Akker
bouw
Nu.
De overdracht
van een
pachtbedrijf
ERFBEPLANTING
9
H. KRUIZE
Soc. Econ. voorl.
H. Mij v. Landbouw
TN het vorige artikel hebben we geschreven over be-
drijfsoverdracht door een eigenaar-gebruiker. In dit
artikel wordt aandacht besteed aan de overdracht van een
gepacht bedrijf. De bedrijfsovername daarvan geeft finan
cieel heel wat minder zorgen dan overname van een eige-
naarsbedrijf en het belangrijkste punt bij deze vorm van
bedrijfsovername is de pachtovername. Eerst moet de
pachtopvolging worden geregeld om pas daarna de be
drijfsmiddelen over te dragen. Draait men deze volgorde
om, dan kan de verpachter ontbinding van de pacht vorde
ren, omdat de pachter het gepachte niet meer persoonlijk
exploiteert!
TIJDSTIP
A overdracht van het pachtbedrijf bestaat 't inkomen
van de vader uit de rente van zijn vermogen. Daar
naast eventueel aangevuld met loon voor verrichte werk
zaamheden en/of een uitkering van de A.O.W., wanneer
hij 65 jaar is. Het hangt sterk van de gezinssituatie en de
persoonlijke behoeften af of dit inkomen voldoende is. In
dien het inkomen na bedrijfsoverdracht door de ouders te
gering zal zijn om een verzorgde oude dag te hebben, dan
is pachtovername ongewenst. Beter is het dan eerst via
een maatschapsovereenkomst te werken.
PACHTOVERDRACHT
T^IREKTE bedrijfsoverdracht kan plaatsvinden doordat
de vader de pachtrechten overdraagt aan zijn zoon.
Op grond van de Pachtwet is schriftelijke toestemming
van de verpachter nodig.
Deze toestemming kan niet worden afgedwongen. Hier
op zijn twee uitzonderingen, n.l.:
als de pachter de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.
als hij door ziekte of invaliditeit niet meer in staat is
het gepachte behoorlijk te exploiteren.
De pachter heeft dan de bevoegdheid zich tot de Pacht-
kamer te wenden met de vordering zijn zoon in de plaats
te stellen. De Pachtkamer zal deze vordering vrijwel al
tijd toewijzen, waardoor de verpachter gedwongen is de
zoon als nieuwe pachter te accepteren.
Het is echter verstandiger te trachten onderling tot een
bevredigende oplossing te komen. Pas in het uiterste ge
val zal men zijn toevlucht nemen om vordering via de
Pachtkamer te verkrijgen.
Procedures over de Pachtwet zijn altijd schriftelijk en
aan termijnen gebonden. Het is gewenst direkt een des
kundige in de arm te nemen. Eén dag te laat reageren kan
funest zijnl
VERBETERINGEN
T-I ET komt regelmatig voor dat door de pachter verbe
teringen worden aangebracht. Als het goed is, zijn
deze aangebracht met schriftelijke toestemming van de
verpachter, waarbij is overeengekomen hoe de verbete
ringen worden vergoed bij de beëindiging van de pacht.
Bij overname van pachtrechten door de zoon is het be
langrijk dat de zoon dezelfde rechten krijgt als de vader
had.
GEMAAKTE FOUTEN MOEILIJK TE HERSTELLEN
T")E overdracht van een pachtbedrijf is financieel aan-
zienlijk eenvoudiger dan de overname van een
WIJZIGINGSOVEREENKOMST
(PACHTOVERDRACHT)
D« ondergetekende (oude pachter)
wonende te
verklaart
de pacht door hem verkregen van
voor Zeeland
van
bl| akte
en goedgekeurd door de Grondkamer
onder
over te dragen aan (nieuwe pachter)
wonende te
Deze overdracht wordt gerekend te zijn ingegaan op
Mede-ondergetekende (nieuwe pachter)
verklaart deze overdracht van pacht op do in genoemde akte omschreven
voorwaarden te aanvaarden.
Tenslotte verklaart de mede-ondergetekende (verpachter)
met de in bovenstaande omschreven overdracht van pacht aan
akkoord te gaan.
Getekend in viervoud te de 19
Voor pachtoverdracht kan gebruik worden gemaakt van
een z.g. „wijziging soveree-.komst"! De verpachter dient,
behoudens enkele uitzondoringsgevallen, daartoe schrif
telijk zijn toestemming te geven!
eigenaarsbedrijf in eigen gebruik. De zorgvuldigheid met
de bepalingen van de Pachtwet dienen echter goed in het
oog te worden gehouden om brokken, nu of in de toe
komst, te voorkomen.
Bij de overdracht van het pachtbedrijf heeft men altijd
met een derde te maken, n.l. de verpachter. Een éénmaal
gemaakte fout is dan moeilijk te herstellen!
Door de gebondenheid aan termijnen en het feit dat
procedures voor de Pachtwet altijd schriftelijk zijn, is di-
rekte inschakeling van een deskundige gewenst.
C ZWAAN,
Staatsbosbeheer - Goes
overwogen te worden of het plan afgestemd is op het
omringende landschap en voldoende rekening is gehou
den met de eisen die men stelt vanuit de bedrijfsvoering.
Over de opzet van een erfbeplanting zal Staatsbosbe
heer gaarne voorlichting en adviezen geven.
ONDERHOUD
UOE goed een beplanting ook is opgezet, enig onder-
houd blqft toch noodzakelijk. Vooral het onkruid-
tegenwoordig twee mogelijkheden voor subsidieverle
ning, t.w.:
A. Subsidieverlening wanneer uw erf is gelegen bin
nen een ruUverkavelingsblok.
Het subsidie bedraagt in zo'n geval 70 Het onder
houd moet ook het eerste jaar door de belanghebbende
worden verricht. De resterende 30 zal de belangheb
bende zelf moeten betalen. Dit bedrag wordt echter
jaarlijks via de ruilverkavelingsrente over een periode
van 26 of 30 jaar terugbetaald.
Het aanleg van een beplanting rondom de boerderij be
hoort van oudsheer tot de goede traditie van de boeren
geslachten. Niet alleen in de boomrijke streken in het
oosten en zuiden, maar ook in de in de uitgestrekte pol
ders van Zeeland werd iedere boerderij van een bescher
mende mantel van bomen en struiken voorzien.
Overstromingen .oorlogsgeweld, iepziekte en uitbrei
ding van bedrijfsruimte hebben de laatste decennia vele
beplante erven zwaar aangetast of zijn geheel verdwenen.
De beplanting van het boerenerf krijgt de laatste jaren
gelukkig weer meer aandacht en het is belangrijk dat deze,
mede door een goede voorlichting, behouden blijft.
WAAROM ERFBEPLANTING
DEIN goede erfbelanting is onmisbaar voor een ple-
zierig leefklimaat op uw erf! De bomen en strui-
geven luwte op die plaatsen waar u dat graag zou wil
len hebben. Tevens wordt de waarde van uw woning
ermee verhoogd, terwijl de windschade na verloop van
tijd aanzienlijk vermindert.
Een erfbeplanting laat uw bedrijf duidelijk uitko
men en is van belang voor de aantrekkelijkheid van het
landschap. Vele nieuwe boerderijen staan vaak als
vreemde elementen in het landschap waarbij een be
planting niet kan worden gemist. Er is een rijmpje, dat
zegt:
„Wie op z'n 'erf geen boom plant,
wordt vroeg of laat een vaste klant
van arts of dakpanfabrikant!"
OPZET ERFBEPLANTING
HE opzet van een beplanting is afhankelijk van vele
faktoren. Een erfbeplanting in het oosten van het
land zal er heel anders uitzien dan in het westen. De
streek, de bodem, het klimaat en natuurlijk de be
drijfsvoering bepalen de aard van zo'n beplanting. (Met
de keuze van bomen en struiken en de opzet van het
plan moet hiermee rekening worden gehouden.
Bij het opstellen van een beplantingsplan dient steeds
vrijhouden in de eerste jaren na de aanleg is voor het
welslagen van enorm belang.
Na een groeiseizoen zullen de afgestorven exempla
ren moeten worden vervangen. Wanneer de eerste moei
lijke jaren achter de rug zijn, zal het onderhoud be
perkt blijven tot het snoeien en dunnen in de winter
maanden. Ook hier is een goede voorlichting onont
beerlijk, deze zal steeds gaarne gegeven worden door
het Staatsbosbeheer.
SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN
WANNEER u van plan bent of er voor voelt een erf-
beplanting aan te leggen, kunt u in principe in
aanmerking koimen voor een subsidie Door deze sub
sidie is het mogelijk met betrekkelijk geringe eigen
kosten een goede erfbeplanting aan te leggen. Er zijn
B. Subsidieverlening wanneer uw erf is gelegen bui
ten een ruilverkavelingsblok.
In zo'n geval komt u in principe in aanmerking voor
een subsidie landschappelijke verzorging. U moet zich
daartoe richten tot een beplantingsaannemer, die een
plan met begroting opsteld. De hieraan verbonden kos
ten worden voor 100 gesubsidieerd tot een maximum
van 14 van de subsidiebasis. Bovendien worden alle
andere kosten tot een maximum van 50 gesubsidieerd.
Hieronder vallen grondbewerking, aanschaf bomen en
struiken, aanschaf boompalen, boombeschermers, onder
houd gedurende één groeiseizoen, het inboeten van dood
gegaan plantmateriaal, alsmede de lonen.
Indien u meer inlichtingen wenst, kunt u zich wen
den tot: Staatsbosbeheer, Westsingel 58 te Goes, tel.
01100—16440.