Zomertarwe 5 Als gevolg van de erg natte herfst 1974 en de natte winter 1974-'75 is verhoudings gewijs weinig wintertarwe gezaaid. Het open gebleven areaal granen is voor een fors deel gevuld met zomergranen, waarvan zomertarwe een belangrijke plaats innam. De structuur van de grand was matig itot slecht. Voor oogst 1976 ds de start voor de tar- weteelt gunstig geweest, zodat het areaal zomertarwe klein zal zijn. In het zuidwesten hebben dn 1975 drie proefvelden gelegen. Op dieze velden zijn de rassen geteeld hij 3 teeltsystemen: I. normale stikstofgift, dat is vroege bemesting en later in het groeiseizoen een tweede gift; II. verhoogde stikstofibemesting: de vroege gift 20 kg N hoger dan bij I en later een tweede bemesting; UI. als II plus een bespudting tegen afrijpingsziekten. Doel van deze proefopzet is de maximale korrelproduktie te leren kennen. Daar het voorjaar lang nat en koud bleef, zijn de proeven te Steenbergen en West maas pas in de laatste week van april gezaaid. Het proefveld te Colijnsplaat kon eind februari worden gezaaid. De 'uitkomsten zijn daardoor nogal verschillend. Het op tijd zaaien van zomertarwe is van groot belang voor het eindresultaat. Hoe vroeger hoe beter, mits de grond goed is. De tarwe op het proefveld Colijnsplaat is te zwaar ge worden door te hoge begingift met stikstof. Te Steenbergen bleek de stakstofvoorraad te hoog te zijn, waardoor afrijpingsziekten een goed milieu vonden. Toro en Adonis waren minder aangetast. De proef te Westmaas is, behalve wat bruine roestaantas ting, gezond gebleven. In de opbrengsttabel {tabel 1) zijn de opbrengsten van teeltsysteem II niet opgeno men omdat de extra 20 kg stikstof geen noemenswaardige invloed heeft gehad op de opbrengst. Voor het zuidwesten komen voor vroege zaai Melcbior en Toro in aanmerking. In verband met hun vroege rijping zijn voor late zaai en voor doorzaai in winleiLaiwe Bastion en Adonis geschikt. Toro verdraagt Dosanex. Een aantal raseigenschappen is samengevat in tabel 2. Voor meer informatie kan de Rassenlijst 1976 worden ge raadpleegd. Tabel 1. De korrelopbrengsten van zomertarwe op de drie proefvelden en het meer jarig gemiddelde. „Rusthoeve" Plaats Colijnsplaat Steenbergen Westmaas Gem. z.w. Zaaidatum23 febr.25 april24 april klei '69 '75 Teeltsysteem 110 kg/N 130 kg/N 20 kg/N 50 kg/N 110 kg/N 130 kg/N -f fung. fung. fung. Melchior 95 98 96 97 111 109 107 Toro 99 98 105 109 97 96 100 Fundus 90 90 85 78 95 Bastion 98 99 92 93 96 97 104 Adonis 103 100 106 109 95 98 106 Gem. 100 kg/are 65,4 69,2 37,6 38,3 34,7 39,8 94,3 Tabel 2. Enkele eigenschappen van zomertarwerassen volgens Rassenlijst 1976 Vroegrijpheid Resistentie tegen Gele Roest Bruine roest Afrijpingsziekten Melchior 5 6s 8 7 Toro 5s 7 6 8 Fundus 7 6 7 4 Bastion 8 5 6 5 Adonis 8 7 5s 6» BESCHRIJVING VAN DE RASSEN Melchior. Een «aanvankelijk wat sproeterig gewas maar later vrij bladrijk. Bleek tot nu toe weinig vatbaar voor ziekten en heeft hoge opbrengsten gegeven. Het stro is vrij kort en tamelijk stevig. Rijpt erg laait. Toro. Een produktdef ras met een goede resistentie tegen de meeste ziekten. Heeft een enigszins trage beginontwikkeling, maar geeft later door het breed uitgroeiende gewas een goede grondibedekking. Het stro is vrij kort, fijn, tamelijk stevig en goed veerkrachtig. Rijpt laat, nogal vatbaar voor meeldauw. Fundus. Vrij vroegrijpend ras met kort stevig stro. Kan op de vruchtbare kleigron den goede opbrengsten geven. Heeft een vlotte voorjaarsontwikkeling en vormt een fijn maar bladrijk gewas. Is zeer vatbaar voor meeldauw en afrijpingsziekten waar door bespuiting gewenst is. Bastion. Vroegrijpend ras dat zeer goede opbrengsten heeft gegeven. Is een vlot ontwikkelend, steil groeiend gewas met een matige grondbedekking. Het stro is kort en lijkt tamelijk stevig en goed veerkrachtig. Rijpt vroeg. Adonis. Vroegrijpend ras met vrij kort en vrij stevig stro. Geeft 'hoge opbrengsten. Is nogal vatbaar voor bruine roest en iets vatbaar voor afrijpingsziekten. Ook diit gewas is dn 1975 op meer hectaren verbouwd dan in voorgaande jaren. De zaai is veelal pas eind april gebeurd in grand met een slechte structuur. De vlotte opkomst heeft de invloed van de structuur niet kunnen verdoezelen. Op heel veel percelen stond een kort, slecht uitgestoeid gewas, dat gevoelig was voor het Yellow dwarf-virus. Deze virusziekte komt alleen voor op erg schrale gewassen; de kans dat deze ziekte optreedt is daardoor gering. Legeren van gerst heeft in 1975 tot de grote uitzonderingen behoord. Van de drie proefvelden in zuidwest Nederland is die te Cadzand op tijd gezaaid, maar op zware grond met een slechte structuur. Te Steenbergen en Westmaas is pas„eind april ge zaaid. De gerst op de proef in Steenbergen is erg zwaar geworden, in tegenstelling met die in Westmaas, waar de structuur van de grond slecht was. Op dit proefveld zijn twee stikstofhoeveelheden gegeven. Alleen Berac reageerde in kilogramopbrengsten negatief op de hogere stikstofgift. Het ras Berac is in verband met de gevoeligheid voor gele roest niet voor uitzaai aan te bevelen. Pirouette onder vindt veel belangstelling van de zijde van de brouwerijen. Voor meer informatie kunt u de Rassenlijst 1976 raadplegen. Tabel 1 De korrelopbrengsten van zomergerst in verhoudingsgetallen op proefvel den in zuidwest Nederland Plaats Cadzand Steenbergen Westmaas Gem. Stevig- Vroeg- Zaaidatum 5 mrt 25 april 24 april z.w. klei heid rijp- 1969/'75 stro heid Kg N/ha 60 kg/N 20 kg/N 50 kg/N 70 kg/N Brouwgerst: Zephyr* 99 97 101 105 100 65 7 Berac* 83 93 93 84 99 8 65 Delisa* 104 109 97 65 75 Pirouette 110 109 105 107 106 65 7 Voergerst: Aramdr 104 102 102 Ramona 105 100 99 100 105 Gem. 100 kg/are 45,9 45,6 52,6 55,2 52,4 Zaaizaad is 'behandeld met Miilstem tegen meeldauw. Een hoog cijfer duidt op een gunstige waardering. KORTE BESCHRIJVING VAN DE RASSEN (BROUWGERSTRASSEN) Zephyr. Geeft op kleigronden goede opbrengsten. Stelt geen hoge eisen aan de struc tuur en de vruchtbaarheid van de grond. Vrij vlotte voorjaarsóntwikkeling. Tamelijk bladrijk gewas met een goede grondbedekking. Vatbaar voor meeldauw en gele roest. Grote aar en een middengrote, vrij goed gevulde korrel. Berac. Heeft op de kleigronden in het zuidwesten zeer goede opbrengsten gegeven. Heeft kort vrij stevig stro. Vatbaar voor meeldauw en is erg vatbaar voor gele roest. Heeft een vlotte voorjaarsontwikkeling; geeft later door de steile bladstand een ma tige grondbedekking. Is vrij gevoelig voor doorwas. Middengrote, goed gevulde kor rel. Gaf de laatste jaren als brouiwgerst soms moeilijkheden door optreden van blind schot en aantasting door schimmels. Delisa. Geeft gemiddeld goede maar wat wisselende opbrengsten. Heeft vrij kort, matig stevig stro. Tamelijk vatbaar voor meeldauw en gele roest. Geeft op vrucht bare gronden een goede grondbedekking. Vrij grote goed gevulde korrel. Pirouette. Is een matig bladrijk, goed uitstoelend gewas. Het vrij korte stro had een vrij goede stevigheid, maar is matig veerkrachtig. De aren komen dan op de grond te liggen. Is niet door meeldauw en «weinig door gele roest aangetast. VOERGERSTRASSEN Aramir. Heeft kort en zeer stevig stro. Bezit een zeer goede meeldauwresi stent ie. Heeft op a'.le kleigronden in voorgaande jaren hoge opbrengsten gegeven, maar in 1973 matig door blind schot. Geeft een vrij vlot ontwikkelend, matig bladrijk gewas Is door het korte, zeer stevige stro een goede dekvruoht. Rijpt middenvroeg en is matig vatbaar voor gele roest. De korrel is groot en goed gevuld. Ramona. Vormt een iets grof, tamelijk bladrijk gewas. Stro van gemiddelde lengte, matig stevig met een tamelijk goede veerkrachtigheid. Werd niet door meeldauw en weinig door gele roest aangetast. Rijpt middenlaat. Vrij grote korrel.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 5