Tegen aarmeeldauw en andere aarziekten hebben we Milcap-E. Omdat doelgerichte bestrijding effektiever is. Opening proef- boerderij „Cranendonck" 'Milgo E' tegen bladmeeldauw 'Milcap E' tegen aarziekten 'Milgo-E/Milcap-E' De helpende hand van ICI. T 4 Op donderdag 29 april werd de proefboerderij .Cra nendonck" te Maarheeze geopend. De proefboerderij werd in 1952 opgericht en was tot voor kort in beheer bij de N.C.B. Thans is „Cranendonck" echter omgevormd tot Regionaal Onderzoek Centrum voor de rundveehou derij in de drie zuidelijke provincies. Het beheer berust bij een stichting, waarvan het be stuur wordt aangewezen door de landorganisaties die in het gebied werkzaam zijn (Z.L.M., N.C.B., L.L.T.B. en C.B.T.B.), in overleg met de Provinciale Raden voor de Bedrijfsontwikkeling. MEER KOEIEN OP MINDER BEDRIJVEN De officiële opening werd verridht door de burgemees ter van Maarheeze, de heer J. van Greunsven. Tevoren was door prof. dr. Kriellaars de betekenis van „Cranen donck" voor de melkveehouderij in Zuid-Nederland uit eengezet, terwijl door direkteur-secretaris ir. Talstra een toelichting was gegeven over het werk van het proef station. De ontwikkeling in de melkveehouderij is in het zuiden sinds I960 geweest in de richting van grotere eenheden en minder bedrijven. Uitbreiding vond vooral plaats in Noord-Brabant, tewijl het aantal meikoeien in Zeeland nauwelijks toenam. Dat blijkt uit de volgen de gegevens: Aantal melkkoeien N.-®rabant Limburg Zeeland 1960 197.000 69.000 19.000 1975 341.000 88.000 20.000 Aantal bedrijven 1960 29.000 11.000 5.000 1975 14.000 4.000 1.700 Aantal melkkoeien per bedrijf 1960 6,5 6,0 3,5 1975 25,0 22,0 12,0 Melkleverantie aan de fabriek in Chet gehele gebied 1 per koe per bedrijf 1960 3.560 kg 24.000 kg 1975 4 520 kg 28 108.000 kg 150 Verwachting 1980: 35-40 melkkoeien per bedrijf 4.900 kg melk per koe 180.000 kg melk/'bedrijf BEDRIJFSGEGEVENS De proefboerderij omvat 50 ha grond, hoofdzakelijk in erfpacht van de gemeente Maarheeze. Aansluitend aan de gebouwen ligt 18 ha grasland. De overige grond ligt verspreid in de naaste omgeving. De grond wordt als volgt benut: grasland 38,50 ha; snijmais 11,50 ha; to taal 50.00 ha. In 1975 is een nieuwe ligboxenstal voor ongeveer 120 melkkoeien gereed gekomen. In het uitgebouwde melk- gebouw is de 12-stands draaimelkstal met wachtruimte en melklokaal ondergebracht, benevens ziekenstal, af- kalfstal en kalverboxen. Oudere kaiveren, pinken en vaarzen zijn gehuisvest in een bestaande jongveestal (met ligboxen). De vroegere rundveestal (grupstal) kan worden gebruikt voor individuele voederproeven. PERSONEELSBEZETTING 1 bedrijfsleider, 4 vaste medewerkers, 1 losse mede werker, 1 door het P.R. gestationeerde onderzoeker- Be paalde werkzaamheden worden normaal door de loon werker uitgevoerd, o.a. mengmestuitrijden, snijmaisteelt en -oogst enz. HET LOPENDE ONDERZOEK Gedurende de periode van aanpassing is het onder zoek voor zover mogelijk steeds doorgegaan. Dat bleek niet altijd gemakkelijk en op sommige onderdelen zelfs geheel onmogelijk. Nu de aanpassing van het bedrijf zijn voltooiing nadert, kan het onderzoek met vernieuw de energie en onder betere omstandigheden worden voortgezet. Enkele problemen waarnaar momenteel onderzoek plaats vindt zijn: geschiktheid van verschillende grassoorten voor ge regeld maaien i.v.m. zomerstalvoedering; werkwijze bij herinzaai van grasland; injekteren van grasland met verschillende hoeveel heden drijfmest; grote hoeveelheden drijfmest bij snijmaisteelt; invloed van verschillend ruwvoer op de groei van jongvee; geschiktheid van ureum en verenmeel als eiwitaan vulling bij rantsoenen met veel snijmais; invloed van de lengte van de veldperiode en het be rijden van de stoppel op de hergroei van gras bij de voederwinning. Veel rundveehouderijbedrijven hebben de laatste ja ren een snelle ontwikkeling doorgemaakt. Inzichten om trent de waarde van bestaande systemen wijzigen soms snel. De proefboerderij heeft tot taak op praktijkbasis onderzoek te doen naar de toepasbaarheid van nieuwe systemen en werkwijzen. Als zodanig kan zij een be langrijke funktie vervullen voor de rundveehouders in het zuidelijk zandgebied. Vraagstukken die voor onder zoek in aanmerking komen worden weer graag ontvan gen op „Cranendonck". Bladmeeldauw, aarmeeldauw en afrijpingsziekten in granen hebben hun aparte verschijnselen en kunnen apart bestreden worden. In de groep van aarziekten is vooral aarmeeldauw dikwijls belangrijk. Eén middel dat behalve aarziekten als Septoria Fusarium e.d. ook de meeldauw goed bestrijdt, is belangrijk gebleken. Zeker nu er meer en meer meeldauw- gevoelige tarwerassen (Lely, Caribo, Manella) zijn. Zodra meeldauw op het jonge, 3e blad in gerst wordt waargenomen is bestrijding 5\ beslist noodzakelijk. In tarwe is het zaak hetvlagblad gezond te houden. Dus: spuiten als de meeldauw in het gewas omhoog komt. (zie afbeelding) 'Milcap E' herbergt twee aarziekten- bestrijders: ethirimol tegen meeldauw en captafol tegen afrijpingsziekten. Spuiten tijdens het verschijnen der aren is afdoende. 'Milgo E' en 'Milcap E' zijn veilig voor het gewas. Ze zijn vloeibaar en derhalve gemakkelijk te verwerken, wat de effektiviteit van de bestrijding ten goede komt. Nadere inlichtingen bij: ICI HOLLAND BV afd. landbouw Wijnhaven 107 Rotterdam Telefoon (010) 14 01 22 -j O E.E.G.-RAAD VAN LANDBOUWMINISTERS AGRO-MONETAIRE MAATREGELEN IN BELANG EUROPESE LANDBOUWFONDS De E.E.G. Raad van Landbouwministers heeft in zijn zitting van 20 april j.l. te Lu xemburg besloten de opschorting van het invoerrecht op vroege consumptie-aardap pelen, dat aan de [buitengrens van de Ge meenschap wordt geheven, tot 20 mei as. te verlengen. Deze aangelegenheid was op verzoek van minister mr. A. van der Stee op de agenda voor deze bijeenkomst geplaatst. In de vol gende Raadszitting, die 17 en 18 mei te Brussel wordt gehouden, zal over eventuele verlenging van de opschorting worden "be slist, - afhankelijk van de situatie van de aardappelvoorziening in de Gemeenschap. AGRO-MONETAIRE MAATREGELEN Deze extra zitting van de Raad van Minis ters was op verzoek van Landbouwcommis saris Lardinois bijeengeroepen teneinde be paalde maatregelen te treffen met betrek king tot de de monetaire compenserende 'be dragen (m.cJb.'s). De Raad besloot de groene lire met 6 te devalueren. Onder de groene lire wordt de koers verstaan waartegen de Rekeneenheid in het gemeenschappelijke landbouwbeleid in lires wordt omgerekend. Voor de produkten waarvoor het nieuwe verkoopseizoen al is begonnen, is de in gangsdatum van de nieuwe groene lirekoers op 3 mei gesteld. Voor de overige produkten geldt als ingangsdatum, de datum van aan vang van het nieuwe verkoopseizoen. Voorts besloot de Raad de m.cJb.'s bij in voer in zowel Italië als in het Verenigd Ko ninkrijk voortaan in het uitvoerende land te laten uitbetalen- Dat betekent dus dat de Nederlandse exporteur deze bedragen niet meer in genoemde landen, maar ingaande 17 mei a.s. in ons land zal ontvangen. ZACHTE TARWE VOOR ITALIË Tenslotte besloten de ministers van land bouw ermee akkoord te gaan dat lidstaten die over interventievoorraden zachte tarwe beschikken, in totaal 300.000 ton aan Italië kunnen leveren. De Italiaanse regering had de Raad daarom gevraagd teneinde de bin nenlandse voorziening van zachte tarwe te waarborgen. Uit de Nederlandse interventie- voorraad van zachte tarwe is 35.000 ton voor dit doel beschikbaar. OOK IN WEST-DUITSLAND NACHTVORSTSCHADE De nachtvorstschade is 'het onderwerp van vele gesprekken. Iemand die kontakt had met telers uit West-Duitsland heeft verno men dat met name in het gebied bij Keulen (KempenKrefeld) en bij Bonn (Mecken- heim) ook veel schade is. Speciaal de Goud- reinetten en de peren worden weer ge noemd. Bij de Cox's zouden er nog gave bloemknoppen zijn te vinden. Uit andere de len van Duitsland ontbreekt nog nader nieuws. In België vreest men dat de pererassen, die anders gemakkelijke zaadloze vruchten vormen, zoals Conference (bananen) het nu ook zullen laten afweten, omdat niet alleen de vruchtbeginsels, maar vaak de gehele vruchtjes door en door zijn bevroren. Voorlopig zijn de berichten uit Nederland en België tamelijk eensluidend somber tot zeer somber voor de peren en de Goudrei- netten, vaak nog hoop op de meeste andere appelrassen, al zal het beeld van bedrijf tot bedrijf sterk verschillen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 7