REIM BLUFT Snijmais kan veel drijfmest verdragen, maar. Korte onderzoekduur ruwvoeders 10 f PROEFSTATION VOOR DE RUNDVEEHOUDERIJ Meer en meer wordt het de gewoonte mestoverschot ten te dumpen op land dat bestemd is voor de teelt van snijmais. Om de konsekwenties hiervan voor gewas en bodem na te gaan zijn door het PR, samen met het Proefstation voor de Akkerbouw en het Consulentschap in Algemene Dienst voor Bödemaangelegenheden in de landbouw op zandgrond (Heina en Maarheeze) en klei grond (Bruchem) proeven aangelegd. Nagegaan werd daarbij welke invloed giften van 50, 100, 150, 200, 250 en 300 ton per ha hebben op de opbrengst, chemische sa menstelling en voederwaar de van snijmais en op de verontreiniging van bodem en oppervlaktewater. De drijfmest werd in 1, 2 of 3 keer verstrekt in giften van 50 ton (voorjaar), 100 ton (winter) en 50 tot 150 ton (herfst). In FR-rapport Nr. 38: „Grote giften drijfmest op snijmais", een verslag van proefvelden in de periode 19721974 door Ing. W. Willemsen, worden de resul taten van deze proeven beschreven. Het rapport kost 5 en kan besteld worden door storting van 5 op giro 2807421 van het Proefstation voor de Rundveehouderij te Lelystad. OP ZANDGROND HOGE OPGRENGST BIJ 200—300 TON DRIJFMEST De grote giften drijfmest hebben in het algemeen geen nadelige invloed gehad op de groei en opbrengst van snijmais. De droge-stofopbrengst op regionaal on derzoekcentrum Heino was het hoogst bij 200 ton drijf mest per ha. Op regionaal onderzoekcentrum Cranen- donck te Maarheeze werd de hoogste opbrengst bereikt bij 250 en 300 ton per ha. Op regionaal onderzoekcen trum De Vlierd te Bruchem werd de hoogste ds-op- brengst bereikt bij 100 ton drijfmest per ha. De zetmeelwaarde van de snijmais lag meestal op een normaal niveau en was weinig afhankelijk van de hoe veelheid drijfmest. Het voedernorm-ruw eiwitgehalte was wat hoger dan normaal het geval is en stijgt soms naar mate de hoeveelheid drijfmest hoger is. Advertentie IM MINERALE SAMENSTELLING MAIS NIET VERONRUSTEND Het kaligehalte van de snijmais nam toe naarmate meer drijfmest was gegeven; bij het fosfaatgehalte ge beurd e* dit in mindere mate. Het kaligehalte was voor snijmais aan de lage kant. Dit was ook het geval met het kopergehalte op het ROC Heino te Heino. De mi nerale samenstelling van de snijmais was zodanig dat het in geen enkel opzicht verontrustend was in verband met de gezondheidstoestand van het vee. RISICO'S VOOR GROND EN WATER Hoge giften drijfmest gaven in de grond een verrij king van kali, fosfaat en stikstof. Bij fosfaat beperkte zich dit alleen tot de bouw voor, terwijl er een verrij king van kali en stikstof plaats vond in alle onder zochte lagen onder de bouwvoor. Het onderzoek is nog van te korte duur om nu reeds al e konsekwenties op lange termijn te kunnen overzien. Het is niet uitgesloten dat verontreiniging van de bo dem en het oppervlaktewater een probleem kan worden. Het onderzoek wordt voortgezet. Uit dien hoofde zal het advies van 50 a 70 ton rund- veedrijfmest per ha op snijmais voorlopig gehandhaafd blijven. Voor drijfmest van varkens ligt dit bij 40 a 50 ton per ha. BEDRJJFSLAB. GROND- EN GEWAS-ONDERZOEK OOSTERBEEK De grote piek in de inzending van ruwvoedermonsters voor onderzoek op de voederwaarde is thans weer voor bij. De huidige inzending van igewasmonsters ligt bene den de capaciteit van het laboratorium en dit betekent dat de monsters onmiddellijk in onderzoek kunnen wor den genomen. Ongeveer twee weken na het nemen van het monsters kunt u het resultaat ervan terug ver wachten. HOGE INZENDING De belangstelling voor het ruwvoederonderzoek was dit jaar zeer groot te noemen, want omstreeks de jaar wisseling waren al 25000 gewasmonsters ontvangen. Dit aantal ligt hoger dan de aanvankelijke verwachting, om dat als gevolg van de grote droogte op de lichtere gronden in de zomermaanden weinig of geen wintervoer kon worden geoogst; op diverse bedrijven moest men noodgedwongen de schaarse wintervoorraad reeds aan spreken. De oogst van de snijmais viel achteraf in de meeste geval.en nogal mee en vooral uit de maissector zijn dit seizoen veel monsters ontvangen. De voerwaarde ligt dit jaar gemiddeld over de gehele linie iets hoger dan vorig jaar, waarbij de betere zet meelwaarde van het ventilatiehooi 40 g zw per kg ds) duidelijk opvalt. Dit is dus duidelijk een meevaller. RUWVOEDERVOORRADEN STERK WISSELEND Uit de resultaten van de Centrale Voederplan- en Rantsoenberekening bij het Bedrijf slaboratorium te Oos terbeek komen grote verschillen naar voren ten aanzien van de voorraden ruwvoer op de circa 1300 deelnemende bedrijven. In de veen- en kleiweidegebieden, waar in het algemeen weinig of geen mais voorhanden is, is de voorraad gemiddeld aan de krappe kant; in de zandge bieden wisselt de voorraad vrij sterk. Er zijn bedrijven met veel snijmaiskuil die een ruwvoedervoorraad heb ben voor zelfs twee stalseizoenen, terwijl andere bedrij ven kampen met een krappe voorraad. Deze problema tiek zou 'best aanleiding kunnen zijn tot een opgewekte handel in ruwvoer. Bij handel in hooi komt men vaak een prijs per ton overeen; de handel in kuil is moeilij ker. Men zou hierbij een prijs per kg droge stof, of per kg zetmeelwaarde kunnen overeen komen. In het afge lopen seizoen zijn een 400-tal partijen mais van eigenaar verwisseld volgens bovengenoemd prijssysteem waarbij op basis van partijberekening en ruwvoederonderzoek de hoeveelheid zetmeelwaarde van de maiskuii wordt vastgesteld. Op deze wijze komt geen van de partijen voor verrassingen staan. De assistent van het Bedrijfs- laboratorium te Oosterbeek geeft desgewenst gaarne na dere inlichtingen. STUDIEDAG BEDRIJFSOPVOLGING De Kring Schouwe rv Duivel and der ZLM, de Bond van Plattelandsvrouw en P.J.Z. organiseren op vrijdag 16 januari een Agrarische studiedag oven Bedrijfsopvolging, in Huis van Nassau, Lg. Nobel straat 2, Zierikzee, aanvang 10.00 uur tot ca. 15.30 uur met een gezamenlijke lunch om 12.30 uur. Sprekers op deze studiedag zijn: Prof. mr. W. M. Kleyn over: „Erfrecht en Huwelijksgoederenrecht". Ing. J. Mar- kusse oven „Regelingen bij de opvolging" en P. Flikweert te Nieuwerkerk: „Jonge agrariër over zijn bedrijfsoverna me". Na de middag: Forum. Belangstellenden zijn van harte welkom. VEEHOUDERIJAVOND THOLEN-ST. PHILIPSLAND In samenwerking met de veehouderijcommissie Ver. Be drijfsvoorlichting, de ZLM Kring Tholen-St. Philipsland, or ganiseert het C.A.R. Goes op dinsdag 13 januari in café Tol rust te Poortvliet een veehouderijavond oven „Door betere voeding en voederwinning naar meer melk en beter vlees". Aanvang 19.30 uur. Sprekers op deze avond zijn: Ing. H. van Dijk, medewerker Proefstation Rundvee te Lelystad, over „Door beter gras landgebruik en betere voeding naar hogere produktie" en drs. J. J. Pekelder, dierenarts bij de Gezondheidsdienst voor Dieren te Goes, over „Ziekten bij rundvee die de melkpro- duktie kunnen verminderen". Woensdag 14 januari - C.A.R. Goes in samenwerking met de Vereniging van Bedrijfsvoorlichting Walcheren een voor lichtingsvergadering betreffende uienteelt in „De Brasserie" te Middelburg. Aanvang 19.30 uur. Spreker: de heer D. Hooghinstra, voorlichter van het SNUiF, over „De nieuwste ontwikkelingen bij die teelt van uien". Woensdag 14 januari - Vereniging voor Bedrijfsvoorlich ting in de IJsselmeerpolders. Een regionale ledenvergade ring in ,,'t Voorhuys" te Emmeloord, aanvang 10.00 uur. Sprekers: Ir. A. W. J. de Bruyn over: „Een kwart eeuw voorlichting en onderzoek in de IJsselmeerpolders. Hoe ver der?" en Drs. S. Cuperus van de Afd. Bedrijfssynthese van het P.A. over: „De financiering van het landbouwbedrijf". STUDIEDAG RUNDVEEHOUDERIJ Het C.A.R.-Goes organiseert op dinsdag 13 januari in „De Halle" te Axel een studiedag over de rundveehouderij met als algemeen thema: „Door betere voederwinning, fokkerij en gezondheidszorg naar hogere opbrengst van melk en vlees". Aanvang 's morgens 10.00 uur. Het programma voor deze dag luidt: 10.00 uur: Opening. 10.1010.40 uur: Rationele voederwinning en aanwenden voer ing. H. van Dijk, Proefstation voor Voederwinning en Conservering. 10.4011.00 uur: Pauze. 11.00—«11.30 uur: Doelbewuste selectie en fokkerij ing. I. Hamming, specialist fokkerij C.A.R. Goes. 11.3012.00 uur: Gezondheidszorg in de rundveehouderij drs. J. Pekelder, Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland te Goes. 12.0013.30 uur: Middagpauze. 13.30—'15.00 uur: Gelegeidieid tot stellen van vragen aan de inleiders voorzitter: R. C. C. de Bruyckere. 15.00 uur: Sluiting. ALGEMENE VERGADERING STICHTING „GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN IN ZEELAND" op donderdag 15 januari 1976 in de „Brasserie", Lange Delft 10 te Middelburg. Agenda: 10.00 uur: Opening door de voorzitter, de heer G. de Jager. 10.10 uur: Jaarrede door Dr. J. Tesink. Aan de orde komen o.a.: recente t.b.c. uitbraken, importen, mondi- en klauwzeerenting 1975/1976, een aantal ziekten, milieuhygiëne. 10.35 uur: IBR/IPV infecties („Amerikaanse griep") bij runderen door Drs. J- J'. Pekelder. 10.45 uur: Vergiftigingen bij pluimvee door Drs. O. J. H. De vos. 11.00 uur: Koffiepauze. 11.15 uur: Snuffelziekte bij varkens door Drs. J. J. Pekelder. 11.25 uur: Gelegenheid tot vragen stellen. Sluiting. STUDIEDAG VRUCHTBAARHEID VAN DE BODEM Op vrijdag 30 januari organiseren de Fed. van Ver. voor Bedrijfsvoorlichting Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint Philipsland, Noord-Beveland, Walcheren en Oost en West Zuid-Beveland in samenwerking met het C.A.R. te Goes een studiedag over de vruchtbaarheid van de bodem. Nadere bijzonderheden volgen! PAARDENFOKKERSAVOND De Vereniging tot Bevordering van de Warmbloedfokkerij in Zeeland, hcudt op donderdag 15 januari 1976 's avonds om half acht in de Prins van Oranje, Nieuwstraat te Goes een Fokkersavond. Het programma vermeldt een Inleiding van Dr. G. J. W. v. d. Mey van de Faculteit voor Dierengeneeskunde te Utrecht over „Beengebreken bij paarden in het algemeen en die aan de achterbenen in het bijzonder" terwijl Drs. J. Rem men van de Prov. Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord- Brabant spreekt over „De opfok en begeleiding van veulens". Forumdiscussie over de beide inleidingen. Bovendien kan tijdens de discussie van gedachten gewisseld worden over verschillende fokkerij aspecten. Anders dan in voorgaande jaren wordt deze fokkersavond voor heel Zeeland gehouden. I.v.m. de bezoekers uit Zeeuws- Vlaanderen zal strikt op tijd begonnen worden. Introducees zijn van harte welkom. HENGSTENKEURINGEN 1976 TREKPAARDEN - HAFLINGERS - HAFLO-ARABIEREN Door de Koninklijke Vereniging „Het Nederlandsche Trekpaard" worden, ingevolge de bepalingen der Paarden- wet, gedurende de maand januari 1976 de jaarlijkse verplich te Hengstenkeuringen voor Trekpaard - Haflo-Arabe - en Haflinger-hengsten gehouden. Evenals vorig jaar zijn deze weer gecombineerd tot 3 Centrale keuringen, n.l. in het Noorden - Oosten en Zuiden van het land, waarbij tevens de premiekeuringen worden gehouden. De keuring voor de Zuidelijke provincies Noord-Brabant, Zeeland en Limburg, Utrecht en Zuid-Holland vindt plaats op donderdag 15 januari a.s. in de bekende Brabanthallen te 's-Hertogenbosch; aanvang 10.00 uur (Haflo-Arabes en Hafliingers) en 13.00 uur Trekpaarden. OOIEVAAR-ONDERZOEKJE IN ZEELAND De heer B. J. Smulders, Goeman Burgesiusstraat 36 te V issingen die bezig is met een onderzoekje naar het voorkomen van de ooievaar als voormalige broedvogel in Zeeland deed ons ter plaatsing in ons blad hierover een uitvoerig artikel toekomen. In verband met de be schikbare plaatsruimte moeten we volstaan met het vol gende: Wellicht zijn er ouderen onder onze lezers, die over gegevens beschikken van vroeger betreffende het broeden van ooievaars in Zee'and; zo dit het geval is, wrirden zij verzocht kontakt op te nemen met de heer Smulders. Het blijkt n.l. dat bijv in de omgeving van Kruiningen op een schuur in 1891 een ooievaar een nest gebouwd heeft. In 1880 zou een ooievaars paar op de boerderij (Hoeve Dees) aan de Axelsestraat gebroed hebben. Op Walcheren zou op de boerderij van Simon de Pagter te Koudekerke de laatste ooievaars hebben gebroed. Uit deze andere verhalen, ten dele „van horen zeggen", blijkt dat de ooievaar ook in Zeeland broed vogel is geweest! En misschien zo af en toe nog is!!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1976 | | pagina 10