TUINVIJVERS Aanplant tomaten en sla bleef in maart 1976 achter 19 TUINTIPS Beveland B.V. C. J. NOUSE Een vijver voegt een boeiend element aan de tuin toe. De beweging en lichtweerkaatsing van glinsterend water, het verfrissende geluid van een klaterende fontein en het fascinerende leven van planten en dieren in en om het water, is in de tuin een verrukkelijk gebeuren. Vijvers zijn er in vele uitvoeringen. Eenvoudige folie vijvers, kant en klaar polyestervijvers, natuurlijke vijvers en degelijk geconstrueerde vijvers van beton. leggen we tegels, of als we begroeing willen hebben, turven of zoden. Door "het ontbreken van minder vaste punten zijn de 'beplantinigsmogelijkheden van een folievijver in ver gelijking met andere geringer. POLYESTER VIJVERS De meest eenvoudige aan te brengen vijvers zijn die, welke vervaardigd zijn van glasvezel versterkt polyes ter. Ze zijn sterk, vriezen niet stuk, zijn eventueel mee te nemen. Door de vorm van de vijver uit te graven en de vijver er in te plaatsen is de zaak gereed. Polyester vijvers zijn er in talloze afmetingen en vormen. Zowel de romanticus die een grillige vorm wil, als de recbt toe recht aan liefhébber kan zijn keus maken. Ook bij de polyester vijver dient het kunststof aan de randen niet zichtbaar te zijn. Hier zijn turven, zoden en tegels weer voor dat doel aan te wenden Omdat de verschillende waterplanten uiteenlopende verschillende diepten heeft. Wil men een interessante vijverbeplanting, dan dient men zich een vijver met waterdiepten verlangen is het nodig dat een vijver verschillende niveau's aan te schaffen. VIJVER VAN BETON Wil men bijvoorbeeld tegelijk met het bouwen van een huis een vijver van beton laten storten, dan dient vooraf een goed constructieplan gemaakt te worden. In verband met de kans op stuk vriezen moet een dergelijke vijver zwaar gewapend worden. Bij een hoge grondwaterstand moet de vijver de daaruit voort vloeiende druk kunnen weerstaan. Om de vijver goed waterdicht te krijgen dient deze gestort te worden met waterdichte beton. Ten behoeve van een aan te bren gen beplanting kunnen er op de vijver vloer bakken van uiteenlopende hoogte gemetseld worden. Om een teveel aan water af te kunnen voeren is een overloop naar de riolering raadzaam. NATUURLIJKE VIJVERS In grote tuinen, waar de grondwaterstand hoog ge noeg is kan een natuurlijke vijver gegraven worden. De vijver moet voldoende groot en water goed zichtbaar zijn, anders lijkt zo'n ding meer op een donker gat dan op een spiegelende vijver. Voor het beplanten leent een natuurlijke vijver zich uitstekend. Door plaatselijk de diepte te variëren kan een veelsoortige beplanting gerealiseerd worden. FONTEINEN Voor iedere vijver is een passend waterspel verkrijg baar of te construeren. Voor grotere vijvers zijn daartoe meestal wat extra voorzieningen nodig. In de kleine vijvertjes kan men veelal volstaan met een eenvoudig elektrisch fonteinpompje. Door het pompje in de vijver te plaatsen en de stekker in het stopcontact te steken treedt de fontein in werking. VIJVERS VAN PLASTICFOLIE De goedkoopste en gemakkelijkste manier om een vijver te maken, is een tuin zodanig te ontgraven dat er een behoorlijk gat ontstaat. Men legge daarin een laag plastic folie, men werke de randen netjes weg, men vuile de toestand met water en ziedaar, de vijver is gereed. Voor dit doel is er een bijzonder sterke folie in de handel. Niettemin blijft die folie kwetsbaar. Scherpe voorwerpen steken er vrij gemakkelijk doorheen. Bij het schoonmaken, beplanten, spelende kinderen e.d. dient daarmee terdege rekening te worden gehouden- Een ander moeilijk punt bij de folie vijvers is de randafwerking. Bij een goed aangebrachte folievijver mag er van het kunststofmateriaal boven water niets worden gezien. De vijver dient derhalve altijd tot de rand gevuld te zijn. Voorwaarde voor een goede afwer king is het waterpas maken van de randen met hout of betonbanden. Over die randen vouwt men het plastic en legt het vast met aarde. Over de pas gemaakte rand In maart 1976 werd 392 ha tomaten aangeplant tegen 425 ha in maart 1975 8 Dit blijkt uit de C.B.S.-steek- proefper 1 april 1976. Per 1 april 1976 bedroeg de aanwezige opervlakte tomaten 1819 ha; dat is 109 ha of 6 minder dan op 1 april 1975. De komkommeraanplant lag in maart 1976 op hetzelfde niveau als in maart 1975 (57 iha). Ook de per 1 april 1976 aanwezige oppervlakte komkommers was vrijwel gelijk aan die op 1 april 1975 (582 resp. 581 ha). De aanplant van sla, in maart 1976, had betrekking op 236 ha; dit is 15 ha of 6 minder dan vorig jaar maart. De in maart 1976 geoogste oppervlakte bedroeg 490 ha tegen 552 ha in maart 1975 11 Op 1 april 1976 was aan wezig een oppervlakte groot 788 ha tegen 752 ha op 1 april 1975 5 1975 1976 Steekproef Opper Aan Geoogst Opper Opper Aan Geoogst Opper Glasteelt vlakte plant in vlakte vlakte plant in vlakte per in maart per per in maart per 1 maart maart 1 april 1 maart maart 1 april Tomaten 1503 425 1928 na 1427 392 1819 Komkommers 524 57 581 524 58 582 Sla 1053 251 552 752 1042 236 490 788 Andijvie 172 50 92 130 194 70 81 183 IS het duidelijk dat de regering heel wat van stal heeft gehaald met haar wetsontwerp op de Vermogens- aanwasdeling (VAD). De grote en algemene klacht die van vele kanten naar voren komt is dat het allemaal kol- lektiviteit is wat de Wok slaat en dat de individuele be zitsvorming waar men in Nederland nog altijd hoge prijs op stelt, naar de achtergrond wordt gedrongen. Er wordt reeds gesproken van een zeer onvoldragen ontwerp dat alleen tot stand is gekomen omdat de vak beweging er bij herhaling om heeft gevraagd en zelfs ge dreigd heeft maatregelen te nemen wanneer het er niet spoedig zou komen. Nu het wetsontwerp er is, blijkt ook de vakbeweging, alhoewel er in het algemeen mee inge stemd wordt, er de nodige kritiek op te hebben! De hoofdkern van het nieuwe wetsontwerp is dat met ingang van 1975 van de fiscale winst van een bedrijf, waar op dan nog een aantal korrektieposten worden togepast, een zeker percetage wordt afgestaan aan een landelijk fonds dat door de vakbeweging beheerd moet worden. Voor 1975 is volgens het wetsontwerp het percentage 10% van de fiscale winst. Het jaarlijks te betalen per centage zal tot en met 1979 kunnen stijgen tot 18 om daarna te komen op maximaal 20 van de winst. Uit de eerste reaktie's óp dit wetsontwerp blijkt dat, alhoewel men van werkgeverskant niet direkt gekant is tegen een winstdelingsregeling, men deze wel op een andere basis geschoeid wil zien. Zo heeft men vooral bezwaren dat een en ander in een grote kollektieve pot terecht komt en niet ten goede komt aan de werknemers van het bedryf waar de winst gemaakt wordt. De werkgevers hebben gewezen op de sombere ekono- mische vooruitzichten voor de komende jaren en zijn van mening dat door deze wet de lust tot investeren bij net bedrijfsleven nog verder zal verminderen. Men vindt het ook volstrekt onaanvaardbaar dat met terugwerkende kracht over 1975 de VAD zal worden ingevoerd. Samen vattend is naar de mening van het bedrijfsleven de VAD een slechte zaak voor het ondernemersklimaat in Neder land! Er zijn ook aanwijzingen dat ondernemers in Amerika welke bij de Kamers van Koophandel in dat land aanklop pen voor inlichtingen over de mogelijkheden in Nederland, thans het advies krijgen om niet in ons land te investeren. De VAD wrdt daarbij als een belangrijk motief genoemd om Nederland links" te laten liggen. De Federatie van Nederlandse Vakverenigingen heeft nogal wat kritiek op de onduidelijkheid die er in het wets ontwerp zit over de aftrek voor een vergoeding voor het eigen vermogen dat in een onderneming werkt. Verder kwam van die kant de nodige kritiek op het percentage van de winstdeling. Die zal beginnen met 10% en lopen tot hoogstens 20 terwijl de vakbeweging steeds had gesteld dat het 50 zou dienen te zijn. Wat thans is in gediend is een wetsontwerp dat van kracht zal worden nadat het door de volksvertegenwoordiging is behandeld en aangenomen. We hebben begrepen dat ook bij politieke groeperingen, die in belangrijke mate bijdragen tot het huidige regerings beleid, de nodige kritiek is op hetgeen de regering wil. Daarom is voor het Nederlandse bedrijfsleven in haar tota liteit te hopen dat er een ombuiging van de plannen zal plaats vinden bij de behandeling in de Tweede Kamer. Bij politieke zaken is dat overigens altijd erg moeilijk te voor spellen. Met name de zeer sterke kollektiviteit is o. i. een punt dat nodig herziening behoeft! De band van de werknemer met het eigen bedrijf, waarop terecht altijd zo sterk de nadruk is gelegd, wordt door dit wetsontwerp ver zwakt en ondergraven en daar zal zeker wat aan gedaan moeten worden. Ook de terugwerkende kracht is een punt dat zwaar in strijd is met ons rechtsgevoel. Verder dachten we dat we in Nederland meer behoefte hebben aan maat regelen die de lust tot investeren doet toenemen dan aan maatregelen welke deze sterk verminderen of mogelijk te niet doen. Het grote leger van werklozen zien we op die manier niet snel kleiner worden! AVER wat er op 1 juli a.s. met de lonen moet gebeuren, wordt veel gepraat en geschreven. De vakbeweging heeft nu vrijwel volledig gekozen voor een totale kompen- satie voor de prijsstijgingen en dat past niet in het beleid van de regering welke in haar strijd tegen de inflatie, de loonstijging wi! beperken. De hoop dat werkgevers en werknemers onderling het eens zullen worden over het te voeren loonbeleid na 1 juli is op dit ogenblik niet groot en het zou er best in kunnen zitten dat we na 1 juli opnieuw een regeringsbesluit krijgen dat de loonontwikkeling regelt. Al te gelukkig behoeven we daar niet mee te zijn, want het overleg binnen het bedrijfsleven en allen die daarbij betrokken zijn is nog altijd een betere basis voor een ak koord dan een van boven opgelegde maatregel! De rege ring heeft echter haar verantwoordelijkheid en het is van belang dat dit wordt beseft! UR wordt door de fruittelers (terecht) veel geklaagd over de bijzonder zwakke pryzen welke de laatste tijd voor hun hoofdras, de Golden Delicious, .worden betaald. Het eind van het appelseizoen 19751976 valt niet mee. Toch blijkt uit een nadere beschouwing van de cijfers over het afgelopen seizoen dat in zijn geheel als zodanig niet is tegengevallen. Het Produktschap voor Groenten en Fruit publiceerde een staat van aanvoer en prijzen vanaf het begin van het seizoen tot en met 1 mei en daaruit blijkt dat het gemid deld prijspeil van appelen weliswaar 15 is achtergeble ven bij dat van het vorig seizoen, maar het ligt ook onge veer 30 hoger dan dat van twee jaar geleden, waar mede we dit seizoen dikwijls vergelijken. Dit resultaat hebben we bereikt bij een Europese ap- pelproduktie welke aanzienlijk groter was dan twee jaar geleden. Hieruit zou de konklusie getrokken kunnen wor den dat er sprake is van een verbetering op de internatio nale appelmarkt. Dat wil overigens niet zeggen dat er sprake is van een gezonde situatie. Daarvoor is er dui delijk nog te veel fruit in West-Europal

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 19