Oude boerderijen in Zeeland „GEERHOEK" te Zuid-Beveland HOFSTEDE Eversdijk 14 (XXXVI) T")E hofstede, waaromtrent hierna gegevens van verschillende aard worden vermeld, is gelegen in Eversdijk, een gehucht behorend tot de gemeente Kapelle op Zuid- Beveland,. Eversdijk bestaat uit slechts een klein aantal woningen en enkele boerde- rijen. Toch moet het eertijds van wat meer betekenis zijn geweest, gezien het feit, dat er tot omstreeks 1750 nog een kerk met toren aanwezig was. Na de Hervorming in 1577 gingen de inwoners ter kerk in Biezelinge en in 1810 telde Eversdijk niet meer dan 76 zielen. Ondanks dat is Eversdijk van zeer oude datum. Het ontstaan ervan moet omstreeks de 12e eeuw worden gesteld. Wanneer toen dus al van bewoning sprake was, is het duide lijk, dat de bewoners zich ook een bestaan moesten verwerven, waarbij men kan den ken aan landbouw, veeteelt, visserij en niet in geringe mate was in een vroege periode ook de z.g. „moernering" (zoutwinning uit veen) van betekenis. Toch zal de landbouw en de veeteelt tenslotte wel de belangrijkste rol zijn gaan spe en, waarbij aanvankelijk van kleine bedrijfjes sprake zal zijn geweest en enkele tot grotere hofsteden zullen zijn uitgegroeid. Eén daarvan was de hoeve „Geerhoek", waarvan het bestaan gedurende een periode van ongeveer vier eeuwen kon worden vastgesteld en gevolgd. EEN REEKS VAN EIGENAREN IYE oudste gegevens voeren ons terug naar het jaar 1587, toen in de over loper van Eversdijk (Breede watering be westen Yerseke) vermeld werd, dat Corn. Cornsz. Knuijt's Hof, liggende in Geer hoek, staat op 200 roeden grond en deze nog aansluitend beschikt over 2 gem. 294 R. en verschillende andere percelen op andere plaatsen indezelfde hoek. Nog vóór het jaar 1600, n.l. in 1594, vinden we zijn hofstede, die toen ze ker, bouwkundig gezien, geen al te grote omvang zal hebben gehad genoemd met dezelfde percelen en tevens in de omge ving 1 gem 2 ,R. en 4 gem. 094 R. Ook lig gen enkele van zijn percelen op wat ver dere afstand van „het Hof". In het jaar 1601 is de situatie wel ongeveer dezelfde gebleven. Weer 7 jaar later in 1608 wordt ook een perceel, groot 2 gem. 120 r, als zijn eigendom genoemd, terwijl in 1615 daarnaast een drietal akkers door hem van andere eigenaren worden gepacht. Hij „baant" daarop, zoals dat wordt ge zegd. Vooraanzicht woning en bakkeet (vanaf de weg) 1758 is overleden, wordt in maart van dat jaar de hofstede, door de toeziende voogd Pieter Soutendam, verkocht ten behoeve van het achtergebleven zoontje van L. Soutendam. Het betreft de reeds eerder genoemde percelen. De koper is Dignus Minnaart. In 1686 zijn de twee genoemde percelen reeds eigendom van genoemde Swemer geworden, die nu de hofstede bewoont en beheert. In 1693 is dat nog zo. De beide genoemde percelen zijn nu samengevoegd en worden verder met een oppervlakte van 1 gem. 154 R. aangegeven. WISSELEND BEZIT EN FINANCIËLE KANTEN Nog in 1707 staat „het Hof" op naam van Chr. Adr. Swemer (ook wel geschre ven Zwemer), doch vóór 1714 moet dan Jan Linderts Molhoek eigenaar van de hoeve zijn geworden. Ze staat dan op zijn naam met meerdere bijbehorende perce len. fyp genoemde eigendommen rustte nog een schuld van 85,VI. ten gun ste van de erfgenamen van de Wed. Mars. de Leeuw. Jaarlijks was daarop af te be talen 6,VI., hetgeen ten laste van de koper kwam. !De koper diende verder te handhaven een recht van uitweg voor de eerder ge noemde 2 gem. 120 R over het perceel groot 1 gem 154 R. en het erf van de hof stede tot aan de Heerenwegt (openbare weg). Verder diende de koper ook alle overi ge bestaande rechten, servituten en vrij heden te eerbiedigen, zoals die tot dan golden, en tenslotte kwamen tot zijn last de 50e penning en de kosten, welke op de koop volgens condities kwamen te vallen. De nieuwe eigenaar Dignus Minnaart behield deze hofstede, die nog steeds van geringe omvang was, ongeveer 8 jaar in zijn bezit. Op de vierschaar gehouden 11 januari 1765, verklaart hij te zullen leveren aan 200,VI. leent ter „melioratie en ver- beteringe" van zijn hofstede, schuur en erf gelegen in Geerhoek te Eversdijk. Het lijkt waarschijnlijk dat de oude woning en bedrijfsgebouwen nu de gedaante krij gen, zoals die ten dele nu nog bestaan. We kunnen nog vermelden, dat het genoemde bedrag reecs in februari 1772 werd terug betaald. Het document, waarin genoemde schuld was vastge'egd, gaf tevens aan, dat de hofstede met landerijen als onderpand zou dienen. Deze landerijen, die toen al wat uitbreiding hadden ondergaan, lagen in Geerhoek, Hilhoek, Lienhoek, Tussen 't Westdorp en de Kerk, in de Noordhoek en de Twaalf gemetenhoek met een totale oppervlakte van 30 gemeten land (ca 12 ha). Cornelis Balthjszn. de Leeuw bezit „het Hof" met bijbehorende percelen nog in 1770, doch op de „Regtdag" gehouden de 18e februari 1774 verklaart De Leeuw uit de hand te hebben verkocht en „heden" te leveren en in vrijen eigendom op en over te dragen aan de koper Corn. Hendr..zn Witte: Een hofstede, schuur, erf en bak keet, staande en gelegen onder Eversdijk in de Geerhoek. De bijbehorende gronden liggen in de hiervoren reeds gemelde hoe ken van de heerlijkheid Eversdijk. De verkoop vindt plaats tegen '19,VI. per gemet en verder op de gebruikelijke voor waarden. Wie zich verdiept in de grondeigendom van het vroegere Eversdijk zal leden van het geslacht Witte vee.vuldig en reeds vóór 1700 aldaar aantreffen. Zij bekleed den er soms officiële functies. Hendrik Oostzijde van het woonhuis (Zie kap op schoorsteen) Zuidgevels van bakkeet en woning De overloper van 1622 geeft dan een verdering te zien. Het Hof is nu eigendom van Adriaan Knuijt (vermoedelijk een zoon van Cornelis) en ook hij pacht naast zijn eigen percelen diverse ande re in de Geerhoek. In het jaar 1629 staat dan Hubrecht Luikenaar als eigenaar van de boerderij genoemd. Het bedrijf bepaalt zich, als voorheen, tot weinige percelen in eigen hand en verder pachtpercelen in de om geving. Na een korte periode wordt nog vóór 1636 een nieuwe eigenaar genoemd.. Dat is Cornelis Jacobs'. We weten niet hoe lang hij op dit landbouwbedrijf heeft ge werkt. Niet eerder dan in 1650 vinden we weer wat gegevens en dan is intussen Reinier Pieterse Knuijt er eigenaar ge worden. Hij is echter in laatstgenoemd jaar reeds overleden. Zijn erfgenamen staan nu als eigenaars te boek Dat is ook in 1657 nog het geval en in 1664 wordt de bezitting aangeduid als Pr. Knuijt's Erf genamen Hof. De huispercelen worden nog steeds aangegeven met een groot+e van 0.200 R. en 2 gem.. 292 R. In of nog vóór 1671 is dan kennelijk door de Erven Knuijt afstand van hof en landerijen gedaan, want dan wordt ge sproken van Jan Adriaanse's Hof Zijn familienaam zou hoewel we dat niet konden vaststellen toch nog Knuijt kunnen zijn. Weer 7 jaar later in 1679 staat als eigenaar van de boerderij Pieter Jansse Eversdijk aangegeven met 0.227 gem. al? huisperceel. Een perceel van dezelfde grootte en aan het eerstgenoemde gren zend. is dan eigendom van Chtr.. Adrs.zn swemer, Veranderingen treden daarna nogal veelvuldig op Zo is in 1721 de hofstede in Geerhoek eigendom van Marinus de Leeuw. Daarbij behoort, behalve de ge bouwen met het erf, de meergenoemde 1 gem. 154 R. in de directe omgeving, ook nog een perceel groot 2 gem. 120 R. An dere percelen bevinden zich in genoemde en andere hoeken. Deze situatie bestaat ook nog in 1728, doch geruime tijd later in 1742 lezen we dat De Leeuw is overleden en zijn we duwe het bedrijf beheert. Deze laatste, ge naamd Catlijntje van Atten, is omstreeks okt. 1747 overleden. Door Bastiaan de Leeuw, broeder van de vorige eigenaar, wordt dan namens de overige erfgenamen de hofstede verkocht. Koper is Lieven Soutendam. Het betreft de boerderij met schuur, erf en bakkeet in Geerhoek, annex 1 gem. 154 R en verder in Geerhoek percelen groot 2 gern. 120 R en 3 gem. 068 R. Nadat genoemde Soutendam omstreeks de koper Cornelis de Leeuw, „de hofstede, schuur met erf en bakkeet staande en ge legen in Eversdijk in Geerhoek" met daar bij 1 gem. 154 R. boomgaard. In de koop is begrepen: „alles wat haard- en nagelvast is, de mest in de mestput". De bedoelde partijen zijn nog belast met een som van 49,VI. zijnde het restant van een schuldbrief dd. 1 december 1747, ten gunste van de erfgenamen van de Wed. De Leeuw, eerder genoemd. De ko per moet verder het gekochte ontvangen, bezitten en gebruiken met zodanige voor rechten, servituten, vrij- en onvrijheden als is bezeten en gebruikt geweest is. Ver der heeft de koper tot zijn last de 50e penning en alle gerechtelijke onkosten tot de levering en eigendomsbrief incluis Omtrent de nieuwe eigenaar Cornelis de Leeuw vinden we nog dat hij op 9 jan. 1771 van Marinus Stouters, schout van Kapelle en Biezelinge een bedrag van Witte was er omstreeks 1761 schout, ter wijl in ,1817 Cornelis Hzn Witte lid van de gemeenteraad te Kapelle was. Cornelis Hendr.zn. Witte,, hiervoren genoemd was een zoon van Hendrik Jansz Witte en Cornelia van Noorden. Hij was geboren op 30 oktober 1751 te Bieze linge en trouwde aldaar in 1772 met Cor nelia Spruit. Hij hield de in 1774 gekochte boerderij geruime tijd in bezit en had met het oog op de aankoop op 18 februari van dat jaar een bedrag van 500 Vlaamse ponden ge leend van Matthijs Kakebeeke. Deze laat ste was naar alle waarschijnlijkheid de welgestelde eigenaar van de hoeve „AUijt Sorg" aan de 's-Gravenpolderseweg te Kloetinge. DUIM tien jaar later verkocht Corn. Witte toch de hofstede, n.l. aan Leen- dert Beenhakker. In totaal besloegen de bijbehorende percelen (hof, boomgaard, W. E. P. VAN IJSSELDIJK Nisse

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 14