LIJT
DE PRflKTÜti
Zaaitijd blijft zaaitijd
Een droge maart is goud waard
Hernieuwde belangstelling voor voederbieten
Regenbuitjes zorgden voor vertraging in voorjaarswerkzaamheden
Er is al heel wat voorjaarswerk in de WESTHOEK
gebeurd. Gerst en zomertarwe zijn zeker allemaal wel
gezaaid. Aanvankelijk was er hier en daar nog angst
dat de kiemende gewassen schade zouden oplopen door
de vorst die 's nachts flink toesloeg, 't Waren zeker geen
nachtvorstjes die we ikregen. Nee, 't was echt wel raak
en 't ijs op de sloot kon ons nog dragen ook. In de tuin
hadden we voor de aardigheid ook nog wat gezaaid en
wie schertst onze verwondering, dat met 14 dagen spi
nazie, sla en radijs reeds te zien waren en dat zomaar in
de koude grond. Wanneer die kiemen van de groenteza
den niet bevriezen, dan zullen de kiemen van gerst en
zomertarwe er zeker wel tegen kunnen!
De vorige week schreven we vanuit de Westhoek al
over het bietenzaaien. Dat is nu geen nieuws meer, want
er zqn toch al wat bieten gezaaid en ook aardappelen
zijn er al wat gepoot, 't Is allemaal wel erg vroeg. De
struktuur is echter heel goed en wanneer ihet weer
eens zou omslaan, dan zouden we spijt hébben dat we in
't vroeg niet meer gezaaid hebben. De zaaitijd blijft een
zaaitijd. Dat zeiden onze voorouders al en bij die woor
den sluiten we ons ook in 1976 nog graag aan. We heb
ben al eerder prognoses laten horen over het zaaiplan
van 1976. 't Lijkt toe, dat we nu wat concreter kunnen
zijn. Via de suikerfabrieken hebben we wel begrepen,
dat er meer bieten zullen komen. (iDe voorlopige eind-
betaling 1975 zal daar ook geen slechte invloed op heb
ben Ook aardappelen komen er vast en zeker meer.
Erwten zullen er wel minder komen. En zomergerst zal
wel de grootste verliezer zijn. Uien worden er aanmerke
lijk meer uitgezaaid.
Dat is dan een voorlopig beeld voor 1976. Wat de ge
wassen betreft. Op deze tijd van 't jaar kan je, wanneer
't zonnetje schijnt, al heerlijk genieten wanneer je door
de landerijen loopt. Nog niet van de gewassen, want daar
is nog niet veel aan te zien. Maar de natuur heeft zoveel
aantrekkelijkheden oP ons platteland, dat een wandeling
door de hoefpad een ware belevenis zijn. Je kunt je ook
ergeren aan het teveel van sommige watervogels. Maar
wanneer je aan de fazanten uit de slootkant vlak voor
je ziet opgaan en je ziet de patrijzen in elkaar gehurkt
over de landerijen zich voortbewegen. Ook de hazen
raken al weer in 't spel betrokken. Ook wanneer je geen
jager bent. dan geniet je ervan en moet je erkennen, dat
de natuur ontstellend mooi is!
Het oude gezegde: „Een droge maart is (voor de
landbouw) goud waard!", is nog steeds aktueel. Ook in
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN hopen we dat in deze
maand niet te veel neerslag op onze akkers zal neer
dalen, want door een natte maart lopen we het risico
dat onze inkomenspositie nog verder in gevaar komt.
Niet dat we een „gouden inkomen" verlangen, maar
toch wel een jaarlijks inkomen dat evenals bij andere
bevolkingsgroepen met de kostenstijgingen en inflatie
meegroeit! De Brusselse besluiten zijn onder de maat
en met nog zoveel „vrije" gewassen in de meeste bouw
plannen, waarvoor de vooruitzichten ook niet denderend
zijn, moeten we wel pessimistisch gestemd zijn voor de
toekomst. Volgens ons dagblad vindt de meerderheid
van de Eerste Kamer dat de regering de jonge agrariër
en adspirant-agrariër financieel moet steunen Wij zijn
benieuwd hoeveel jaren het nog gaat duren voor het
werkelijk zover is!
Wie durft er nog een landbouwbedrijf te beginnen
als je hoort praten van trekkers van ruim 60.000 gulden
en grond van 40.000 gulden per ha? Overigens zijn het
de laatste tijd niet aileen onze collega's vanuit België
RESTANTEN VOEDERBIETEN VÓÓR 1 APRIL
OPRUIMEN!
Denkt u aan het opruimen of koppen van voe
derbieten en restanten vóór I april? Het is name
lijk na deze datum verboden oan nog bieten of
restanten in voorraad te hebben, waarop blad of
spruiten voorkomen.
Dit geldt onder meer voor: de gehele provincie
Zeeland, Noord-Brabant en de Zuidhollandse Eilan
den: Rozenburg, Voorn e-Putten. IJsselmonde,
Hoekse waard, Eiland van Dordrecht, Tiengemeten
en Goeree en Overflakkee!
Wie goed zaait, zal meer oogsten!
die dergelijke prijzen op tafel leggen. Óp deze manier
wordt bij niet-agrariërs wel de indruk gewekt dat het
de boer goed gaat. Dit soort gevallen wordt al gauw ge
generaliseerd en dan 'heeft de boerenstand haar stempel
aliweer opgedrukt gekregen.
Maar nu over die droge maart. Het begin ervan is
zelfs zó droog en koud geweest, dat er vroeg geplante
Sirtema-percelen tijdens de vorstperiode van 6 tot 11
maart zijn bevroren. We hebben al meer pootmachines
aan het werk gezien, maar denken toch dat je als poter
nog beter een paar wéken in de zak kunt blijven zitten
dan in de koude grond! Op 12 maart waren er nog maar
weinig bieten gezaaid. Vorig jaar liet zien dat de op
brengst en het gehalte van gezaaide bieten in de 2de
helft van april beter was dan die van de vóór 6 maart
gezaaide. Het liefst zaaien wij de bieten de derde en
vierde week van maart. Zeker ook nu de afstand in de
rij steeds meer vergroot wordt. Overigens valt het niet
altijd mee om het nodige geduld op te brengen en het
zaaien iets uit te stellen. Je weet maar nooit wat voor
weer het dan kan zijn!
De droogte van de laatste weken heeft velen de gele
genheid gegeven de aanwezige kweek eens goed mecha
nisch te lijf te gaan. Dit geschiedde niet alleen in land
bestemd voor aardappelen en bonen, maar pok voor bie
ten. Het weer zal hier wel mee moeten zitten, anders
loopt dit fout. Als ondernemers in het buitengebeuren
hebben we nu eenmaal met de falktor „weer" te maken.
Eén van die faktoren die we zelf niet in de hand hébben!
De winter kwam de vorige week ook inWALCHEREN
nog even terug. We werden verrast 's morgens njet een
prachtig winters gezicht. Op elk takje van boom en
struik was sneeuw blijven liggen. Velen hebben van de
gelegenheid gebruik gemaakt, hiervan foto's te nemen.
De ooeveelheid sneeuw was echter nauwelijks van in
vloed op de vochtigheidstoestand van de grond. Vóór
de regenval van het afgelopen week-end is er op ver
schillende bedrijven meer of minder driftig gezaaid. Op
enkele bedrijven is men al ver -gevorderd met de inzaai.
Andere daarentegen waren van p^an er mee te beginnen.
Of de heel vroege zaaiers of de afwachters de juiste
keuze hebben gedaan valt nog niet te beoordelen. Pas
in de loop van het groeiseizoen is bier mogelijk een
verstandig woord over te zeggen.
Overigens is er al heel wat werk verzet. Een groot ge-
De weersomstandigheden zijn ook op SCHOUWEN en
DUIVELAND in de afgelopen winter van dien aard ge
weest, dat de struktuur van de grond zich dit voorjaar
in het algemeen zeer goed liet aanzien. Er kon prak
tisch probleemloos, qua struktuur, kunstmest gestrooid
worden, waarvan uiteraard in grote mate gebruik ge
maakt is. Dit betrof zowel de wintertarwe, graszaad
en grasland, als de blote grond. Ook de wind was hierbij
geen spelbreker. Eind februari werd reeds een begin
gemaakt met het poten van de plantuien. In de eerste
week van maart werden de eerste percelen zomertarwe,
zomergerst. erwten en uien gezaaid De nachtvorsten
waren de oorzaak dat men veelal laat in de morgen kon
beginnen, maar de grond viel goed. De 2de week van
maart gaf nog meer aktie te zien op de akker. Het leek
er op of we hier zo met alle voorjaarswerkzaamheden
verder zouden kunnen gaan.
Ook zijn er reeds verschillende percelen suiker
bieten gezaai'd. Ons inziens wel wat aan de vroege
kant, want de temperatuur van de grond was eigenlijk
toch nog niet geschikt voor dit gewas. Afgelopen week
end kwam e reen kink in de kabel t.a.v. de voorjaarsakti-
viteiten, n.l. regen. Hoewel dit niet aangenaam was, is
het toch misschien wel een goede afremming geweest.
Zeer waarschijnlijk waren, doordat de grond van goede
struktuur Was, in vrij korte tijd nogal wat suikerbieten
gezaaid. Zo vroeg zaaien is nog lang niet altijd een
winstpunt. Er zijn dan nog al eens tegenvallers door
trage, onregelmatige opkomst, terwijl ook de kans op
schieters toeneemt.
In de editie van 12 maart j 1. staat een artikel over
standdichtheid suikerbieten. Hierin wordt duidelijk in
formatie gegeven over mogelijke resultaten bij verschil
lende afstanden in de rij: n.L 14, 16 en 18 cm en verschil
lende opkomstpercentages, n.l. 50, 60 en 70
t Uitzaai met een afstand van ongeveer 15 cm in de rij
is het meest aantrekkelijke, zo wordt als conclusie gege
ven, er van uitgaande dat de veldopkomst van 50
haalbaar is (20.000 m 15 cm a 50 ongeveer 67.000
pl.) In aanmerking nemende dat le de veldopkomst
steeds een onzekere factor is; 2e na opkomst er altijd nog
planten verdwijnen; 3e de stand veelal niet regelmatig
is; zijn wij van mening dat. uitgaande van bietenteelt
zonder of zo weinig mogelijk handwerk, men toch
te veel risico neemt met die grotere afstanden! Nauwe
re afstand (ongeveer 10 cm) biedt meer zekerheid t.a.v.
de gewenste opkomst en regelmatige stand zonodig
middel toepassing van dunmachine.
deelte van de kunstmeststoffen is reeds gestrooid. Het
klaarmaken van het zaaibed zal niet veel inspanning
kosten. Sinds vele jaren is de uitgangstoestand van de
grond niet zo gunstig geweest als dit voorjaar. We zul
len na de regen weer het geduld moeten kunnen op
brengen, om te wachten tot de grond weer goed bewerk
baar is. Enkel door knoeiwerk is het mogelijk dat de
struktuur achteruitgaat
Waar we dit jaar bij de zaaibedbereidinlg sterk op
zullen moeten letten, is de diepte van bewerking.
Vooral de fijnere zaden zoals uien- en blauwmaanzaad,
moeten niet te diep, het liefst op een vastere ondergrond
worden gezaaiid. Op goed vlakgeploegd land, of vroeg
voorbewerkt, zal dit het best te realiseren zijn.
Door het koude weer, vooral 's nachts is er noig geen
grasgroei van betekenis. Integendeel, het weiland is
minder groen dan in februari. De veehouders staan ech
ter nog niet te dringen om het vee in te scharen. Er is
nog voldoende voorraad van ruwVoer.
We lezen weer publicaties over hernieuwde belang
stelling voor de voederbieten. Het zal sommige collega's,
,die altijd nog gezworen hebben bij de voederbieten als
het idea e ruwVoer voor het melkvee, wel goed doen, dat
er weer hernieuwde belangstelling voor de teelt is. An
dere veehouders blijken toch wel gelukkig te zijn met
d'e snijmais als één van de hoofdbestanddelen van het
voederrantsoen. Als voordeel ziet men toch wel, dat er
oVer dezelfde voederwaarde veel minder kilogrammen
verwerkt behoeven te worden. De oogst van snijmais
vraagt ook veel minder inspanning. Alles komt in korte
tijd klaar, wat wel tot gevolg heeft dat er ook een flin
ke rekening van de loonwerker komt. Uit een oogpunt
van vruchtwisseling hébben we geen behoefte aan nog
meer bieten in ons gebied. Een collega' akkerbouwer zal
wel genegen zijn in sommige gevallen land te verhuren
voor dé teelt van mais, maar niet voor de teelt van voe
derbieten.
Al met al zien we het voor ons göbied als een gunstige
ontwikkeling, dat de voederbietenteelt sterk ingekrom
pen, en de snijmadsteelt sterk uitgebreid is.
(Zie verder pag. 6)
Het weertype is nu geheel veranderd. Na een pit
tige late vorstperiode, is de wind uit een anderve hoek
gaan waaien en voelen we de lente al op ons afkomen.
De vogels fluiten hun hoogste lied, de heesters botten
geweldig uit en zelfs de eerst gezaaide zomergranen
komen weer al boven de grond Ondanks de kou is de
Dntwikkeling onder de grond toch doorgegaan. De jonge
plantjes hebben al flink wortel gemaakt en alles wijst
er op. dat de struktuur van de grond prima is. Ook de
wintertarwe is opeens flink aan de groei, alhoewel
meerdere percelen toch aan de dunne kant zijn. Het
kluiterige zaaibed zal hier wel debet aan zijn, maar
bij een goede uitstoeling kunnen we nog wel een vol
doende halmgetal verkrijgen. De eisen in de moderne
graanverbouw liggen anders dan vroeger en een te dik
géwas is daarbij niet meer gewenst.
Op de opslag tarweplanten in de jonge lucernepercelen
is reeds wat roestaantasting te bespeuren en het zal
misschien niet lang meer duren eer weer de eerste
voetziekte-aantasting te vinden is. Meer en meer wordt
het onderkennen van ziekten en plagen een specialiteit
van de moderne boer en alleen het tijdig of preventief
ingrijpen geeft hem kans van slagen. Als we eenmaal
te Iaat zijn hebben we de boot gemist en kunnen we
niet meer op een topopbrengst rekenen!
Opvallend is, dat de chemische onkruidbestrijding op
kweek niet zo best gelulkt is. Bepaald is het voor de
goede werking van deze middelen afgelopen zomer en
herfst te droog geweest. De werkingsduur er van is
beperkt en daarom zullen we thans naar andere oplos
singen moeten zoeken. Ook van het klein hoefblad zijn
de eerste bloemetje al te vinden en evenals kweek is
ook dit een hardnekkig onkruid en duur aan bestrijdin
gen. Min of meer zou men kunnen stellen, dat genoem
de onkruiden grondgebonden zijn, want steeds komen
ze op dezelfde perceelsgedeelten voor en ook na een
goede bestrijding ook weer terug. Een onderzoek in
deze richting zou daarom wel wenselijk zijn, want in
onze huidige bedrijfsvoering kunnen we bij de hand-
werkloze teelten zulke onkruiden immers niet meer ge
bruiken.
Als we thans de polders zo eens rondrijden, dan ko
men we tot de kon'klusie. dat praktisch alle kunstmest
gestrooid is. Er is daarbij gebruik gemaakt van de late
vorst en de daarbij goede berijdbaaiheid van het land.
Toch ontkomt men daarbij niet aan de indruk van het
groot aantal wielsporen wat deze bezigheid onder wel
ideale omstandigheden nog heeft achtergelaten. Op de
laatst gehouden studiedag over het thema: „De vrucht
baarheid van de grond", kwamen we onder de indruk
van het struktuurbederf wat we met trekkersporen
kunnen aanrichten. We hebben nu de kans gé'.iad om
het zo goed mogelijk te doen en gelukkig heeft de aan
houdende vorst nadien ook weer veel goedgemaakt. We
hebben echter geen andere keus dan machinaal uitvoe
ren van diverse handelingen en het aantal werkbare da
gen daarvoor is soms wel erg beperkt Moeder Natuur
speelt hierin wel de hoofdrol en het is niet eenvoudig
voor de boer om zijn partij daarin vlekkeloos mee te
blazen. In dit spel met de natuur zijn we dikwijls blij
als dit of dat weer gebeurd is op het land en deze blij
heid is juist de inspiratie voor het werk op de akkers.