STUDIEDAG DE VRUCHTBAARHEID VAN DE BODEM 15 Invloed van de grondbewerking op bodemvruchtbaarheid in de Zeeuwe akkerbouw door Pro1-L"H- kuipebs De eisen die het moderne akkerbouw bedrijf aan de grond stelt Organische stikstofvoorziening en bekalking Georganiseerd door de federatie van verenigingen voor bedrijfsvoorlichting Schouwen-Duiveland, Tho- len en St. Philipsland, Noord-Beveland, Walcheren en Oost- en West Zuid-Beveland in samenwerking met het C.A.R. - Goes. op: VRIJDAG 30 JANUARI 1976 in DE VROONE te Kapelle. Te bereiken: komende vanaf „De Caisson" de derde straat rechts vanaf de spoorwegovergang ca. 5 minuten lopen vanaf het N.S.-station. Voldoende parkeergelegenheid. 9.30 uur: Zaal geopend. 10.0Q uur: Opening door de voorzitter van de Federatie de heer ing. H. Boogert. 10.20 uur: „De invloed van de grondbewerking op de bodemvruchtbaarheid in de Zeeuwse akkerbouw", door de heer prof. ir. H. Kuipers, hoogleraar aan de Landbouwhogeschool in de grondbewer king en de gronddynamica. 11.00 uur: Koffiepauze. 11.30 uur: „De eisen, die het moderne akkerbouwbedrijf aan de grond stelt", door de heer ing. Th. de Vries, medewerker van het Consulentschap voor Bodemaangelegenheden. 12.15 uur: Gezamenlijke koffietafel. 13.30 uur: „Organische stofvoorziening en bekalking", door de heer J. Kodde, specialist bodem en be mesting bij het C.A.R. te Goes. 14.15 uur: Theepauze. 14.45 uur: Forumdiscussie. Voorzitter: de heer ir. L. Th. J. M. de Wit, Consulent voor de Akkerbouw en de Rundveehou derij te Goes. Leden: de sprekers van deze dag. 16.00 uur: Sluiting. GEZAMENLIJKE LUNCH Bij uitstek de gelegenheid om nadere contacten te leg gen met de inleiders en de medewerkers van het Consulentschap, bestaande uit groente-tomatensoep naar keuze uitgebreide koffietafel fruit Prijs: 8,50 p.p. De bodemvruchtbaarheid is het vermogen van de grond om voedsel (of andere gewassen) voor de mens heid voort te brengen. In de moderne akkerbouw bete kent dit dat alle bodemeigenschappen die een beperking van de produktie opleveren als tekortkomingen van de bodemvruchtbaarheid gezien kunnen worden. De grondbewerking kan het produktievermogen van de grond gunstig beïnvloeden door de struktuur van de grond te verbeteren. Een goede bodemstruktuur bete kent dat er weinig kans is dat de ontwikkeling van het gewas door luchtgebrek of mechanische weerstand af geremd zal worden. Een goede struktuur betekent ook, dat de overige veldwerkzaamheden als kunstmeststrooi- en, zaaien, verzorgen en oogsten niet bemoeilijkt worden door de toestand van de grond, maar dat de struktuur meewerkt om een optimaal resultaat voor de produktie te bereiken. Behalve via de bodemstruktuur, beïnvloed de grond bewerking de rol van de grond in het produk- tieproces door invloed uit te oefenen op de onkruidbe zetting. De toename van de mogelijkheden om onkruiden vooral bij of na het inzaaien chemisch te bestrijden is geen goede argument om de mogelijkheden van een pre ventieve onkruidbesetrijding door grondbewerkings maatregelen niet te benutten. Zelfs lijkt de konklusie voorbarig dat de rol van oppervlakkige grondbewerkin gen ten aanzien van de onkruidbestrijding na de inzaqi zou zijn uitgespeeld- Tenslotte verlagen handige grondbewerkingsmetfnoden met effektieve weinig energievragende werktuigen de produktiekosten, waardoor in principe de produktiviteit van de grond toeneemt. Zelfs dit is dus een aspekt van de rol van de grondbewerking t.a.v. de bodemvrucht baarheid. Van de verschillende groepen grondbewerkingen wordt tenslotte nagegaan welke konkrete doelstellingen er aan te wijzen zijn en welke ontwikkelingen er in al gemene zin verwacht worden. door Ing. TH. de VRIES Het tegenwoordige akkerbouwbedrijf heeft te maken met hoge lonen en lage prijzen voor de produkten. Hier bij komt nog, dat de produkten die de landbouwer moet aankopen (energie en meststoffen) in prijs stijgen Om dit alles te kunnen opvangen moet de produktie per man groot zijn. Voor het grondgebonden bedrijf betekent dit dat het aantal ha per man groot moet zijn met gelijker tijd hoge opbrengsten per ha. Op het akker bouwbedrijf is dit alleen mogelijk door een sterke mechanisatie. De grond heeft door deze mechanisatie heel wat te verdu ren, terwijl er uiteindelijk ook nog een goed gewas op moet kunnen groeien. Om aan het bovenstaande te kunnen voldoen, moeten de volgende eisen aan de grond gesteld worden: de grond moet gemakkelijk bewerkbaar en verkrui- melbaar zijn; weinig slempgevoelig; een goede aktuele struktuur in het groeiseizoen (goe de water- en luchtverdeling); de grond moet vroeg in het voorjaar bewerkt kun nen worden en zowel in voorjaar als najaar voldoen de bewerkbare dagen bieden, en voor een hoge opbrengst moet de vochtvoorziening optimaal zijn. De bewerkbaarheid en slempgevoeHgheid worden in belangrijke mate bepaald door de zwaarte van de grond, het kalk- en organische stof gehalte. Verder speelt het vochtgehalte van de bouwvoor een belangrijk rol. Een goede aktuele struktuur wordt bepaald door de grondbewerking en de omstandigheden waarin de grond in het voorjaar wordt bewerkt. Gebeurt dit onder te natte omstandigheden, dan treedt verdichting en ver smering op, dat ten koste gaat van het luchtgehalte. Het vroeg bewerkbaar zijn en het aantal werkbare dagen worden bepaald door het vochtgehalte van de bouwvoor. Hierop hebben het klimaat en de ontwate ringsdiepte een grote invloed. Een optimale vochtvoorziening wordt bepaald door enerzijds de bewortelingsdiepte en bewortelingsintensi- teit, anderzijds door diepte van het grondwater. De factoren zwaarte en organische stofgehalte van de grond zijn moelijk te beïnvloeden. De belangrijkste faktor het vochtgehalte kan tot op zekere hoogte wel worden beïnvloed De diepte van de grondwater stand spee.t hier een belangrijke rol. Door middel van een grondverbetering kan op gronden met een ondiepe beworteling de bewortelingsdiepte worden vergroot. door J. KODDE, C.A.R.—-Goes Grondbewerking kan het produktievermogen van de grond gunstig beïnvloeden door de struktuur van de grond te verbeteren. Het gehalte aan organische stof is van grote betekenis voor het produktievermogen van de grond. Extra toevoer van organisch materiaal geeft gemiddeld hogere op brengsten. Daarnaast wordt door de gunstige invloed op eigenschappen als slempgevoeligheid en bewerkbaarheid de oogstzekerheid vergroot. De moderne landbouw stelt steeds hogere eisen aan de grond. Het organische stofgehalte zou dus eigenlijk moe ten stijgen. Dit laatste is in Zeeland niet het geval. In 1965/1966 had 42 van de onderzochte grondmonsters op de Zeeuwse eilanden een organische stofgehalte van 2 of lager, terwijl 23 een gehalte van 3 of hoger had. In 1971/1973 waren deze cijfers respectievelijk 46 en 17 Het niveau is dus weinig gewijzigd, eerder iets gedaald. Op veeloze akkerbouwbedrijven is de teelt van groen- bemestingsgewassen de voornaamste bron van extra or ganische stoftoevoer. Het blijvend effect van groenbe- mesters op het humusgehalte van de grond is vrij gering. Op korte termijn worden door struktuurverbetering en levering van voedingsstoffen de gewasopbrengsten ver hoogd. Het effect is het grootst voor de rooivruchten. De vlinderbloemigen geven gemiddeld meer opbrengstver- hoging dan de grassen. Enige vruchtwisseling in de groenbemesters is van belang. Inpassing in bouwplan en systeem van onkruidbestrijding vragen veel aandacht. De invloed van dierlijke organische mest op het op brengend vermogen van de grond is groter dan van groenbemesters. Sommige streken van Nederland hebben problemen met mestoverschotten. De diverse mestsoorten verschil len vrij sterk in samenstelling. Daarnaast spelen trans portafstanden, mogelijkheden van opslag en tijdstip van aanwending een rol. Meer uitwisseling en afspraken met mestproducerende bedrijven lijken mogelijk. In voorai de oudere polders moeten veel gronden re gelmatig bekalkt worden. De optimale kalktoestand is afhankelijk van de zwaarte van de grond, het organische stofgehalte en het bouwplan. Vooral schuimaarde is door de waarde van de nevenbestanddelen een goedkope mest stof.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 15