Krijgt bietenteler de
waardevanzijngewas
in zijn portemonnee?
TEN GELEIDE
Kwaliteitsverschillen
en prijstelling
5
RAPPORT VER. v. BEDRIJFSVOORLICHTING OOST ZUID-BEVELAND
Wijziging en aanpassing leveringsvoorwaarden en tarrareglement suikerin
dustrie noodzakelijk!
Alleen individueel (overdraagbaar) kontraktenstelsel aanvaardbaar!
Inhouding op bietenprijs van transportkosten levering harde weg onbillijke
extra belasting voor telers!
Ook bij nog betere teeltmethoden zal de opbrengst niet spektakulair meer stijgen.
T}E werkgroep Economie van de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting Oost Zuid-Beveland heeft zich in de af
gelopen winterperiode intensief bezig gehouden met verschillende aspekten van de suikerbietenteelt.
Er is studie gemaakt niet alleen van de teelttechnische aspekten, maar ook van die zaken die een vervolg zijn
op de teelt, en die van invloed zijn of kunnen zijn op het financiële resultaat dat de bietenteler met deze teelt voor
ogen staat.
Veel aandacht werd besteed aan het tot waarde brengen van het rooibare gewas in relatie tot de huidige leve
ringsvoorwaarden en tot de bepalingen van het huidige tarrareglement.
Daarnaast werd een studie gemaakt van de betekenis van de prijzen uit „Brussel" voor de uiteindelijke boe-
renprijs, met inbegrip van de argumenten pro en contra van de aktuele vraag of Nederland het mengprijssys-
teem moet blijven hanteren of over moet stappen op het contingenteringsstelsel. Tenslotte werd in de studie
betrokken de bijdrage in de transportkosten bij de zgn. „harde weg" levering.
Rapporteurs voor de Werkgroep Economie van de Ver. van Bedrijfsvoorlichting Oost Zuid-Beveland zijn
K. van Nieuwenhuyzen, voorzitter
T. Boot
E. van Hootegem
die in het begeleidend schrijven bij het rapport hun dank uitspreken voor de informatie die hen van de zijde van
de suikerindustrie desgevraagd werd verstrekt. De werkgroep is van mening dat het rapport van belang kan zijn
bij de discussie over de rentabiliteitsmogelijkheden van de suikerbietenteelt in het Z.W. kleigebied, mede de ko
mende discussie over mengprijssysteem of kontraktenstelsel in aanmerking nemende.
Vanzelfsprekend zijn de conclusies, die in dit rapport worden getrokken, voor rekening van de werkgroep!
VAN oudsher wordt de bietenteelt aangemerkt als een
vah de voornaamste peilers waarop de akkerbouw
in het Zuid-Westelijk kleigebied steunt.
De uitkómsten per ha over de laatste jaren doen toch
wel twijfel ontstaan omtrent de aktuele juistheid van
deze mening.
De huidige kostprijs van het gewas suikerbieten kan
voor het ZW-kleigebied worden becijferd op rond ƒ4950
per ha (Op een bij het rapport gevoegde bijlage worden
nadere gegevens over deze kostprijsberekening toege
licht. Deze calculatie is in dit nummer aan het slot van
het rapport opgenomen - Red.).
Als de te verwachten uitbetalingsprijs voor de suiker
bieten van het seizoen 1975 wordt gerelateerd aan deze
kostprijs, dan zullen zelfs bedrijven met een goede op
brengst nog maar juist of nauwelijks een kostendekkend
resultaat kunnen bereiken.
telers hébben het onderzoek naar betere teeltme
thoden en de introductie van verbeterde bieten-
rassen steeds op de voet gevolgd. Er mag worden aange
nomen dat de wetenschap bij voortduring zal blijven
zoeken naar wegen om de suikeroplbrengst steeds verder
op te voeren; o.a. kan met name een juiste vertaling van
de uitslagen van het grondonderzoek met betrekking
tot de gewenste hoeveelheid toe te dienen mineralen wel
licht nog tot flinke opbrengststijgingen leiden. Deson
danks hebben deze inspanningen over een reeks van ja
ren slechts een opbrengstverhoging van amper 20 kg sui
ker per ha per jaar opgeleverd!
Spectaculaire opbrengstverhoging en daarmee ver
bandhoudende kostprijsverlaging is uit deze hoofde niet
direct voor de hand liggend.
De voortdurende kostenstijgingen als gevolg van om
standigheden die buiten de invloedssfeer van de teler
liggen maken het eerder waarschijnlijk, dat de kostprijs
per eenheid produkt nog aanzienlijk zal stijgen!
Bij dit alles is de vrees niet ongegrond dat de bieten-
prijzen deze kostprijsstijgingen slechts op afstand zullen
volgen.
Deze te verwachten ontwikkeling zal rweer tot direkt
gevolg hebben dat de bestaanszekerheid van de akker
bouw in het ZW-kleigebied, die momenteel reeds heeft
af te rekenen met marginale uitkomsten, nog verder op
de tocht zal komen staan!
MEEMAIND zal kunnen ontkennen dat de technologi-
séhe verwerking van de aan de suikerindustrie af
geleverde bieten zeer efficiënt geschiedt; bij herhaling
wordt van de zijde van de industrie gewezen op de ho
gere uitbetalingsprijzen per ton bieten, in vergelijking
met de prijzen die in onze buurlanden worden betaald.
Omdat in veel teeltgelbieden de bietentelers met hun
rug tegen de muur staan wat betreft de marge tussen
kosten en opbrengsten, moet onherroepelijk de vraag
naar voren komen of, ondanks de efficiënte verwerking
en ondanks de hogere bietenprijs per ton bieten, de opti
male venwerking in de industrie parallel loopt met de
mogelijkheden die de teler heeft om de waarde van de
te oogsten oppervlakte in zijn ontvangsten terug te vin
den; m.a.iw.: Wordt ook de hoogst mogelijke waarde van
het gewas bieten per ha door de teler ontvangen?
IIET is bekend dat in het algemeen de gewichtstoe
name van de bieten en de suikeropbrengst gedu
rende de campagne nog geruime tijd voortduurt.
Meerjarig onderzoek door het I.R.S. heeft aangetoond
dat de gemiddelde gewichtstoename in augustus 15 ton
per ha bedraagt, in september 9 ton en in oktober 4,5
ton; resp. 500, 300 en 150 kg per ha per dag. De toename
van de suikeroplbrengst per ha is relatief nog groter.
De technische noodzaak voor de teler om vroegtijdig
met rooien te beginnen om op tijd klaar te kunnen zijn
is volkomen achterhaald door de ontwikkeling van de
huidige rooitechniek en de aanwezige rooicapaciteit.
Wachten met rooien tot de bieten zijn uitgegroeid t.o.v.
rooien rond half september kan een verschil uitmaken
van 9 a 10 ton per ha!
lUETT beleid van de suikerindustrie is er op gericht om
11 het totale aanlbod, met gebruikmaking van de be
staande outillage, binnen het tijdsbestek van een norma
le campagne te verwerken.
Deze normale kampagne wordt momenteel aan het eind
begrensd door het vorstrisico en door te verwachten
moeilijkheden met het campagnepersoneel bij eventueel
doordraaien gedurende de feestdagen aan het eind van
het jaar. De begrenzing van het begin is meer flexibel.
Door de grote uitzaai van de laatste jaren wordt het
begin van de campagne steeds verder verschoven naar
een vroeger tijdstip.
Door de verplichte vroegtijdige aanvang van de kam
pagne wordt de teler de mogelijkheid ontnomen om van
een deel van pijn (oppervlakte bieten de (maximale op
brengst te behalen. Voor sommige teeltgebieden, waar
reeds aan het begin /van de ^campagne (kostendekkende
opbrengsten worden behaald, behoeft hiertegen geen be
swaar te bestaan; maar voor het ZW-kleigebied, waar al
le zeilen moeten worden bijgezet om een kostendekken
de exploitatie te verkrijgen, betekent een vroege aan
vang van de campagne zonder meer verlies.
Discutabel is ook het telerëbelang bij het huidige pre
miesysteem voor vroege levering. Volgens de EEG-bepa-
lingen maken premies een onderdeel uit van de bieten
prijs; de telers betalen dus de premie gezamenlijk zelf.
Ook economisch is de premie voor vroege levering on
wezenlijk, omdat deze wordt verstrekt als compensatie
voor opbrengstderving; dus voor bieten die er nooit meer
kunnen komen!
IJET suikergehalte van de bieten is tot nu het enige
kwaiiteitskenmek van de grondstof voor de suiker
winning dat tot uitdrukking wordt gébracht in de uitbe
talingsprijs voor de teler.
Reeds jaren terug werd uitbetaling mede naar de mate
van sapzuiverheid in het vooruitzicht gesteld; tot nu is
hiervan nog niets terecht gekomen.
De technologische verwerkbaahheid en daarmee het te
behalen technisch en economisdh rendement is zeer af
hankelijk van de mate van aanwezig zijn van de elemen
ten kalium, natrium en van schadelijke stikstof; aange
duid als aifa-aminostikstof.
Zoals de suiker wordt uitgedrukt in gewichtsprocen
ten, worden de gehaltes aan K, Na en alfa-amino N uit
gedrukt in een chemische eenheid: milli-aequivalenten
per 100 suiker, ofwel: meq/100 pol; („pol" duidt op het
polarimetrisch bepaalde suikergehalte).
K+ Na /100 pol
De venhouding
alfa-amino-stikstof /100 pol
wordt alkaliteitscoëfficient genoemd (A.C.). Het is een
demensieloos getal. Voor de suikerindustrie wordt een
partij bieten als een kwalitatief goede grondstof be
schouwd als de A.C. 1,8 of hoger is.
Relatief veel K Na in de bieten c.q. ruwsap geeft
minder suiker in de silo en meer suiker in de melasse.
Hoog gehalte aan alfa-amino-N geeft alkaliteitsverlies
in de verdamping; de gevolgen hiervan zijn:
1) verzuring van het diksap (lagere pH) met als gevolg:
a) inVertvorming suikerverlies
b) slechtere witsuikerkwaliteit
c) corrosie in de verdamperpijpen
2) het alkaliteitsverlies moet gecorrigeerd worden door
toevoeging van natronloog, met als gevolg:
a) kosten aankoop loog
b) suikerverlies in de melasse door binding aan de
Na van de natronloog.
|\E volgende tabel geeft een inzicht in de mate waar-
in deze kwaliteitskenmerken voorkomen in de ge
leverde grondstof
Herkomst
K N alfa-amino N A.C.
Sapzuiverheid bieten van Z.W.-kleigebled, beter dan van de
zandgebieden.
snijdsel „Puttershoek" 3850
bieten Z. Limburg 49
bieten O. Brabant 42
bieten M. Limburg 51
bieten Z. Vlaanderen 37
bieten „Roosendaal" 41
bieten incl. kop Z, Bevel. 32
nette bieten (ex kop) Z. Bevel. 27
9—36
1.34,6
29
1.7
26
1,6
35
1,4
15
2,4
16
2,6
11
2,9
7
3,9
(Zie verder pag. 6)