Een Gruse
poot met
minimale kiembeschadiging
Boeke-Heesters
LANDBOUWSCHAP
VAN HET
Met elkaar werken
aan betere kwaliteit
aardappelen
VERHOGING
MINIMUM (JEUGD) LOON
10
B. A. BOKMA
Afdeling Voorlichting
Als het aan de voorzitter van de hoofdafdeling Akker
bouw, drs. Van Kempen ligt, dan zal er deze winter ste
vig gepraat worden over maatregelen om de kwaliteit
van aardappelen nog verder te verbeteren. Ofschoon
Nederland een leidende rol speelt in de aardappelwe
reld, dreigen er gevaren voor met name onze consump
tie-aardappelen.
Wij vroegen Van Kempen wonend in Achthuizen
(Overflakkee) op een vijfenveertig ha groot akkerbouw
bedrijf wat er met de aardappelen aan de hand is.
„Eigenlijk niet bijzonders", was zijn antwoord. Wij zijn
toch wel de aardappeldeskundigen bij uitnemendheid.
De omstandigheden hier zijn als het ware „aardappel
geboren": goede grond, goede boeren, goede kwekers,
goede rassen, goed pootgoed, enz. Maar het betekent niet
dat er geen verbetering mogelijk is. Door technische en
economische omstandigheden zullen wij ons moeten aan
passen- De mechanisatie heeft een zekere verruwing
veroorzaakt, niet alleen bij de teelt maar ook bij opslag,
sorteren en verzendklaar maken. 'Het gevolg is dat be
paalde gebreken veelvuldiger voorkomen dan voorheen.
Bovendien zitten onze collega's in het buitenland ook
niet stil en wij zullen er dus alles aan moeten doen om
onze voorsprong te behouden.
Het is beslist geen eenvoudige opgave, om de kwali
teit verder te verbeteren, want de noodzaak ervan staat
niet ieder even duidelijk voor ogen. Op het ogenblik
zijn de prijzen immers heel behoorlijk en de aardappelen
„vliegen weg".
EXTRA ZORG MOET BETAALD
In zijn november vergadering heeft het bestuur van
het Landbouwschap zich gesteld achter het streven van
de hoofdafdeling om de kwaliteit van aardappelen te
verbeteren door middel van een indeling in kwaliteits
klassen en een hierop gebaseerde uitbetaling. Op initia
tief van de hoofdafdeling en het Ministerie van Land
bouw is ongeveer een jaar geleden een werkgroep in
gesteld die inmiddels de discussienota „Uitbetaling naar
kwaliteit" heeft uitgebracht. In deze werkgroep zitten
naast de initiatiefnemers vertegenwoordigers van het
Produktschap voor Aardappelen, de groot- en kleinhan
del, de verwerkende industrie en enkele Wageningse
instellingen. De discussienota wordt nu op diverse fron
ten besproken.
De zorg om de kwaliteit spitst zich toe op de inwen
dige gebreken van de aardappel die bij het sorteren niet
opvallen, zoals blauw, onderhuidse beschadigingen,
blauw-gevoeligheid, glazigheid e.d. Met uitwendige ge
breken als rot, groen, ernstige beschadigingen, grond en
spruiten wordt in de praktijk van de handel al terdege
rekening gehouden. Trouwens, er zijn ook regelingen
voor getroffen, waar men zich aan heeft te houden.
Meer zorg voor kwaliteit betekent in zekere zin een
last erbij voor de betrokkenen. Van Kempen draait er
niet omheen: „Voor deze zorg zal dus betaald moeten
worden. Betaling naar kwaliteit, dat moet de prikkel
zijn om de kwaliteit op te voeren én om de aardappel
met meer waarborgen te omringen". De afnemers heb
ben duidelijk belang bij kwaliteitsverbetering. Onge
veer 60 van de industrieël verwerkte consumptie
aardappelen gaat naar de pommes-frites-industrie. Voor
de industrie werkt een betere en continue kwaliteit
aardappel kostenbesparend Daardoor kan de zorg voor
betere kwaliteit zich zelf als het ware terugverdienen.
HOE STEEK JE 'T AAN DE VORK?
Uitbetaling naar kwaliteit is geen nieuw verschijnsel
in de landbouw. Melkveehouders en bietentelers bij
voorbeeld weten er alles van.
Waar het bij de aardappelen nu om gaat is: hoe stel
je de kwaliteit vast en hoe regel je de betaling? Om met
Van Kempen zijn woorden te spreken „hoe steek je het
aan de vork?" Er is een aantal technische problemen op
te lossen zoals monstername en kwaliteitsbeoordeling,
maar ook moeten organisatorische, juridische en finan
ciële zaken geregeld worden. Daar wordt op het ogen
blik hard aan gewerkt.
Gedacht wordt de kwaliteit aan te geven door middel
van een puntentelling. 'Op basis daarvan kunnen de
aardappelen ingedeeld worden in drie klassen.
Op het ogenblik worden in de praktijk proeven geno
men met de juiste vaststelling van de diverse inwendige
gebreken en de indeling in klassen. „Wij zullen de
problemen moeten oplossen, voor wij in de praktijk
,met een systeem van uitbetaling naar kwaliteit kun
nen beginnen", zegt Van Kempen. „Dat vraagt tijd en
het is dan ook nog lang zeker of wij met de oogst van
1976 van start kunnen gaan. In theorie zou het systeem
rond kunnen zijn, maar als de praktijk het nut er niet
van inziet, dan loopt het spaak. Bovendien zal de invoe
ring op vrijwillige basis moeten gebeuren. Daarom zal
er deze winter in onze organisaties uitvoerig over ge
discussieerd moeten worden".
Dit is het gevolg van:
dubbele opvoerpootband, waardoor de band
50% langzamer draait.
doelmatiger bunkervorm, die kiembeschadiging
in de bunker voorkomt.
grote aanaardschijven, die zorg dragen voor
een perfecte toedekking.
pootafstand, eenvoudig te verstellen vanaf
16 cm in de rij.
Thyssen-Bornemisza Group nv
Boeke-Heesters bv
Industrieweg 9, Amersfoort, tel. 033 - 3 04 34
Vestigingen te:
Beugen (08856 - 441Erp (04135 - 733). Goes (01100 -1 51 35),
Goutum (05100-2 99 49). Haaren (04117-14 41),
Hengelo-Gld (0?>753 - 19 64) en Vessem (04979 - 444).
WISSELWERKING
Onderweg naar de consument gaat de aard
appel figuurlijk gesproken in deze tijd van
mechanisatie door vele handen. Onderscheid
kan gemaakt worden in een aantal fasen: van
teler naar collecteur, van collecteur naar ver
werkende industrie en van collecteur naar con
sumptie en export.
Voor de invoering van een systeem van uit
betaling naar kwaliteit wil men beginnen bij
de fase van teler naar collecteur. In deze fase
ook worden op het ogenblik de eerder genoem
de proeven genomen- Voor een goed functione
ren van het systeem zal de tweede fase er zo
snel mogelijk bij betrokken moeten worden.
In het gevecht om het behoud van de voor
sprong op het buitenland ziet de voorzitter van
de hoofdafdeling Akkerbouw nog meer moge
lijkheden. „'In Wageningen liggen stapels rap
porten met een schat aan nuttige informatie
voor de boer. De moeilijkheid is evenwel om
deze informatie bij de praktijk te brengen. Dat
vraagt niet alleen vertaalwerk naar de prak
tijk toe, maar ook een intensieve begeleiding
van de producent. Een injectie van het onder
zoek naar de praktijk kan een geweldige stimu
lans betekenen voor meer zorg voor de kwali
teit. Zo'n stimulans kan trouwens ook uitgaan
van een beter samenspel tussen producent en
afnemer. Men moet op de hoogte zijn van el-
kaars wensen, mogelijkheden en problemen.
Dan ben je doelgericht bezig", aldus de heer
Van Kempen.
Per 1 januari van elk jaar worden het mi
nimumloon en de minimumjeugdlonen aange
past aan de loonontwikkeling in de voorafgaan
de periode van april t/m oktober. In de periode
van april 1975 t/m oktober 1975 heeft deze stij
ging 7,1 bedragen.
De bruto-minimumloonbedragen voor werk
nemers van 23 jaar en ouder zullen derhalve
per 1 januari 1976 worden verhoogd van
1.344,20 tot 1.440,40 per maand, van 310,20
tot 332,40 per week en van 62,04 tot 66,48
per dag.
De bedragen van het bruto-minimumjeugd
loon zijn per dezelfde datum:
Leeftijdscategorie per maand per week
22 jaar 1.332,40 ƒ307,50
21 jaar f 1,224,30 282,50
20 jaar 1 116,30 257,60
19 jaar 1.008,30 ƒ232,70
18 jaar 900,30 ƒ207,80
17 jaar 792,20 ƒ182,80
16 jaar f 684,20 ƒ157,90
15 jaar 576,20 ƒ133,00
De Wit Minimumloon kent de algemene regel,
dat bij een kortere arbeidsduur dan gebruike
lijk het minimum (jeugd) loon naar evenredig
heid lager is. Deze regel is onder meer van toe
passing op werknemers, die partiëel leerplich
tig zijn en een aantal dagen per week onder
wijs volgen. Om deze reden bedraagt het mini
mumjeugdloon voor een 16-jarige bij twee da
gen partiële leerplicht en een werkweek van
drie dagen 3/5 van de hierboven voor deze leef
tijdscategorie genoemde bedragen, dat wil zeg
gen 410,52 per maand en 94,74 per week.