I!
II
Zaai-uien
10
Juf ET een nieuw teeltseizoen in het vooruitzicht wordt de rassenkeuze weer
aktueel. Door de rassenkeuze kan immers het financiële resultaat van de
teelt, waar het tenslotte bij de uientelers om draait, aanmerkelijk worden beïn
vloed.
Het huidige rassensortiment omvat selekties, die door hun verschillen in eigen
schappen geschikt zijn voor verschillende afleveringstijdstippen. Deze indeling
van het sortiment was nodig, omdat er steeds meer behoefte aan verdergaande
spreiding van de afzet is ontstaan. Hierdoor is het nu mogelijk met veel minder
„kunstgrepen" en met meer sukses dan vroeger uien vanaf juli tot juni van het
daaropvolgende jaar dus het hele jaar door te leveren.
Nederland exporteerde in seizoen 19741975 niet minder dan 330.680 ton uien.
Een zo groot kwantum kan alleen tegen redelijke prijzen worden afgeleverd als:
de afzet geleidelijk verloopt;
steeds een produkt van goede kwaliteit wordt aangeboden.
Hoe kunnen we nu het beste aan deze voorwaarden voldoen?
De afzet kan alleen geleidelijk verlopen, als het areaal uien niet te groot is. Wat
onder „niet te groot" moet worden verstaan, is voor elk teeltjaar afzonderlijk
moeilijk exact aan te geven.
Het in 1975 uitgezaaide areaal van 9793 ha leek aanvankelijk een te grote pro-
duktie op te leveren. De gemiddelde opbrengst was echter lager dan normaal.
Door het te droge en in andere gevallen te natte weer in vooral de Oost- en Zuid-
europese landen is de opbrengst daar tegengevallen. Hierdoor is een goede inter
nationale vraag naar uien ontstaan, waardoor de prijzen in de afgelopen maanden
bijzonder goed waren.
Na de verregende oogst en de matige prijzen in seizoen 1974/1975 is een goede
geldelijke opbrengst van de uien dan ook bijzonder welkom. Hieruit mogen we
echter geen al te optimistische konklusies trekken voor het komende teeltjaar.
Onder normale omstandigheden zou er beslist minder ruimte voor de opbrengst
van genoemd areaal zijn geweest.
Hoewel het gunstige resultaat van teeltseizoen 1975 de uitzaai in het komende
jaar wellicht zal stimuleren, is uit een oogpunt van prijsvorming uitbreiding van
het areaal beslist niet gewenst.
Voor een geleidelijk verloop van de afzet is het verder nodig afzetpieken bin
nen het seizoen te vermijden. Hieraan kan een juiste rassenkeuze bijdragen. In de
eerste plaats geldt dit voor de keuze tussen vroegrijpe en bewaaruien. Omdat de
vroegrijpe rassen in ongeveer één maand afgeleverd moeten worden, mag de met
deze rassen beteelde oppervlakte niet te groot zijn. Een te groot aanbod leidt al
spoedig tot verstoring van de markt voor zowel de vroege als de later afrijpende
selekties.
Voor de bewaaruien is de afzetperiode veel langer. De afzet kan dus meer ge
spreid worden. Hiervoor moeten dan wel selekties gekozen zijn, die een langere
bewaring kunnen verdragen.
Voor de kwaliteit speelt de rassenkeuze vooral een rol met betrekking tot de
uitval door kale uien. De van nature aanwezige gevoeligheid van de selekties voor
deze vorm van uitval wordt aangeduid met de mate van huidvastheid.
Vooral voor bewaaruien is de eigenschap huidvastheid belangrijk, omdat de ene
selektie in de loop van het bewaarseizoen veel eerder kale uien geeft dan de an
dere. Voor die gevallen waarin men wil speculeren met bewaaruien, is het nodig
rassen te kiezen, die ook najange bewaring nog een goede huidvastheid hebben.
AM de praktijk regelmatig te voorzien van de noodzakelijke informatie voor de
rassenkeuze, worden jaarlijks vergelijkende rassenproeven (praktijkproe
ven) uitgevoerd. Dit onderzoek wordt ook wel aangeduid als gebruikswaarde-on
derzoek. De beste selecties uit dit onderzoek worden aanbevolen voor praktijkge-
bruik. De laatste jaren kon door uitbreiding van dit onderzoek ook steeds meer
het tijdstip van aflevering in de aanbeveling worden betrokken.
Er zijn zodoende drie groepen in het aanbevolen sortiment ontstaan, t.w. selek
ties voor vroege levering, selekties voor direkte levering en bewaring en selekties
voor zeer lange bewaring.
VROEGE UIEN
Vroege uien worden meestal in onrijpe toestand geoogst. Medio augustus be
draagt de opbrengst als regel 3040 ton per ha. Naarmate de oogst in een rijper
stadium plaatsvindt, neemt de uitval door kale uien toe. De beter huidvaste selek
ties hebben hierdoor uiteraard de voorkeur. In de volgende tabel is een overzicht
gegeven van de resultaten van de thans aanbevolen selekties voor vroege leve
ring.
Aanbevolen vroegrijpe rassen
Rassen en selekties
O)
*-»
r
60
8
Augusta
Adina
Vroege Dirkslander
Cepria
B.V. De Groot en Slot, Heerhugowaard
en Jac. Jong B.V., NoordsScharwoude
8.5
99
9
Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel
D. J. v. d. Have B.V., Kapelle
8
103
8.5
Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel
D. J. v. d. Have B.V., Kapelle
8.5
105
7.5
Fa. Gebr. De Jongh, Goes
8
96
8
Vroegrijpheid: Bij vroegrijpheid is een hoger cijfer gegeven, naarmate de selek
tie vroeger is. Eén punt verschil komt overeen met één week verschil in plukrijp-
heid.
Produktiviteit (rijp geoogst)690 kg/are 100.
Huidvastheid (rijp geoogst)Een hoger cijfer duidt op een gunstige waardering
van de huidvastheid. De hier vermelde cijfers zijn afgeleid van het percentage
kale uien na machinale verwerking kort na de oogst. 3 21.6 kale uien of
meer; 9 minder dan 5 kale uien.
RASSEN VOOR DIREKTE LEVERING EN BEWARING
IN de tabel zijn de resultaten vermeld van de thans aanbevolen selekties voor
direkte afzet en bewaring. Voor vroegrijpheid en produktiviteit zijn de meest
recente gegevens opgenomen, d.w.z. een gemiddelde over de jaren 19721975.
Voor het percentage gezonde uien na bewaring en voor de huidvastheid in eind
februari is een gemiddelde over de periode 19711974 vermeld.
Een nieuw gegeven voor de rassenkeuze is opgenomen in de vorm van een
aanbeveling voor de zeer lange bewaring. Deze aanbeveling is gedaan op grond
van de resultaten van het in 1974 begonnen onderzoek naar de huidvastheid in
eind april. Hiervoor is uitgegaan van uien, die na de toepassing van een anti-
spruitmiddel in een luchtgekoeide bewaarplaats zijn bewaard.
Voor de zeer lange bewaring zijn die selekties aanbevolen, die in eind april van
de jaren 1974 en 1975 (oogst 1973 en 1974) gemiddeld 8 kale uien of minder ga
ven.
Aanbevolen rassen en selekties voor direkte afzet en bewaring
Rassen en selekties
a
c
.3
<D
'S
a>
3
a>
60
2PÏ
B
•c
60
li
S
1
Oi
5 c
I'S
O I
*1
it
JZ <u
+3 bfl
II
Rijnsburger
Balstora
N.V. C. Beemsterboer, Warmenhuizen
6.5
102
93.5
9
Robusta
N.V. C. Beemsterboer, Warmenhuizen
6.5
103
93.1
8
sel. Wabeke
Cebeoo Handelsraad, Rotterdam
6
105
92.5
8
Mabol
Enza Zaden B.V., Enkhuizen
6
109
91.8
8
Barko
B.V. De Groot en Slot, Heerhugowaard
en Jac. Jong B.V., Noord-Scharwoude
6
107
92.6
8
Waldo
Holland Select B.V.( Andijk en
B.V. Wed. P. de Jongh, Goes
6
109
93.2
7.5
Enormus
Fa. Gebr. De Jongh, Goes
6
113
91.6
7
Sublima 2)
Fa. Gebr. De Jongh, Goes
7.5
95
Freduro
Fa. C. L. Onderdelinden, Hoofddorp
6.5
79
91.9
9
Sel o
Fa. C. L. Onderdelinden, Hoofddorp
6.5
98
92.5
7.5
Produskin
B.V. D. v. d. Ploeg's Elite Zaden,
Barendrecht
6.5
102
92.5
8
Rivato
Royal Sluis B.V., Enkhuizen
7
96
92.4
8.5
Jumbo
Kon. Zaadteelt en Zaadhandel
Sluis en Groot, Enkhuizen
6.5
103
93.7
9
Wijbo
Kon. Zaadteelt en Zaadhandel
Sluis en Groot, Enkhuizen
6.5
104
92.6
8
Hybriden
Hydiuro
B.V. De Groot en Slot, Heerhugowaard
en Jac. Jong B.V., Noord-Scharwoude
6
99
«93.5
9
Hygro
B.V. De Groot en Slot, Heerhugowaard
en Jac. Jong B.V., Noord-Scharwoude
6.5
111
93.0
7
Hyprodo
B.V. De Groot en Slot, Heerhugowaard
en Jac. Jong B.V., Noord-Scharwoude
6.5
107
93.8
7
Excellent
Fa. Gebr. De Jongh, Goes
6.5
107
92.3
6.5
Wolska
Dura
Holland Select B.V., Andijk en
B.V. Wed. P. de Jongh, Goes
6.5
89
92.3
8.5
Produre
B.V. D. v. d. Ploeg's Elite Zaden,
Barendrecht
7
79
93.0
8.5
J) Voorgestelde naam: Wabasto.
2) Sublima - middenvroeg ras; bij voorkeur aanbevolen voor levering dfirekt na de
oogst.
Vroegrijpheid: Bij vroegrijpheid is een hoger cqfer gegeven, naarmate de se
lektie vroeger is. één punt verschil komt overeen met één week verschil in pluk-
rijpheid.
Produktiviteit (rijp geoogst): 755 kg/are 100.
Huidvastheid: Een hoger cijfer duidt op een gunstige waardering van de huid
vastheid. De hier vermelde cijfers zijn afgeleid van het percentage kale uien na
machinale verwerking in eind februari. 3 21.6 kale uien of meer; 9 minder
dan 5 kale uien.
Geschiktheid voor zeer lange bewaring: Rassen en selekties met eenteken
worden op grond van hun goede huidvastheid in eind april aanbevolen voor de
zeer lange bewaring.