w
HOOFDBESTUUR IN BRUSSEL
zuidelijke landbouw maatschappij
I'
m
VRIJDAG 20 FEBRUARI 1976
64e Jaargang - No. 3319
land- en
tuinbouwblad
Voor velerlei toepassingen zowel in de industriële als in de huishoudelijke sector wordt in toenemende mate kunst-;
stof gebruikt. Als voorbeeld van dit laatste de sanitair armaturen type Opella 600 vervaardigd van een sterke kwa
liteit kunststof, die niet aangetast worden door hard of agressief water en in velerlei kleun
worden. Verdere bijzonderheden op peg. 1112 onder het „Doe het zelf'nieuws.
II UI^M V f «Cll Olb I l\W
kleuren geleverd kunnen
UET Hoofdbestuur van de ZLM heeft met dames en
adviseurs op maandag 9 februari j.l. een bezoek
gebracht aan de E.E.G. in Brussel, dat door de bemoeie
nissen van de heer B. Heringa, oud direkteur-generaal
sektie landbouw van de E.E.G.zonder meer een succes
geworden is. Met name door zijn toedoen konden de juis
te mensen „gestrikt" worden, onder wie landbouwcom
missaris Pierre Lardinois. Bovendien werd het echtpaar
Heringa (mevr. Heringa voor de dames) bereid gevonden
als excursie-leiders op te treden. De heer Heringa is mo
menteel (onder meer) adviseur buitenland van het
K.N.L.C.
Na aankomst in het Berlaymontgebouw werd door de
heer J. de Regt van het Directoraat-Generaal Landbouw
een algemene uiteenzetting gegeven over het „werken
in en met de Europese Gemeenschap".
De heer De Regt vertelde onder meer dat er bij de ge
meenschap 12 a 13 duizend ambtenaren werken waarvan
er ca. 1000 aan de ministerraad en 7500 aan de europese
commissie zijn toegevoegd. Overigens vond de inleider
dit aantal een „peulenschil" vergeleken met het aantal
ambtenaren op de nationale ministeries. Hij vond dan ook
dat het personeelsbestand van de E.E.G. zeer beperkt is.
De heer De Regt wees in dit verband de beschuldiging
sis zou de E.E.G. bureaucratisch zijn van de hand. „Tech
nocratisch zijn we misschien wel, maar dat is inherent aan
onze opdracht", aldus de heer De Regt. Wel was de heer
De Regt het eens dat de besluitvorming zeer „moeizaam"
is. „Steeds sta je voor de keus óf één crisis óf geen
gemeenschappelijk landbouwbeleid", zo legde de heer
De Regt uit. De organen van de E.E.G. zijn de europese
commissie, de ministerraad, het sociaal en economisch
comité, het europese hof van justitie en het europese
parlement. De grondslag van de E.E.G. is het verdrag van
Rome. De europese commissie bestaat uit 13 leden be
noemd door de nationale regeringen. De commissie is
tevens „bewaker" van het europese recht. Zij kan twist
vragen voorleggen aan het europese hof van justitie te
Luxemburg. Het europese parlement is evenals het eco
nomisch en sociaal comité meer een adviesorgaan. De
heer De Regt zei het te zullen toejuichen waneer de be
voegdheden van het europese parlement zouden worden
uitgebreid. Een stap in die richting is de direkte verkie
zing van de leden van het parlement, voor de eerste keer
in 1978. „Toch zou het parlement ook nu al wat meer moed
moeten hebben", aldus de heer De Regt.
ENQUÊTE
Naar aanleiding van een enquête onder de burgers van
de E.G.-lidstaten vertelde de heer De Regt dat 77 van
de ondervraagden (groot) belang hechtte aan de gemeen
schappelijke markt (voor Nederland 67 Het zou 47
zeer spijten als de E.G. zou worden afgeschaft. 41 zou
echter geen enkel persoonlijk offer willen brengen voor
de E.E.G. De heer De Regt concludeerde uit de enquête
dat (nog) meer informatie over de E.G. aan de burgers
een noodzaak is.
De heer De Regt betreurde het dat afgezien van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid op andere onder
delen zeer weinig vooruitgang is geboekt. „We hadden
gehoopt dat landbouw de motor zou zijn maar dat is he
laas niet bewaarheid", aldus de heer De Regt.
Tot slot 'van zijn inleiding stelde De Regt dat we geen
technocratisch Europa moeten scheppen. Het beleid
moet gericht zijn op opvoeding, cultuur en bescherming".
Het belangrijkste is echter dat de bevolking achter de
europese idee gaat staan", zo besloot de heer De Regt.
In dit no. o.m.:
O. V.M.-verzekeringen
„Het mee moet erin"
pag.
pag.
Uit de praktijk
Akkerbouw nu:
Overname van een
eigenaarsbedrijf
via erfpacht pag. 7
Mechanisatienieuws
pag. 8
■Jfc- Zuiveringsslib in de
landbouw pag. 9
Bewaarplaatsen voor
aardappelen en uien
pag. 1!
Richtlijnen stikstof-
bemesting granen 1976
pag. 13
DISCUSSIE
]Sj A de inleiding van de heer De Regt volgde een ver-
scheid van vragen. Op de opmerking dat het
belang van de consument te veel prevalleert antwoordde
de heer De Regt, moeite te hebben om te zeggen
dat dat niet waar is". Toch was hij het met de stelling niet
helemaal eens: „Bovendien wil de producent natuurlijk
altijd meer". De heer De Regt wees de stelling dat Neder
land niet of nauwelijks invloed zou hebben in de E.E.G.
resoluut van de hand. „De invloed is beslist groter dan
ze op grond van de bevolkingscijfers zou mogen zijn. De
heer De Regt was het er wel mee eens dat de E.E.G. een
evenwichtiger beleid zal moeten gaan voeren: „Anders
ziet het er op de lange duur somber uit".
LARDINOIS
TIJDENS de lunch, aangeboden door de E.E.G., werd
het gezelschap ontvangen door de landbouwcom
missaris Ir. Pierre Lardinois en een aantal van zijn mede
werkers. De heer Lardinois vertelde in zijn tafelrede „in
genomen" te zijn met een benoeming van Ir. Luteijn als
voorzitter van het K.N.L.C. Wat de Nederlandse landbouw
betreft was Ir. Lardinois van mening dat men moet op
houden „de europese zaak te verraden". Hij vroeg om
meer begrip daarvoor. „Het is een gezamenlijke zaak die
we in overleg en met vereende krachten zullen moeten
ontwikkelen". De heer Lardinois zei ervan overtuigd te
zijn dat de ontwikkeling van een europees landbouwbe
leid een zaak van lange termijn is. „Over 30 jaar zijn we
er nog niet uit", aldus de heer Lardinois.
MIDDAGPROGRAMMA
[N het middagprogramma luisterde het gezelschap
naar 4 inleidingen van medewerkers van het Direc
toraat-Generaal Landbouw. Pikante noot daarbij was dat
deze medewerkers indertijd door „excursieleider" Herin
ga waren aangesteld en opgeleid.
De inleidingen werden agressief en kernachtig ge
bracht. De heer Tazelaar over akkerbouw, de heer Siebe-
link over veehouderij, de heer Leenderts over struktuur-
politiek en de heer Bennink over financiën.
AKKERBOUW
r\E heer Tazelaar besprak 3 akkerbouwonderwerpen
n.l. aardappelen, suikerbieten en tarwe. Wat de
aardappelen betreft zei de heer Tazelaar dat de voorge
stelde E.E.G. marktordening voor dit produkt „een licht
systeem is". Het belangrijkste onderdeel van de regeling
is dat er geen nationale maatregelen meer mogelijk zul
len zijn. In feite is de verordening een gevolg van een
uitspraak van het europese hof zo lichtte de heer Taze
laar toe. Hij was er overigens „lang niet zeker" van dat
de regeling er komt maar „ik hoop wel dat het op deze
manier (een licht systeem) lukt".-
Sprekend over de suikerbieten zei de heer Tazelaar er
zeker van te zijn dat er tot 1980 steeds groter wordende
overschotten zullen ontstaan. In dit verband noemde hij
het „geluk" dat de oogst 1975 zo laag was anders zou het
nog moeilijker zijn op de wereldmarkt. „Maar het is dui
delijk dat vanaf volgend jaar de B en C suiker beduidend
lager zal liggen". In dit verband noemde Tazelaar het in
Nederland aangehangen mengprijssysteem „mallotig".
Hij zei daarvan dat in vergelijking met het kontrakten-
systeem een 2 lagere geldopbrengst uit de bus komt
„Het kan me niet schelen of u het mengprijssysteem
houdt maar dan zijn uw klachten niet meer serieus te
nemen", aldus de heer Tazelaar.
(Zie verder pagina 3.)