Nieuwe landbouwbedrijfsgebouwen in Zeeland II Machineringen 25 GEBOUWEN MET WANDEN VAN BAKSTEEN ALS HALFSTEENSMUUR Specialist boerderij bouw, J VAN NIEÜWENHUIZEN CAR. Goes Bedrijf P. de Winter te Lewedorp (Calandpolder) 20 x 40 meter (1971). Met bewaarplaats houten wanden ondergronds beluchting. Bedrijf R. E. Bujjsse te IJzendijke 20 x 30 meter Cl971). Met bewaarplaats houten wanden onder grondse beluchting spanten van beton. Bedrijf J. Goense te Ovezande 13 x 36 meter (1973) en 16 x 36 (1975). Met bewaarplaats wanden van holle bouwstenen ondergrondse beluchting. Bedrijf D. G. de Kater te Wissenkerke 24 x 31 me ter (1974) Met 2 bewaarplaatsen gelijmde hou ten spanten. Bedrijf P. de Winter te Wissenkerke 20 x 40 meter (1974). Met 2 bewaarplaatsen wanden van holle bouwstenen. Ondergrondse beluchting. Bedrijf A. J. Claessens te Kwadendamme 17 x 30 meter (1974). Met bewaarplaats wanden van gas- betonstenen bovengrondse beluchting. Bedri# H. de Kater te Wissenkerke - van bakstenen. wanden halfsteens Bedrf A. Sinke te Kruin»ngen bakstenen. wanden van Poroton In het eerste artikel zijn de gebouwen behandeld met wanden van hout en van baksteen als spouwmuur. In dit artikel de gebouwen met wanden van bakstenen als half- steensmuur en van grotere rode bakstenen (poroton) De constructie van wanden van bakstenen als steens- muur is te duur en niet interessant. Veel goedkoper is de half steensmuur met de bekende rode of gele bak stenen. Een voordeel hiervan is, dat geen moeilijkheden zijn te verwachten met de afgifte van een bouwvergun ning. Een bezwaar blijft, dat deze wanden aan de bin nenzijde na regen vaak vochtig zijn. Bedrijf J. Manneke te Groede 18 x 25 metr (1974). Met bewaarplaats wanden van gasbetonstenen bovengrondse beluchting. Bedrijf K. Geluk te Tholen 14 x 25 meter (1975). In vrijwel al deze gebouwen zijn stalen spanten toege past Tussen deze spanten is dan de halfsteenswand ge metseld ter dikte van 11 cm, zodat de spanten buiten zicht blijven. Het is echter ook mogelijk om de half steenswand naast de spanten te plaatsen, maar dat bouwt wel duurder (beter de stenen tussen de spanten). In de meeste gebouwen is een gedeelte bestemd als bewaar plaats met drukvaste wanden van hout of gewapende holle bouwstenen of gewapende gasbetonstenen. De spanten moeten hierop wel berekend zijn; evenals de fundering en vloer. Naast de gewone bakstenen zijn er de laatste jaren ook een aantal gebouwen geplaatst met wanden van een gro ter formaat rode bakstenen (Poroton). Deze stenen zijn er in verschillende afmetingen. De meest toegepaste ste nen zijn 29 cm lang, 14 cm hoog en o.a. 14 en 19 cm dik. Toepassing van deze stenen is vooral interessant, wan neer bijvoorbeeld geen witte gasbetonstenen of grijze be tonstenen of golfplaten mogen worden toegepast. Het is gewenst om een goede kwaliteit te bestellen. De stenen isoleren beter dan de bekende bakstenen en het bouwt goedkoper! Bedrijf A. Aarnoutse te Koudekerke 16 x 28 meter (1972). Met aangebouwde dubbelrijige grupstal voor melkvee met drijfmestsysteem. Wed. Bruynzeel te Kats 15 x 30 meter (1973) en Be drijf A. Noë te Waterlandkerkje 20 x 25 meter 1973) met vleesveestal met roostervloeren. Bedrijf A. Vos te Veere 24 x 30 meter (1973) en Be drijf J. van 't Leven te Driewegen 15 x 22 meter (1973), beide met ligboxenstal voor melkvee. Bedrijf P. de Visser te Biggekerke 12 x 28 meter (1974). Met bewaarplaats ondergrondse beluchting. Bedrijf P. J. Provoost te Nieuwvliet 20 x 30 meter (•1974). Met bewaarplaats wanden van gasbetonste nen bovengrondse beluchting. Bedrijf C. Cornelissens te Vogelwaarde 15 x 42 me ter (1974). Met bewaarplaats wanden van gasbeton stenen bovengrondse beluchting- Bedrijf M. Moerdijk te Waarde 12 x 20 meter (1975) Dubbelrijige grupstal voor melkvee met rondgaande ket ting voor mestafvoer. Bedrijf A. Sinke te Kruiningen 16 x 20 meter (1975) Met aangebouwde dubbelrijige grupstal voor melkvee (12 x 24 meter) met drijfmestsysteem en nieuwe woning. Bedrijf A. Gideonse te Serooskerke (W) 18 x 19 me ter (1976). Met aangebouwde dubbelrijige grupstal (12 x 17% meter). In al deze gebouwen zijn stalen spanten toegepast en zijn de bakstenen tussen de spanten gemetseld. De span ten blijven aan de buitenzijde zichtbaar. Aan de binnen zijde, dus naast de Porotonstenen, komen voor een be waarplaats dan de drukvaste en geïsoleerde wanden van '.-.out of gewapende holle bouwstenen of gewapende gasbetonstenen. Ook hier moeten de spanten weer be rekend zijn op de druk van de aardappelen en of uien. Inleiding Ing. L Nieuwenhuijse Consulentschap voor Werktuigen en Arbeid te Wageningen. delend optreden bij de onderlinge uitwisseling van ar beid. Hieronder zijn vier machineringen en vijf bedrijfs- verzorgingsdiensten. De kosten van een dergelijke in stelling variëren van 10 tot 125 als entreegeld. Ge middeld is dit 50. De contributie varieert eveneens. Dit van ƒ0 tot 150 en gemiddeld 100. Bij het werken bij collega's wordt 6% afsluitprovisie gerekend. In enkele gevallen be- JJR is veel veranderd in honderd jaar: in 1875 waren er op een bedrijf van 75 gemeten 6 paarden, 6 paarde- knechts en de boer werkte niet mee. In 1950 waren er op hetzelfde bedrijf nog 3 medewerkers. Nu wordt gesteld dat de boer alleen op zijn bedrijf nog tijd over heeft die hij buiten het bedrijf rendabel moet ma ken. Er zijn slechts weinig werktuigen die hij rendabel kan aanwenden. De prijsstijging voor werktuigen was het afgelopen jaar 7,5 Er is een duidelyke tendenz zichtbaar naar het op meer dere bedrijven inzetten van de machines door loonwer kers, coöperaties en samenwerkingsverbanden. Het doel ervan is beperking van de produktiekosten. De rentabili teit wordt verhoogd door de mobiliteit van werktuigen en arbeid. PEN machinering is een vorm van georganiseerde bu- renhnlp In de praktijk is er veel bereidheid tot onderlinge hulp. Enkele werkzaamheden uitgezonderd. Zo is er onder akkerbouwers weinig bereidheid om bij veehouders te gaan melken. Er zijn in Nederland nu negen instellingen die bemid- Op een akkerbouwbedrijf wordt zeer veel tijd besteed aan het transport. taalt de „geholpene" 106, in de meeste gevallen wordt 100% van het tarief betaald en ontvangt de „helper" 94%. Bij de machinering Flevopolder wordt per arbeids dag voor arbeid 1 in rekening gebracf.it. Bij over en weer samenwerken moeten een aantal punten vooraf goed worden nagegaan. Ze liggen vooral op het vlak van verzekeringen en aansprakelijkheid. Het over een weer werken van werknemers is over het al gemeen wel gedekt door de verzekeringen. Anders ligt het bij de vrijwillige arbeidsongeschikheidsverzekering. Hier kan aansprakelijkheid zijn uitgesloten bij werken in loondienst- Ook voor de bedrijfs-W.A. en brandverze kering geldt dat risico's die ontstaan door op ander mans bedrijven te werken, worden gedekt. Er zijn en kele bedrijfsverzorgingsdiensten waar zelfstandigen, als zij werk bij derden verrichten, op de loonlijst worden geplaatst en als zodanig zijn verzekerd. Het tarief voor een manuur varieerde van vereniging tot vereniging in 1975 van 11 tot 18,50. IYE leden van dergelijke verenigingen verwachten een duidelijke behartiging van hun belangen. Zowel de kosten van de vereniging als de opbrengst van het werk spelen in dezen een rol. Een machinering zal voor de individuele bedrijven het meeste effect kunnen hebben, als de betrokken boeren met voldoende kennis en voldoende kostenbesef faun besluiten nemen, o.a. wat betreft tarieven. 'Overleg over de te verwachten vraag en aanbod wil hij iets kunnen plannen. Zolang hiervan geen sprake is, kan de machine niet aan zijn doei beantwoorden. Het doel is een rendabeler inzet van arbeid en machines. Het belang van de individuele leden is in dezen primair, het belang van de vereniging secundair. PER oktober 1975 telden de gezamenlijke machinerin gen in Nederland 1778 leden, waaronder 32 loon werkers. De omzet was ongeveer 1.500.000 waarvan 500.000 voor arbeidesuitwisseling. Honderd jaar geleden hadden de boeren geen machi nering nodig voor arbeidsbemiddeling. Elke boer had voldoende personeel. Nu werkt hij alleen op zijn eigen bedrijf en ziet weinig mogelijkheden meer. Straks werkt hij misschien ook bij collega's. Er is veel veranderd in honderd jaar. De k ok terugzetten is onmogelijk. Het gaat erom, dat de boer van nu de mogelij kï. eden aftast om nu en in de komende periode een inkomen voor .zich en zijn gezin te verwerven. deze zullen minder op de individuele bedrijven passen. Bij de aanvoer van tiet pootgoed ligt ook een stuk „werkgelegenheid". Bij de verzorging zijn schoffelmachine, aanaarder en spuitmachine als individuele machines voorhanden. Bij een spuit moet wel worden aangetekend, dat een stuk vakbekwaamheid nodig is om er goed mee te kunnen werken. Voor de oogstmachines is er zeer weinig perspectief op het afzonderlijke bedrijf. De meeste tijd op een ak kerbouwbedrijf wordt besteed aan transport- Een kipwa gen is nog steeds een relatief goedkoop werktuig. Op het bedrijf is er plaats voor één transportcombinatie. Als meer wagens nodig zijn wat in de oogst vrijwel steeds het geval is kan dit worden opgelost door met collega's samen te werken. Als regel moet men niet pro paren fret transport ook maar aan de loonwerker uit te besteden. De bietenrooicombinaties, die op verschillen de plaatsen zyn opgericht, zijn er voorbeelden van hoe door onderlinge samenwerking en rooien door de loon werker op een efficiënte manier kan worden geoogst. De arbeidsbehoefte over een jaar verdeeld geeft top pen en dalen te zien. In het voorjaar en tijdens de oogst zijn er pieken, die op de één of andere manier moeten worden opgevangen. In de winter is er met name een dal. Als men zich afvraagt of dit niet kan worden op gevuld door produktief werk, komen de mogelijkheid van sorteren van aardappelen of de verwerking van even tueel zelf bewaard graan naar voren. Uiteraard zijn daar nog de algemene werkzaamheden, zoals onderhoud sloten, drainage, erven, etc. en uiteraard ook van de ma chines. Bij studies op 50 ha bedrijven kwam men op 30 m. u per ha per jaar voor aigemene werkzaamfaeden. GERINGE MOGELIJKHEDEN OM ZUN ARBEID EL DERS TE BESTEDEN besteding van de arbeid op het eigen bedrijf is van belang. Men dient voorzichtig te zijn met het afsto ten van arbeid. Overigens heeft het ook geen zin werk te zoeken bijvoorbeeld door in het voorjaar in de bie ten meer handwerk te verrichten Pas als dit handwerk ten opzichte van eindafstand een tastbaar resultaat heeft in de opbrengst per ha, wordt het interessant. Onnodig handwerk en werk verscfaaffen zijn in strijd met het principe, dat vervangen van dure arbeid door machines veelal voordelig is. Het werken met machines met een kleinere capaciteit geeft wel meer werk, doch betekent geen voordeel, als niet een kwaliteitsaspect meespeelt, waardoor beter of meer wordt geoogst. De besteding van arbeid buiten het eigen bedrijf is een mogelijkheid, als op het bedrijf geen mogelijkhe den aanwezig zijn. Bij de in totaal toegerekende uren zien we een arbeids- overschot. In de periodes varieert dit van een piek in de oogsttijd tot een dal in de rustige tijd. Als in een periode dat men arbeid over heeft, ge.dt dat collega's ook niet veel behoefte aan een man extra hebben. De drukke pe rioden vallen voor de bedrijven en ook de loonbedrijven vrijwel samen. Misscfaien dat een groter bedrijf langer een piek heeft dan een kleiner. Samenwerken bij meerpersoonswerk, zoals bijvoorbeeld in de stroo-oogst, helpt alleen qua ar beidsorganisatie, niet als werkgelegenheid. Om arbeid buiten het bedrijf in te zetten zal moeten worden gezocht naar anderssoortige bedrijven, bijvoor beeld bloembollen- of weidebedrijven. Bij de laatste kan men helpen bij.de ruwvoeroogst en het mesl-uitrijden (hoewel misschien de stank heeft doen besluiten om ak kerbouwer te worden). In de winter zou aan een sor- teerinrichting kunnen worden, gedacht. Een laatste mogelijkheid is arbeid buiten de landbouw besteden. Vee al kan dit niet slechts worden beperkt tot de overschotperioden. Dan betekent het, dat '-.et bedrijf concessies moet' doen en ontstaat „Part-time Farming", zoals dit in de Duitse industriegebieden al veel voorkomt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 33