Notulen der Algemene Vergadering Gehouden 1 december 1975 te Bergen op Zoom 17 RONDVRAAG. De heer Gaakeer te Stavenisse zegt vernomen te heb ben dat de kontrakttelersvereniging akkoord is gegaan met een zelfde prijs als het laatste seizoen voor de kon- traktteelt van peulvruchten. Hij vindt dit een onbegrij pelijke zaak. De voorzitter antwoordt dat er sprake is van een mis verstand. Er is nog geen akkoord bereikt. De telers zul len hierover ingelicht worden. De heer K. van Nieuwenhuijzen brengt naar voren dat in de openingsrede de wensen van het COPA ten aanzien van de prijsvaststelling voor de gegarandeerde land- bouwprodukten zijn aangeroerd. Er is gesproken over 10'11 en het Landbouwschap schijnt daar achter te staan. Dat bevreemd hem ten zeerste- Vooral met het oog op de continuïteit van de bedrijven is een aanzien lijk hogere prijsvaststelling nodig. Dat komt ook tot uiting in het rapport van de door spreker zeer gewaar deerde „kommissie Doeleman". Waar haalt het Land bouwschap de gegevens vandaan om akkoord te gaan met slechts 1011 mede gezien het feit dat de kos tenstijging in ons land sterker is dan in de buurlanden? De voorzitter konstateert dat de vragensteller het in grote lijnen met hem eens is. Wel markt hij op dat zijns inziens 1011 voldoende zou zijn voor de kostenstij ging van het laatste jaar, maar er is een achterstand in te halen van vorige jaren, o.a. omdat door een falend marktbeleid wel de prijs op papier werd verhoogd, doch de boeren dat in 1973 en 1974 niet in hun portemonnaie terug vonden. Overigens vindt de voorzitter het nog te primair om nu reeds een detaildiskussie voor een en ander te voe ren. De hoofdzaak is dat we geen papieren, doch reële prijsverhoging krijgen! De heer Maris te Axel brengt het jaarlijkse „vraag punt" naar voren. Nu de spanning rond de akties geluwd is, zou hij graag de struktuur van de landbouworganisa ties als vraagpunt zien. De voorzitter zegt toe deze suggestie een volgend jaar in overweging te willen nemen. Voor deze winter is het onderwerp voor het vraagpunt al bepaald. De heer Luijtk te Poortvliet heeft er bezwaar tegen dat de waterschappen in verband met hun aanslagen gege vens van de waterleidingsmaatschappij willen betreffen de het waterverbruik van de bedrijven. De voorzitter antwoordt dat zijns inziens dit op een vergadering van het Waterschap aanhangig gemaakt moet worden. Dezelfde vragensteller acht het gewenst dat de BTW voor werkzaamheden ten behoeve van de landbouw van de smid, monteur e.d. inplaats van 16 naar 18 naar het lage tarief wordt overbracht. De voorzitter meent dat dit punt straks aan de Staats- sekretaris dient te worden voorgelegd, bij de diskussie na diens lezing. De heer Van Overbeeke te Baarland vraagt hoe het komt dat de prijsverhogingen voor graan de laatste jaren wel op papier tot stand kwamen, doch dat de boer er weinig van merkte De voorzitter zegt dat de reden daarvoor zijn een fa lend EEG-marktbeleid! Hij is het met de vragensteller eens dat er, afgezien van het laatste jaar, te weinig van een werkelijke verhoging terecht is gekomen. Daarom moet worden gestreefd naar een „boerenprijs" die reëel haalbaar is. Nu is het inderdaad niet in orde. De heer Overbeeke vraagt wat daaraan gedaan zal worden. De voorzitter antwoordt dat er zodanige maatregelen gevraagd zullen worden dat er geen sprake meer is van papieren prijzen, doch van boerenprijzen. Dat zal voor al moeten via een beter marktbeleid. De heer Overbeeke verklaart zich verder tegenstander van een minimum inkomen. De voorzitter stelt dat dit het onderwerp is van het vraagpunt van deze winter, zodat iedere afdeling hier over een eigen mening naar voren kan brengen. Hij hoopt dat de heer Overbeeke daarbij zijn bijdrage zal (willen leveren. De heer Overbeeke zegt dat hij punt minimum-inko men overal zou willen schrappen. PAUZE. Na de pauze geeft de voorzitter het woord aan de Staatssekretaris van Financiën, Drs. M. J. v. Rooijen, voor het houden van zijn inleiding: „Gezond fiscaal beleid voor zelf standigen, in het bijzonder in Land en Tuinbouw". Deze inleiding werd in extenso in ons vorig nummer op genomen. De voorzitter zegt in aansluiting op de laatste woor den van de heer Van Rooyen, dat deze bij het begin van de vergadering de hoop had uitgesproken circa 6 uur weer in Den Haag te kunnen zijn. Dat de heer Van Rooyen thans tot bijna 6 uur ter vergadering is gebleven om alle vragen te beantwoorden heeft ons bijzonder ge troffen en wij zijn hem hiervoor dan ook zeer erkentelijk. De voorzitter dankte de heer Van Rooyen hartelijk voor zijn gedocumenteerde inleiding en voor de uitge breide wijze, waarop hij de, toch niet allemaal zo een voudige vragen, heeft beantwoord. Onder applaus reikte voorzitter Luteijn aan de aan wezige nieuwbenoemde leden van verdienste oor konde en speldje uit. Hier aan de heer W. de Oude uit Bruinisse. De voorzitter zegt, dat het traditie is bij de ZLM om een spreker nooit met lege handen naar huis te laten gaan en de echtgenote thuis ook niet met lege handen te laten zitten. Er zijn dan ook, aldus de voorzitter, deze middag bloemen bezorgd bij uw vrouw (applaus). Wij hebben gekonstateerd, zo4 vervolgt de voorzitter zijn toespraak, dat ook U in uw belastingheffing wor stelt met de inflatie en wij hebben dan'ook gemeend te moeten zoeken met een attentie afkomstig uit de land bouw, maar één die bovendien iets „waardevast" is. Bin nen de eigen produktiesfeer van de landbouw is echter niet veel te vinden dat daaraan voldoet, of het zou een zak grond moeten zijn! Wij hebben dan ook gezocht naar een waardevast produ&t uit het buitenland dat aan de grond is ontsproten. Onder applaus van de vergadering biedt de voorzitter de heer Van Rooyen een geschenk pakket aan, waarin een aantal goede wijnen zijn opge nomen. De voorzitter deelt tenslotte, terwille van de tijd, na mens de heren Wielemaker en Dekkers, de uitslag mede van de stemming. Door 73 afdelingen zijn in totaal 159 stemmen uitgebracht, die alle vóór herbenoeming van de heren Lous en De Visser, alsmede voor de voorstellen tot wijziging van de ZLM-statuten en huishoudelijk re glement waren. Op een vraag van de voorzitter deelt de heer Lous mede de benoeming te aanvaarden, zulks onder dankzeg ging aan de vergadering. Ten aanzien van de statutenwijziging zegt de voorzit ter verheugd te zijn, dat het vereiste minimum aantal stemmen tot aanvaarding van de wijzigingen is gehaald. De voorzitter brengt voorts dank aan de Plattelands vrouwen, die de zaak zo sfeervol hebben versierd. Eén van de leden der Bond, namelijk mevr. Muller, heeft dit geheel alleen in de morgenuren voor elkaar gebracht- (Applaus van de vergadering.) De voorzitter richt zich vervolgens tot de heer Ir C. S. Knottnerus, die voor de laatste maal als voorzitter van het K.N.L.C. in de vergadering van de ZLM aanwezig is. Namens de gehele vergadering dankt hij de heer Knottnerus voor het vele dat deze in een bijna 25-jarige periode in het belang van de landbouw op zulk een uit stekende wijze heeft gedaan. Wij weten dat U niet alleen Krabbendijke, zou graag zien dat niet de overheidsuitga ven de (belasting) inkomsten bepalen maar dat juist het uitgavenbeleid afhankelijk wordt gesteld van de in komsten. De Staatssekretaris antwoordde hierop dat het in verband met de beleidsbepaling (tot 1980) noodzakelijk is eerst te kijken wat je werkelijk nodig hebt. Juist die langere termijn maakt het mogelijk inzicht te krijgen in de meest aan uitgaven-stijging onderhevige faktoren. Hij vergeleek dit beleid met een huishoudboekje waar toch ook de uitgaven afhankelijk zijn van de inkomsten. „Als je dan merkt dat je te weinig hebt dan moet je daar pais op de plaats maken waar je het minst nodig hebt". De Overheid moet dan extra voorzichtig mee zijn omdat de inkomsten tenslotte onttrokken worden aan derden, de belastingbetalers. 'Gezien ook het gevaar van ontgaan en afwentelen van belastingen moet de stijging van de belastingen verzacht worden. Een andere vraag uit de vergadering van de heer A. J. G. Doeleman uit Nieuwerkerk, betrof het invoeren van een voortschrijdende middeling. De vragensteller vond dat de huidige regeling als nadeel heeft dat de hoge inkomstenbelasting uit een goed jaar juist in een slecht jaar gefinancierd moet worden. Gezien ook de enorme verschillen in inkomen, juist dit jaar, kan dat grote problemen geven. Een voortschrijdende middeling zou dit bezwaar op kunnen heffen. Van een dergelijk systeem zouden trouwens ook de toeleveringsbedrijven kunnen profiteren omdat die grotendeels afhankelijk zijn van de ups en downs in het boereninkomen De heer Van Rooyen was het met de vragensteller eens dat het kiezen van de juiste periode van middeling in het huidige systeem nogal eens problemen op kan leveren. Vooralsnog is het systeem van voortschrijden de middeling te ingewikkeld om dat op korte termijn te realiseren. Niet alleen geeft dat problemen t.a.v. het totale belastingbeleid dat uitgaat van een jaarlijkse heffing, maar ook de werknemers zouden dan in de middeling vallen, aldus de 'Staatssekretaris. Deze zegde overigens toe dat dit punt onder de aandacht zal blij ven. Uit de zaal kwam voorts, van de heer M. J. Goud uit Baarland, de konstatering dat het ogenschijnlijk attente Haagse beleid ondertussen wel tot gevolg heeft, dat er steeds meer bedrijven door sanering en faillissement verdwijnen. De Staatssekretaris was van mening dat dit proces niet van de laatste tijd is, maar in feite al jarenlang aan de gang is. Hij wees er op dat deze gang van zaken wordt opgevangen waar dat noodzakelijk is. „Juist de minimuminkomensgarantie voor Zelfstandigen is daar voor een instrument", aldus de Staatssekretaris. De heer J. L. Overbeeke uit Baarland gaf als zijn me ning dat invoering van een minimuminkomensgarantie voor Zelfstandigen het ondernemerschap ondergraaft. De Staatssekretaris bestreed dit omdat het mini muminkomen juist gekoppeld zal worden aan dié bedrij ven die nog bestaansmogelijkheden hebben. Vanuit dat uitgangspunt zal dan voorts naar wegen gezocht moeten worden om deze bedrijven er weer bovenop te helpen. „Het minimuminkomen moet vooral ook gezien worden als ondersteuning en voorrang geven aan de menswaar dige omstandigheden", aldus de Staatssekretaris. Een laatste vraag, van de heer H. C. v. d. Maas uit Kats, betrof de in de begroting ingebouwde lastenver lichting van de 100 miljoen gulden tegenover een totale belastingopbrengst van 500 miljoen gulden. De vragen- steller was van mening dat juist deze 500 miljoen gul- Staatssekretaris Van Rooyen neemt een waardevast, met jaren nog beter wordende attentie in ontvangst. (Foto redaktie Boerderij.) waardering hebt geoogst, doch ook soms wind. Niettemin willen wij U, ook namens de ZLM, hartelijk danken voor al het moeilijke en "verantwoordelijke werk in vele bestu ren en commissies hebt verricht. Wij zijn er trots op, dat het een ZLM-er was, die het voorzitterschap in het K.N.L.C. heeft vervuld. De voorzitter zegt gaarne zijn waardering te uiten in het overhandigen van een boeket bloemen aan mevrouw Knottnerus (applaus). De voorzitter dankt tenslotte allen die in zulk een grote getale ter vergadering zijn gekomen voor de be langstelling en de wijze van discussie- Spreker brengt nog zijn dank over aan de heren Wielemaker en Dek kers voor hun work met betrekking tot de telling en de controls der stemmen. Met de wens v9or een goede thuisreis en een tot ziens op de volgende algemene vergadering der ZLM, dan weer in Zeeland, besluit de voorzitter deze verga dering. DISKUSSIE VAN ROOYEN. Nadat Staatssekretaris Van Rooyen zijn rede „Gezond fiscaal beleid voor zelfstandigen, met name in Land- en Tuinbouw" had uitgesproken, werd er druk gebruik ge maakt van de gelegenheid tot het stellen van vragen. Dat gebeurde zowel schriftelijk als mondeling. Aan de beantwoording van de schriftelijke vragen kwam de heer Van Rooyen in verband met zijn tijd echter niet toe. Eén van de vragenstellers, de heer J. Vogelaar uit den een indicatie geeft hoe slecht de landbouw er voor staat „Hieruit blijkt duidelijk dat er geen opbrengst, dus geen inkomen meer zit in de landbouw". In dat licht bezien was de vragensteller van mening dat een lasten verlichting van 20 een vertekend beeld geeft. Naar buiten doet dit het wel goed maar in feite is het ver lakkerij! Dezelfde vragensteller wilde ook graag weten wanneer de commissie Hofstra nu met zijn advies komt. De heer Van Rooyen was het niet eens dat het naar buiten brengen van deze cijfers volksverlakkerij of de magogisch zou zijn. Hij wees erop dat deze verlichting van 100 miljoen gulden in één jaar bereikt was. Fiscaal gezien vond de Staatssekretaris het dan ook niet ge wettigd te stellen dat ook de gezonde bedrijven afglij den, zoals de vragensteller gedaan had. Het verwijt de magogisch te zijn, wees de heer Van Rooyen af. „Alleen al het feit dat de commissie Hofstra er is, bewijst dat we er van overtuigd zijn dat er knelpunten zijn". In afwach ting van het advies van de commissie zit de regering toch niet stil. In dit verband wees hij op de oudedags- reserve: „Een renteloze lening van de Staat". De heer Van Rooyen wilde geen uitspraak doen over het tijdstip dat de commissie Hofstra klaar zal zijn. „Ik wil geen verwachtingen beschamen, maar la 2 jaar zal het zeker nog duren". Tenslotte wees de heer Van Rooyen er op dat de land bouw nog een belangrijke pré heeft op andere groepe ringen, n 1. de fiscale investeringsfaciliteiten „die toch ook zo'n IV2 miljard gulden belopen".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 17