3
RUNDVEEHOUDERIJ
IN T KORT
9
een onregelmatig gewas kan de tastdun-
ner wel beter werk leveren. Na 'het dun
nen met de blinde dunner dienen er on
geveer 4045 planten per 10 meter rij-
lengte te blijven staan. Bij gebruik van
een tastdunner is 3540 planten per 10
meter rijlengte voldoende als eindstand.
Bij een dunne opkomst niet te spoedig
tot overzaaien besluiten, daar dit haast
nooit rendabel is!
VERGELINGSZIEKTE
hoogte van de toegepaste dosering. Vorig
jaar was bij zaaien eind april - in de
2e week van juni op veel Temikpercelen
reeds een bespuiting nodig. Dit jaar is ge
middeld vijf weken eerder gezaaid* Ook na
een Temik behandeling het perceel dus goed
in de gaten houden. Hoe vroeger gezaaid
werd, hoe groter de kans dat de Temik is
uitgewerkt wanneer de luizen verschijnen.
STAMBONEN
UIEN
ALHOEWEL wat verschillend per regio
hebben weer velen dit jaar Temik
toegepast, vaak in een dosering van 10
kg per ha. In de 2e helft van mei kunnen de
eerste luizen verschijnen. De situatie wat
betreft de aanwezigheid van smetstofbron
nen in de vorm van uitgelopen bietenkoppen
is dan ook door toedoen van de vorst, dui
delijk gunstiger dan vorige jaren.
Het blijft echter zaak om vanaf half mei,
in dit opzicht attent te zijn. De waarschu
wingsdienst voor de vergelingsziekte zal
evenals vorige jaren, via de radio of kaar
ten bekend maken wanneer een bespuiting
gewenst is. Ook dan is het echter goed om
na te gaan hoe het op uw eigen perceel er
voor staat. De waarschuwing richt zich na
melijk in een bepaald gebied op de percelen
met een vroege en sterke bezetting.
En waar in deze berichten bijvoorbeeld
„Zeeland" genoemd wordt dient men er
rekening mee te houden dat er in West
Zeeuws-Vlaanderen en in de zak van Zuid-
Beveland in vier van de vijf jaar eerder ge
spoten moet worden dan bijvoorbeeld op
Noord-Beveland of Sint Philipsland/Tholen.
Wat de middelen betreft bleken in 1975
zowel Pirimor als de systemische middelen
demefion en Meta Systox R behoorlijk be
trouwbaar. Van dimethoaat was (opnieuw)
De meeste uienpercelen zijn dit jaar vroeg
gezaaid. Voor een goede onkruidbestrijding
is het gewenst dat u juist voor opkomst het
perceel nog eens behandeld hebt met een
contactherbicide Reglone of Gramoxone.
Immers na opkomst dienen we in uien te
wachten tot het gewas 6 cm lang is, ter
wijl het onkruid in deze periode welig groeit.
Pas vanaf een gewaslengte van 6 cm kan
op een veilige wijze tegen onkruiden worden
gespoten.
Met uitgesproken bodemherbiciden zoals
Ramrod en chloor-TFC kan het beste worden
gespoten op „zwarte grond" of wanneer het
onkruid hoogstens in kiemplantstadiium ver
keert. Ook dient de grond vochtig te zijn om
hiermee een gunstig effect te verkrijgen.
Onder niet te droge omstandigheden kan
tegen reeds bovenstaande kleine onkruiden
het middel Lironion dat tevens enige con
tactwerking bezit, goed werken. Dit jaar is
ook toegelaten het middel Legurame vloei
baar, 57 ltr per ha. Dit middel is vooral
op zijn plaats waar diuist of straatgras voor
komen. Toepassen na opkomst, bij 34 cm
lengte, het eerste echte 'blad moet aan
wezig zijn. Niet te laat toepassen, het on
kruid is gauw te groot! Voor een goed effect
mogen de duistplantjes niet meer dan 13
straatgras niet meer dan 24 blaadjes heb
ben. Legurame werkt traag, bij koud weer
Met name in Zeeuws-Vlaanderen worden
deze. maand de bruine bonen gezaaid, veelal
met de precisiezaaimachine. Niet te vroeg
zaaien, daar dit gewas een voldoend hoge
temperatuur nodiig heeft om vlot te kunnen
kiemen. Het zaaizaad dient niet alleen tegen
bodemschimmels maar ook tegen de bonen-
vlieg ontsmet te zijn. Met de precisiezaai
machine wordt niet meer zaaizaad per ha
gezaaid, maar zaait men op een bepaalde
afstand in de rij. Bij 37,5 cm rijenafstand is
de gewenste zaaiafstand in de rij 9 a 10
cm. De gebruikte zaaizaadhoeveelheid is dan
afhankelijk van het 1000-korrelgewicht en
zal dan tussen 130160 kg per ha zijn.
Voor de onkruidbestrijding in stambonen
is het middel Aresin of Linuron, toegepast
direct na het zaaien, het meest op zijn
plaats. Bij de teelt van stamslabonen kan
alleen het middel Ivorin kort voor opkomst
worden toegepast. Na opkomst kan tegen de
avond nog met Ivosit worden gespoten.
AARDAPPELEN
Ten alle tijde moet er naar gestreefd wor
den de opbouw van de ruggen in een mini
mum aantal bewerkingen uit te voeren. Hoe
langer de knollen al in de grond zitten, hoe
groter de kans op wortelbeschadiging wordt.
Bij de onkruidbestrijding kan uit verschil
lende hiervoor besdhikbare middelen worden
gekozen. Tot tijdens de opkomst kan met
DNOC worden gespoten. Langwerkende mid
delen met contactwerking geven echter meer
zekerheid, zoals Ivorin, Sencor, Topogard of
Patoran DNOC. Bij aanwezigheid van
duist is vooral Sencor op zijn plaats. Na het
spuiten niet opnieuw de grond bewerken.
Dit kan gebeuren met Na-DNÖC tegen
vooral zwaluwtong en MCPA tegen distels
en witte krodde. Een mengsel van beide is
mogelijk. Ondervruchten als rode klaver en
luzerne verdragen deze middelen. Ook de
middelen Ioxynil/MCPA en Basagran zijn
mogelijk. Tegen thrips kan zonodig worden
gespoten met 1,6 1 parathion per ha.
Ter voorkoming van legering bij een te
welige groei kan bij 3045 cm gewaslengte
de groeiregulaar Ethrel-A, dosering 1 tot 1,5
1 per ha worden gespoten in minstens 600 1
water per ha. Bij een te zwaar gewas bleek
dit middel een goede werking te hebben.
WORTELEN
Voor de onkruidbestrijding in wortelen is
thans het meest op zijn plaats het middel
Dosanex (ook gebruikt als grassenbestrijder
in tarwe). Het wordt gespoten als de worte
len 2 echte blaadjes hebben gevormd en deze
goed ontwikkeld zijn.
MAIS
Het areaal korrelmais is van geringe be
tekenis. Snijmais heeft zich sterk uitgebreid.
De fritvlieg kan na opkomst worden bestre
den met 2 kg/liter parathion 25 op het
moment als de maisplanten 2 h 3 bladeren
hebben.
Wat de onkruidbestrijding betreft verdient
Atrazin of Bladex bij de zaai de voorkeur,
atrazin u'tvloeier kan ook worden gespo
ten na opl:ernst tot een gewasgrootte van
6 bladeren. Latere bespuitingen geven
meer kans cpschade. Het voor atrazin vrij
wel ongevoelige onkruid hanepoot steekt
hier en daar ook in Zeeland de kop op. Als
men van dit lastige onkruid problemen ver-
De oogvlekkenziekte is nu reeds aan de stengelvoet te zien. links zieke en rechts
gezonde planten.
het resultaat onvoldoende. Gebruik veel wa
ter, minstens 500 liter, spuit met een grove
druppel en vooral bij zonnig weer
liefst teg ende avond.
Indien Temik is toegepast, mag verwacht
worden dat dit tegen eventueel vroeg optre
dende luis voldoende werkzaam is. Hoelang
de Temikpercelen luisvrij blijven hangt hele
maal van de omstandigheden af en van de
is pas na een wedk of drie het effect duide
lijk zichtbaar.
In bijzondere droge omstandigheden is
men aangewezen op het middel Actril of
Certrol 20. Bij toepassing van deze midde
len is een voldoend afgehard gewas van 10
15 cm lengte vereist. Een bespuiting na een
droge periode bij zonnig, warm weer biedt
de beste kans van slagen.
Deze maand worden de bruine bonen gezaaid, veelal met de precisiezaaimachine.
VLAS
Als het vlas 4 h 5 cm lang is, kan er reeds
een chemische onkruidbestrijding uitgevoerd
worden. Het resultaat op het onkruid is dan
beter en de schade aan het gewas het ge
ringst.
wacht kan kort na het zaaien aan de atrazin
of Bladex, 34 1 Lasso per ha worden toe
gevoegd. Een behandeling voor of na op
komst met DNOC valt vaak tegen. Ook
schoffelen verdraagt mais slecht. Tegen
klein hoefblad en distels is nu ook het mid
del Liro 2,4-D estamine 50 toegelaten, dose
ring 2 l per ha, bij een gewaslengte van 20
25 cm.
Het rundvee heeft de stalperiode weer
achter zich. Op de meeste bedrijven is nog
een voorraad ruwvoer aanwezig. De nog
aanwezige snijmais kan heel goed gevoerd
worden naast het eiwitrijke voorjaarsgras.
Speciaal bedrijven die 's nachts de dieren
lang kunnen opstallen zullen door bijvoeren
van de nog aanwezige snijmais veel voor-
droogkuil kunnen maken. Dit geeft nu reeds
weer een gunstig vooruitzicht voor de vol
gende stalperiode.
GRASLAND EN VOEDERWINNING
Zeer hoog produktieve melkkoeien kunnen
niet voldoende voer opnemen uit gras alleen
om de hoge produktie te handhaven. Boven
dien is de eiwit Z.W. verhouding te nauw.
Dit geeft vaak aanleiding tot diarree. Bij
voeren van hoog produktieve dieren met ei-
witarm krachtvoer is noodzakelijk.
In mei zal er weer voldoende gras zijn om
te kuilen en te hooien. Om in het voorjaar
steeds voldoende jong gras voor beweiding
te hebben zal vroeg met maaien moeten
worden begonnen. De hoeveelheid produkt
per ha zal dan nog niet groot zijn, doch de
kwaliteit des te beter.
Bij het maken van voordroogkui'l en hooi
is een korte veldperiode van belang om ver-
ies van kwaliteit te beperken en een vlotte
lergroei te bevorderen. Door intensief te
schudden direct na het maaien en dit dage
lijks 1 a 2 keer te herhalen is een korte veld
periode te bereiken.
Hierbij moeten goede hooibouwwerktuigen
worden gebruikt, die het volle gewas los
maken van de grond. Het produkt moet
egaal droog worden, zondier natte plukken.
Voordroogkuil hoeft bij los inkuilen niet dro
ger te zijn dan 4045 droge stof. Een
hoger droge stofgehalte verlengt de veldpe
riode. Om voordroogkuil te persen is een
hoger droge stof gehalte nodig.
Op de gemengde bedrijven is ook de mei
maand weer een drukke maand. De loonwer
ker is echter gaarne bereidi om bij te sprin
gen bij het inkuilen met opraapwagens of
hakselaar met zelflossende wagens. De kos
ten hiervan vallen, door de hoge capaciteit,
niet tegen. 'Door het inschakelen van de
loonwerker hebt u in korte tijd een grote
oppervlakte gras geruimd. Probeer de zij
kanten van de kuil schuin op te zetten en
de kuil van boven rond af te werken. Een
bedekking met plastic en een laagje grond
is veiliger dan alleen plastic.
ONKRUIDBESTRIJDING
IN GRASLAND
|N de akkerbouw wordt elk gewas bespo
ten tegen onkruid. Daartegenover
wordt aan het onkruid in het grasland wel
eens te weinig aandacht besteedt Waar on
kruid staat groeit geen gras. Doordat het
vee de boterbloem, paardebloem en akker
distel laten staan, kunnen deze onkruiden
ongestoord zaad vormen en uitzaaien. Door
tijdig te spuiten kan men zaadvorming voor-
Vroeg met maaien beginnen geeft kwalitatief
een goed produkt.
komen en de onkruidbezetting terugdringen.
Kweek hoort ook niet thuis in goed grasland.
Deze kan echter niet worden bestreden zon
der de goede grassen te doden.
In juli/augustus kan de grasmat worden
gespoten om daarna opnieuw in te zaaien.
Maak nu alvast plannen om uw slechtste
perceel grasland deze zomer te vernieuwen.
1. Om een hoge produktie van het melkvee
te halen is jong mals gras in de weide-
periode nodig en uitstekend ruwvoer in
de winter.
2. Door regelmatig stikstof op gebloot gras
land te strooien houdt u steeds voldoende
gras.
3. Mestflatten spreiden en bossen op afge
graasd grasland is bepaald geen luxe.
4. Kopziekte bij melkvee is bijna geheel te
voorkomen door tijdig magnesium te
strooien.
5. Weid te jonge kalveren alleen op reeds
gemaaid grasland.
6. Voor voehouders die nog een stal willen
bouwen of de bestaande stal gaan ver
beteren is het hoog tijd om te besluiten.
De zomer zal weer vlug voorbij zijn.
7. Ook in de rundveehouderij is de moge
lijkheid om subsidie te verkrijgen op sa
menwerkingsvormen. Uw bedrijfsvoor-
lichter kan u hierover nader informeren.