Erwten
conservendoperwten
y
8
•n
t
9V2
9V2
7V2
sy2
sy2
[JE erwtenteelt ondergaat, zoals ook andere gewassen, een steeds doorgaande ont
wikkeling. Sinds 1948 toen de gehele oogst door voetziekte nog mislukte, is
door het kwekerswerk veel aan de teelt ten goede gekomen. Ook aan de onkruidbe-
strijding is heel wat verbeterd
Toch blijven nog wensen over. De gevoeligheid voor slecht weer na de bloei en bij
de oogst, resulteert in ons wisselvallig klimaat dikwijls in een kwaliteitsachteruitgang
die nadelig kan werken op het financieel resultaat van de teelt. Ook remt dit de ont
wikkeling van een meer arbeidsextensieve oogst.
Kwaliteitsverlies is vooral daar te verwachten, waar een te overvloedige stro-ont
wikkeling of veel onkruid het drogen van het gewas belemmeren.
Grondsoort en bodemvruchtbaarheid hebben een duidelijke irvlosdi op die stro
cnfcwikkeling en ook de opbrengst en de gezondheid van het produkt. Sommige rassen
vragen uit hoofde van hun genngere groeikracht een rij^e gronu. Andere maken zo
veel stro dat alleen op de wat minder strorijke gronden een maximale opbrengst is te
verwachten. Daarom is in de onderstaande tabel op grond van de te verwachten reac
tie van het ras een indeling in drie typen gemaakt en wel in rassen voor stroarme-,
gemiddelde- en strorijke gronden. Daarnaast wordt enige informatie gegeven over
enkele raseigenschappen. In 1975 werd voor het Zuidwestelijk kleigebied op de proef -
boerderij „Rusthoeve" een proefveld met erwtenrassen aangelegd. De resultaten ervan
zijn in de opbrengsttabel verwerkt.
Opbrengsten in en enkele raseigenschappen van de beproefde rassen
Gem. opbr. in 1966 t/m 1975
Cijfer
Cijfer
geschiktheid
Rassen
stroarme-
gemiddelde
strorijke
stro
voor zwad-
gronden
gronden
gronden
lengte
dorsen
a) Kleine groene erwten
Finale
104
108
110
5
6
Rondo C.B.
99
96
93
6,5
6
Dik Trom
96
96
102
4,5
5
Allround
104
100
99
5
7
Pauli
98
101
101
5
6
b Schokkers
Maro
100
94
90
8
5
c) Kapucijners en
rozijnerwten
Imposant (Kapucijner)
101
98
96
9
8
Gastro (rozijnerwt)
95
95
90
8.5
6
KORTE RASBESCHRIJVING (zie ook rassenlijst)
KLEINE GROENE ERWTEN
Finale is een zeer produktief ras met kort stevig stro dat zich het beste thuis voelt
op de strorijke gronden. De erwt is Imood, groot en met goede sortering. De consump
tiekwaliteit is goed, doch de zaadhuid is iets gevoelig voor barsten.
Rondo C.B. neemt in Zeeuws-Vlaanderen nog 30 van het areaal in. Geeft op de
minder strorijke gronden een goede opbrengst van zeer goede kwaliteit, zowel op
het oog als in de kook. In natte jaren en dan vooral op de strorijke gronden kan dit
ras teveel stro maken. Het bloeit dan te lang door en de opbrengst kan dan tegenval
len.
Dik Trom geeft het kortste stro. De hoogste opbrengst wordt op de strorijke grón
den verkregen. Het ras moet voldoende dicht gezaaid worden en bij een niet te ruime
rijenafstand. Het is het enige groene erwtenras met een vrij goede resistentie tegen
het meest voorkomende fysio van vroege verbruining.
De erwt is zcwel uiterlijk als in de kook van zeer goede kwaliteit.
Allround moet ook vrij dicht gezaaid worden en liefst niet bij een te grote rijen
afstand. Allround is het minst gevoelig voor slecht weer bij afrijpen en oogst. Kan op
gronden die weinig stro geven enige stikstof rendabel maken. Het stro is kort, stevig
met een vrij hoge peulzetting. Grote ronde, zeer mooie erwt van goede kookkwaliteit
maar waarvan de smaak vaak wat scherp en bitter is.
Pauli komt tot de hoogste produktie op de meer strorijke gronden. Een dich'.e zaai
en nauwe rijenafstand is gewenst. Het gewas is kort en fijn. De kookkwaliteit is vrij
goed, de smaak is matig, vaak wat scherp en bitter.
SCHOKKERS
Het enige ras in deze groep is Maro. Op de Zeeuwse eilanden kamt Maro in belang
rijke mate voor. De erwt is vrijwel geheel bestemd voor de export. Maro is een lang
gewas, dat veel stro maakt en in natte jaren wel eens teveel stro kan maken. De kook
kwaliteit en de smaak zijn goed.
KAPUCIJNERS EN ROZIJNERWTEN
Imposant kapucijner is een lang gewas met een hoge peulzetting. De hoogste op
brengst wordt hier op de minder strorijke gronden bereikt. Imposant heeft een zeer
goede smaak en kookkwaliteit. Kapucijners worden in toenemende mate ingeblikt in
eigen land geconsumeerd.
Gastro rozijnerwt blijft in opbrengst wat achter. Dit strorijke gewas komt in het
Zuidwesten vrijwel niet voor. Gastro stelt geen hoge eisen aan de grond en geeft een
produkt van goede kwaliteit.
inzaai en de oogst waren dit jaar niet gemakkelijk. De opbrengst was normaal.
Late zaai bij zaaispreiding geeft kans op een lagere opbrengst dan bij normale
zaai. Late zaai van een vroeg ras geeft meer opbrengst-depressie dan van een laat ras.
Precisiezaai geeft een zekerder opkomst, een regelmatiger gewas en zaaizaadbespa
ring in vergelijking met normale zaai.
Door het dorsen met de mobile viner is de teler meer van nabij betrokken dan bij
de oogst. De afstelling van de machine is belangrijk om dorsverliezen te voorkomen.
Ook zijn dorsverliezen sterk afhankelijk van de rijpheid waarop wordt geoogst. In het
trajekt Tm 8095 komen verliezen voor van 12 15 korrel, bij Tm 95110 onge
veer 7 In verschillende gevallen kunnen deze verliezen beduidend meer bedragen.
Bij het dorsen van natte gewassen en bij nat weer zijn vooral op klei de dorsverliezen
hoger.
In onderstaande tabel is een opbrengst- en prijsstaffel opgenomen op korrelbasis
voor rondzadige doperwten. Vanaf Tm 90120 is de staffel gekorrigeerd op op-
brengsfcverliezen tijdens het oogsten in het lage hardheidstrajekt. Ook is er een reken
voorbeeld gegeven uitgaande van een korrelopbrengst van 3.500 kg doperwten bij een
Tm getal van 120.
Tim-getal
Relatieve
Relatieve
kg-opbrengst
Prijs per kg
Geldopbrengst
opbrengst
prijs
per ha
90
55
182
1.925
109,2 ct
ƒ2.102
100
75
133
2.625
79,8 ct
2.095
110
88
114
3.080
68,4 ct
ƒ2.107
120
100
100
3.500
60,0 ct
ƒ2.100
130
108
93
3.780
55,8 ct
ƒ2.109
140
113
88
3.955
52,8 ct
ƒ2.088
Het tijdstip van oogsten heeft grote invloed op opbrengst en kwaliteit. Naarmate
de erwten harder en dus rijper worden, neemt de kwaliteit aanvankelijk toe, maar
later af. Harde erwten zijn zetmeelrijk en niet smakelijk. Bij het rijper worden neemt
de opbrengst ook toe, maar de opbrengst lijn loopt al gauw tegengesteld dan de kwa'li-
teitslijn. Het is duidelijk, dat een relatie gevonden moet worden tussen opbrengst
(kwaliteit) en prijs. Een vaste prijs per kg erwten of peulen waarbij geen rekening
wordt gehouden met het tijdstip van oogsten, dus met de opbrengst geldt daarom
als een onzekere basis. Om dit wèl te kunnen doen, hanteert men een Tendero-meter,
een hardheidsmeter, die het tenderometer-(Tm)-getal of hardheid aangeeft. Er worden
soms ook andere hardhe:dismeters gebruikt, die echter onbetrouwbaar blijken te zijn.
Bij een bepaalde hardheid hoort een bepaalde opbrengst en een bepaalde prijs. Op
basis van genomen proeven is men gekomen tot een opbrengst- en prijsstaffel die
kan dienen als basis voor de uitbetaling.
Uit de gemaakte opstelling blijkt dat de geldopbrengst per ha vrijwel gelijk is, on
geacht het tijdstip van oogsten.
In het volgende overzicht zijn de- opbrengsten in verhoudingsgetallen en de voor
naamste eigenschappen van een aantal rondizadige doperwtenrassen samengevat. Een
aantal gegevens zijn daarbij ontleend aan de beschrijvende rassenlijst).
rassen
Rel. opbrengst
fijnheid
erwt
strolengte
neiging
doorbloeden
zaaiiz. in kgjha
tl li
ca bC CA DA
Aantal planten
/m- als basis
Vroeg
Somette
95
95
7
9
9
275
330
100
Danielle
100
95
8
6
8
180
200
100
Onyx
90
95
8
9
6
170
190
90
Cicero
95
90
9
8
4
140
160
90
Aldot-S. S. Alaska
90
90
9
3
7
160
180
100
Alafin
100
100
9
6
8
150
180
90
Primette
100
100
8
7
8
170
190
100
Midden vroeg
Legio
95
95
9
8
6
140
160
80
Naüddno
100
100
9
7
90
110
70
Bonette
100
100
6
7
100
120
70
Coquette (Evi)
90
90
6
6
100
120
70
Colmo
100
105
8
6
7
150
170
70
Mercurio (Nr. 35)
95
95
6
8
90
110
60
Midden laat-laat
Cobri-Cobrette
105
115
4
8
135
165
60
Anik
100
100
8
6
8
90
110
60
Polarette
90
95
5
6
110
125
70
Mercato
95
100
6
7
90
110
60
Spiket
95
95
8
5
7
105
130
70
9= zeer fijne erwt, korte stro, weinig doorbloei.