Produktschap voor Aardappelen remt export van aardappelen af 6 maart „open dag" Agrarisch Dordrecht K.N.L.C. Opleidingscentrum HOOFDBESTUUR IN BRUSSEL (slot) KORTE WENKEN BIJ MEERJARIGE OVEREENKOMSTEN MET LOON WERKERS KORTINGEN OP LOONWERKTARIEVEN MOGELIJK In de laatste vergaderingen van de Tarievencommissie van de Gewestelijke Raad voor Zeeland, waarin naast vertegenwoordigers van de landbouw ook vertegenwoor digers van de Afdeling Zeeland van de B.O.V.A.L. zijn opgenomen, is gesproken over de mogelijkheid tot het aangaan van meerjarige overeenkomsten tussen de loon werker en de boer voor het rooien van suikerbieten en aardappelen. Welke gedachte ligt hieraan ten grondslag? Allerwege is bekend dat de prijzen van de rooimachi- nes hoog zijn. Voor de loonwerker brengt dit de vraag mede of het verantwoord is een bepaalde investering te doen voor een machine die wellicht niet geheel produk- tief te maken is. Middels het aangaan van een overeenkomst, waarbij een groep telers zich verplicht om gedurende een aantal jaren (b.v. 6 jaar) alle te telen bieten of aardappelen te laten oogsten door dezelfde loonwerker, kan deze loon werker op basis van de gekontrakteerde oppervlakten gericht investeren. Deze gerichte investering betekent een rendabele benutting van de machine, zodat bij de prijsvaststelling van de rooitarieven minder rekening gehouden hoeft te worden met de onproduktieve uren van de machines. Dit kan vertaald worden in een goed koper tarief Een verlaging van het tarief kan vooral worden be reikt door als telersgroep in onderling overleg een zo danig rooischema op te stellen, dat de loonwerker zo weinig mogelijk verliesuren maakt met het verplaatsen van zijn machine van het ene perceel naar het andere. De winst die hierdoor wordt verkregen komt mede ten goede aan de teler en in de praktijk o.a. in Tholen en Noord-Brabant is reeds gebleken dat deze methode niet onbelangrijke kortingen op de loonwerktarieven oplevert. De kostenstijgingen, die regelmatig doorgaan, kunnen hierdoor gedeeltelijk worden opgevangen. Zowel de Gewestelijke Raad als de afdeling Zeeland van de B.O.VjV.L. menen dat dergelijke overeenkomsten zowel voor de boer als voor de loonwerker gunstige perspectieven kunnen bieden. LANDBOUWPRIJSINDEXCIJFERS NOVEMBER 1975 Volgens het C.B.S. bedroeg het prijsindexcijfer voor akkerbouwprodukten in november 191 tegen 145 in de overeenkomstige maand van het vorig jaar (basis over eenkomstige maand 1952/1964 100). Met uitzondering van de prijzen voor peulvruchten en ongerepeld vlas werden hogere prijzen genoteerd. Grote invloed op de stijging van het groepsindexcijfer hadden vooral de hoge prijzen voor consumptie-aard appelen. Het prijsindexcijfer voor de veehouderijprodukten steeg in vergelijking met november 1974 met 24 punten tot 160 Met uitzondering van eieren waren alle pro dukten in deze groep hoger in prijs. Het bestuur van het Produktschap voor Aardappelen heeft maandag 16 februari in een speciale spoedverga dering zonder hoofdelijke stemming een Verordening vastgesteld inzake een regulering van de export. Export is hier een verkeerd woord omdat bedoeld wordt de afzet naar de partnerlanden van de Gemeenschap. De Verordening beoogt, in verband met de kwetsbare aardappelsituatie in die seizoen, maatregelen te nemen tegen mogelijke verstoring van de normale voorziening van de traditionele afnemers, zowel in het binnenland als in de andere lidstaten. Daartoe is een regulering geboden, zo meent men. De regulering zal inhouden dat de afzet naar Duits land aan geen of nauwelijks enige regulering zal onder worpen worden, omdat Duitsland en Nederland als één markt beschouwd worden. Anders staat het gesteld met Engeland. De afzet daar heen wil men inperken tot wat men noemt de „normale" import van dit land. Zoals bekend is de export naar derde landen nage noeg stopgezet. Dat geschiedde op 28 januari van dit 100 JAAR LANDBOUWONDERWIJS TtóT jaar wordt het feit herdacht dat het Landbouw- onderwijs 100 jaar bestaat. Hieraan wordt op vele plaatsen en op zeer uiteenlopende wijze aandacht be steed. In Dordrecht wordt in het kader van deze her denkingsactiviteiten op zaterdag 6 maart a.s., een open dag gehouden in het Agrarisch Opleidingscentrum van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité en wei van 1012.30 uur en van 13.3016.00 uur- In dit moderne gebouw aan de Noordendijk zijn drie agrarische scholen ondergebracht, nl. de hogere land bouwschool, de middelbare landbouwschool en de la gere land- en tuinbouwschool. De hogere landbouwschool heeft een cursusduur van vier jaar. Voor toelating is een HAVO-diploma nodig met scheikunde en natuur kunde in het eindexamenpakket. Degenen die niet hele maal aan de eisen voldoen, kunnen een voorbereidend jaar volgen. De afgestudeerden zijn ingenieur en mo gen „Ing" voor hun naam zetten. De opleiding aan de middelbare landbouwschool is 3-jarig en heeft een A- en een R-afdeiing. Deze verschillen vooral in de verdeling van de beschikbare tijd over de theoretische en prak tische vakken. Als toelatingseis geldt het diploma van een MAVO-school of van een lagere beroepsopleiding. jaar. Thans wil men ook de afzet naar de lidstaten beperken, wat in feite in strijd is met de EEG-bepalin gen. Het betekent een duidelijke discriminatie van En geland, waarvan men mag aannemen dat de toch niet zo bijster tevreden Britten, hiertegen zullen proteste ren en mogelijk de gehele Verordening ongedaan ge maakt zal moeten worden. Bij de discussies heeft de heer Takens, vertegenwoor diger van de drie Centrale Landbouw Organisaties erop gewezen wat het effect van een betrekkelijk klein te kort is. De Gemeenschap dient voor een regelmatige voorziening niet te kampen hebben met tekorten, maar met (kleinere) overschotten. De kosten die deze over schotten met zich brengen, moeten dan ook gemeenschap pelijk gedragen worden. Dat voorkomt situaties als waarin men thans verzeild is geraakt. Duidelijk werd, dat het bestuur van het Produktschap de Verordening moest vaststellen onder aandrang van het ministerie van Landbouw en van Economische Za ken. vdw. De lagere land- en tuinbouwschool is 4-jarig. Om toege laten te kunnen worden moet de leerling 6 jaar basis onderwijs normaal hebben doorlopen. In het 3e leerjaar dienen 3 vakrichtingen te worden gekozen uit: bloem- sierkunst, bloementeelt, aanleg en onderhoud van tui nen, groenteteelt, fruitteelt akker- en weidebouw en veeteelt (dierverzorging). Voor leerlingen met een min der goede aanleg voor de theoretische vakken beschikt de Dordtse lagere 'and- en tuinbouwschool over een afdeling voor sterk praktisch gericht individueel tuin- bouwonderwijs. In al deze opleidingen die samen ongeveer 675 leer lingen teilen, speelt de praktijk in werkplaatsen, labo ratoria en land- en tuinbouwbedrijven een belangrijke rol. Op de open dag zal men met diverse facetten van dit onderwijs kennis kunnen maken. Daartoe zullen de werkplaatsen, kassen en laboratoria zoveel mogelijk be mand zijn- Ejke school zal in één van de lokalen een voorlichtingsstand inrichten, waar degenen die bijzon dere belangstelling voor dit onderwijs hebben, uitvoe rig geïnformeerd kunnen worden. Bovendien zullen er in een filmlokaal de hele dag aantrekkelijke fiims op het gebied van de land- en tuinbouw worden gedraaid. Ook voor degenen die niet direkt bij de land- en tuin bouw zijn betrokken, is er ongetwijfeld veel interessants te zien. belink dat op dit vlak voorkomen moet worden dat er een tegenstelling komt in de veehouderiisektor. Voor het schapenvlees achtte hij per 1 januari 1978 een verorde ning nodig omdat Engeland dan volledig lid zal zijn van de E.E.G. STRUKTUURBELEID heer Leenderts vertelde dat van de totaal 17.000 bedrijven die van regelingen voor bedrijfsontwik keling gebruik maken er 4200 in Nederland zijn. De be- drijfsbeëndigingsregeling is naar zijn mening aan zijn doel voorbij geschoten door de bepaling dat de vrijkomende grond ter beschikking moet komen aan ontwikkelings bedrijven ,,en juist deze bedrijven zijn daar nou net niet toe in staat", aldus de heer Leenderts. De inleider vond een inventarisatie van de problematiek dan ook op zijn plaats zodat er na 1976 verbeteringen kunnen komen. De heer Leenderts zei ook dat het struktuurbeleid met name door de inflatie tot interne controverse leidt omdat het is gebaseerd op een te creëren prijsbeleid. Het is dan ook voor de eerste keer dat het paritair inkomen is verlaagd om hier wat aan tegemoet te komen. Een ander gevolg van de inflatie is dat de investeringen bijzonder snel om hoog zijn gegaan. Onder meer door het vasthouden van 1 arbeidskracht voor 115 sbe dreigt deze groep te worden uitgesloten. FINANCIËN bedraagt terwijl dat in 1970 nog maar 9,5 miljard was. Overigens valt dit cijfer mee als je bedenkt dat dit slechts 0,36 van het bruto nationale inkomen is in de E.E.G. De heer Bennink wees erop dat afhankelijk van het markt- systeem er jaarlijks grote verschillen zijn tussen de diver se sektoren. Globaal kan gezegd worden dat het budget als volgt is verdeeld: granen 2025 zuivel 3035 rundvlees 18% (voor 1975, vroeger vrijwel nihil), suiker 35 De heer Bennink wees erop dat door de ver schillende monetaire systemen en door het steeds duur der worden van de E.E.G. het steeds moeilijker wordt de medewerking te krijgen van die staten die het meest moe ten betalen. „Dat is zwaar werk", zo besloot hij. COPA ^"AMENS het Copa was de heer Anemaet aanwezig over de taak en werkwijze van het Copa. Het Copa is een organisatie binnen de 9 E.E.G.-landen, de leden zijn de nationale landbouworganisaties. Het Copa wordt beschouwd en erkend als hèt vertegen woordigende lichaam van de gehele europese landbouw in de E.E.G. Het Copa heeft een praesidium, werkgroepen en algemene experts. De contacten liggen bij de euro pese commissie, bij het raadgevend comité, bij het euro pese parlement en verder op lager „ad hoe" niveau. Het Copa is volstrekt onafhankelijk van de overheid of van de E.E.G. DISCUSSIE J^E heer Bennink vertelde dat het E.E.G.-budget (ga- \/AN de vele vragen konden er in verband met de rantiefonds) nu reeds zo'n 18 19 miljard gulden tijd slechts enkele beantwoord worden. Eén van de vragen betrof de stelling dat het overschot in de melk veehouderij wordt afgewenteld op een andere sektor, n.l. de varkenshouders. De heer Siebelink waarschuwde tegen een dergelijke opstelling: „U spreekt over een ge meenschappelijk probleem, dat moet je niet aanscher pen". Hij stelde dat het gaat om een korte-termijn-rege- ling waarvoor we de steun van allemaal nodig hebben. De heer Siebelink was van mening dat het aantal leve ranciers van melk „noodzakelijk" zal moeten afnemen (als er één blijft moeten er twee verdwijnen). Hij benadruk te dat er in de rundvleessektor zeer veel gedaan is (3,5 miljard voor de laatste jaren) en er daardoor een „theo retische os" (die in feite niet bestaat) is gecreëerd. Door het opleggen van importheffingen blijft er trouwens een zekere protectie bestaan", aldus de heer Siebelink. Over de melktankregeling zei hij: „daar is niets van te zeggen". Over de onzekerheid rond het onderscheid voor bak voertarwe zei de heer Tazelaar dat hijzelf ook bezorgd was: „ik ben er niet gelukkig mee". De heer Tazelaar zei de mening te delen dat het een duidelijk politieke kwestie is. De toepassing van de nieuwe referentieprijs voor baktarwe is een nationale èn een gemeenschaps maatregel. Om problemen te voorkomen moet de natio nale organisatie zélf signaleren en eventueel aan de bel trekken zo besloot de heer Tazelaar de discussie. De dames die daar prijs op stelden kond#n 's middags mee met een excursie door Brussel, dfci onder leiding stond van mevrouw Heringa. Tijdens het avondeten bedankte ZLM-voorzitter Luteijn allen die deze dag mede mogelijk hadden gemaakt in het bijzonder de heer en mevrouw Heringa. Als dank bood de heer Luteijn het echtpaar Heringa een attentie aan. De heer Luteijn noemde de dag „zeer nuttig" omdat we nu ook eens de standpunten van de andere kant hebben gehoordl AKKERBOUW I CJLR. - Zevenbergen OP HET VRUCHTWISSELINGSPROEFBEDR1JF de Schreef is gebleken dat suikerbieten een hele slechte voorvrucht is, voor aardappelen. Soms kwamen op brengstdervingen van 25 voor. Het is dus de moeite waard om daar rekening mee te houden. HET WORDT NU TOCH DE HOOGSTE TIJD, om de -bemesting op het suikerbietenland aan te brengen, om zoutschade te voorkomen. Komt er dus een kans, benut die dan zeker voor het suikerbietenland. Uw suikerbieten zullen U het hele jaar er dankbaar voor aankijken. WILT U ZELF OOK DANKBAAR blijven kijken naar uw suikerbietenafrekening, zorg dan voor weinig tarra. Goed koppen, netjes rooien is nog niet alles. Zorg voor een goede bietenstortplaats. Veel sdhone bieten worden verpest door grond bij het laden en waar blijft dan uw dankbare gevoel. U heeft de hele zomer de tijd om een goede ruime stortplaats te maken. VOORDAT DE VOORJAARSWERKZAAMHEDEN bt ginnen zou het zeer sterk in uw eigen belang zijn, als U nog eens een rondgang maakte langs uw in de grond gestoken kapitaal, uw draineerbuizen. Werken ze nog? Hoe was het met uw eindbuizen? U BENT EEN JONGE BOER en uw kapitaal is nog niet groot. Dat is geen schande, maar wel lastig. Door met een ander bedrijf, of bedrijven samen de basiswerktui gen te exploiteren, is het mogelijk om de eerste finan ciële moeilijke periode te overbruggen. Maak wel goede afspraken en U kunt er levenslang van profiteren. VEEHOUDERIJ HET VERSPREIDEN VAN STALMEST en drijf mest op grasland moet nauwkeurig gebeuren. Zorg voor een goe de verdeling waardoor geen hopen of grote flatten ont staan en beperk de gift tot ongeveer 20 ton per ha en per keer. Onder grote flatten gaat het gras dood en de kale plek vult zich met onkruid. IN DE WINTERMAANDEN kunnen veel werkzaam heden verricht worden die anders blijven liggen. Denk maar eens aan de afrastering van uw grasland, begrep- peling en het onderhoud van drainage en sloten. Dit werk moet gebeurd zijn voor de voorjaarswerkzaamheden be ginnen. En misschien houdt U hier en daar ook nog een uur over voor de administratie van uw bedrijf. OP ENKELE BEDRIJVEN is de graslandgébruïkska- lender aangeschaft. En ook met sukses. Het doel is een goed gebruik van het grasland te bevorderen, het juiste tijdstip van inscharen beter vast te stellen en op kracht voer te besparen. Ook de kwaliteit van het ruwvoer voor de winter kan er belangrijk mee worden verbeterd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 6