VFEHOUDERIJ 13 Met de tegenwoordige moderne apparatuur is de verleiding erg groot iets vroeger te beginnen. Wacht tot de grond geschikt is en pas dan een niet te intensieve grondbe- i werking toe! wassen zal binnenkort een brochure ver schijnen. BEMESTING GRASZAAD De stikstof op graszjaadpercelen dient zo mogelijk reeds omstreeks half februari te worden gegeven. Uitstrooien over sneeuw of diepbevroren grond is ongewenst, aange zien dit verbranding kan veroorzaken. Wordt de kunstmest met een centrifugaal- of pen del strooi er gestrooid, dan dient dit met de nodige zorg te gebeuren. Een onregelmatige verdeling van de stikstof bevordert het op treden van ziekten, veroorzaakt soms lege ring en schaadt derhalve de opbrengst. BEMESTING WINTERTARWE Dankzij de gunstige resultaten, wordt in wintertarwe in toenemende mate de gedeel de stikstofgift toegepast. Het vaststellen van de juiste begingift is echter steeds een moeilijke opgave, aangezien de stikstofrijk dom van de grond van jaar tot jaar en van perceel tot perceel sterk kan variëren. Drie jaar onderzoek naar die hoeveelheid stikstof in het profiel heeft aangetoond, dat dit gegeven een belangrijk hulpmiddel vormt Er is echter nog een reden om in granen de vroege toepassing van groeistoffen zo veel mogelijk achterwege te laten en wel uit het oogpunt van de DISTELbestrijding. Toe passing van combinaties als Certrol Combin en MCPA/MCFP maar ook van Basagran P, DM 68 of Faneron MCPP in een vroeg stadium tegen zaadonkruiden, hebben tot gevolg dat de distel te vroeg wordt bestre den. Deze toepassingen zouden er wel eens de oorzaak van kunnen zijn, dat de hoeveel heid „stekels" de laatste jaren eerder toe- dan afneemt. In elke gebruiksaanwijzing kan men lezen, dat de distels flink ontwikkeld moeten zijn (dat wil zeggen: flink doorge schoten) op het moment van de toepassing van de MOPA. Voor een goede aanpak van het distelpro bleem kan men nu eenmaal niet volstaan met de buurman, wegbeheerder of wie dan ook te wijzen op de distelverordening. Men zal binnen het ibedrijf zelf dit probleem moeten aanpakken en daarbij hoort onder ;andere tijdig, dus ook niet te vroeg, spuiten. Dat kan inhouden, dat men vanaf eind februari in de wintertarwe de gelegenheid moet benutten om, waar nodig, muur en ka mille te bestrijden met een niet-groeistofbe- vattend middel als dinoterb (Herbogil super) of DNOC, vóórdat men er in gaat eggen. strooien. Dit voorkomt bij bieten het risico van zoutschade, bevordert de opname van fosfaat en verhoogt bijna altijd de suiker opbrengst per ha. KAR WIJ Dit gewas vraagt zo spoedig mogelijk in het voorjaar een N-gift van 80—120 kg per ha. Indien geen najaars N-bemesting is ge geven, dient in het voorjaar 30 kg N extra te worden gestrooid. Wat de chemische on- kruidbestrijding betreft hebben we de be schikking over diverse middelen. Komt er vooral duist en muur voor, dan verdient 10 k 15 kg IPC de voorkeur, bij veel muur en ook straatgras 46 ltr Chloor-IPC. Deze middelen zo spoedig mogelijk na de winter toepassen voor de hergroei van de karwij. Het middel Legurame werkt zowel tegen duist en straatgras als tegen (niet te grote) muur. Tegen kamille en kruiskruid werkt Legurame niet. Waar door de vele regen, vooral op slempgevoelige grond, juist kamille een probleem vormt, is van Legu rame slechts weinig resultaat te verwach ten. Op kamillepercelen verdient ons inziens het tijdig toepassen van IPC de voorkeur. Waar kamille weinig of geen rol speelt, maar wel grasachtigen of graanopslag is de combinatie van 6 ltr Legurame vloeibaar 1,5 k 2 ltr Chloor-IPC aantrekkelijk. Wanneer de stand van de karwij dusdanig is dat die kans op uitrijden aanwezig is, moet het gebruik van Legurame ontraden worden. Dit i.v.m. risico's voor het dan te zaaien ge was. WE zitten thans midden in het slaisei- zoen. Over het algemeen is de ruw- voerpositie in ons gebied goed en zal het geen knijpen worden zoals vorig ju,ar. Ge zien de vrij hoge prijs van 'het ruwvoer is het gunstig, dat er geen of weinig ruwvoer moet worden aangekocht. Deze maand zul len de plannen weer opgemaakt dienen te worden ten aanzien van rund veebezetting en voederwinning voor 1976. In deze nu nog vrij rustige maand kan het eigen bedrijf eens kritisch worden bekeken. Dit laatste ge beurt veel te wéinig. Vraagt u zich eens af: „Waarom heeft buurman een vrij hoge melk produktie per koe en zit ik steeds aan de lage kant"? Voor van de bedrijven met melkvee is met iets meer moeite en toewijding een be tere produktie per koe haalbaar. Het is wel gebleken, dat de melkveehouders die beter voeren (o.a. meer krachtvoer durven te ver strekken) een hogere melkproduktie per koe KOOLZAAD De stikstofgift bedraagt voor koolzaad 160 k 190 kg N per ha. Evenals in karwij kan in het voorjaar nog een onkruidbestrij- ding uitgevoerd worden met 3 kg Legurame per ha.- Alleen toepassen in gezonde gewas sen, waarover geen twijfel bestaat t.a.v. uit rijden. GRONDBEWERKING EN KWEEKBESTRIJDING In februari kan bij nachtvorst een voorbe werking van de grond goed op zijn plaats zijn, mits de ondergrond niet te nat is. Voor suikerbieten en fijne zaden is een goed be zakt gelijkmatig ondiep losgemaakt zaaibed in het voorjaar van groot belang. Het zaad kan hierdoor beter op de bezakte onder grond worden weggelegd, wat de vochtop- name vergemakkelijkt en de kans op een goede opkomst bij droogte na het zaaien bevordert. Kweek is rond deze tijdi van het jaar bij zonder gevoelig. Daarom is een bewerking over de vorst, als aanvulling op een TCA- bespuiting dit najaar, op dit moment heel goed op zijn plaats. Waar bieten gezaaid zullen worden kan men in de eerste helft van februari daarnaast op zwaar met kweek besmette plekken tege lijk nog tot 30 kg TCA per ha aanwenden. Daarna op de zwaardere grond niet meer dan 20 kg, op liohte gronden hoogstens 15 kg per ha gebruiken tot twee weken voor het zaaien cp bewerkte grond. verbeterd kunnen worden. Om de juiste en doeltreffende selectie te kunnen toepassen, heeft men individuele prodiuktiecijfers nodig. Het gaat niet alleen oml de hoeveelheid melk per deer, maar ook het eiwit- en vetpercenta ge gaan een steeds grotere rol spelen bij de uitbetaling. Een juiste selectie kan alleen plaats vinden met me'.kcontrolecijfers. Pre cies: de kost gaat weer voor de baat. SNIJMAIS Op de meeste grotere melkveebedrijven is de teelt van snijmais niet meer weg te den ken. De keuze van ras is voor 1976 weer uitgebreid. Het ras Fronica is als nieuw ras in de rassen-lijst opgenomen. Het is een vrij vroeg rijpend ras. Het geeft een goede zeer droge stof opbrengst met een vrij hoog aan deel van de kolf. Het ras is weinig gevoelig voor kou in 'het voorjaar. Naast de bestaande en bekende rassen is Fronica een ras met grote verwachtingen. Bij de bemesting van het grasland moet men bestemming ervan. Voor beweiding zal de dan met bestemming voor voordroogkuil, om de begingift nauwkeuriger te kunnen vaststellen. Thans is dit stikstofonderzoek van het profiel opengesteld voor de praktijk doch beperkt zich nog uitsluitend tot de granen. Voor deelname aan dit onderzoek kunt u zich wenden tot de monsternemer van het Bedrijfslaboratorium voor grond- en gewas- onderzoek te Oosterbeek. De monsters wor den begin februari genomen. De kosten -be dragen 50,per monster voor abonné's en 60,voor niet-abonné's. Een alge mene richtlijn voor de stikstofbemesting van de granen wordt omstreeks eind februari in de vakbladen gepubliceerd. ONKRUIDBESTRIJDING IN WINTERTARWE Hierboven werd onder het hoofd „Groen- bemesting" al even gewezen op de noodzaak om bij die 'keuze van een onkruidbestrijdings middel in wintertarwe rekening te houden met de in te zaaien ondervrucht en daar waar men klaver denkt in te zaaien géén groeistof (mengsel) te gebruiken. deze maand reeds rekening houden met de eerste gift bijvoorbeeld lager kunnen zijn waarbij de eerste gift gerust 100 kg zuivere N per ha kan zijn. Hierop aansluitend kan men na 10—14 da gen klaver zaaien die od het juiste moment van toepassing van MCPA dan meestal reeds zover ontwikkeld is en ook door het graan gewas bedekt wordt, dat ze hiervan weinig last heeft. HAKVRUCHTEN Naast goede voeding zal steeds selectie van de minder produktieve dieren moeten plaats vinden. De foofaatgift voor aardappelen en suiker bieten vraagt extra aandacht, aangezien de analyses van het grondonderzoek veelal lage fosfaatcijfers aangeven. Vooral bij het weglaten van fosfaat op wintertarwe ver dient het aanbeveling de gift voor hak- vruchten met de hoeveelheid voor tarwe te verhogen. Aardappelen en suikerbieten rea geren hierop met een gunstige beginontwik- keling, wat nagenoeg altijd een zeer renda bele aanwending blijkt te zijn. Ten aanzien van het tijdstip van aanwen ding verdient het aanbeveling, indien nacht vorst het mogelijk maakt, zowel de stikstof als de fosfaat reeds vanaf eind februari te halen en daardoor een beter"financieel resul taat krijgen. Wie klagen het meest over een lage melkprijs? Juist, vaak de boeren met een lage produ'ktie per koe. Bij het verstrek ken van krachtvoer gaat de kost voor de baat. Het verschil tussen baat en kost is voor u winst of arbeidsinkomen. U kunt deze maand al het fundament leggen voor een betere melkproduktie. Hierbij kan een be- weidings- en voederwinningsplan met be mestingsplan goede diensten bewijzen. Moch ten het weer en de bodemgesteldheid het toelaten, dan zal de eerste stikstof eind februari-begin maart kunnen worden ge strooid op het grasland. Een eerste gift van 500 kg K.A.S./ha moet voldoende zijn voor de eerste beweiding en om vroeg een voordroogkuil te maken. SELECTIE EN MELKCONTROLE Naast een goede voeding zal steeds selec tie moeten plaats vinden. Door uitstoot van minder produktieve dieren en betere voeding zal de gemiddelde melkgift aanmerkelijk MOLLEN IN GRASLAND Leek het er vorig jaar op, dat de mollen- populatie door het natte najaar was terug gelopen, dit jaar zien we weer veel percelen grasland met veel mollen. Ook het bestrijden van de mollen behoort bij een goede gras landexploitatie. Ga eens enkele weken aan dacht besteden aan het mollenvangen en u zult resultaat zien. RUNDVEEHOUDERIJ ALGEMEEN Degenen die in de komst van de melk tank geen argument gevonden hebben om het melkvee af te stoten, mogen we tot de liefhebbers van melkvee rekenen. Ook onder deze melkveehouders zijn er die een te lage produktie per koe hebben. Verbeter dit! Het kan, maar u moet zelf meewerken. Ziet u het niet zitten om tot hogere produktie te kunnen komen, neem dan kon takt oo met uw bedrijfsvoorlichter. Laat ons zeggen tegen de bedrijven, die dit nog niet bereikt hebben: Op naar de 5000 kg melk per koe!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 13