ri jêj< ui i i
i-,JM Jï Si f<!
iïiw A.IV&ÏA: jp
kjfitmiciv a v j'aiv-i
Ê/SEDEN y 1 k j ft
15
Tegeltableau boven de haard. Vaas in
zwart en bruin kasteel en omlijsting
in paars
voogd werd aangewezen Adriaan Hooy-
wagen te 's-Gravenpolder.
Door de weeskamer werd tevens vast
gesteld, dat de boedel van weinig belang
was. De Moeder zou de kinderen opvoe
den in de ware Gereformeerde Religie en
hen voorzien van alle gemak en lafenis
in ziekte en gezondheid, en ze onderhou
den en alimenteren tot mondige dagen,
staat van huwelijk of andere geappro-
beerde staten
Alsdan zou aan de kinderen moeten
worden uitgekeerd 10 Zeeuwse Rijders of
4.8.4 VI., zijnde dit in de plaats van hun
vaderlijke legitieme portie.
Aldus het jammerlijk einde van een in
Zorgen en moeite begonnen landbouwers
gezin.
Het zal hierna blijken, dat de weduwe
Beenhakker dat landbouwbedrijf niet ver
der kon voeren. Er rustten zeer belangrij
ke schulden op en verkoop zal wel de eni
ge uitweg zijn geweest om van de lasten
en plichten af te komen.
Links en rechts van schoorsteen - mantel
- pilaar met guirlandes - paars
Gedeelte tegelwand zowel in paarse als blauwe vlakken (begin 18e eeuw)
„Op de mondelinge verklaring door
de moeder van de echtgenoot, als door
Stoffelina Traas, bevorens weduwe
vanGillis de Jager, thans echtgenote
van Jakob van Koeveringe, particu
lier, wonende in deze gemeente,
grootmoeder van vaders zijde van de
comparante echtgenote, dat zij res
pectievelijk haar toestemming tot dat
huwelijk harer respectieve zoon en
dochter geven, terwijl de bij de vol
trekking van dit huwelijk tegenwoor
dig zijnde en nagenoemde getuigen
onder Eede hebben verklaard, dat
vermits de Grootvader van vaderszij
de en de grootvader van moederszij
de van comparante echtgenoten vele
jaren voor de invoering van de „Bur
gerlijke Stand" hier te lande zijn
overleden en tijdens dat overlijden
geen aantekeningen zijn gehouden en
geen acten van overlijden zijn inge
leverd, enz. enz.
Gelet op de voorgelegde acten van
De eerste, althans vroegste pachter op
de hoeve, die we konden opsporen, was
Jacob van Iwaarden, die zich te Eversdijk
vestigde op 19 maart 1897. Hij was gebo
ren oo 24 augustus 1875 te Kruiningen.
Zijn vrouw was Elizabeth Waverijn, geb.
25 september 1876 en zij kwam naar
Eversdijk op 18 september 1897
Hun kinderen werden op de hoeve
Geerhoek geboren, n.l. Cornelis, op 3 juni
1898, Matthijs, op 11 december 1899 en
Pieter, op 2 juli 1903.
Een zware slag trof dit jonge gezin, toen
op 25 januari 1906 J. van Iwaarden over
leed.
Het is waarschijnlijk, dat een broer van
de overledene het werk op de hofstede nog
enige tijd gaande hield, doch daarna ver
trok de weduwe Van Iwaarden met haar
kinderen terug naar Kruiningen. Dat was
op 3 maart 1911.
Van,4911 tot 1918 kon de pachter niet
met zekerheid worden vastgesteld.
De daarop volgende pachter was N, J.
worden aangenomen, dat in later tijd een
eigenaar met voldoende middelen tot ver
groting en uitbreiding der gebouwen is
overgegaan. Dti is zeer waarschijnlijk het
geval geweest in de eerste helft van de
18e eeuw.
Volgens de huidige bewoner was niet
lang gebeden op één der zolderbalken in
de woning het jaartal 1728 te zien (thans
bedekt met een verflaag). Dit zou het
bouwjaar of het jaar van vernieuwing en
vergroting der woning kunnen zijn ge
weest.
'Deze woning werd in een flink formaat
uitgevoerd, met een middengang over de
volle breedte en aan weerszijden een rui.
me kamer met elk twee ramen aan de
wegzijde.
Tegen hety woonhuis aan is de vroegere
bakkeet gelegen, welke ook een royaal
formaat heeft, doch uiteraard niet meer
a.s zodanig in gebruik is.
(Zie verder pag\ 16.)
Boerderij „Geerhoek", gezien vanaf kerkhof van Eversdijk
NIEUWE EIGENAARS
zien dan ook, dat in 1798 de hof
stede met enkele percelen in Geer
hoek op naam staat van Jacobus Nieu-
wenhuize. Een aantal andere percelen
vindt men echter nog geruime tijd in han
den van Corn. Hendr.zn. Witte. Hoewel de
hoeve „Geerhoek" niet meer tot zijn bezit
behoort, komt Witte als belangrijk grond
eigenaar in Eversdijk nog geruime tijd
voor. Enkele jaren later in 1805, bezat hij
vele percelen grond in tal van hoeken te
Eversdijk en omgeving, in totaal wel ca
70 tot 80 gemeten.
Eén der andere hofsteden in Eversdijk
of omgeving zal daarna in zijn bezit zijn
gekomen. Hij overleed te Eversdijk op 3
december 1826.
Jacobus Nieuwenhuize staat nog in 1812
als eigenaar van de hofstede te boek, doch
in 1819 was Jan de Jager Gzn. er eigenaar
van In Geerhoek behoorden toen een 7-
tal percelen tot het bedrijf, n.L 1.154 gem.,
2.040, 2.120, 1.144, 1.153 en 0.152 gemet.
Laatstgenoemde was de eigenaar tot
zijn dood op 22 juli 1837. Hij werd 47 jaar
oud.
Zijn weduwe, Pauwelina Zuidwegt, zette
het bedrijf voort, dat later vóór 1847
overgenomen werd door Adriaan Meij-
aard, die op 15 september 1843 getrouwd
was met Johanna de Jager, geboren 7 sep
tember 1817, dochter van Jan de Jager en
Pauwelina Zuidwegt hiervoren genoemd.
Bij de huwelijksacte op hen betrekking
hebbende, was de volgende verklaring ge
voegd:
overlijden van de comparante echtge
noten, enz. enz worden zij in naam
der wet door de echt aan elkander
verbonden".
Meijaard, die zelf landbouwer was, kon
zijn bedrijf, als gevolg van zijn huwelijk
beduidend vergroten. In 1854 besloeg de
totale oppervlakte 85 gemeten en 236 roe
den, waarvan in Geerhoek 13 gem. 073 R.
en de rest in tal van andere hoeken. Ook
in 1861 stond de hofstede nog op naam
van Meijaard, hetgeen eveneens in 1866
het geval was.
Adriaan Meijaard overleed op 25 febru
ari 1880 en hoewel we omtrent de juiste
datum geen zekerheid konden verkrijgen,
is ongeveer een eeuw geleden de hofstede,
met bijbehorende landerijen in het bezit
gekomen van Marinus Trimpe Burger, die
dan in Eversdijk en Kapelle ruim 57 ha
gronden tot de hofstede behorend in
eigendom had.
De huidige eigenaresse van de hoeve
„Geerhopk" is Mevr. M. THmpe Burger
van Strien, wonende te Domburg.
DE PACHTERS
TOALS meestal het geval is, zyn gege-
vens over vroegere pachters moei
lijk met zekerheid vast te stellen, eerstens
omdat deze gebruikers zijdelings bij de
eigendom zijn betrokken, en voorts omdat
de in de loop van de tijd nogal eens wij
zigende huisnummers als vrijwel enig
houvast een weinig betrouwbaar hulp
middel voor de vaststelling van de bewo
ners blijkt te zijn.
EEN GEZIN IN ZORGEN
van Overbeeke, geb. 7 mei 1870. Met zijn
vrouw, Adriana Pieper, geb. 15 sept- 1869,
en 2 zoons en 2 dochters (allen gebbren te
Waarde tussen 1895 en ,1014) kwam hij op
7 maart 1919 op de hofstede. Lang hebben
ze er niet geboerd, want op 17 maart 1923
gingen ze naar Waarde terug, dus nog
binnen de 7-jarige pachtperiode.
Hun opvolgers waren Jan Aarnoutse en
zijn vrouw Maria Reijnierse. Zij kwamen
op 26 maart 1923 op de boerderij, in ge
zelschap van hun kinderen, n.l. 2 doch
ters en 3 zoons, resp. geboren in 1912,
1914, 1917, 1918 en 1922 ten dele in Kou-
dekerke en enkele in Grijpskerke.
Dit pachtersgezin hield het één pacht
periode uit in Eversdijk en vertrok naar
Hoedekenskerke, n.l. op 17 maart 1930.
Hun opvolger was A. Bijl, geb. 29 sept.
1879 te Scherpenisse. Zijn pachtperiode
begon op 7 april 1930 en duurde tot zijn
overlijden in 1943. Zijn zoon Gerard Bijl
volgde hem op en bleef gedurende 22 jaai
pachter op „Geerhoek". Hij overleed op 2
december 1965, waarna zijn broer d«
pacht overnam. Dit was P. C. Bijl, die oofc
thans nog wachter van „Geerhoek" is er
de hofstede bewoont met vrouw en doch
ter.
DE GEBOUWEN
Het woonhuis
Gedeelte grafzerk Adriaan Meijaard (18181880)
wei- en zaailand) 33 gem. 218 R. De ver
koop vond plaats tegen 18,per gemet
en met inbegrip van de tot dan bestaande
voorrechten, servituten, vrij- en onvrij
heden. Ten laste van de koper kwamen
de 40e penning, de 200e penning en aPe
onkosten en levering betreffende, de
eigendomsbrief incluis.
Leendert Beenhakker moest een flinke
som lenen om de gekochte hofstede en
landerijen te betalen. Hij verkreeg op 4
maart 1785 van Leendert Paardekoper een
bedrag van 900,VI met als onderpand
de hofstede in Geerhoek. Deze som moest
na één jaar worden terugbetaald.
Op 20 maart 1789 zat hij kennelijk nog
of weer krap, want hij ging een lening
aan van 550,VI. Jakob Breekpot ver
schafte hem dit bedrag.
r moeten hier nog vermelden, dat
Leendert Beenhakker gehuwd was
met een telg uit het geslacht Witte (een
andere tak dan die van Corn. Hendr.zn.),
n.l. met P^ternella Witte. Toen uit dit
huwelijk 5 kinderen waren geboren, resp.
Margrita 6 jr, Adriaan 5 jr., Cornelis 4 jr.,
Gerard 2 jr. en Lidia 8 weken oud zijnde,
overleed Beenhakker kort voor het eind
van april 1792.
De weeskamer hield op die dag een ver
gadering, waarbij door de weduwe als
PEZIE1N het feit, dat dit landbouwbe-
drijf aanvankelijk in de 16e er
17e eeuw klein van omvang was, moei