Het beste voor uw grond, uw gewas en voor uzelf. De ontwikkeling van de rundvleesproduktie op een akkerbouwbedrijf PU VAN ALLERLEI EN OVERAL Groter suikerbietenareaal in Europa verwacht 16 L.E.I. publikatie 3.61 7,te bestellen door overmaking op giro 41.22.35 Den Haag. WAN oudsher is de rundvleesproduktie op akkerbouwbe drijven in Zuidwestelijk Nederland van grote beteke nis geweest. Ondanks grote technische en economische ver anderingen in de afgelopen jaren heeft het mestvee zich kunnen handhaven. Op een aantal akkerbouwbedrijven heeft de rundvleesproduktie zelfs een zodanige uitbreiding onder gaan, dat van een gespecialiseerde produktietak kan worden gesproken. Eén van deze akkerbouwbedrijven met een aanzienlijke mestveestapel, is sinds 1958 bij het LEI in administratie. In deze publikiatie wordt de invloed van de rundvleesproduktie op het bedrijfsresultaat van dit bedrijf nader geanalyseerd. Voorts wordt een beschrijving gegeven van de ontwikkeling van dit bedrijf gedurende genoemde periode, waaruit blijkt op welke wijze de betrokken akkerbouwer zijn bedrijfsvoe ring heeft aangepast aan de veranderde omstandigheden alsmede op welke wijze de akkerbouw en de rundvleespro duktie op elkaar zijn afgestemd. U ET akkerbouwbedrijf waarop dit rapport betrekking heeft is gelegen in West-Brabant. Voordat het bedrijf door die vader werd overgedragen aan zijn zoon, was het een gemengd akkerbouwbedrijf met een voor die tijd groot aantal stuks melkvee met daarbij behorend jongvee en ook nog wat mestvee (ossen). Naarmate de gezinsleden het bedrijf verlieten, verdwenen ook langzamerhand de melkkoeien. Bij de overname van het 'bedrijf door de zoon in 1957 waren er nog slechts 5 melk koeien en een klein aantal stuks mestvee. Het bedrijf beschikt over 73 ha kultuurgrond waarvan 61 ha klei en 12 ha zandgrond. De zwaarte van de kleigrond varieert van 18 tot 55 afslibbaar. Het aantal akkerbouwgewassen is in de loop der jaren sterk verminderd' en van 10 naar 5 verschillende gewassen overgegaan. De kg-opbrengsten daarvan lopen van jaar tot jaar sterk uiteen, mede het gevolg van één perceel, waar regelmatig wateroverlast optreedt. Op het bedrijf zijn twee vaste arbeidskrachten aanwezig, veel werk wordt machinaal, en met behulp van een loon werker uitgevoerd. Het geïnvesteerde vermogen in werktuigen is gestegen, dit is echter niet door de uitbreiding van de oogstwerktui- gen veroorzaakt maar door sterk gestegen kosten van dit materiaal. "TRADITIEGETROUW 'bestond de veestapel in het be gin hoofdzakelijk uit vaarzen en ossen. Het aantal stieren was toen klein. Men was huiverig van stieren in ver band met uitbreken, en ook lagen de percelen in de bebouw de kom van het dorp. Maar de groei van stieren is beter. Over de periode 1962'67 was de groei van vaarzen 560 gram per dag; ossen 623 gram per dag; stieren 872 gram per dag. Ook aan de hand van de voederwinst was het voordeliger om stieren te houden. Men heeft daarna, ondanks de ge varen verbonden aan de stieren, alleen maar stieren meer gehouden. Gld Kosten en opbrengsten per g.v.e. 2200 2000 opbrengsten 1 800 - kosten 1600 - 1 400 - 1200 - 1000 800 Ann //NV. --N ouu 400 200 i- i i 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 58 59/ 60, 61b.!. b 1 (>4 *>fv' f»7 h8f»9/ 7(1 71/72, lij 59 60 61 b(>t M by bb b 7 bH b9 li) 71 72 71 74 Op de meeste akkerbouwbedrijven in West-Brabant wer den in aug./september ossen gekocht, die dan in de weide met vers bietenblad en koppen werden afgemest. QP dit proefbedrijf werd het niet gedaan. Daar werden de dieren in het voorjaar gekocht, in de zomer ge weid, in het najaar in de weide bijgevoerd met verse bieten koppen en -blad, en daarna op stal afgemest. Maar in 1965 begon men zelf aan de opfok van stierkal veren. Die gingen in het voorjaar als stier de wei in, en in het najaar werden ze opgestald. Een gedeelte werd gekas- treerd, en ging in het daaropvolgende voorjaar weer de wei in. In het najaar nog één keer naar de stal om afgemest te worden tot circa 500 kg l.g. Maar de gemiddelde groei per dag van de ossen was 249 gram minder dan die van de stie ren. Hieruit trok men de konklusie, voortaan alleen nog maar stieren. Wel bleek dat stieren die die wei ingingen minder hard groeiden dan wanneer ze op stal bleven. Om een eind ge wicht te bereiken van 580 kg l.g. zouden stieren die ook de wei ingingen gemiddeld 94 dagen langer gehouden moe ten worden. Overigens is dit effekt ook bij andere studie- objekten naar voren gekomen. Besloten werds, om al het grasland te scheuren, en er snijmais voor in de plaats te telen. Natuurlijk moet deze grond dan ook gesohikt zijn om er iets anders mee te doen. Op het betreffende bedrijf was er twee ha maar gesohikt voor gras, maar dat perceel wordt door derden gebruikt. gij de faktor arbeid is er van uitgegaan, dat alles in een 5-diaagse werkweek rond gezet moet kunnen worden, waarbij in de 4 wintermaanden 8 uur en in de resterende tijd 9 uur per dag wordt gewerkt, een totaal arbeidsaanbod van 4240 uur. Hierbij waren niet de 260 uur weekendver zorging van het vee inbegrepen. Telt men deze uren er wel bij dan is er een arbeidsaanbod van 4500 uur. Eén man kon dit niet aan, ook niet, als er geen vee zou zijn. Bovendien is een eenmansbedrijf te kwetsbaar. Het arbeidsaanbod met twee vaste arbeidskrachten overtreft ruimschoots de vraag voor het akkerbouwbedrijf alleen. Wanneer er op dit bedrijf geen rundvleesproduktie zou zijn, zouden er vele onrenda bele uren zijn. Gezien het feit dat 20 van het totale arbeidsinkomen uit de veesektor komt, is voor dit bedrijf de toevoeging van de veehouderij een goede keus geweest. De kosten van de rundvleesproduktie, bestaan voor 63 uit aangekocht krachtvoer, andere kosten zijn, aangekocht ruwvoer, rente levende inventaris, gezondheidszorg, zaai zaad, meststoffen, werk voor derden, pacht inklusief ge- bouwenkosten, werktuigkosten en overige kosten. Vanaf 1970 t/m 1975 zijn de kosten per grootvee eenheid gestegen met 95 Hoofdoorzaak hiervan is de sterk ge stegen prijs van kraohtvoer, en in mindere mate de gebou- wenkosten. In 1971 en '72 stegen de vleesprijzen tot een ongekende hoogte, en maakte men ondanks de sterk gestegen kracht- voerprijzen toch een goede winst. In 1973/1974 daalde de vleesprijs met ruim een gulden per kilo, de kostenstijging ging echter onverminderd door. Voor het eerst in 12 jaar werd een negatief resultaat ge boekt. Nieuw. De PZ Precisie Grondverkruimelaar GK 3000 bereidt een gelijkmatig verkruimeld zaaibed met een nauwkeurig in te stellen werkdiepte Als regel maakt u in één gang een ideale voedingsbodem. Voor onder meer granen, suikerbieten, uien. aardappelen Zoals vermeld, bedroeg het aandeel van de rundvleesproduktie 20 van het totale arbeidsinkomen. Het gemiddelde arbeidsinkomen uit de veesektor over de laatste 16 jaar bedroeg 6,77 per uur. Het C-A.O.-uurloon bedroeg in 1958/'59 2,25, en in '73/74 10,03 per uur, gemiddeld was dit 4,98 per uur. Het gemiddeld netto-overschot was dus 6,77 4,98 1,79 per arbeidsuur. Bij de 'berekening van het arbeidsinkomen uit de veesektor is geen reke ning gehouden met bijkomende voordelen voor de akkerbouwsektor, zoals de beschikking over stalmest. TOEN bleek, dat de gronden met het blijvend grasland ook geschikt wa ren voor de verbouw van snijmais, en de mesterij van stieren op de stal goed van de grond kon komen, was het probleem van de onrendabele graslanden ook opgelost. Opbrengsten van 7000 kg Z.W. per ha van snij mais is heel goed mogelijk. 'De 'bijprodukten van het akkerbouwbedrijf, zoals, bietenkoppen en -blad, voeraardappelen, graanstro en graszaadstro, werden steeds op eigen 'bedrijf vervoederd, en werden op deze manier tot waarde gebracht. En dat was dan indirekt toch ook weer een inkomen voor de akkerbouwsektor, gemid deld de laatste drie jaar f 5500, Rondzetten van de aibeid is nooit een probleem geweest. In de 16-jarige periode, verminderde de arbeidsbezetting van 3,4 naar 2,0 vaste arbeids krachten, terwijl de grootvee eenheden werden uitgebreid van 16,9 naar 106.9. Bovendien werd de oppervlakte cultuurgrond, door pacht vergroot van 50 ha naar 73 ha. Wanneer er moeilijkheden met het werk waren ge weest, zou men nooit aan een uitbreiding van de veestapel hebben gedacht. Ook de opfok van de kalveren levert geen problemen op, want dit werk ge beurt in de winter als er in de akkerbouw weinig te doen is. Het is welhaast overbodig op te merken, maar toch is de konklusie, dat het arbeidsinkomen van 20 van het totaal, alleen maar mogelijk is als men veel interesse heeft in het vak, en tevens voldoende vakmanschap bezit! PZ Vibrax levert een perfect strooibeeld van alle kunstmestsoorten. En dat is hard nodig. Want bij de hoge kunstmestprijzen van tegen woordig kost verspilling meer dan ooit De goedkope Vibrax verspreidt uw dure kunstmest volkomen gelijkmatig. Vullen is geen probleem, want de voorraadbak is laag PZ Urgent Spuitmachines zijn present op het kritieke moment. PZ blijft de bewezen kwaliteit steeds verder verbeteren. Dat resulteert in grotere spuiten met een gecombineerde drukregelaar/injecteur die nadruppelen voorkomt Kleinere uitvoeringen met robuuste pomp zijn uitgerust met anti-drup-doppen De PZ rijenspuit (voor op de tractor) kan op de veldspuit worden aangesloten sen-Bornemisza Groi Boeke-Heesters bv Industrieweg 9 Amersfoort, tel (033) 30434 Vestigingen te Beugen (08856 - 441/442). Erp (04135 - 733). Goes (01100 - 1 5135). Goutum (05100 - 29949) Haaren (04117 - 1441) Hengelo-Gld (05753 - 1964) en Vessem (04979 - 4441 In de eerste raming van F.O. Licht, die op 26 februari j.l. werd gepubli ceerd, wordt een uitbreiding van het suikerbietenareaal verwacht van 7.652.000 ha in 1975 tot 7.842.000 ha voor dit jaar. Het Westeuropese areaal zal volgens verwachting worden uitgebreid van 2.527.000 ha verleden jaar tot 2.588.000 ha dit jaar; dat van de EEG van 1.0.48200 ha tot 1.838.000 ha. Voor Oost-Europa wordt een uitbreiding verwacht van 5.125.000 ha tot 5.254.000 ha. Aan het overzicht van de arealen in de diverse landen ont lenen we de volgende gegevens. x 1.000 ha West-Europa 1975 1976 Nederland 137 143 West-Duitsland 453 453 Italië 260 280 Frankrijk 560 560 Denemarken 86 80 België 120 100 Ver. Koninkrijk 193 206

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 16