UIEN vooreen beter resultaat Zaaizaad- hoeveelheid granen ROYAL SLUIS De zaaizaadsituatie voorjaarszaaigranen komende zaaiseizoen 4 Ir J. A. H. HAENEN CAR, Zevenbergen IN 1975 hebben de granen in Nederland met 244.000 ha 36 van het bouwlandareaal voor hun rekening ge nomen. Dit gegeven illustreert dat graan in de Nederland se akkerbouw gemeten naar haar oppervlakte ook nu nog het belangrijkste gewas(sengroep) is. Vroeger, veel lezers weten het nog wel, werd het on kruid in graan met kalkstikstof of met wiedmachine, on- kruidegge, hak en schoffel bestreden. Voor graan en wel speciaal wintergraan werd toen een niet al te fijn en (grof)- kluiterig zaaibed geprefereerd. Bij de mechanische on- kruidbestrijding was het voor het verkrijgen van een gun stig resultaat gebruikelijk het land vooraf te rollen. Granen behoren tot de oppervlakkig wortelende gewas sen. Dit houdt in dat bij een mechanische onkruidbestrij- ding het wortelstelsel van het graangewas ook averij op loopt en hierbij gebeurt het zelfs dat een min of meer groot aantal planten sneuvelt. In die tijd heeft de graan- telende boer zich ingesteld op een gewas met 300 of meer graanplanten per m2. Bij een dergelijke standdicht heid zijn er bij de oogst gemiddeld per plant ongeveer 1 2 aren per plant gevormd. Dit geringe gemiddelde aan tal aren per plant tendeert er naar dat er naast volwaar dige aren relatief ook vrij veel kleine c.q. minderwaardige aren zijn geproduceerd. .3* Kluiterig zaaibed en onregelmatige verdeling graanplantjes slechte uitgangssituatie! NU CHEMISCHE O NKRUIDBE STRIJD ING DIJ de onkruidbestrijding hebben het rollen en de re- gelmatige bewerking van de toplaag van de bouw- voor plaats moeten maken voor bespuitingen met daar toe geëigende chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Het graangewas kan zich hierbij beter ontwikkelen, niet alleen omdat zijn wortelstelsel nu niet meer wordt be schadigd, maar ook omdat het graan nu van het gunstige groeimilieu in de toplaag van de bouwvoor kan profi teren. Op kluiterig land zijn er veel plaatsen, die bij wijze van spreken in de schaduw van de kluiten liggen. Bij een chemische onkruidbestrijding worden het onkruid en de grond op dergelijke plaatsen niet door de spuitvloeistof geraakt. Een ander bszwaar van kluiterig land is dat de kluiten later (soms) uiteenvallen, zodat hier dan weer onkruidzaden kunnen gaan kiemen. Voor het verkrijgen van een goed effekt bij de chemische onkruidbestrijding is een regelmatig en voldoende fijn zaaibed een goed uit gangspunt. Er is nu geschikte grondbewerkingsappara- tuur om ook op zwaardere gronden een dergelijk mooi egaal zaaibed klaar te maken. DE ONTWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE GRAANPLANTEN yOOR een goede korrelopbrengst moet het aantal vol waardige aren per m2 globaal bedragen 350 aren bij rogge 400 pluimen bij haver 450 aren bij- tarwe 500 aren bij gerst. Een traditioneel graangewas met 300 of meer graan planten per m2 is geen goede uitgangssituatie om voor noemde gewenste aantallen goed ontwikkelde aren te verkrijgen. Anno 1009 stelde dr J. C Schoute in de pu- blikatie „De uitstoeling der granen" reeds: „De planten met de talrijkste halmen zijn over het algemeen de krach tigste en beste planten". Geheel hiermee in overeenstem ming is dat voldoende vrijstaande graanplanten gemak kelijk 2 a 3 en zelfs meer volwaardige aren per plant kunnen produceren. Voor het verkrijgen van een betere verdeling van het zaaizaad (oppervlakkig onderbrengen) en een gelijkma tige kieming en beworteling is een voldoende fijn zaai bed, dat vanuit het oogpunt van de chemische onkruid bestrijding wenselijk is, eveneens een goed uitgangs punt. Bij de verdere groei is dit tevens bevorderlijk voor een regelmatige en gezonde ontwikkeling van het graan gewas. Hierbij verdient het wel aanbeveling de gebrui kelijke rijenafstand van 20 a 25 cm te halveren tot 10 a 12V2 cm. Deze nauwere rijenafstand geeft nooit op brengstverlaging en in sommige jaren is onder overigens dezelfde omstandigheden de korreiopbrengst niet onbe langrijk hoger. Voor Li-et behalen van optimale graanopbrengsten dient de akkerbouwer zich in te stellen op eenzelfde zaaibed en zaaitechniek, zoals die bij vlas gebruikelijk zijn. Hier bij zal hij dan moeten streven naar 200 goed verdeelde graanplanten per m2. Dit aantal is ruim voldoende en in dit verband is kilogrammen zaaizaad per ha aan te merken als een verouderd begrip. 1000 KORRELGEWICHT EN KIEMKRACHT DIJ goede omstandigheden goed zaaibed, goede zaai- methode en hoge kiemkracht zaaizaad zijn 225 graankorrels per m2 als zaaizaad voldoende. Het dui- zendkorrelgewicht van het zaaizaad kan van partij tot partij vrij sterk uiteenlopen. Duizendkorre'gewichten van (afgerond) 40, 45 en 50 gram komen bij zaaizaad wel eens voor. Bij een na te streven hoeveelheid van 225 graankorrels per m2 stemt dit dan overeen met resp. 90 101 en 113 kg zaaizaad per ha. Bij minder gunstige om standigheden (late zaaidatum e.d L.eeft het in het alge meen gesproken geen zin om meer te zaaien dan 300 graankorrels per m2. Bij mais en suikerbieten is de praktijk er aan gewoon zich in te stellen op de gewenste aantallen planten per ha en precisie-zaai. Precisiezaai is bij granen (nog) niet aan te bevelen. Precisie-zaai is bij granen echter geen overbodige luxe, integendeel bij het streven naar opti male opbrengsten kan hieraan niet straffeloos worden voorbijgegaan. RIVATO bewaar s!/ POSTBOX 22 - ENKHUIZEN - HOLLAND - TEL. 02280 - 2741 Advertentie IM hoog opgroeiende rode klaver komen hiervoor in aan merking. U moet u instellen op een graangewas, dat in verge lijking met een traditioneel graangewas niet meer dan tweederde van dat aantal planten telt. Bij een goede ver deling van deze planten krijgt u een homogeen gewas met stevige halmen en voldoende vo.waardige aren. Bij wintertarwe ligt de opbrengst dan al gauw in de buurt van 7000 kg cn soms zelrs hoger. Dat dit laatste geen theorie is, hebben verschil ende akkerbouwers reeds la ten zien. Mochten de omstandigheden in februari gun stig zijn voor l et zaaien van zomergraan bijv. „over de vorst" dan moet u die kans benutten. Om onbegrijpelijke te:* v,oml Modern graangewas: De voldoende vrijstaande graanplanten kunnen zich goed ontwikkelen. In jaren met legering en veel ziekten geeft zo'n gewas een niet onbelangrijk hogere korrelopbrengst. Bij de chemische onkruidbestrijding kan de spuitMoeistof het onkruid beter raken. Zo hebben we ook weer een goede dekvracht voor een deugdelijk &linderbloemige groenbemester als ondervracht v die onze akkers al te lang hebben moeten missen. EEN PAAR AANBEVELINGEN TOT SLOT! AP de label van het door u aangekochte N.A.K. ge- keurd zaaizaad is bij granen het duizendkorreige- wicht niet weergegeven. Neem uit uw zaaizaad daarom eens een monster en laat bij uw leverancier of uw N.A.K. keuringsdienst het 100-korrelgewicht eens bepalen. Als u gaat zaaien moet u zich niet laten leiden door het idee „Er sneuvelen altijd wel wat graanplanten en daarom zaai ik maar wat meer". Dit is fout; want a s plantenteler moet u streven naar goed ontwikkelde en gezonde graanplanten. De planten, die wegvallen, zijn in de regel verzwakte en zieke planten. Bij (te) veel zaai zaad krijgt u ijle, lange en slappere planten met minder weerstand tegen legering en ziekten. Bij deze teeltmethode L eeft een eventuele ondervrucht in graan ook aanmerkelijk meer slagingskansen Probeer daarom dan ook weer eens een vlinderbloemig gewas als ondervrucht te telen. Witte klaver, hopperups en niet te Traditioneel graangewas: de graanplanten staan veel in eikaars schaduw en ondergronds beconcurreren hun wortelstelsels elkaar in hun ontwikkeling en bij de voorziening met water, zuurstof en andere voedingsstoffen. Slechte uitgangssituatie: het graangewas groeit slapper op en is gevoeliger voor legering en ziekten. redenen denken veel boeren nog steeds dat zomergranen dan wel eens door bevriezing te gronde kunnen gaan. Een dergelijk geval is in ons land, voor zover mij bekend, nog nooit gekcnstateerd. Van mijn Zeeuwsvlaamse tijd herinner ik me dat sommige akkerbouwers het daar aan durfden om als de omstandigheden het toelieten eind januari reeds zomergerst te zaaien en dit met een goed resultaat. - Tenslotte: mocht na de uitvoering van een goede zaai techniek blijken, dat u aanmerkelijk minder bijv. de lielft van de geplande hoeveelheid zaaizaad bent kwijtgeraakt dan is er nog geen reden 11 ongeru. :heid. Bij on 1 :v is immers gebleken dat bij een goede verdeling van de graanplanten de uiteindelijke korreiopbrengst hij een standdichtheid van 100 tot 120 planten per m2 niet lager hoeft uit te vallen dan die bij een standdichtheid van 2:Ki graanplanten per m2! Een preciese zaai is en blijft liet belangrijkste en zaai liever wat minder dan 225 graan korrels per m2 dan meer! (Vervolg van pag. 2) NEDERLANDS ZAAIGRAAN VEILIG, VERTROUWD PRODUKT VAN TOPKWALITEIT TATIJ beschikken in ons land over een vaste kern land bouwbedrijven die jaarlijks een oppervlakte zaai granen (basiszaad en 1e vermeerdering) op hun bedrijf vermeerderen. Deze ervaren telers 'produceren jaarlijks voor de Nederlandse landbouw en voor een bepaald deel voor export een vertrouwd produkt. Vrij van wilde haver. Mede door de zeer secure N.A.K. veld- en partijkeuring kan iedere Nederlandse graanteler zaaizaad kopen, ge garandeerd vrij van wilde haver, extra geschoond, gecon troleerd op gezondheid, zuiverheid, kiemkracht en vitali teit. Men staat er meestal onvoldoende bij stil, maar dit Ne derlandse kwaliteitsprodukt is voor de landbouw de basis voor de komende oogst, wat jaarlijks met zorg door de Nederlandse kwekers, vermeerderaars, bewerkers en handel onder N.A.K. controle wordt gereed gemaakt. NIEUW ZAAIGRAAN IN FEITE GOEDKOOP! Ruwweg gesproken ligt de prijs van 1e vermeerdering zaaigraan ongeveer op een basis van 2 x de consumptie- waarde. Met alle extra kosten en moeite die door de zaai- granentelers en verwerkingsinrichtingen worden besteed, met daarbij de opslag- en distributiekosten, biedt de han del de Nederlandse graanteler een extra gegarandeerd produkt tegen billijke prijzen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 4