Zuiveringsslib in de landbouw Enkele gedachten over prijsvorming en afzet Nederlandse tarwe komende seizoen Schriftelijk commentaar gevraagd op Wetsontwerp voorkeursrecht gemeenten bij verwerving onroerend goed I>e meeste zuiveringsinstallaties produceren en leveren het zogenaamde natte of dunne slib. Een volumineus produlkt, enigszins vergelijkbaar met dunne mest of drijf- mest. Daarnaast wondt op sommige grote installaties, bijv. te Breda, het natte slib verder verwerkt tot een slibkoék. Deze sliibsoort is veel geringer van volume, stapelbaar en in vorm en struktuur enigszins overeenkomend met korte stalmest of kompost. de werkingsooëfficiënt van de stikstof uit het slib va rieert van 1530 afhankelijk van het aanwen- diingstijdstip, terwijl die voor het fosfaat op ongeveer 50 kan worden gesteldi De hoeveelheden kali en magnesium zijn van weinig of geen betekenis. De zichtbare stikstof- reakitie zal op grasland veelal beduidend groter zijn dan op bouwland. 9 ALLEEN GEKONTROLEERD GEBRUIK VERANTWOORD Gons ulentschap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij in Zevenbergen, Ing. A. M. v. d'. VEEIKEN. De taak van de afvalwaterzuivering is in Nederland door de provinciale besturen in de meeste provincies op gedragen aan verschillende water schappen of zuiveringsschappen. Door deze schappen zijn of worden riool waterzuiveringsinstallaties gebouwd. Bij het zuiveren ontstaat als afvalpro- dukt het zogenaamde zuiveringsslib, waarvoor men een afzetgebied in de landbouw zoekt Vandaar dat wij langs deze weg U enigszins willen in formeren ten aanzien van de proble matiek van het zuiveringsslib en de mogelijkheden hiervan voor de land bouw. WAT IS ZUIVERINGSSUB Zuiveringsslib is Ihet afval produkt dat bij: die 'zuivering van het water in de zuiveringsinstallatie achterblijft. In ruime zin betreft het de organische bestanddelen van huishoude lijke en industriële afvalstoffen die in de riolering worden afgevoerd. Het is begrijpelijk dat zonder enige beperking van lozingsvoorwaarden de samenstelling van het slib van tijd tot tijd en van plaats tot pHaats sterk kan variëren. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn op het gebied van bepaalde stoffen, de zogenaamde zware metalen. Lozingen van som mige industrieën zijn hiervoor meestal verantwoordelijk en kunnen daardoor ongunstige uitschieters veroorzaken ten aanzien van gehalten aan sommige zware metalen in het zuiveringsslib. 'De samenstelling van het slib kan hierdoor dermate ongunstig iworden beïnvloed, dat het onbruikbaar wordt voor de landbouw. De situatie ligt gelukkig anders bij) het gebruik van huishoudelijk slibafvai. De variatie in samenstelling op dei divers© ©lementen ibezien is, hierbij min der groot, zonder wezenlijke uitschieters. SAMENSTELLING VAN ZUIVERINGSSLIB Gemiddelde samenstelling van zuiveringsslib nat slib/100 m3 slibkoék (Breda) 100 ton per 10 ton droge stof 5500 kg 4500 kg organische stof 3300 kg 2000 kg stikstof (N) 150 kg 120 kg fosfaat (P2O5) 150 kg 120 kg kali (K2O) 20 kg 16 kg klailk (CaO) 150 kg 120 'kg magnesium MgO) 20 kg 16 kg zink (Zn) Hl kg 9 kg koper (Cu) 2,75 kg 2,25 kg lood (Pb) 2,75 kg 2,25 kg Verder zeer kleine hoeveelheden aan Cadmium (Cd); nik kel (Ni); kwik (Hg) en Chroom (Cr). Bij een oordeelkundig gebruik van zuiveringsslib van huishoudelijke oorsprong zijn geen moeilijkheden te ver wachten t.a.v. opbrengstdervingen van gewassen of te hoge gehalten aan bepaalde elementen in de produkten. Integen deel, vooral het (droge) stapelbare slib kan zelfs als een goed bruikbare organische mest worden beschouwd, vooral van betekenis op de akkerbouwbedrijven. MAATREGELEN VOOR EEN VERANTWOORD GEBRUIK ■pER voorkoming van cumulatie j(ophoping) van zware metalen in de grond moeten eisen worden gesteld aan de toepassing van zuiveringsslib. Door sommige industrieën kan bij, vrije lozing het gehalte aan één of mogelijk meerdere elementen) in het slib extreem hoog oplopen. Om hieraan paal en perk te stellen, zal op korte termijn door de water en zuiveringsschappen een heffing op zware metalen worden ingevoerd. Daarnaast zal door intensieve bemonstering van het afvalwater een regelmatige kontrole plaatsvinden. Door deze methode van werken kunnen eventueel giftige afval stoffen uitdrukkelijk worden geweerd, -zodat een goed bruik baar produkt voor de landbouw kan worden verkregen. Aan de ontvanger van het zuiveringsslib zou bij aflevering een garantiecertifikaat kunnen worden verstrekt, waarop ver meld staat dat het slib voldoet aan de maximum toelaatbare gehalten aan zware metalen ingevolge het meststoffenbe- sluit. Dergelijke eisen zijn thans in voorbereiding. Voor die gehalten aan stikstof, fosfaat, enz. kunnen eveneens mini- Overzicht van een moderne zuiveringsinstallatie. mum garanties worden gegeven. Vanuit de waterschappen zou een registratie moeten worden bijgehouden van de af nemers met de totale hoeveelheden afgeleverd slib. Alles bijeengenomen betekent dat een deugdelijke garan tie voor de boer, waailbij een verantwoorde toepassing van het slib tot de reële mogelijkheden behoort. DE TOEPASSING IN DE LANDBOUW yAiNWEGE de eigenschappen van het zuiveringsslib en de ibedrijf'sstnuktuur van onze landbouwbedrijven moeten we er van uitgaan dat het slib in hoofdzaak afzet zal moeten vinden in de 'zuivere akkerbouwgebieden. In veel mindere mate op het gemengde bedrijf en vrijwel niet op het veehouderijbedrijf. In verband iriet het gevaar voor een te sterke ophoping van met name zink en 'koper in de grond, mag volgens des kundigen als uitgangsbasis voor het gebruik van slib op bouwland per jaar niet meer dan twee ton droge stof per ha uit zuiveringsslib worden toegepast. Dit betekent 40 ton/ha per jaar van het natte slib volgens de eerder gege ven tabel en 4]/2 ton van het vaste stapelbare slib. En hoeveelheid van 4/2 ton per ha is praktisch niet ver werkbaar. Er mag dan ook gerust 2 h 3 keer deze hoeveel heid worden aangewend. iEr moet dan wel eenzelfde aantal jaren worden gewacht met dé volgende toediening. Dit be tekent 2 ci 3 jaar. Op grasland mag maximaal de helft van de dosering op bouwland worden toegepast. Hier geldt als uitgangsbasis één ton droge stof per ha per jaar. Overigens kan het slib niet worden gebruikt op bedrijven die mestvarkens houden. De kopergehalten van de grond hebben op deze bedrijven toch al de neiging om sterk op te lopen. Eveneens moet ge bruik van het sliib worden afgeraden op percelen waarop schapen worden geweid. INFEKTIEZIEKTEN EN PARASITAIRE ZIEKTEN yUIVERINGSlSLIB kan vaak paratyphusbakteriën bevat ten, die aanleiding kunnen geven tot ziekte of „dra gers bij dieren". Om dat risiko te beperken is het gewenst cm op percelen die voor geweiding gebruikt worden het slib niet later dan 1 februari aan te wenden. Dit geldt ook voor percelen, waarvan het gras voor stalvoedering wordt gemaaid. Om een langere toepassingsperiode mogelijk te maken en om het risiko van besmetting te verkleinen wordt aan een pasteurisatiebehandelmg van het slib gedacht. Op percelen, die uitsluitend voor hooien of kuilen bestemd zijn, kan het slib ook op een later tijdstip dan 1 februari worden aangewend. Verwerking van dun zuiveringsslib per tankauto en alumi nium buisleiding in West-Duitsland. Tankinhoud 19 m3. Op grasland, waar slachtvee wordt geweid of waar ruw- voer voor slachtvee wordt gewonnen, is het gebruik van slib, door een mogelijke 'besmetting met lintwonmeieren, niet gewenst. Het vaste slib van de installatie te 'Breda is door eem ther mische behandeling tot 180° C volkomen steriel gemaakt. De kans op moeilijkheden t.a.v. parasitaire ziekten zullen bij gebruik van dit slib gering zijn. WERKING OP BOUW- EN GRASLAND Het dunne slib is vooral in de klei-akkerbouw een moeilijk te verwerken produkt in vergelijking met het steekvaste slib. In hoeveelheden van 2025 ton/ha toegediend, kan het vaste slib een aantrekkelijk produkt zijn als leverancier van de zo broodnodige organische stof op het klei-akkerbouw- bedrijf. Een organische bemesting dn kombinatie met kunst mest geeft meestal enkele procenten meeropbrengst ten op zichte van het gebruik van enkel kunstmest. Gezien de er varingen met andere organische mestsoorten en de beperkte toepassingsmogelijkheden van het slib, zal het noodzakelijk maken niet of nauwelijks op de stikstofgift te bezuinigen. (Vervolg van pag. 7) op zij ter beschikking komt voor de Nederlandse maalderij en bakkerij, te maken 'hebben met de vracht en kosten van ca. 2,80. Dit zou voor bakwaardige tarwe van Nederlandse origine een prijsverhogend effect kunnen betekenen. Bij deze gedaohtengang plaatsen wij wederom enkele kant tekeningen. iDe eerste betreft de vraag of het wel mogelijk zal blijken te zijn bakwaardige en niet bakwaardige tarwe op een goede, snelle, efficiënte en betrouwbare wijze te on derscheiden. Uit het artikel vap de heer Dr. Ir. C. Mastenbroek „Tarwe en Kwaliteit" in Cebecoskoop No. 2 (verschijningsdatum eind februari 1976) 'blijkt wel hoezeer dit met vraagtekens is omgeven. |N de tweede plaats moet worden opgemerkt, dat de in houd van het begrip referentieprijs in huidige voor stéllen onvoldoende is uitgewerkt om te kunnen beoordelen of, indien de ikwaliteitspremie van ca. 5,niet kan worden gerealiseerd in de markt, de systematiek zodanig zal zijn, dat deze prijs op een andere wijize (bijvoorbeeld door inter ventie) tot stand kan komen. Van beleidszijde zal men zich voorts bij de uitwerking hiervan moeten realiseren, dat er verschil in de marktprij zen voor de voertarwe in de overschot- en tekortgebieden (resp. Frankrijk en ibijv. Nederland) zaïl zijn. Hierdoor zal, andien baktarwe moet worden geïntervenieerd, de kwalateits- toeslag in Nederland een duidelijke afzwakking ondergaan ten opzichte van die in Frankrijk. Dit zal geenszins een sti mulans voor de produktie van baktarwe in Noord-West- Europa betekenen, terwijl dit tooh wel het oogmerk is van de huidige voorstellen. J'lhJN derde moet worden opgemerkt, en ook daarvoor verwijzen wij naar het artikel van de heer Masten broek, dat het de vraag is of de maalindustrie in de Euro pese Gemeenschap geïnteresseerd is dn alleen datgene, dat door Brussel onder bakwaardige tarwe's zal worden ver staan. Het begrip bakwaande is moeilijk te definiëren; het is een zeer relatief begrip dat afhangt van de gebruikte grondstoffen en van het eindprodulkt, dat men wenst te fa briceren. Tevens speelt een belangrijke rol het feit, dat de bloem voor de broodbereiding nimmer wordt samengesteld uit één (bakwaardig) ras, maar uit een mengsel van een veelheid aan rassen van diverse herkomsten. Vast staat, dat rassen waarvan mag worden aangenomen dat zij in geen geval door Brussel onder bakwaardige tar we's zullen worden gerangschikt, zeker tot 25 in de bloem kunnen worden verwerkt zonder tekort te doen aan kwali teit en baikeigenschappen en verwerkingsmogelijfcheden van de bloemmelange. De bijzondere commissie voor de wetsontwerpen 13 713 en 13 714 (Regeling van een voorkeursrecht van ge meenten bij de verwerving van onroerend goed en Wij ziging van de Onteigeningswet) uit de Tweede Kamer nodigt ieder die aan haar voorbereidend onderzoek een bijdrage wil leveren uit schriftelijk commentaar op deze wetsontwerpen in te zenden. Belangstellenden wordt verzocht Hun reactie uiterlijk donderdag 15 april '76 in te zenden bij de griffier van de commissie, mr. T. H. E. Kerkhofs, Binnenhof IA, te 's-Gravenhage. De commis sie zal eventuele opmerkingen gaarne in 50-voud ontvan gen! Wanneer het stuk evenwel van geringe omvang is (max. 3 kantjes), kan worden volstaan met inzending van een enkel exemplaar; de griffie zorgt in dit geval voor vermenigvuldiging. De commissie neemt aan dat tegen publikatie van de ingezonden commentaren geen bezwaar bestaat, tenzij uitdrukkelijk wordt verzocht dit na te laten. De aandacht wordt gevestigd op de moge lijkheid voornoemde kamerstukken tegen betaling te verkrijgen bij de Staatsuitgeverij, Christoffel Plantijn- straat, 's-Gravenhage (tel. 070834507).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 9