Rijksstudietoelagen KORTE WENKEN 24 (Vervolg van pagina 22.) Bijdrage van de ouders afhankelijk van inkomen, vermo gen en gezinssituatie (aantal kinderen, leeftijd, al of niet studeren, bijzondere omstandigheden in het gezin). Eigen middelen van de aanvrager op grond van inkomen en/of vermogen. Rijksstudietoelage Bij de berekening gaat men ervan uit dat de ouders bij dragen, hetgeen redelijkerwijs van hen verwacht mag worden. Indien daarna een deel niet gedekt is en hierin ook niet voorziien wordt door eigen middelen van de aan vrager, dan wordt voor het resterende bedrag een toe lage toegekend. Voor gehuwde studenten gelden afwij kende regels. Voor degenen, die studeren aan universiteit of hoge school of een opleiding volgen aan een school voor hoger beroepsonderwijs is de Rijksstudietoelagenregeling van belang. Aan studenten W.O. {wetenschappelijk onder wijs) en H.B.O. studenten (hoger beroepsonderwijs) die uitwonend zijn kan max. 7.490,(studiejaar 1975- 1976) worden toegekend. Voor thuiswonende studenten bedraagt de maximale toelage 5.120,eventueel aan gevuld met reiskostenvergoediing. Dit maximale bedrag wordt verhoogd met hetzelfde bedrag als het inschrijf geld. Het bedrag voor collegegeld, dat door middel van een schuldbekentenis is voldaan, wordt aan het eind van het studiejaar opgenomen in de toelage. In de regel wor den „gemengde toelagen" uitgekeerd. Hiervan wordt altijd een bepaald bodembedrag als renteloos voorschot verstrekt, te weten 1.200,voor studenten W-O. en 1.100,voor H.B.O. studenten. Het resterende gedeel te van de toelage wordt verstrekt in de verhouding 70 beurs en 30 renteloos voorschot. VASTSTELLING OUDERLIJKE BIJDRAGE JTEN belangrijke faktor in de bere' :ening is het belast baar inkomen. Voer het studiejaar 1976/1977 is het belastbaar inkomen over 1975 uitgangspunt. Als er sprake is van belangrijke wijzigingen van langere duur in het in komen, dan kan daarmee rekening worden gehouden. De mogelijke ouderlijke bijdrage wordt berekend door een vast percentage (43 te nemen van het „meer inkomen". Dit is het belastbaar inkomen na aftrek van bepaalde genor meerde bedragen. Bij het belastbaar inkomen wordt opge teld een bijdrage uit vermogen. De regeling is als volgt: Een bijdrage uit vermogen wordt mogelijk geacht: a) bij een bedrijfsvermogen van de ouders indien dit gro ter is dan 100.000, b) bij een ander vermogen van de ouders indien dit groter is dan 50.000, De mogelijk geachte bijdrage bedraagt: 1. Indien het inkomen van de ouders ƒ26.600,of meer bedraagt, 5 van hetgeen waarmee het vermogen de be dragen onder a en b overtreft. 2. Indien het inkomen van de ouders 17.700,tot 26.600,bedraagt, 3% van hetgeen waarmee het ver mogen de bedragen genoemd onder a en b overtreft. 3. Indien het inkomen minder dan 17.700,bedraagt, 2 van hetgeen waarmee het vermogen de bedragen ge noemd onder a en b overtreft. Op het belastbaar inkomen wordt in mindering gebracht: 1. de „bijdrage-vrije voet". Deze is vastgesteld op 15.050,Beneden dit inkomen is de ouderlijke bijdra ge steeds nul. 2. de inkomensaftrek voor de kosten van levensonderhoud van andere kinderen in het gezin. Per fiscaal kind is deze inkomensaftrek genormeerd op 2.090,Voor kindieren van 12 tot en met 15 jaar, die fiscaal enkel tellen, geldt een extra inkomensaftrek van 2.090, De ouderlijke bijdrage is dan 43 van het resterende be drag meer inkomen). Schematisch weergegeven ziet de berekening voor de ouderlijke bijdrage er als volgt udt: Belastbaar inkomen 1975 Bijdrage uit vermogen Af: Bijdrage vrije voet 15.050,— Inkomensaftrek voor andere kinderen Meer inkomen De ouderlijke bijdrage is 43 van het meer inkomen. FISCALE- EN KINDERBIJSLAGCONSEQUENTIES Bij de berekening van de rijksstud'ietoelage wordt geen rekening gehouden met de kinderbijslag en -aftrek. In de praktijk kan echter de toegekende rijksstudietoelage wel de aanspraken op kinderbijslag en -aftrek beïnvloeden. De mate waarin de ouders immers zelf bijdragen in de kosten van studie en levensonderhoud is bepalend voor het aantal malen dat kinderbijslag en -aftrek wordt genoten. Van de studie toelage wordt steeds een gedeelte als renteloos voorschot verstrekt, terwijl kinderbijslag en -aftrek steeds geheel gift vorige week hebben wij het onderwerp „het recht van opstal" afgesloten. Aan de beurt is nu het erfpachtsrecht.. Maar eerst even een terugblik op de vorige week gehouden excursies naar de hypotheekbe waarder. Zonder meer kan gesteld worden dat deze ex cursies een groot sukses zijn geworden. Niet in het minst door de spontane medewerking van de (kandidaat-) nota rissen en de heren Greie, Van Wouwe en Jansen de Jon ge. In het eerste gedeelte van de excursie gingen zij in op het begrip eigendom (met al zijn beperkingen) en op de raakvlakken tussen notariaat en kadaster. In het twee de deel van de excursie konden de deelnemers kennis nemen van de werkwijze van kadaster en hypotheekbe- waring. De uitleg en verklaring daar werd gegeven door de heren Mersie en Mandemaker. Al met al een leerzame excursie waar in feite het hele scala van zakelijke rech ten aan de orde werd gesteld. Ook hier bleek weer eens duidelijk dat deskundigheid niet gemist kan worden en de moraal van het hele verhaal bleek dan ook te zijn: „Twijfelt u, raadpleeg een deskundige!" Wij hopen dat door deze excursie de drempel tot de deskundige weer een beetje verlaagd is. pjET erfpachtrecht is het genotsrecht op het onroe rend goed van een ander dat het zwaarst drukt van alle zakelijke genotsrechten. De partijen bepalen de duur van het recht. De erfpachter moet periodiek een geldsom, de zgn. canon, betalen aan de blote eigenaren. Het erf pachtsrecht was reeds bekend in het Romeinse recht. Oorspronkelijk was het erfpachtsrecht een middel om de ontginning van woeste gronden te bevorderen. De grond eigenaar vroeg een zeer lage canon maar kreeg daarvoor na verloop van tijd cultuurgrond terug! Deze oorspronke lijke funktie speelt nu geen rol meer. Maar daar is wel een nieuwe funktie voor in de plaats gekomen: het erfpachts recht is nu een faktor geworden in de grondpolitiek van de overheid. Een voorbeeld daarvan is de gronduitgifte in de Zuiderzeepolders. De overheid blijft dus eigenaar van de grond en de boer heeft het volledige gebruik en genot. P RFPACHTSRECHT ontstaat zoals opstal ontstaat. Ook hier dus de overschrijving van een notariële akte op het hypotheekkantoor. Ook de verjaring kan hier van toepassing zijn. De canon is een noodzakelijke voor waarde voor het bestaan van het erfpachtsrecht. Zonder canon is geen erfpacht mogelijk. Minstens éénmaal per jaar moet er canon betaald worden en opeisbaar zijn. Langere termijnen zijn niet toegestaan. Het recht kan voor een bepaald aantal jaren, maar ook voor eeuwig gevestigd worden. Ook is het mogelijk de erfpacht tot wederopzegging te vestigen. Belangrijk is dat wanneer de tijd, waarvoor het recht gevestigd is, verstreken is er geen stilzwijgende vernieuwing plaats vindt: het recht loop dan door tot wederopzegging. Is b.v. het recht aan gegaan voor 30 jaar en deze termijn verstrijkt stilzwijgend dan begint er niet een nieuwe termijn van 30 jaar, maar kunnen de partijen anders overeenkomen (aldus de Hoge Raad HR 27 nov. 1953). Volgende keer: de inhoud van het erfpachtsrecht. OGGEL zijn. In bepiaalde gevallen kan het gunstig zijn om een lage re studietoelage te accepteren om daartegenover meer kin derbijslag en -aftrek te ontvangen. Daartoe dient men tijdig een verzoek tot herziening van de toelage in te dienen. Voof het bezien van de consequenties kunt u het beste overleg plegen met uw boekhoudbureau." HERZIENING EN BEROEP Er bestaat de mogelijkheid dat in die loop van het studie jaar wijzigingen optreden, die de berekening beïnvloeden. Dit is bijv. het gevaJ als de zoon of dochter van thulswonei kamerstudent wordt of omgekeerd, als er wijzigingen komen in de eigen verdiensten, huwelijk of gezinsuitbreiding. De wijzigingen die vóór 30 april 1975 worden doorgegeven aan de hoofdafdeling kunnen leiden tot een herziening van de toelage. Wijzigingen die na 30 april worden doorgegeven worden niet meer verwerkt. Indien er geen sprake is van wijzigingen in de omstandigheden en u toah van mening bent dat een verzoek voor een toelage ten onrechte is af gewezen of naar uw oordeel een te laag bedrag is toege kend dan kan een verzoek om herziening worden ingediend. Dit verzoek dient binnen 3 maanden na dagtekening van de bestreden beslissing te worden ingediend. Als naar uw oor deel niet of niet in voldoende mate aan uw bezwaren is te gemoetgekomen dan kan binnen 2 maanden na dagtekening van de beslissing op het verzoek om herziening een nadere herziening worden gevraagd. Een verzoek moet dan worden ingediend bij de Beroepscommissie Rijksstudïetoelagen, Adriaan van Ostadellaan 120 te Utrecht. TEGEMOETKOMING IN IDE STUDIEKOSTEN |TEN tegemoetkoming in de directe studiekosten kan wor den verleend voor leerlingen van het voortgezet on derwijs, met uitzondering van het hoger beroepsonderwijs. De voornaamste voorwaarden om voor een bijdrage in de studiekosten in aanmerking te komen zijn: De ouders kunnen de studiekosten niet of niet volledig betalen. Hiervoor worden normen gegeven. i De leerling moet de Nederlandse nationaliteit bezitten of daarmee gelijk gestéld zijn. Het onderwijs mioet worden gevolgd aan een dagschool, die valt onder de wet op het voortgezet onderwijs. De cursus moet een volledig schooljaar omvatten met tenminste 19 lesuren per week. Niet leerplichtige kinderen mogen maximaal eenmaal blijven zitten gedurende de niet leerplichtige periode. Daarboven mogen de leerlingen in de laatste klasse dou bleren ,met behoud van de tegemoetkoming in de stu diekosten. Voor leerplichtige leerlingen worden geen eisen gesteld aan de studiegesohiktheid. De bijdrage is bedoeld voor de directe studiekosten, zoals boeken en leermiddelen. Deze bijdrage bedraagt voor thuis wonende kinderen voor het schooljaar 1975/1976 300, of 150,--. Dit bedrag kan worden (verhoogd met een vergoeding voor de reiskosten, indien de woonplaats van de leerling een an dere is dan de plaats waar de school is gevestigd. De afstand van centrum tot centrum moet meer zijn dan 8 km. In dat geval wordt 27,per kilometer vergoed tot een maximum van 810,—. Voor kinderen, die in een internaat of op kamers wonen, kan een vergoeding worden gegeven voor de meerkosten van het uitwonend zijn (maximaal 2.380, Basis voor de berekening van de tegemoetkoming is de financiële draagkracht van de ouders. Deze wordt bepaald door het belastbaar inkomen van beide ouders over 1975 en het aantal kinderen (geen fiscale kinderen) dat op 31 de cember 1975 geheel ten laste van de ouders kwam. Een voorbeeld: Een gezin met 4 kinderen en een belast baar inkomen van 17.000,ontvangt een tegemoetkoming van 300,eventueel vermeerderd met de reiskosten. Bij een belastbaar inkomen van 19.000,ontvangt men in deze situatie geen bijdrage meer, maar eventueel nog wel een vergoeding van de reiskosten. VERLENGING UITVOERINGSDUUR PARTICULIERE CULTUURTECHNISCHE WERKEN Van de particuliere cultuurtechnische werken waarvoor een rijksbijdrage is toegezegd, is inmid dels de helft uitgevoerd of in uitvoering. De eerste toezeggingen zijn afgegeven eind januari 1975. Aan alle toezeggingen is o.a. de voorwaarde verbonden, dat de werkzaamheden dienen te zijn uitgevoerd binnen één jaar na datum van de toezegging. De aanvragers, die de werken nog niet hebben uitgevoerd, maar wel voornemens zijn dit te doen, dienen dit te doen overeenkomstig de gestelde voorwaarde. Indien dit niet mogelijk is, dient men voor het verstrijken van de termijn van één jaar een met redenen omkleed verzoek bij de H.I.D. voor de Landinrichting in te dienen tot onheffing van de ter mijn van één jaar. Te laat ingediende verzoeken zul len niet in behandeling worden genomen. AKKERBOUW C.A.R. - Zevenbergen MET MINIMAAL 3 BELANGSTELLENDEN kunt u al een aktiegroep vormen voor een vrijwillige kavelruil. U moet dan wel het nut inzien van grote doelmatige perce len met weinig sloten en vlak bij huis gelegen. Ook moet u uw doel niet uit het oog verliezen door kleinigheden als grondverschillen, al of niet aanwezige drainage, dam men enz. ALS ER ééN GEWAS IS dat te lijden heeft van zout- schade door kunstmest, dan zijn het de suikerbieten. Dit kunt u voorkomen door uw kunstmest reeds vroeg te strooienb.v. na een flinke nachtvorst. Komt er dus één kans, bemest dan eerst het bietenland. ALS U OP UW BEDRIJF een mestput maakt volgens voorschrift van de mestbank dan zijn er mogelijkheden om drijfmest tegen gereduceerde prijzen thuis te krijgen. U kunt de mest dan aanwenden wanneer u wilt en uw veeloos akkerbouwbedrijf profiteert van de gunstige wer king van de organische bemesting. WIE BLAUWMAANZAAD GAAT TELEN omdat de prijs gunstig is, zal al gauw het ras Marianne kiezen. Om voor dit ras de gewenste standdichtheid van 70 planten per m2 te behalen, is bij een goede struktuur 1 kg zaai zaad per ha nodig. Om 1 kg uit te zaaien heeft u een zeer goede zaaimachine nodig en zijn afdraaiproeven met de zaaimachine geen overbodige weelde. Kontroleer iedere pijp op de verzaaide hoeveelheid. DE NIEUWE HANDLEIDING voor de chemische be strijding van ziekten, plagen en onkruiden in landbouw gewassen is weer uit. Alle abonnees krijgen deze gids vol raadgevingen eerdaags thuis. Wilt u deze handleiding ook regelmatig ontvangen, geeft u dit dan door aan uw be drijf svoorlichter. De kosten zijn maar laag. VEEHOUDERIJ UIT ONDERZOEK IS GEBLEKEN dat snel melken de beste resultaten geeft, zowel voor de melkhoeveelheid als de uier gezondheid. Een korte voorbehandeling en snel aansluiten is noodzakelijk. Tijdig afnemen voorkomt blindmelken en beschadiging van het uierweefsel. KALVEREN, MAAR VOORAL DE PINKEN, worden op verschillende bedrijven stiefmoederlijk behandeld. Ze vragen een goede voeding en verzorging. Een vaars moet op 2-jarige leeftijd bij het afkalven voldoende gewicht hebben. Dit is alleen te bereiken door extra aandacht tij dens de opfok. BEPAALDE, WAT MINDER BEKENDE voedermidde len, kunnen besmet zijn met pesticiden of andere schade lijke stoffen. Wees daarom uiterst voorzichtig met derge lijke aankopen, omdat deze stoffen via de koe in de melk overgaan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 20