Scjïl^
TOERISME EN WEGENONDERHOUD
zuidelijke landbouw maatschappij
m
- VRIJDAG 27 FEBRUARI 1976
64e Jaargang - No. 3320
land- en
tuinbouwblad
In de loop der tijd is, onder meer door de recreatieve ontwikkeling in bepaalde gebieden, het gebruiks
patroon van de vroegere „landbouw"binnenwegen zodanig veranderd, dat de steeds hoger wordende
lasten van het onderhoud niet meer rechtvaardig verdeeld zijn! Na alles wat hierover de laatste jaren
al gezegd en geschreven is, is het de hoogste tijd dat de gemeenschap, die van deze wegen in toe
nemende mate gebruik maakt, de kosten daarvan betaalt!
In dit No. o.m.:
Jt Hagelverzekering
Aktueel pag. 3
Rijenafstand bij
zaaiuien pag. 5
De overheidsvoorstel-
len grondpolitiek pag. 7
Uitslag Hoechst
kerstpuzzel pag. 8
De bewaring van vaste
en dunne mest pag. 10/11
De maand maart op 't
Z.W. landbouwbedrijf
pag. 12/13
De teelt van witlof -
wortelen pag. 17
Jt Onze groentetuin in de
praktijk en het onderhoud
van de siertuin pag. 22/23
nieuwe rekreatieprojekten. Zeker waar intergemeentelijke
coördinatie nog maar al te vaak gebrekkig funktioneert,
dreigt de rekreatieve druk uit de hand te lopen. De situa
tie die rondom het Grevelingenmeer dreigt te ontstaan is
daarvan een voorbeeld.
BEPERKTE GROEI
TAJIJ hebben de indruk dat, wil het Zuid-Westen ook
nog leefbaar blijven voor de eigen bewoners en
daarnaast werkbaar voor de landbouw, aan het scheppen
van nieuwe en het drastisch uitbreiden van reeds be
staande verblijfsrekreatiecentra zo langzamerhand paal
en perk gesteld dient te worden.
In elk geval dient voorkomen te worden dat er sterke
ingrepen in de infrastruktuur van het Zuid-Westen plaats
vinden, zoals nieuwe (snel)wegen gericht op het toeris
me, die een extra stimulans voor uitbreiding van het toe
risme inhouden. Naast uiteraard goede aan- en afvoer-
routes, dient naar mijn mening de toerist zich aan te pas
sen aan de bestaande, zeker niet slechte, plaatselijke we-
genstruktuur en niet andersom.
Een beperkte groei van het toerisme dus. Wat voor ons
tevens inhoudt dat er voor de ontwikkeling van grote,
nieuwe rekreatieprojekten in het Zuid-Westen geen plaats
meer is. Immers de beperkte groei van het aantal plaat
sen zal al hard genoeg nodig zijn om de bestaande be
drijven die (beperkte) vergroting toe te staan die zeker
nodig is om hun exploitatie bij het stijgende kostenniveau
sluitend te maken
ONS COMMENTAAR
WAN oudsher waren de Waterschappen in ons werk
gebied 3 hoofdtaken toebedeeld. De zorg voor de
waterkeringen, de zorg voor dé waterhuishouding in het
betreffende gebied en het onderhoud van de (landbouw)
wegen. Vrij recentelijk is daar als vierde hoofdtaak in
Zeeland en West-Brabant de zorg voor de kwaliteit van
het water (uitvoering wet verontreiniging oppervlaktewa
ter) bijgekomen. Wij willen in dit commentaar wat dieper
ingaan op het beheer en onderhoud van de landbouwwe-
gen. Juist deze taak blijkt immers steeds meer water
schappen grote financiële zorgen te geven. Zorgen die
dan tot uitdrukking komep in een sterke stijging van het
geschot voor met name de betrokken eigenaren van het
onbebouwd. Nu is het op zich niet onlogisch dat het on
derhoud van de meeste landbouwwegen tot een taak van
het waterschap werd gerekend en daarbij dan ook voor
een belangrijk gedeelte door de ingelandeg werd bekos
tigd.
Immerj het waren vroeger juist deze ingelanden (de
landbouw dus) die verreweg het meeste gebruik van deze
wegen maakten. En wel met machines en voertuigen waar
over het algemeen geen wegenbelasting voor werd afge
dragen
Deze hele situatie nu is vandaag de dag dusdanig ge
wijzigd dat wij (en naar wij gemerkt hebben ook vele bin
nen de waterschappen) van mening zijn, dat de lasten
voor onderhoud van de wegen niet meer rechtvaardig
verdeeld zijn.
GEWIJZIGD GEBRUIK
TAT AT is er dan in de loop der jaren veranderd?
In de eerste plaats het gebruik van de landbouw
wegen door de agrarische sektor zelf. Meer en meer vindt
het transport van en naar de landbouwbedrijven plaats
met vrachtwagens. Transportmiddelen dus waarvoor wel
volledig wegepbelasting wordt betaald en die in de reke
ning aan de tfoer is ingecalculeerd^ Een bijdrage voor dit
gebruik van de landbouwwegen via de waterschapslasten
betekent dus in feite dat de boer dubbel betaalt.
In de tweede plaats is tegenwoordig de agrarische sek
tor lang niet meer de enige gebruiker van de landbouw
wegen. Dat geldt met name in die gebieden waar het toe
risme sterk is toegenomen.
De vestiging van omvangrijke rekreatieprojekten vindt
vandaag de dag steeds meer plaats in het agrarische bui
tengebied. Dat betekent altijd een sterke extra belasting
van de daarop veelal niet gerekende toe- en afvoerwegen.
Helaas komen de daaruit voortvloeiende"extra kosten nog
maar al te vaak volledig ten laste van het waterschap, in
plaats van de betreffende exploitant van het rekreatie-
projekt. Een duidelijke afspraak tussen waterschap en
gemeente omtrent de verdeling van deze extra lasten is
meer dan ooit noodzakelijk.
Daarnaast neemt evenwel ook de druk op het totale
wegennet (ook de landbouwwegen) in een bepaald gebied
sterk toe met het uit de grond stampen van omvangrijke
WEGBEHEER
70U op zich een beperking van de groei van het toe-
risme al enige verlichting van de toename van de
verkeersdrukte op de binnenwegen kunnen betekenen,
voldoende is dit geenszins om de financiële gevolgen het
hoofd te kunnen breden.
Zeker niet indien we ook in de toekomst in het Zuid-
Westen zo karig uit het wegenfonds bedeeld blijven als
nu het geval is. Wij vragen ons dan ook af of het nog wel
langer verantwoord is dat de waterschappen een belang
rijk gedeelte van de plattelandswegen in beheer en on
derhoud blijven houden. Of zou het niet beter zijn dat, zo
als in grote delen van ons land al het geval is, het beheer
van alle wegen, dus ook de landbouwwegen. door rijk,
provincie of gemeente worden gevoerd. Het zou in ieder
•geval een belangrijke ontlasting van het budget voor vele
waterschappen betekenen.
Weliswaar zou bij handhaving van de huidige verdeling
uit het fonds uitkerina wegen ook de nieuwe beheerder,
gemeente of provincie dus, er zelf dik geld bij moeten
leggen. Evenwel dit geld zou dan ofwel uit de gemeen-
schapskas ofwel door alle belanghebbenden kunnen wor
den opgebracht.
Nu moeten de tekorten praktisch geheel door de be
trokken grondeigenaren via een zeer hoge waterschaps-
bijdrage per ha worden opgebracht! En dat is niet meer
in overeenstemming met de werkelijke gebruikssituatie
die heden ten dage voor de plattelandswegen geldt!
LUTEIJN