Aktualiteiten rondom de vlasuitzaai oogst 1976 HET begin van deze maatregelen is een goed uitgevoerde zaaizaadontsmetting. KORTE WENKEN 11 Ing. J. M. VAN DER WEET JE, C.A.R. - Goes Alleen vlas van goede kwaliteit kan zowel bij de teler als bij de verwerker leiden tot een hoog rendement Om tot een goed eindprodukt van de teelt te komen, dienen alle teeltmaatregelen met zorg te worden uitgevoerd. Op een aantal punten die bij de perceelskeuze, de uitzaai en de teelt als zodanig van belang zijn, wordt in het volgende nader ingegaan. Want alleen door een verantwoorde perceels keuze en een zorgvuldige toepassing van de juiste teeltmaat regelen zal een eindprodukt van goede kwaliteit verkregen kun nen worden. Uiteraard wordt het rendement van de teelt hier door in hoge mate bepaald. PERCEELSKEUZE MOOR vlas moeten aan de structuur van da bouwvoor, de opbouw van het bodem profiel en de ontwatering van de grond hoge eisen worden gesteld. Na de herfst van 1975 is de situatie aanzienlijk beter dan een j'aar geleden. Praktisch al het land kon droog op wintervoor geploegd worden. Tot nu toe was de winter niet echt nat en de jongste vorstperiode van eind januari - begin februari kan voor de bovengrond als welkom beschouwd worden. Vooral in de gebieden waar sneeuw ontbrak. Storende lagen in de ondergrond, alsmede het vóórkomen van verdichtingen op de overgang van bouwvoor naar ondergrond zijn voor vlas beslist ongewenst. Dat een perceel be stemd voor vlas een goed functionerende drainage moet hebben, is een eerste ver eiste orde. Bij de keuze van de voor vlas bestemde percelen dient aan deze belangrijke punten de nodige aandacht besteed te worden. Percelen waarvan bekend is dat ze met sten gelaaltjes of vlasbrand zijn besmet, moeten als verdacht wordien aangemerkt. Uit on derzoek kan de zwaarste van de besme'.ting met stengelaaltjes bekend zijn. Voorzich tigheid bij een meer dan lichte besmetting is geboden. Tegen vlasbrand is het moge lijk, door het kiezen van een hiertegen resistent ras, risico's te vermijden. Dit zijn de rassen Fibra en Nynke. Verder moet bet als vanzelfsprekend worden beschouwd, dat alleen zoveel mogelijk „schone" percelen voor vlas bestemd) worden, omdat onkruid in vlas niet bijdraagt tot een kwaliteitsprodukt. KORTE RASBESCHRUVING Hera is om de goede stevigheid van bet stro, het hoge lintrendement en de hoge zaadopbrengst een aantrekkelijk ras. Hera 'bereikt ooik op da wat mindere vlasgronden een goede opbrengst. Het gewas is mooi egaal en heeft een hoge korte vertakking. Reina is eveneens een goed oogstzeker ras met een wat hogere stro-opbrengst doch een wat lager lintgehalte. Reina heeft het vermogen om op wat minder goede vlas- grond de opbrengst hoog te houden. Het ras bespit een goede diroogteresistentie. Reina rijpt wat vroeger en het stro is iets minder stevig. i Natasja. Dit ras voelt zich het beste thuis op percelen met goede groeiomstandig- heden en bereikt daar de hoogste opbrengst. Het lintgehalte is evenals de zaadop brengst zeer goed. Groeit aanvankelijk wat traag, rijpt laat en kleurt dan in korte tijd mooi bij. Natasja heeft zeer stevig stro en het bezit een goede resistentie tegen Fusa- rium-verwelkingsiziekte. Fibra bereikt geen topopbrengsten aan gerepeld vlas, doch door een goed lintge halte wel een vrij goede lintopbrengst. (Het stro is stevig en het gewas rijpt wat later dan Reina en Hera. Fibra is resistent tegen vlasbrand. Nynke stelt geen hoge eisen aan de grond, 'bereikt zeer hoge stro-opbrengsten bij een matig lintgehalte. Nynke heeft een goede droogteresistentie. Het ras is ook resis tent tegen vlasbrand. Is men genoodzaakt op een matige vlasgrond vlas te verbouwen, dan lijkt Nynke daar het aangewezen ras. Nynke kan gezien de normale strostevig- heid geen grote stikstofgift hebben. Voor een meer uitvoerige informatie mag worden verwezen naar eerder genoemde Rassenlijst. VOORVRUCHT QRANEN zijn de beste voorvruohten gebleken. In de graansoorten komen kleine verschillen voor. In volgorde naar hun geschiktheid is dit haver, zomergerst, tarwe. Bij zomergerst als voorvrucht doet men er goed aan speciaal bij de opkomst van het vlas te letten op een aantasting door vroege akkertrips. Deze -kunnen bestre den worden, evenals eventueel voorkomende aardvlooien met 1,6 liter parathion 25 Graanpercelen waarin een groenbemestingsgewas is geteeld, zijn voor vlas niet aan te bevelen, evenals, graszaadpercelèn. Andere geschikte voorvruchten zijn karwij, kanariezaad en bruine en witte bonen. In het algemeen zijn de voorvruchten bieten, uien en aardappelen wat minder ge schikt voor vlas. Het is echter vooral een kwestie van perceelskeuze. Wanneer men is aangewezen op één van de rooivruchten als voorvrucht voor vlas, dan moeten het percelen zijn waar bij de oogst en het ploegen geen structuurbederf van betekenis is opgetreden. Oliehoudende zaden, erwten, luzerne en kunstweide zijn als voorvruch ten af te raden! RASSENKEUZE UERA en Reina namen de laatste twee jaar ieder ruim 40 van het areaal voor hun rekening en zijn daarmee dus de belangrijkste rassen. Van het enige blauw- bloeiende ras Natasja werd de laatste jaren 10 15 uitgezaaid). De rassen Fibra en Nynke tenslotte worden weinig geteeld. Alle vlasrassen zijn goed tot zeer goed geschikt als dekvrucht voor graszaad, lu zerne, klavers en Engels raaigras voor groenbemesting. Voor het te hoog in het vlas opgroeien van sommige soorten klaver moet opgepast worden. Als dekvrucht voor karwij is vlas bruikbaar. Resistent tegen brand zijn Fibra en Nynke. Alle onderzochte rassen met uitzonde ring van 'Nynke zijn onvatbaar voor roest en zwartstip. Geen van de in dit bericht genoemde rassen is resistent tegen Botrytis en dodie barrel. Omdat ook infectie vanuit de grond plaatsvindt kan de ontsmetting van het zaad niet geheel afdoende werken. Vooral bij vochtig weer na de bloei kan Botrytis zich snel uitbreiden. In onderstaande tabel zijn gegevens over opbrengsten van de rassen in verhou dingsgetallen vermeld, alsmede enkele cijfers van belangrijke raseigenschappen zoals die vermeld zijn in de 51e Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1976. Opbrengsten en waardering vlasrassen naar groeiomstandigheden waardering stro lint gem. gem. lintge zaadop stevigheid vroegrijpheid rassen a b a b halte brengst stro Hera 98 99 101 101 103 110 7,5 7,5 Reina 100 102 97 104 99 97 7 8 Natasja 103 94 107 94 104 108 9 6 Fibra 97 98 98 96 101 88 8 7 Nynke 102 107 97 106 96 97 7 7,5 a bij verbouw onder goede omstandigheden, op goede vlasgronden. b bij verbouw onder matige omstandigheden, op matige vlasgronden. Het zaaien van vlas met gebruik van een zaai-egge. GEWASBESCHERMENDE MAATREGELEN In PjD.-bericht no. 1931 staat hierover o.a. het volgende vermeld: De grauwe schimmel (Botrytis cinerea) is bij vlas de meest schadelijke van de kiem- en bodemschimmels. De schade die door deze schimmel veroorzaakt kan wor den is meestal zo groot dat een zaadontsmetting altijd nodig is. Ontsmetting van het zaaizaad kan ook een gunstig effect hebben op een aantasting van dode harrel, Fusa- rium verwelkingsziekte, kanker en verbruinen. Gezonde en licht door Botrytis aangetaste partijen kunnen met thiram worden ont smet. Dosering 35 gram per kg zaad. Wanneer het zaad in een sterkere mate met schimmels is besmet, kan men beter gebruik maken van een kwik-bevattend middel of van een systemisch fungicide. In het laatste geval is het echter noodzakelijk ook nog een thiram bevattend middel aan te brengen, 3 gram per kg, tenzij het middel reeds thiram bevat, kwik AAbiton vloeibaar 3 ml/kg carbendazim Bavistin, Derosal 2 gr/kg thiram benomyl AAtopam 4 gr/kg Insecten, zoals vroege akkertrips, aardvlooien en vlastrips 'kunnen veel schade doen aan het vlas, omdat de stengel zich vroeg gaat vertakken. Voor bestrijding van deze insecten kan het middel parathion toegepast worden, tegen 1,6 liter 25 per ha. Daar dit een kortwerkend middel is, zal bij herhaalde aantasting meer dan éénmaal ge spoten moeten worden. Legering. Wanneer het vlas door een welige groei te zwaar dreigt te worden, zodat legering verwacht mag worden, dan kan een bespuiting met Ethrel-A uitgevoerd wor den. Bij een lengtegroei van 30 tot 45 cm kan gespoten worden met 1 liter per ha, indien het vlas de neiging heeft te gaan legeren of met 1,5 liter per ha in een gewas waar bij verdere groei legering vaststaat. Zthrel wordt verspoten in minstens 600 liter water per ha, terwijl een bijmenging van 0,025 Citowett, dat is dus 150 cc, verbetering van het resultaat geeft. Er kan gespoten worden bij 'bedekte hemel, daar bij diroog zonnig weer bladverbranding kan optreden. Bij dit weertype verdient het aanbeveling 's avonds te spuiten. Nu dit mid del de vlastelers ter beschikking staat, kan een kleine fout in de N-bemesting gecor rigeerd worden. {Wordt vervolgd.) CA.R. - Zevenbergen AKKERBOUW U HOORT TOCH NIET tot die boeren die te veel belas ting betalen? U weet wel, die mensen die geen gebruik maken van al die regelingen die er zijn om minder belast ting te betalenIedere boekhouder kan u helpen om van deze regelingen gebruik te maken. Waarom zou u het niet doen? LAND WAAR SPRUITEN STONDEN of andere kool soorten is totaal ongeschikt voor suikerbieten. Dat komt door de bietencystenaaltjes. Deze aaltjes leven op alle koolsoorten en ook op suikerbieten. Door eens in de vier jaar bieten te telen, krijgen we al problemen genoeg met deze aaltjes. Het is dus het een of het ander, want suiker bieten en koolsoorten blijven eikaars k'onkurrenten. 120 TOT 160 KG STIKSTOF is genoeg voor een gewas suikerbieten. Vooral op een wat „rijke" grond moet men met de stikstofgift niet te hoog gaan. De suikerbieten blijven dan maar doorgroeien en komen nooit aan het vormen van een hoog suikergehalte toe. HOERA! Overal waar het harder heeft gevroren dan 10 gr. C is de groene perzikbladluis dood. De eerste vlie gende groene luizen zijn dus dit voorjaar voorlopig nog niet te verwachten, daar pas de derde generatie •fkom- stig uit eitjes kan vliegen. Hoogstwaarschnlijk is Temik G 10 half maart aangewenduitgewerkt als deze luizen komen. VOLGENS DE VERWACHTING komen er drastisch meer hektares uien. Nu is de teeltuitbreiding na een gc.ed jaar niets nieuws. Bent u echter een nieuwe teler zorg dan wel voor een goed produkt. Laat u deskundig voorlichten over bemesting, zaaimethoden, ziektebestrijding enz. U wordt dan tenminste een goede uienteler. VEEHOUDERIJ BIJ HET AFRASTEREN van de graslandpercelen kunt u het beste gebruik maken van goede verduurzaamde palen. Over enkele jaren gerekend zijn deze palen goed koper dan niet verduurzaamde. Plaats de palen niet te dicht op de rand van de sloot om intrappen van de sloot kant te voorkomen. -ALS U HET PLASTIK VAN DE KUILHOPEN hebt ver wijderd, laat dan de boel niet rondwaaien. Is het plastik niet bruikbaar, zorg dan dat de rommel wordt verbrand. Ook in dit geval moet u wat meer „milieubewust" worden en ergernis van anderen voorkomen. EEN SLECHTE VOORDROOGKUIL is niet geschikt om een jaar over%te houden en moet dan ook nog deze 'winter worden vervoederd. Een goede kuil blijft zijn voe- derwaarde behouden. Let er dus op welke kuil u even tueel moet overhouden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 11