.Veehouderij en Hinderwet" In ons nummer van vorige week schreven we, dat we nader in zou den gaan op de onlangs verschenen en herziene brochure ..Veehouderij en Hinderwet". Bijna iedereen is er van op de hoogte dat de problemen rond het verkrijgen van een hinderwetvergun ning bij het stichten of uitbreiden van een veehouderijbedrijf niet ge ring zijn, vooral als het de intensieve tak van dit soort bedrijven betreft. Het is om teleurstellingen te voor komen goed te weten hoe de wet op dit gebied gehanteerd wordt. Alhoe wel over een en ander al meerdere malen in ons blad gepubliceerd is, ontlenen we aan deze brochure de volgende gegevens. De brochure is o.m. verkrijgbaar bij de Prov. Direk- tie Bedrijfsontwikkeling en de Ge westelijke Raden van het Landbouw schap. WAT zegt de hinderwet? Deze verbiedt het oprichten, in werking houden, uitbreiden of wijzigen van in richtingen welke aan aanderen gevaar, sdhade of hinder kunnen veroorzaken. Een inrichting kan o.a. zijn: plaatsen waar gewerkt, bewaard, opgeslagen of gestort wordt Nu is het zo dat veehouderijbedrijven niet in het Hinderbe- sluit worden genoemd; maar ze vallen er wel onder wan neer op zo'n bedrijf b.v. één of meerdere elektromotoren aanwezig zijn met een vermogen hoger dan 2 pk, of dat er piest of meststoffen worden verwerkt en bewaard- Zoiets vinden we natuurlijk op ieder veebedrijf. Doordat het milieu steeds meer in de belangstelling komt te staan, is ook de aandacht voor het doen en laten van de veehouderij toegenomen. Dit mede als gevolg van het feit, dat het platteland niet oneer 'n besloten gemeen schap vormt. We denken hieihij aan b.v de recreatieve funktie, maar ook de utibreiding van de woonkernen is hiervan een gevolg. BIJ de reeds bestaande bedrijven probeert de overheid het vergunningenbeleid zo soepel mogelijk te han teren. Anders wordt het evenwel, wanneer dit bestaande bedrijf sterk uitgebreid of gemoderniseerd wordt. Wan neer dit bedrijf ongunstig is gelegen, zal er ernstig reke ning mee moeten worden gehouden dat de vergunning geweigerd wordt dan wel onder grote beperkingen wordt verleend. Er mag worden aangenomen, dat aan bedrijven die sinds het begin van de jaren '70 geen aanmerkelijke uitbreiding hebben ondergaan, in het algemeen, na een aanvraag, nog een vergunning zal worden verleend- Wanneer een vergunning wordt geweigerd, is er binnen het kader van de wet helaas geen mogelijkheid om een vergoeding toe te kennen. Wel ^omt het soms voor dat via andere regelingen een oplossing voor dit probleem wordt gevonden. Wanneer een bedrijf in een gebied ligt dat bestemd is voor niet-agrarische bebouwing, kon in het kader van de realisering van een bestemmingsplan uitkoop of onteige ning een oplossing bieden. Maar een regeling om bij het niet verkrijgen van een vergunning 'het bedrijf te beëindigen, naar elders te ver plaatsen of een financiële tegemoetkoming te verkrijgen in de kosten van bijzondere technische voorzieningen, is tot dusver niet tot stand gekomen. Provinciale en gemeentelijke overheden zullen een zeer zorgvuldig beleid moeten voeren ten aanzien van niet- agrarische vestigingen in het buitengebied, zoals b.v. re- kreatievoorzieningen. Een intensief veehouderijbedrijf moet bet hebben van de ruimtelijke scheiding, wil het voldoen aan de eis geen hinder Van ernstige aard te ver oorzaken voor omwonenden. Agrarisch gebied moet agra risch zuiver worden gehouden! MET BOUWPLANNEN EERST NAAR GEMEENTE pij de oprichting van een nieuw bedrijf of ingrijpende uitbreiding van een oud bedrijf zijn altijd meerdere vergunningen vereist, namelijk een bouwvergunning, en een hinderwetvergunning. Voor beide vergunningen wor den geheel los van elkaar staande maatstaven gehanteerd. Pas wanneer men beide vergunningen heeft is de zaak rond. Daarom moet er op gelet worden dat beide vergun ningen tegelijkertijd worden aangevraagd. Men moet be slist geen enkele investering doen, voordat men met de vergunningen klaar is. Hier ligt een taak voor de gemeen tebesturen om over deze zaken goede voorlichting te ge ven aan aspirant Veehouders. Wanneer het niet te voorko men is, dat een bedrijf schade of hinder gaat veroorzaken, of wanneer dit zeer waarschijnlijk het geval zal zijn, is het beter om geen bedrijf te beginnen binnen de bebouwde kom van een gemeente of binnen een bestemmingsplan voor niet-agrarische bebouwingsdoeleinden. Een ieder die van plan is een bedrijf te beginnen op vrij korte afstand van bestaande bebouwingen moet er reke ning mee houden, dat de kans op het verkrijgen van een vergunning zeer gering is. Natuurlijk wordt van geval tot geval de zich voordoende situatie bekeken en kunnen er zich uitzonderingen voordoen. De eerste stap die men moet doen is om eerst naar de gemeente te gaan voor inlichtingen. Na zo'n bezoek weet men meestal wel, of er een kans van slagen is. HINDERWETVERGUNINGPROCEDURE DIJNA altijd is het gemeentebestuur bevoegd om over "de aanvraag om een hinderwetvergunning te ver lenen een beslissing te nemen. De vergunning wordt voor onbepaalde tijd verleend; en er worden gewoonlijk ook voorwaarden aan veiibonden. Zelfs kan het 'gemeentebe stuur later nog nieuwe voorwaarden toevoegen of be staande voorwaarden veranderen, indien de noodzaak daartoe is aangetoond. Ze mogen echter de bedrijfsuit oefening niet onmogelijk maken. Om een indruk te geven over de weg die bewandeld moet worden ter verkrijging van een hinderwetvergun ning geven we in het kort het volgende overzicht tot slot. AANVRAAG VAN EEN VERGUNNING ÏIET verzoek om een hinderwetvergunning moet in viervoud worden ingediend bij het gemeentebestuur, waarbij een nauwkeurige beschrijving van de plaats waar de inrichting zal worden gevestigd en een opgave van het geen in de inrichting zal worden verricht eni een platte grond op een schaal van tenminste 1 250, waarop is aan gegeven de uitwendige en de inwendige samenstelling van erf en gebouwen moet worden overlegd. De Hinderwet biedt de mogelijkheid dat nadere inlich tingen worden gevraagd en de aanvrager is verplicht deze te verstrekken. Mest die onder druk in de guond wordt gespoten, stinkt minder. schrift van de aanvraag met bijbehorende bescheiden toe te zenden. BEZWAREN TEGEN DE AANVRAAP CGiïRIFTEJL.IJKE bezwaren tegen de aanvraag kun- nen gedurende 10 dagen na de openbare kennisge ving bij het gemeentebestuur worden ingediend. Er wordt een wetswijziging voorbereid die deze termijn van 10 da gen verruimt tot 4 weken. Bovendien vindt in de derde week na de openbare kennisgeving een openbare zitting plaats, waar het een ieder vrij staat om mondelinge be zwaren tegen het verzoek in te brengen. Voorts moet op deze zitting de aanvrager in de gelegenheid worden ge steld te worden gehoord. Van het op deze openbare zitting voorgevallene wordt een verslag (proces-verbaal) opgesteld, dat in afschrift moet worden toegezonden aan het districtshoofd van de arbeidsinspectie en de inspecteur van de volksgezond heid. Indien schriftelijke bezwaren zijn ingediend, is het wenselijk deze in afschrift bij het proces-verbaal te voe gen. DE BESLISSING MA de openbare zitting beslist in eerste instantie het gemeentebestuur. In een aantal gevallen verdient het aanbeveling dat B. en W. overwegen konta'kt opnemen met de aanvrager over te stellen voorwaarden. Indien aan een te verlenen vergunning voorwaarden worden verbon den, moet het ontwerp van de beschikking worden toege zonden aan het districtshoofd van de arbeidsinspectie en de inspecteur van de volksgezondheid. Deze hebben 14 dagen de tijd om opmerkingen over de ontwerp-beschik- king kenbaar te maken. Afschrift van de beschikking wordt verzonden aan de aanvrager, het districtshoofd van de arbeidsinspectie, de inspecteur van de volksgezondheid, hen, die op de open bare zitting in persoon of bij gemachtigde zijn versche nen en hen, die buiten de gemeente wonen en binnen de daarvoor gestelde termijn schriftelijke bezwaren hebben ingediend. BEROEP ,1YE aanvrager kan by weigering van de vergunning of het niet ontvankelijk verklaren van de aanvraag om vergunning binnen 20 dagen na dagtekening van verzen ding van beroep aantekenen bij de Kroon. Het verzoek schrift moet zijn gericht aan H. M. de Koningin, doch in gediend worden bij het gemeentebestuur. SLUITING VAN EEN INRICHTING Het bewaren van stalmest is geen probleemloze zaak meer. DEN bedrijf dat in werking is zonder de vereiste ver- gunning of niet overeenkomstig de aan de vergun ning verbonden voorwaarden, wordt door het gemeente bestuur op eigen initiatief of op verzoek van 't districts hoofd of de inspecteur van de volksgezondheid, bij schrif telijke mededeling geheel of gedeeltelijk gesloten. Indien, naar het oordeel van het gemeentebestuur, geen levens gevaar of onduldbare hinder wordt veroorzaakt, vindt in eerste instantie schriftelijke kennisgeving van het voor nemen tot sluiting plaats aan degene die de inridhtjng in werking heeft. Eerst 20 dagen daarna kan metterdaad tot sluiting worden overgegaan, tenzij binnen deze termijn de reden tot sluiting wordt weggenomen. Binnen dezelfde- termijn is tegen de voorgenomen sluiting beroep moge lijk, wederom bij de Kroon. Tijdens de beroepsprocedure wordt de inrichting niet gesloten. Is er echter naar het oordeel van het gemeentebestuur sprake van onduldbare hinder of levensgevaar voor de omgeving, dan wordt de inrichting ook tijdens de beroepsprocedure zonder vooraf gaande kennisgeving gesloten. Bij veehouderijbedrijven valt dit in het algemeen niet te verwachten. Indien niet wordt voldaan aan een verzoek van het dis trictshoofd of de inspecteur om tot sluiting over te gaan, bestaat voor deze functionarissen eveneens beroepsmo gelijkheid bij de Kroon. BEOORDELING VAN DE AANVRAAG I MADAT de aanvraag is ingediend wordt deze op juist- beid en volledigheid gecontroleerd. Bij onjuistheid of onvolledigheid van de ingediende stukken wordt de aanvrager in zijn aanvraag niet ontvankelijk verklaard. Dat het daarbij wenselijk is, dat de gemeente de aanvra ger zo spoedig mogelijk in kennis stelt van de onjuistheid of onvolledigheid van de aanvrage, ligt voor de hand In dien een aanvraag niet ontvankelijk wordt verklaard, kan de aanvrager hiertegen beroep instellen. Overigens is het verstandiger een nieuwe, gewijzigde aanvrage in te dienen daar die sneller zal worden afgehandeld dan de beroepsprocedure. ARBEIDSINSPECTIE MADAT de aanvrage juist is bevonden, zendt het ge- meentebestuur een afschrift hiervan aan het dis trictshoofd van de arbeidsinspectie. Deze zal zich in de meeste gevallen beperken tot een toetsing van de aan vraag aan de Veiligheidswet 1934. Bij goedkeuring wordt een z.g. 35 bis verklaring verleend. Deze wordt aan ge meentebestuur en aan aanvrager toegezonden. Daarna kan de hinderwet procedure worden vervolgd, want deze verklaring is geen hinderwetvergunning en ook geen ga rantie dat een hinderwetvergunning zal worden verleend. OPENBARE KENNISGEVING DINNEN twee weken na ontvangst van de eerderge- noemde 35bis-verklaring wordt van de aanvraag openbaar kennis gegeven. Eigenaars en gebruikers van de percelen, die onmiddellijk aan de inrichting grenzen, ontvangen een schriftelijke kennisgeving van de vergun ningsaanvrage. Ook kerken, scholen, ziekenhuizen enz. binnen een straal van 200 m krijgen schriftelijk bericht. Na ontvangst van de 35bis-verklaring stelt het gemeen tebestuur tevens de inspecteur van de volksgezondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu, in de gelegenheid advies uit te brengen door hem een af STANKRESTRUDING MAAR ook wanneer de vergunning voor het uitoefe- nen van het veehouder bedrijf in kannen en krui ken is, zullen er toch eisen gesteld worden aan het voor komen van lucht- en waterverontreiniging. Op dit gehied wordt het onderzoek verricht door de Nationale Raad voor het Landbouwkundig Onderzoek T:N.O. We geven hier enkele belangrijke aspecten over de be strijding van stankoverlast. Stankbestrijding met behulp van luchtwassen. Tot dus ver zijn goede resultaten bereikt met de toepassing van luchtwassers. Er worden momenteel met verschillende typen luchtwassers ervaringen opgedaan. Het streven is vooral gericht op een luchtwasser met een gering ener gieverbruik en daardoor lage kosten. Stankbestrijding door het beluchten van mest en gier. De klachten over stank tijdens en na het uitrijden van de mest zijn de aanleiding geweest tot het ontwikkelen van yrethoden om dunne mest stankvrij te maken. Het be luchten van de mest neemt hierbij een belangrijke plaats in. De stank verdwijnt door aërobe vertering, zodat by het uitrijden van de mest hiervan geen hinder wordt on dervonden. Stankbestrijding bij het uitrijden van dunne mest en gier. Om stankhinder tijdens het uitrijden van dunne mest t-erug te brengen, wordt gebruik gemaakt van mestinjec- teurs, waarbij de mest rechtstreeks onder druk in de grond wordt gebracht. De machine is in eerste instantie gebouwd voor gebruik op bouwland en werkt daar goed. De mogelijkheden van -het injecteren van mest in gras land en in gewassen in het algemeen worden verder on derzocht. Drogen van mest. Men kan trachten stank te voorko men of te verminderen door de mest te drogen en de om zetting in de mest daardoor aëroob (vrije toegang van verse lucht) te doen verlopen. Dit gebeurt thans in de z.g. deep-pit-stallen en andere hokken met pluimvee. Een ander systeem is het boven de mest aanbrengen van plas tic pijpen met op regelmatige afstanden gaten waardoor lucht geblazen wordt. De mest wordt aldus gedroogd. De hiermee opgedane ervaringen zyn gunstig. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 15