VLASTEELT HERA OOGSTZEKERHEID!
De voorjaars
grondbewerking
.AARDAPPELSLAG WORDT BITSIG'
Pootaardappelbeleid
oogst 1976
vastgesteld
KORTE WENKEN c^.r. - z^^en
5
Advertentie IM
A. PEETERS.
C.A.R.Zevenbergen
JPOALS het zich laat aanzien lijkt niets een juiste voor-
jaarsgrorvdbewerking in de weg te staan. Er is on
der droge omstandigheden geploegd kunnen worden en
de vorst van nu zorgt er ook voor dat de grond na het be
roerde najaar 1974 weer een heel stuk is opgeknapt. De
natuur heeft dit jaar aan de struktuur van de grond veel
goed gedaan. Laten we daarom de gunstige najaarsinvloe
den bij de voorjaarsgrondbewerking niet vergeten maar
helpen, door de juiste werktuigen en bewerkingen te kie
zen.
VOORWAARDEN VOOR EEN
GOEDE GRONDBEWERKING
IIET zaai- en pootklaar maken van de grond heeft tot
doel om gunstige omstandigheden te scheppen voor
de kieming, de groei en de ontwikkeling van het ge
was. De belangrijkste gewassen worden gezaaid met
precisiezaaimachines of nauwkeurig werkende pootma-
chines. Daarom moet de grondbewerking ook goed wor
den uitgevoerd, waarbij de werktuigen aan de volgende
eisen moeten voldoen:
1) Er moet een vlak zaai- of poot bed gemaakt worden.
2> De grond moet overal even diep zijn losgemaakt.
3) De losse grond moet goed verkruimeld zijn.
4) Wielsporen mogen niet voorkomen.
en tandlengte ongeveer 3 cm zijn. Ook is een grote
kapaciteit nodig omdat in een korte periode veel werk
zaamheden plaats moeten vinden. Een grote kapaciteit
en dus een grote werkbreedte is ook van belang voor
het aantal sporen op het land. Dikwijls kan in samen
werkingsverband toch voor werktuigen met een grote
werkbreedte gekozen worden.
Een goed zaaibed maken in één bewerking, is geen pro
bleem meer
Deze voorwaarden houden in dat de werktuigen in
ieder geval voorzien moeten zijn van een goed instel
bare diepteregeling en een goede verkruimeling geven.
Verder geldt de vuistregel: tandafstand tandlengte
bewerkingsdiepte. Dus voor een bewerkingsdiepte van
23 cm is een werktuig nodig waarbij de tandafstand
ZAAIBED VOOR BIETEN E A. FIJNE ZADEN
ÜEN goed zaaibed voor bieten en ook andere fijne za-
41 den bestaat uit een fijn verkruimelde toplaag met
een dikte van 2,53 cm, die rust op een vaste onder
grond. In de praktijk wordt vooral ten aanzien van de
diepte van bewerking nog dikwijls gezondigd. Vooral
voor bieten welke steeds meer op eindafstand worden
gezaaid' moet het kiembed optimaal zijn. Voor deze
bewerkingen is daarom de tandensleep goed bruikbaar.
Daarnaast zijn de zaaibedkombinaties met één verkrui-
melrol voor de lichtere gronden of twee voor de zwaar
dere .gronden uitermate geschikt. Bij zaaibedkombinaties
kan men vaak kiezen tussen velden met eggetanden en
cultivatortanden. Voor bieten en fijne zaden zijn de
eggevelden beter geschikt.
Bij conservenerwten worden in de praktijk reeds op
beperkte schaal precisiezaaimachines gebruikt. De voor
delen zijn een gelijkmatigere opkomst, groei en af rijping
van het gewas. Bovendien wordt vogelschade voorkomen.
Om precisie te kunnen zaaien zal dus ook voor cons,
erwten een gelijkmatig diepe grondbewerking moeten
plaatsvinden. Dit geldt om dezelfde redenen ook voor
mais. Op de zandgronden en lichte zavelgronden, die
erg los zijn, kan met veel sukses een vorenpakkerkom-
binatiewerktuig worden gebruikt.
TOT SLOT
De natuur heeft voor 1976 voor een goede struk
tuur van de grond gezorgd. Door de juiste grond
bewerkingswerktuig or> te kiezen voor de verschil
lende gewassen, kan een goed zaai- en pootbed
worden gemaakt Ongeacht het te telen gewas of
de grondsoort is een werktuig met een instelbare
diepteregeling noodzakelijk. Bewerk geen „onbe
kwame" grond en probeer in één keer het land
zaai- en pootklaar te krijgen. Houd u dus aan de
regel: niet veel, niet diep maar wel een regelmatig
diepe bewerking.
BELGISCHE BOERENBOND IN BRIEF AAN MINISTER:
In „De Boer", het weekblad van de Belgische Boeren
bond, van 6 februari j.l. werd over de Belgische aardap
pelsituatie het volgende opgemerkt:
De geruchten volgens dewelke Economische Zaken de
invoer van aardappelen subsidieert werden einde vorige
week meer en meer bevestigd. Naar aanleiding hiervan
werd vorige week vrijdag, 30 januari, door voorzitter
Boon een schrijven gericht aan minister Herman en dat
als volgt luidt:
,X>e geruchten volgens dewelke uw Departement de
invoer van aardappelen subsidieert worden meer en meer
bevestigd.
Dit zou in flagrante tegenstrijd zijn met het beleid van
vrije markt dat in België voor de aardappelen wordt ge
voerd en zou tot gevolg hebben dat aau de buitenlandse
producenten meer zou betaald worden dan aan onze boe
ren wettelijk kan worden betaald.
Wij blijven ons uit alle kracht verzetten tegen een
eventuele subsidiëring van deze invoer.
Wij verwittigen onze vrienden van het C.C.L.T. van de
waarschijnlijkheid van deze subsidie en sporen hen aan
u daarover te interpelleren en eruit de passende conclu
sie te trekken bij het behandelen van de begroting van uw
Departement".
Wij menen dat de waarschuwing van voorzitter Boon
aan het adres van minister Herman niet aan duidelijkheid
te wensen laat en een zeer ernstige verwittiging inhoudt.
Inmiddels kregen wij bevestiging van de gewraakte in
voer. Inderdaad, vorige week werden door 2 Belgische
grossisten 1.500 ton aardappelen ingevoerd uit Nederland
en doorverkocht aan een drietal ketens van grootwaren
huizen. Vermits de prijs in Nederland zowat rond de 12
fr. per kg ligt, kan het n*et anders dan dat Economische
Zaken bijpast om deze grossisten toe te laten binnen de
wettelijke vastgelegde maximumprijzen te verkopen.
Bij het ter perse gaan vernemen wij dat te Zeebrugge
een schip uit Canada aangekomen is met 2.300 ton aard
appelen. De oorspronkelijke bestemming van deze aard
appelen was Algerië, maar het schip werd door een Bel
gisch grossist afgeleid naar ons land.
Vermits overal elders ter wereld hogere prijzen kunnen
bekomen worden voor aardappelen dan in Frankrijk en
België kan het niet anders of er moet weer eens een over
eenkomst gemaakt zijn tussen de invoerder en Economi
sche Zaken! Een tweede schip ergens op de Atlantische
Oceaan en bestemd voor Portugal, zou eveneens naar ons
land kunnen worden afgeleid.
Om de hoeveelheid van invoer in zijn juist daglicht te
stellen weze gezegd dat het dagverbruïk van gans België
om ons nationaal gerecht van friet met biefstuk eer aan
te doen, 3.000 ton bedraagt.
Dus de verwezenlijkte invoer is niet eens voldoende om
twee dagen verbruik te dekken. Deze invoer is dus eerder
psychologisch bedoeld dan wel om een eventueel werke
lijk aardappeltekort te dekken.
Maar daar gaat het niet om, wel om het principe! Waar
om subsidies geven aan vreemde aardappelen en deze
weigeren toe te kennen aan eigen produktie?! Wij gelo
ven alle redenen te hebben om ten zeerste verbolgen te
zijn!
Aldus „De Boer".
Door het bestuur van het Landbouwschap is. zoals ge
bruikelijk in overleg en samenwerking met het Bedrijf
schap voor de Handel in Aardappelen, het pootaardbe-
leid voor 19<76 vastgesteld.
De belangrijkste onderdelen zijn de garantieregeling,
de afzetpropaganda in het buitenland en de zgn. Phoma-
tegemoetkomingsregelinig. Daarnaast bevat het nog en
kele onderdelen zoals de afvoerregeling van de kwik
restanten van de pootgoedontsmetting.
Met betrekking tot de garantieregeling is uitvoerig
overwogen om óf de heffingen wat te verlagen, óf de
garantieprijzen te verhogen. Op grond van een aantal
argumenten is gekozen voor het gelijk laten van de hef
fingen, en voor het verhogen van de garantieprij
zen. Deze worden voor de klassen E t/m B (alsmede de
maat 28/36 mm van S en SE) verhoogd met 1,50 per
100 kg, en voor d'e klasse S en SE (behoudend de maat
28/35 mm) met 2,50 per 100 kg. Voor het overige
blijft de regeling in hoofdlijnen gelijk aan het vorige
jaar.
De Phoma-tegemoetkomingsregeling voor 1976 wordt,
zij het wat gewijzigd voortgezet. Wat betreft de afzet
bevordering is goedkeuring verleend aan de begroting
1976 van de propagandastichting (NIVAP). De zorgen
omtrent de jaarlijkse kostenstijgingen en de tendens tot
verlaging van de overheidsbijdrage in deze zuilen nader
bij. d'e betrokken instanties aan de orde worde gesteld.
Voor belangstellenden is de nota inzake Pootaardappel
beleid 1976 (3/5169 d) verkrijgbaar bij het Landbouw
schap, Raamweg 26, Den Haag (tel.: 07065 69 20).
AKKERBOUW
U BENT AKKERBOUWER en u weet wat duist is. Dan
kunt u bij de suikerbietenteelt geen enkel risico nemen.
Onkruidbesirijding moet daar op gericht zijn. 35 liter
Avadex of 3,55 l Ro-Neet inwerken vlak voor het zaaien
van de bieten, is een prima methode. Zorg dat u tijdig de
middelen thuis hebt.
HET POOTGOED IS DUUR en u zou de neiging krij
gen om b.v. poters uit uw consumptieaardappelen te sor
teren. De zieken planten in 1975 hadden echter vaak de
kleinste aardappeltjes en nog steeds geldt dat de eerste
10 ziek geen direkte opbrengstdaling behoeft te geven.
Maar elk volgende procent duidelijk ziek geeft een Zi
opbrengstdaling. Dus 50 duidelijk ziek geeft 20 op
brengstdaling.
NA EEN WARME DROGE ZOMER zijn poters vaak
gauwer fysiologisch verouderd (versleten) dan na een
gewone zomer. Koude bewaring 3 gr. C en 10 dagen voor
het poten opwarmen geeft het beste resultaat bij de op
komst. Bij hogere bewaartemperatuur krijgt u veel te
vroege kiemen en heeft u meer kans op aantasting door
fusarium waardoor de kiemen niet of slecht boven ko
men.
HEEFT U GEZOND POOTGOED dan kunt u iets rui
mer zetten dan normaal. Normaal 2.000 kg 35/45 per ha,
rijafstand 75 cm en in de rij 32 cm. Gaat u nu 1.600 kg 35/
45 zette bij een rijafstand van 75 cm, in de rij ±38 cm,
dan krijgt u een kleine opbrengstdaling. U loopt wel kans
een grovere sortering te oogsten. Dit laatsfe kunt u in
augustus zelf konstateren.
U KOCHT AL KUNSTMEST VOOR UW BEDRIJF!
Heeft u ook gevraagd of de mengmeststof die u kocht in
water oplosbaar fosfaat bevat? Dit is beslist nodig voor
kalkrijke kleigronden, daar anders de fosfaat praktisch
helemaal niet in oplossing komt.
VEEHOUDERIJ
VERWACHT MAG WORDEN dat er dit jaar nog heel
wat ligboxenstallen bijgebouwd zullen worden. Als er
bij u plannen leven is het nu de tijd op verschillende be
drijven te gaan kijken en naar ervaringen te vragen.. Nu
kan men de koeien in de stal zien lopen en de veehouder
heeft tijd voor een gesprek.
PLAATSELIJK komen er in het grasland veel mols
hopen voor. Ze zijn er de oorzaak van dat later bij het in
kuilen veel zand in het voer terecht komt en ook lijdt de
zode als ze wekenlang met molshopen is bedekt. Door nu
bij gunstig weer de weide te slepen en dit later in het
voorjaar nogeens te herhalen, kunt u de schade beperken.
DE MELKVEEBEZETTING PER BEDRIJF wordt
steeds groter. Bedenk echter wel dat alleen het aantal
niet bepalend is voor de winst maar vooral de kwaliteit.
Selekteer uw veestapel regelmatig en ruil de slechtste ge
vers voor betere in. De 10 koeien met de laagste pro
duktie zouden weieens erg weinig winst kunnen opleve
ren.