Doe meer
met
minder geld
Uit de Suiker Unie jaarvergadering
DINGEN VAN DE WEEK
TUINTIPS
m
(BEPLANTING EN SUBSIDIES;
il
Beveland b.v., C. J. NOUSE
UET aanbrengen van een beplanting op erven, Jangs
lanen en dijken, in recreatieobjecten, bij tweede wo
ningen e.d. is van tweeërlei betekenis.
Enerzijds gerieft degene die een beplanting aanbrengt
zichzelf, anderzijds kan zo'n beplanting belangnjk bijdragen
tot de schoonheid van het landschap. Omdat een fraai en
herbergzaam landschap de hele gemeenschap aangaat, sub
sidieert de overheid beplantingen die daartoe vanuit esthe
tisch of klimatologisch oogpunt bijdragen.
Door van die subsidie gebruik te maken kunnen nog veel
erven, recreatieobjecten, dijken, overhoeken enz., met ge
ringe'kosten van (wat meer) struiken en bomen voorzien
worden. Door dat meer te doen aan beplanting van erf en
hof, kan veelal een aardige subsidie verworven worden. Een
subsidie die het mogelijk maakt met soms minder kosten
meer te doen. Vandaar de misschien wat banaal klinkende
kop boven dit artikel.
DE WAARDE VAN EEN BEPLANTING
QE waarde van een beplanting laat zich moeilijk *n geld
uitdrukken. Niettemin staat buiten kijf dat een be
planting zowel in materieel als in immaterieel opzicht van
grote waarde is. Begrippen als luwte, menselijke schaal,
schoonheid, natuurbeleving, leefbaarheid, houtschaarste e.d.
duiden op die waarde. Ze worden sterk bepaald door het zijn
of niet zijn van beplanting.
Concreter: Bomen en struiken bieden beschutting aan men
sen, dieren en gebouwen. Beplanting verfraait de omgeving
van huis en hof en doet ze in aanzien (en waarde) stijgen.
Met het oog op de steeds schaarser wordende houtvoorraad
zou een investering in hout-producerende bomen best
eens een winstgevende zaak kunnen zijn. Het bieden van
kampeergelegenheid bij boerderijen kan door een goede be
planting aantrekkelijker worden.
WELKE GEVALLEN KOMEN VOOR SUBSIDIE
IN AANMERKING?
IN het algemeen alle beplantingen die buiten de bebouw
de kom op erven, grote tuinen, recreatieobjecten,
overhoeken, langs dijken en wegen, in weiden enz. aange
bracht worden. Mits die beplanting uit een oogpunt van
landschapsbouw op haar plaats is en aan zekere voorwaar
den voldoet.
Er bestaan meerdere subsidieregelingen met betrekking
tot het aanbrengen en het instandhouden van houtopstan
den. In dit bestek beperken we ons tot de meest voorkomen
de en meestal gunstige regeling voor de hier aangegeven
situaties: De subsidie in de kosten van landschapsverzorging
of landschapsbouw.
Een subsidie moet aangevraagd worden bij de Hoofdinge-
nieur-direkteur voor de landinrichting in de betreffende pro
vincie. De aanvrage moet vergezeld gaan van een plan dat
aangeeft hoe en welke beplanting aangebracht wordt en een
begroting waaruit de kosten blijken.
De kosten voor het doen opstellen van een dergelijk be
plantingsplan met begroting worden binnen zekere gren
zen voor 100 gesubsidieerd.
Overige kosten die voor subsidiëring in aanmerking kun
nen komen betreffen: de grondbewerking, de aankoop van
plant- en noodzakelijk geachte hulpmaterialen, de arbeid die
voor het aanbrengen daarvan verricht moet worden, het
onderhoud gedurende 1 jaar na aanplant en het vervangen
van niet hergroeid plantmateriaal (inboeten).
Deze kosten kunnen met een wisselend percentage gesub
sidieerd worden. In de meeste gevallen bedraagt het 40
en bij een omvangrijker aanplant soms tot 50 van ge
noemde kosten. Het totaal van een uit de keren subsidie
moet tenminste 250,bedragen, anders wordt ze niet toe
gekend.
Het toegekende bedrag wordt in twee termijnen uitbetaald.
De eerste helft nadat de beplanting overeenkomstig het plan
-
urn
Boerderij met beplanting: een erf met sfeervolle beplan
ting.
Boerderij /onder beplanting: een nog kale, naakte situatie.
houden te worden en planten die na de eerste aanplant het
leven lieten dienen te worden vervangen.
RUILVERKAVELINGEN
|N gebieden waar een ruilverkaveling wordt uitgevoerd
zijn de condities waarop een beplanting aangebracht
kan worden nog gunstiger. Daar worden de kosten van een
beplanting tot 70 gesubsidieerd, terwijl de resterende 30
bij de overige ruilverkavelingskosten wordt geteld en in 30
jaar mag worden afgelost. Bij deze regeling moet de subsi
die aangevraagd worden bij de plaatselijke commissie.
is aangebracht en de tweede helft nadat de beplanting ge
durende één groeiseizoen deugdelijk is onderhouden en de
inboeting heeft plaats gehad.
VOORWAARDEN
HET beplantingsplan moet zowel qua vormgeving, om
vang en sortiment aan bepaalde eisen voldoen. Het
sortiment dat in de plannen toegepast mag worden is be
perkt tot de bomen en struiken die in het gebied thuis ho
ren. De laatste is min of meer vanzelfsprekend omdat juist
die beplanting in het landschap past, het beste zal groeien
en weinig problemen ten aanzien van het onderhoud geeft.
Eenmaal aangebracht dient de beplanting redelijk onder-
INLICHTINGEN
|NDIEN U over de mogelijkheden van een subsidie in uw
situatie meer wilt weten kunt U daartoe inlichtingen
vragen bij de dienst Staatsbosbeheer. De ambtenaren van
deze dienst informeren U graag of U voor een subsidie in
aanmerking kunt komen en welke wegen U daarbij moet
bewandelen.
Het Staatsbosbeheer ressorteert onder de Hoofdingenieur-
direkteur voor de Landinrichting. De adressen daarvan zijn:
Zeeland: Westsingel 58 (Landbouwcentrum), Goes, tel.:
01100—16440.
Noord-Brabant: St. Josephstraat 93, Tilburg, tel.: 013
430880.
(Vervolg van pag. 26)
1974 met één miljoen ton daalde t.o.v. 1973 en daardoor ge
lijk kwam te liggen met de teruggelopen produktie bij een
zeer laag niveau van voorraden, zal naar verwachting kun
nen toenemen met 2,83,1 miljoen ton. Hierdoor zullen de
geslonken wereldvoorraden enigszins toenemen. Geconclu
deerd kan worden, dat er statistisch gezien geen sprake is
van een wereldoverschot van suiker, maar dat het er naar
uitziet dat een evenwichtssituatie is bereikt door een ver
hoging van de produktie enerzijds en een achterblijven van
de consumptie bij de prognoses anderzijds. Op wat langere
termijn blijft Dr. Viton overigens van mening, dat het moei
lijk zal zijn om de verwachte stijging van de vraag naar sui
ker, welke hij voor 1980 thans schat op 9091 miljoen ton
bij te houden door een stijgende produktie.
Hoe dit ook zij, als bietentelers in de E.E.G. verkeren we
op het ogenblik in de situatie, dat er in 1975/1976 een
E.E.G.-exportoverschot is en dat de prijs op de wereldmarkt
wederom lager is al is dit slechts weinig dan de E.E.G.-
prijs. Daarbij komt, dat de E.E.G.-commissie met het oog
op de voorziening van de binnenlandse markt zeer voorzich
tig is met de export te voorzichtig naar onze mening
waardoor de prijzen onder druk staan. Konden we het vorig
jaar nog de drempelprijs maken voor onze suiker, nu is het
moeilijk de richtprijs te halen. Een en ander wordt nog ver
sterkt door de nationale suikerpoiitiek van enkele E.E.G.-
regeringen en de drang om suiker af te zetten door de sui
kerproducenten in Frankrijk en België. Het gevolg is, dat wij
verhoudingsgewijs minder voor onze suiker maken dan het
vorig jaar richtprijs nu tegenover drempelprijs toen
en daardoor ook niet mogen rekenen op een bietenprijs, wel
ke 14 hoger zal zijn dan in 1974. Voorlopig houden we
het erop, dat we de overigens uitstekende bietenprijs
van 1974 in 1975 zeker zullen kunnen evenaren. Aldus Drs,
Van Kempen.
WORIGE week schreven we over de moeilijkheden
die er zijn geweest en nog zijn met betrekking tot
de afzet van onze kassla. Er is een zwaar gevecht aan de
gang op de Europese sla-markt en er vallen harde klap
pen. Nederland probeert in dit gevecht staande te blijven
met het aanbieden van direkt op de tuin verpakte sla. Op
die manier hoopt men de strijd tegen het veel zwaardere
natuurprodukt uit zuidelijker landen te kunnen winnen.
Ook in Frankrijk zijn er de nodige problemen rond de
afzet van sla. Ook dit land lijdt onder de geringe export-
vraag, welke o.m. is veroorzaakt door grote produktie-uit-
breiding in Engeland en België. De Franse sla-telers wij
ten de moeilijkheden van de laatste tijd aan de weersom
standigheden. Het zachte, regenarme maar vochtige en
vorstvrije weer heeft de groei van de gewassen in de ex
porterende landen bevorderd en was er tevens de oor
zaak van dat het eigen aanbod in de importlanden lang op
peil bleef. Wanneer er geen vorst invalt, kan deze situatie
nog verscheidene weken duren.
In Zuid-Frankrijk hoopt men er reeds op dat door de
huidige situatie er in februari-maart een schaarste zal ko
men en gebruik makend van de gunstige weersomstandig
heden werd daar eind november en begin december nog
steeds sla uitgeplant, iets wat in deze tijd van het jaar zeer
ongebruikelijk is. De teelt onder plastic tunnels heeft in
Zuid-Frankrijk grote vormen aangenomen. Het is deze sla
welke in de wintermaanden een steeds zwaardere bedrei
ging gaat vormen voor onze kassla. De Nederlandse te
lers hopen echter door, het leveren van een kwaliteitspro-
dukt een antwoord te geven op deze uitdaging uit zuide
lijke landen.
PEN andere zaak is de mededeling van het bestuur
van de centrale veiling Kapelle-Terneuzen dat men
per 1 januari a s. hoopt over te gaan tot een verdergaande
samenwerking bestaande uit het voeren van één admini
stratie voor de twee veilingen. Door deze maatregel is op
nieuw een stap gezet naar een beheersing van de kosten
in de afzetsektor en het bestuur van de c.v. Kapelle-Ter
neuzen zegt hiervan goede verwachtingen te hebben. Niet
alleen betekent het een besparing in arbeid, maar ook zal
met name voor de Zeeuws Vlaamse telers een snellere
marktinformatie mogelijk worden.
Reeds eerder ging deze combinatie over tot het geza
menlijk exploiteren van het veilingfust en de pallets. Zo
als bekend is een facet van deze samenwerking dat er ook
slechts op één punt het fruit wordt geveild, een gegeven
dat in de praktijk bijzonder goed blijkt te voldoen en in het
belang is van de prijsvorming.
TENSLOTTE willen we deze week enkele algemene
opmerkingen maken over de gang van zaken in on
ze tuinbouwsektor in het afgelopen jaar. Het is op dit mo
ment nog te vroeg om precies aan te geven hoe het is ge
weest, maar wanneer we de voorlopige balans opmaken
dan komt naar voren dat het in de groentesektor over het
algemeen redelijk is gelopen. De veilingomzetten zowel
van kasgroenten als van vollegrondsgroenten zijn met een
redelijk percentage gestegen en deze voor onze sektor
zeer belangrijke produkten zullen overwegend een bevre
digend beeld te zien géven. Van gebied tot gebied nemen
ze een verschillende positie in. Noord-Brabant is belang
rijk voor deze teelten, in Zeeland spelen ze een veel min
dere rol.
In de hoek van de bloementeelt is het zeer goed ge
gaan. De opbrengsten zijn behoorlijk gestegen en op
nieuw heeft deze sektor een behoorlijke groei te zien ge
geven. De angst voor een teveel aan bloemen en een te
ruggang in de aankopen bij een minder gunstige conjunk-
tuur, is opnieuw niet uitgekomen en we moeten vaststel
len dat dit gelukkig is, want ook in ons gebied gaat de
bloementeelt een steeds belangrijker rol spelen.
Er zit nog altijd de nodige groei in deze sektor en we
zien zelfs uitbreiding van de teelten en van de bedrijven
Degenen die zijn omgeschakeld van groenten op bloemer
in hun kassen hebben daar over het algemeen geen spijl
van, al is het ene produkt beter dan het andere en zijn er
altijd uitzonderingen die de regel bevestigen.
\700R wat de fruitteelt betreft is het beeld minder
rooskleurig. De afloop van het oude seizoen ver
liep gunstig en de start van het nieuwe appel- en peresei
zoen was goed, maar daarna is het in het najaar vooral
voor wat de appelen betreft een vrij droevige zaak ge
worden. De omzetten van fruit bij de veilingen in ons ge
bied zullen gemiddeld genomen weinig vooruitgang te zien
geven ten opzichte van het vorig jaar, terwijl er een be
hoorlijke, voorsprong was toen het fruit van de oude
oogst was geruimd.
Zeer duidelijk is gebleken dat de structurele afzetpro-
blemen in de fruitteelt nog steeds bestaan en dat deze in
ternationaal van aard zijn.
De hoop in fruittelerskringen is daarom gevestigd op de
invoering van een rooiregeling met subsidie, waardoor
mogelijk een bijdrage tot een evenwichtiger verhouding
op de fruitmarkt zou worden bereikt. Ook de kleinfruitsek-
tor had in het afgelopen seizoen de nodige problemen.
Omzetstijgingen deden zich niet voor en dat is een kwalij
ke zaak in een tijd met hoge inflatiepercentages.
Een andere kant van onze teeltmedaille is dat op de
markten in binnen- en buitenland de roep om een kwali-
teitsprodukt steeds groter wordt. Het is duidelijk dat al
leen met goede kwaliteit een markt te verkrijgen of te be
houden is. Dat geldt voor alle groenten, maar net zo sterk
voor het fruit en we zullen daar terdege aandacht aan
moeten schenken.