KNLC
REI BLUFT
<d»
Samenvatting Commissie
voorstellen voor
E.E.G.-prijzen 1976/77
en aanvullende
maatregelen
Prijsvoorstellen
met bijwerk
29
NEDERLAND AAN DE BENEDEN KANT
kan veel zeggen van landbouwcommissaris Lar-
dinois, maar zeker niet, dat hij deze keer speciaal
zijn vaderland ter wille is geweest. 'De voorstellen van
de EEG-commissie betreffende de voornaamste land
bouwprijzen in 1976/'77 en bijbehorende maatregelen
zijn namelijk naar verhouding voor de Nederlandse boe
ren het ongunstigst uitgevallen. Him inkomenspositie
was de laatste jaren door de inflatie al in de kern aan
getast, zoals de jongste LEI-prognoses lieten zien. Het
waren vooral enkele vrije produkten, die dit jaar geluk
kig wat goed maakten van de vorig jaar geleden ver
liezen. In de andere landen van de EEG was in het al-
meen de inkomensverbetering in 1975 nog duidelijker
dan in ons land, b.v. vooral in de melkveehouderij.
Deze keer had de Nederlandse landbouw echt behoefte
a'an een behoorlijke EEG-prijsverhoging, zijnde immers
naar haast algemene opvatting de belangrijkste bron
van ons landbouwinkomen. Maar de nu door de Commis
sie ingediende voorstellen gaan juist in andere richting-
GEEN GELDPOLITIEKE
GRENSBESCHERMING MEER
zullen maar niet ingaan op het verschil tussen de
gemiddelde 7% van de Commissie en de ge
middeld 10 van het COPA. Uit het jongste verleden
met verschillende economische en geldpolitieke ontwik
keling in een aantal landen,- moet voor volgend jaar de
noodzakelijke landbouw-prijsverhoging worden bere
kend. Al is men -het over die uitgangspunten eens, dan
valt over de toepassing nog te twisten. Er is en blijft
veel ruimte voor gerichte rekenarij, het is eigenlijk droe
vig, dat nog slechts weinigen de toepassing van deze zgn.
objectieve methode van prijsvaststelling kunnen volgen.
De Commissie stelt voor een volgende stap te zetten
tot herstel van de echte eenheidsmarkt: de grensheffin
gen en -toeslagen rond de Benelux zouden worden af
geschaft en rond Duitsland verlaagd. Alle percentages
prijsverhoging, die men leest, gelieve men dan ook voor
Nederland twee punten te verlagen. Voor de Bondsrepu
bliek wordt die grensbescherming verlaagd van 10
naar Wij zouden geneigd zijn zo'n stuk herstel
van de eenheid van de Euromarkt toe te juichen.
Maar waarom moet dat zo onevenwichtig en
voor ons relatief zo ongunstig. Van 2 naar 0
nog erger is dat de Commissie zelf uitrekent dat
is een forsere afbraak dan van 10 naar 6%. Maar
de in guldens hier noodzakelijke prijsverhoging die twee
punten aftrek eigenlijk niet toestaat. In tegenstelling
tot de situatie in Duitsland, waar wel en zelfs vrij veel
ruimte voor de voorgestelde aftrek beschikbaar is.
TEGENVALLER VOOR
VEEHOUDERIJ EN VEREDELING
IVE door de heer Lardinois al aangekondigde ingrij-
fjende voorstellen voor de veehouderij zijn er dan
gekomen: Een melkprijsverfioging in twee stappen zoals
dit jaar, maar de eerste komt neer op nul en zelfs min
der als de verwerkingskostenstijging wordt doorbere
kend De tweede stap bedraagt officieel 4Vz per half
september, maar valt tegelijk een stuk bodem uit de
zuivelmarkt: de inleveringsprijs van mager melkpoeder
wordt dan vervangen door een soort streef prijs. De
Commissie is niet van plan om door een hogere toeslag
het, teruglopende, verbruik van mager melkpoeder in
kalvermeel overeind te houden. De enige lichtpunten
voor direkt zijn daartegenover een subsidie op vol poe
der en de gehandhaafde mogelijkheid van consumenten
subsidie op boter. Nu blijkens de LEI-cijfers juist onze
weidebedrijven een inkomensverbetering behoeven,
komt daar op zo'n manier weinig van terecht. Want
voor slachtrunderen is wel een 8 officiële prijsverho
ging voorgesteld, maar tegelijkertijd een wat „lossere"
interventie en het achterwege blijven van aanvullende
premies.
Van het invoeren van de beruchte financiële mede
verantwoordelijkheid van de melkveehouders voor het
ontstaan van zuiveloverschötten óf door een heffing op
melk, heeft de Commissie toch maar afgezien. Men zou
zich daarover nog kunnen verheugen, ware het niet
dat nu wordt voorgesteld een deel van de last af te schui
ven op een andere sector, met name de pluimvee- en
varkenshouderij. Gedurende een bepaalde tijd (8 maan
den?) zou in totaal 600.000 ton ma'ger melkpoeder ver
plicht opgenomen moeten worden in alle mengvoeder
(2 bijmenging). De Commissie wil de meerkosten van
het mengvoer, vergeleken met het verbruik van ander
eiwit maar voor een deel vergoeden. Maar de veehoude
rij en veredelingslandbouw krijgen duurder voer in de
maag gesplitst. Vooral voor de pluimveehouderij staat
daar niets tegenover.
Ook hier naar verhouding een des te nadeliger zaak
voor de Nederlandse veredelingslandbouw, die immers
hét meest gebruik maakt van mengvoeders. Overigens
I.oe zou in de hele EEG die bijmengingsverplichting
worden gecontroleerd?
NIEUW GRAANBELEID IN FASEN
AP het eerste gezicht komt de akkerbouw, de gemid-
delde prijsverhoging van 8 (Nederland dus 6
voor granen en bieten vergeleken met het algemeen
gemiddelde, er deze keer goed af. Maar ook hier zijn
het de begeleidende maatr egelen die het hem doen. Al
jaren hadden de Brussels graan-experts een ideaal
graanbeleid voor ogen: éón uniforme gemeenschappe
lijke bodemprijs voor mais, gerst en voertarwe (gemaks
halve volgen we maar eve.i het Brusselse spraakgebruik,
dat voertarwe en baktarwe onderscheidt), verder een
iets meer verhoogde richt- en drempelprijs, waar die
(Zie verder pag. 36)
De economische vooruitzichten voor 1976 zijn weinig be
moedigend; de inflatie gaat voort, zij het wat afgezwakt.
Het landbouwbeleid heeft de landbouw wat beschermd tegen
de effecten van de recessie. Maar in 1975 is het markteven
wicht verstoord, vooral bij melk, zachte tarwe en wijn, bij
de melk duurt dat in 1976/77 voort
Herinnerd wordt aan de balans van het gemeenschappe
lijk landbouwbeleid en de meermalen uitgedrukte wil om
evenwicht op de markten te herstellen, inkomensdisparitei
ten op te heffen en de eenheid van de markt te herstellen.
Bovendien is het in de huidige economische situatie nood
zakelijk om de landbouwpolitiek zo doelmatig en zuinig mo
gelijk te bedrijven. Daarom doet de Commissie bij haar prijs
voorstellen voor 1976/77 een hele serie voorstellen voor aan
vullende maatregelen. Het geheel vloedt eigenlijk nog voort
uit het Memorandum van 1973. Het gaat om geldpolitieke
maatregelen, om speciale maatregelen per sektor, bedoeld
om het marktevenwicht te herstellen en het marktbeheer
te verbeteren.
PRIJSVOORSTELLEN 1976/77
De Commissie herhaalt, wat zij in de Balans heeft gezegd
over de betekenis van het markt- en prijsbeleid en van de
zgn. objectieve methode voor de prijsvaststelling. De Com
missie heeft nu deze objectieve methode opnieuw bestudeerd
en zij besloot om bepaalde onzekerheden op te heffen. De
voornaamste wijzigingen houden verband met de volgende
wenselijkheden:
Rekening te houden met de verschillende economische
en monetaire ontwikkeling in de monetaire zones.
- Referentiebedrijven te kiezen op basis van het vergelijk
baar inkomen volgens de moderniseringsrichtlijn.
Een meer verfijnde kostenstruktuur aan te houden.
Een referentieperiode van 3 jaar in beschouwing te ne
men.
Op deze wijze en rekening houdende met produktiviteits-
stijging (iy2 per jaar) kan een noodzakelijke algemene
prijsverhoging in 1976/77 worden berekend van 4,6 Deze
uitkomst is echter sterk beïnvloed door de monetaire ont
wikkeling in Italië. Zondert men Italië uit, dan kan 9,1
worden berekend. Er zijn echter nog andere indikatoren dan
alleen deze objectieve methode: economische en budgettaire
overwegingen en de marktsituatie. De Commissie is daarom
uitgegaan van een gemiddelde verhoging van de E.E.G.-prij
zen in 1976/77 van ongeveer 7Y2
AGRI-MONETAIRE MAATREGELEN
De gemeenschappelijke markt is momenteel verdeeld in
verschillende monetaire gebieden, gescheiden door compen
serende bedragen, n.l. vaste bedragen voor Duitsland (plus
10 en de Benelux (plus 2 en variabele negatieve be
dragen voor het Verenigd Koninkrijk (half oktober min
6,4 en Ierland (half oktober min 4,8 In Italië worden
geen grenscompensaties meer toegepast. In Frankrijk is
daarvan af gezien, toen de frank zich weer in de slag ge
voegde, hoewel wel een grenscompensatie van 1,422 posi
tief had moeten worden ingesteld. In Denemarken hebben
nooit grenscompensaties gegolden.
De Commissie stelt voor om een verdere afbraak van
grenscompensaties toe te passen, waarbij een bepaalde tech
nische werkwijze wordt gevolgd. In de eerste plaats zal er
een algemene verhoging van de prijzen in rekeneenheden
toegepast worden ter grootte van de zojuist genoemde af
wijking van 1,422 in Frankrijk, zodat a.h.w. nergens een
verlaging van prijsniveau behoeft op te tredea 'Deze liniai-
re prijsverhoging maakt deel uit van de gemiddelde prijs
verhoging van 7y2 Op deze wijze worden de noodzake
lijke vaste grenscompensaties voor Duitsland en de Benelux
verlaagd tot 8,7 resp. 0,5 In nationale prijzen heeft
deze operatie geen effect in Duitsland, Frankrijk en de Bene-
E.E.G. te Brussel, daar waar de besluiten vallen!
lux, terwijl de prijzen in Italië met 0,4 worden verhoogd
en in de andere landen met 1,4
De tweede stap is dan de wijziging van de grens van de
groene pariteiten in de Benelux en Duitsland, waardoor de
grenscompensatie voor de Benelux vervalt en er voor Duits
land nog een compensatie van 6y2 overblijft. Zodoende
wordt de éénheid van de markt hersteld tussen Frankrijk,
Italië, 'Benelux en Denemarken. Er blijven dan nog grens
compensaties in Duitsland (plus 6V2 Verenigd Koninkrijk
(min 6,4 en Ierland (min 4,8
De Commissie heeft uitgerekend hoeveel ruimte er per
land is om, gezien de noodzakelijke prijsverhoging, de grens
compensatie te verlagen. De volgende prijsverhogingen zijn
als noodzakelijk berekend: Duitsland 1,4 Frankrijk 9,4
Nederland 9,7 België 8,3 Denemarken 13 Engeland
7,4%, Ierland 4,8%. De prijsverhoging valt dus voor de
Benelux wat te laag uit. Wat Duitsland betreft is er dus een
veel geringere behoefte aan prijsverhoging. De voorgestelde
verlaging van de grenscompensatie kan daar best worden op
gevangen, en ook de voorgenomen afschaffing van de B.T.
W.-compensatie van 0,75 punt per jaar.
Zodoende worden nationale prijsverhogingen voorgesteld,
die ongeveer aansluiten op de situatie in de verschillende
monetaire gebieden. Er wordt ook een verdere vermindering
van de negatieve grenscompensatie voorgesteld in de lander
met omlaag gezweefde valuta. De aftrek van 1,25 wordt ver
hoogd tot 1,50.
AANVULLENDE MAATREGELEN
Wat het markt- en prijsbeleid betreft worden aanvullende
maatregelen voorgesteld voor
granen (verbetering van het funktioneren van de markt
ordening door een betere prijsverhouding)
groenten en fruit (vooral sanering van de fruitteelt)
melk en rundvlees
wijn.
GRANEN
PRIJZEN
Voorgesteld wordt de basisverordening op de volgende
punten te wijzigen:
één gemeenschappelijke interventieprijs voor zachte tar
we, gerst en mais;
een referentieprijs voor tarwe geschikt voor ibroodiberei-
ding;
een richtprijs voor zachte tarwe, voor harde tarwe er
voor rogge, alsmede een gemeenschappelijke richtprijs
voor gerst en mais.
Voor 1976/77 wordt bij wijze van afwijking voorgesteld
om nog niet zover te gaan, d.w.z. er blijven verschillende
gemeenschappelijke interventieprijzen voor zachte tarwe
gerst en mais. Herinnerd wordt aan de resolutie en de aan
beveling van de Raad van half juli j.l. Het is echter moeilijk
om te grote verhoging en verlagingen van de prijzen vooi
te stellen, al moet het prijssysteem wel verbeterd worden
Daarom wordt een overgangsregime voorgesteld. Voor hel
komende jaar zal nog niet de totale gelijktrekking van hel
interventieprijsniveau op basis van gerst worden gereali
seerd om de afschaffing van de regionalisatie bij zachte tar
we te vergemakkelijken. Toch moeten de prijzen van voer
tarwe, mais en gerst zo dicht mogelijk bij elkaar worden ge
bracht. Voor gerst wordt een verhoging van die interventie
prijs met 5y2 voorgesteld bij een richtprijsverhoging van
9 Voor mais een verhoging van beide met 9l/2 Voor
zachte tarwe wordt een zodanige gemeenschappelijke inter
ventieprijs voorgesteld, dat de hoogproduktieve rassen ir
prijs niet dalen beneden de huidige prijs in het overschotge-
bied. Voor baktarwe wordt d.m.v. een referentieprijs ge
zorgd voor de noodzakelijke aanmoediging van de teelt:
15 boven de interventieprijs van gerst. Rogge wordt af
zonderlijk bekeken, omdat die geheel als broodgraan wordt
beschouwd. De speciale toeslag bij interventie wordt ge
schrapt en daarom wordt de interventieprijs en de richtprijs
met 7y2 verhoogd.
De situatie op de graanmarkt wordt als volgt geanali-
seerd: De graanteelt beslaat ongeveer 29 van de cultuur
grond. In 1975 wordt 100 miljoen ton geproduceerd: 7,6
minder dan in 1974 vooral door lagere opbrengsten. De
zachte tarwe werd 17 minder geproduceerd ondanks een
toename van de produktie van voertarwe. Rogge ging 16
achteruit, gerst 5 en haver 5 De maisteelt stabiliseerde
zich. Daarom is een algemene verhoging van ongeveer 8
voorgesteld. Hierin zit een verhoging van de gerstbodem
van 5y2 terwijl een verdere verhoging op de markt ge
realiseerd kan worden van ongeveer 3 Voor broodtarwe
zal via de referentieprijs een extra verhoging kunnen worden
gerealiseerd. Er komt geen verandering in het regime van
importen en exporten. Abnormale importen en exporten zul
len worden vermeden. Er wordt geen verandering voorge
steld in de staffel.
(Zie verder pag. 33)