeming plaats zal vinden van een bedrijfsverzorger voor de fruitteelt. Tot s+ot van zijn over zicht zei de heer Goud dat ook in de tuinbouwsektor veel schade geleden wordt door vogels en ander wild. „Ook wij vragen om maatregelen", aldus de heer Goud. De heer R. den Engelse had een klein onderzoek naar vorstschade gedaan bij 10 fruitteeltbedrijven in West- Brabant. De gemiddelde uitkomsten waren als volgt: Appels: Golden Delicious 30 bevroren bloemen, Goud- reinette 90%, Winston 7080%, James Grieve 30 Benoni 25 Peren Conference 60 Doyenne du Cornice 25 Buré Hardy 90 Triumph de Vienne 90 ZLM-VRAAGPUNT Ï-ÏET ZLM-vraagpunt 75/76 over een gegarandeerd minimum inkomen mag zich verheugen in een hoge score. Van alle afdelingen zond 73 de antwoorden in. Rapporteur J. Markusse wees er dan ook op dat de uit komsten representatief geacht mogen worden voor de ZLM en dat men er veel werk van gemaakt heeft. „Ik heb dan ook veel bewondering voor de afdelingen, die soms een compleet boekwerk inzonden", aldus de heer Mar kusse. Als algemene lijn komt uit de antwoorden naar voren dat een minimum inkomen zonder meer afgewezen wordt. Wèl ziet men mogelijkheden voor een inkomensbeleid door middel van deelregelingen zoals de rijksgroepsrege ling zelfstandigen. Maar, dat mag dan niet ten koste gaan van de struktuur van de landbouw! Een andere opmerkelijke uitkomst is dat de bedrijfs- genoten zo langzamerhand genoeg krijgen van allerlei subsidies als lapmiddelen. De heer Markusse vertelde dat er in den lande veel belangstelling is naar het rapport. Het Hoofdbestuur be sloot na uitvoerige bespreking het rapport vast te stellen. Na bundeling in brochurevorm zal tot publikatie in het landbouwblad worden overgegaan en ook belangstellen den kunnen het dan verkrijgen. De heer Markusse kwam, gezien de grote belangstel ling voor een vraagpunt in het ZLM-werkgebied, met de suggestie om in de toekomst ook eens met een landelijk vraagpunt te komen b.v. in K.N.L.C.-verband. Een eerste vraagpunt zou dan het grondbeleid kunnen zijn. Ir. Luteijn wilde deze suggestie graag over- en meenemen. BOUWEN IN HET AGRARISCH GEBIED ^OOR de Gewestelijke Raad Zeeland van het Land bouwschap werd een nota vastgesteld die met name het bouwen van tweede (bedrijfs-) woningen verder beperkt. De nota ligt nu ter goedkeuring bij Gedeputeerde Staten. De achterliggende reden is dat het gevaar bestaat dat 2e bedrijfswoningen op den duur in handen komen van derden niet-agrariërs, met alle konsekwenties van dien. Het algemeen agrarisch belang moet dan orevale- ren. Ook in Brabant is men bezig 'n dergelijke bespreking door te voeren. Een voordeel is ook dat nu een eenvou diger gemeentelijk beleid tot stand kan komen. EXPLOITATIEREKENING 1975 TT IT de exploitatierekening 1975 van de ZLM blijkt dat met name de ontvangsten hoger zijn geweest dan geraamd. De heer Korteweg, die deze rekening toe lichtte, vertelde dat er een gunstig effekt uitgaat van de machtigingskaarten voor de meitelling. De uitgaven wa ren redelijk in overeenstemming met de begroting. Na goedkeuring door de accountant en de financiële com missie van de ZLM zal de rekening ter goedkeuring wor den voorgelegd aan de algemene vergadering. Het blijkt nu ook dat, gezien de meevaller een, slechts gedeelte lijke, kontributieverhoging voor 1976 verantwoord is ge weest. DOEL 1980 T}OOR de Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwik- keling is een struktuurnota voor de Brabantse land en tuinbouw uitgebracht „Doel 1980", dat wil zeggen „Denken op één lijn". Door de H.I.D., Ir. A. H. Crijns, werd deze nota nader toegelicht. De heer Crijns vertelde dat gestreefd wordt naar levenskrachtige bedrijven waar bij de nadruk ligt op kwalitatieve bedrijfsontwikkeling, waarbij ook met name de middengroep de aandacht heeft. De nota heeft verder als uitgangspunt een vertaagde groei van de produktie op de bedrijven. Vooral de jonge ren spreekt explosieve groei niet meer zo aan. Dat wil overigens geenszins zeggen dat nu ook de struktuurmaat- regelen verminderd zouden kunnen worden. Voorts moet men als toekomstige taakstelling verder inspelen op za ken als grond, ruimte en milieu. „Het blijft een kwestie van kiezen", aldus de heer Crijns. Het Hoofdbestuur bleek ingenomen met het rapport. Wel had men moeite met het definiëren van de midden groep. De heer Crijns gaf toe dat je dat selectief moet benaderen. Tot slot vertelde de heer Crijns dat de ver schuivingen in Brabant t.a.v. bouwland/weiland en t.a.v. de produkten (snijmais) nu in rustiger wateren zijn geko men. „Ik verwacht een konstantere ontwikkeling', aldus de heer Crijns. ORGANISATIE VAN DE RIJKSLANDBOUWVOORLICHTING T"% OOR voorgenomen overheidsmaatregelen ontstaat het gevaar dat de voorlichting via de consulent schappen op de tocht komt té staan. Om de kwaliteit van de voorlichting te handhaven moeten er daarom maat regelen getroffen worden om te komen tot een (nieuwe) organisatie die voor de boer het meest gunstig is. Zowel de H.I.D. voor de bedrijfsontwikkeling in Zeeland, Dr. Ir. C. W. C. van Beekom, als de H.I.D. in Noord-Brabant, Ir. A. H. Crijns, gaven daarop hun visie. Met name ging het (Zie verder pagina6.) Op de ZLM Hoofdbestuursvergadering van 19 mei 1976 te Goes in „De Korenbeurs" waren van het D.B. aanwezig: Ir. D. Luteijn, voorzitter; G. P. A. van Nieuwenhuijzen en S. de Visser, vice-voor- zitters; A. Korteweg, algemeen-sekretaris- en Mr. J. Oggel, sekretaris. Van de Hoofdbestuursleden waren aanwezig: A. J. G. Doeleman (kring Schouw e:i-Duiveland M. C. J. Kosten (kring Tholcn-St. Philipsland)H. C. v. d. Maas (kring Noord-Beveland)J. Nieuwen- huyse (kring W. Zuid-Beveland); C. J. Almekin- ders (kring W. Zeeuws-Vlaanderen)A. v. Hoeve (kring Axel); Jac. Scheele (kring Hulst); W. van Veldhuizen (kring Oost- en Midden-Brabant); B. H. Maijers (kring Langstraat)G. J. de Jager (kring Altena-Biesbosch)R. den Engelse (tuin- bouvi); M. J. Goud (tuinbouw) C. de Visser (vee houderij); J. M. van Heijst (veehouderij): Iz. Haartscn (PJZ.). Van de adviseurs: Dr. Ir. C. W. .C van Beekom: Ir. H. E. Heringa; Ir. L. Eelkema en Ir. A. H. Crijns. En van de ZLM-instellingen: C. Paauwe; J. Markusse; R.'Hoiting; J. de Lange; W. C. Sinke en J. C. B. Priem.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 4